Gemengde berichten.
RECHTSZAKEN.
Heden is op bevel der arrondissementsrecht-
bank te Middelburg uit de voorloopige heehte-
nis ontslagen P. J. D., wonende te Bosch-
kapelle, verdacht van oplichting.
Vrijdag is op den rijksweg tusschen Rens-
woude en De Klomp, gem. Ede door een auto
uit Rotterdam de melkwagen van G. Hoolboom
aan De Klomp aangereden. Naar gemeld wordt
reed de auto den melkwagen achterop en op
het oogenblik dat deze gepasseerd zou worden,
haalde de voerman naar links, dus verkeerd
uit, waardoor een botsing niet te vermijden
viel.
Zoowel de melkwagen als de auto werden
gebeel vernield. De voerman van den melk
wagen brak een rib en werd verwond aan arm
en schouder. Het paard sloeg op hoi, brak
een poot en moest worden afgemaakt.
De inzittenden van de auto bekwamen geen
letsel.
Donderdagnamiddag is een driejarig zoontje
van den brugwachter C. K., te Bedum, aan de
zorg van een oudere zuster outsnapt. Alle na-
sporingen bleven vruchteloos. Vermoedelijk is
het kind te water geraakt en verdronken.
Te Oudkarspel is een man door den bliksem
doodgeslagen.
De weduwe W. Baggerman te Werken-
dam, die vijf dagen aan een stuk sliep, is, naar
de 's Hert. Ct. meldt, Donderdag overleden.
Vrijdagavond is de 22jarige M. uit Hille-
gom op zijn fiets in de Yennepervaart gereden.
Zaterdagochtend is zijn lijk opgehaald.
Bij een notaris te Hoorn vervoegde zich
zekere V., die meedeelde, dat zijn vader was
overleden, en dat diens huizen te Hoorn en
Berkhout zouden worden verkocht. Een geldelijk
voorschot werd gevraagd en verleend. Het
ontvangen geld werd verteerd, terwijl bleek, dat de
vader gezond en wei was. V. werd gearresteerd
en naar Alkmaar overgebracht. (Tel.)
Donderdagavond omstreeks 7 uur gleed een
man van het voetpad aan den zuidelijken oever
van het Afvoerkanaal te Scheveningen langs
den schuinen berm te water en kwam niet
meer boven.
Zijn lijk werd na geruimen tijd dreggen
gevonden. Het is tot nu toe nog niet herkend.
Te Delft is Vrijdagavond in de houtzagerij
van de heeren Kramer en Smits een 13jarige
jongen, door te spelen, in aanraking gekomen
met een eirkelzaag. De jongen werd den linker-
arm nagenoeg afgesneden. De jongen wordt
in het gasthuis verpleegd.
Vrijdagavond is een kind van den klompen-
maker Bongers, te Gaanderen, aldaar onder de
stoomtram geraakt. Het kind, dat een voet en
een been werden afgereden, werd naar het
ziekenhuis te Terborg overgebracht, waar het
hedennacht is overleden.
Een milicien van het 4de regiment in-
fanterie te Leiden, die eerstdaags als hoofd-
getuige voor den krijgsraad zou moeten worden
gehoord in een geding wegens misdrijf tegen
de zeden tegen een sergeant, is sinds eenige
dagen spoorloos verdwenen.
Driftige schipper.
Vrijdagmorgen moest de vleeschhouwer J. S.
vleesch bezorgen te Zwartsluis bij een schipper
liggende met zijn vaartuig aan de werf van den
heer Appelo. Daarvoor moest hij over eens
anders schip. De schipper van laatstbedoeld
vaartuig maakte zich daarover zoo boos, dat hij
den slager over boord in het water gooide.
De man wist zich zwemmende te redden.
Een kranige redding. Toen Maandag
de Maassluische logger ,/M. A. 21" op de
Maasvlakte strandde, kon de bemanning slechts
met moeite gered worden. Tien der opvarenden
aldus meldt het //Nieuwsbl. Vooruit"
werden door de reddingboot //President van
Heel" van den Hoek, afgehaald, doch twee
matrozen, van Terschelling afkomstig, waren
niet meer aan boord en werden vermist. Een
zekere Smit uit Zwartewaal had men in de
diepte zien verdwijnen.
De twee matrozen, die zoek waren, hadden
met veel moeite de boot losgesjord en over-
boord gewerkt, doch ongelukkigerwijze kantelde
ze en dreef onderst'ooven, zoodat zij niets anders
konden doen, dan zich daaraan vasthouden om
drpvende te blijven. Door den strobm echter
dreef de boot noordwaarts en de oudste der
beide drenkelingen gaf den moed op, vooral
omdat hij groote laarzen aan had, die hem
naar beneden trokken en hij niet zwemmen
kon. De jongere was een uitnemend zwemmer
wien het gelukte, de lastige laarzen van zijn
makker uit te trekken. Daarop kon hij nog
een der dolpinnen losmaken, waardoor de oudste
door zijn vinger in het gat te boren, meer
houvast kreeg. Weldra was men al buiten de
route gedreven van de stoomschepen en enkelen
waren gepasseerd, zonder de drenkelingen of
de omgekeerde boot op te merken. De jonge
man wist er echter den moed in te houden en
telkens als zijn makker door uitputting de boot
losliet, bracht hij hem al zwemmend weer bij
de boot.
Nadat zij zoo vier uur lang in het water
gelegen hadden, ontdekten zij een slee.pboot,
de //Kijkduin" en gelukkig zag de kapitein
C. van Rijk, op een afstand een arm boven
water uitsteken. Hij wendd'e de sleepboot en
bemerkte de twee mannen. Met veel omzichtig-
heid moest nu het reddingswerk beginnen en
weldra waren beiden aan boord. Juist op tijd,
want de oudste was reeds zoo uitgeput, dat hij
het bewustzijn had verloren.
Kwaadwilligheid Vrijdagavond is, naar
de Dordt. Ct. meedeelt, te Sliedrecht bij de
halte Gasfabriek een zware houten dwarsligger
over de rails gelegd. Een goederentrein, die
omstreeks IP/a uur voorbijging, schoof dezen
dwarsligger voor zich uit en heeft hem ten
slotte versplinterd, terwijl de trein stopte. Er
is schade toegebracht aan het remwerk van de
locomotief.
Trein 126 en 88 D ondervonden dodr een
en ander vertraging.
De politie stelt een streng onderzoek in. Van
de daders is geen spoor te ontdekken.
Van tijd tot tijd laat de Spaansche schat-
graver eens iets van zich hooren. Zoo thans
weer in zeer onbeholpen Eransch. Hij richt
zich tot een firma te Zwolle, wien hij niet minder
dan frs. 266,600 wil laten verdienen, het derde
deel van een som van frs. 800,000, die hij bezit,
maar niet in handen kan krijgen daar hij wegens
faillissement in de gevangenis verblijf houdt en
een verborgen valies het document bevat, noodig
om 't geld vlot te maken.
't Oude praatje, zooals men ziet
Donderdagavond heeft te Oosterbeek een
18jarige verpleegde van de Voogdijraad, in huis
bij den melkslijter v. Dijk, een schot hagel
gelost op den veldwachter R. De jongen, die
niet heel normaal schijnt, had zich al rneer-
malen ongezeggelijk betoond en zou dan ook
verplaatst worden, omdat v. D. hem niet langer
wilde houden. Donderdagavond was hij weer
niet voor reden vatbaar en dreigde v. Dijk en
zijn vrouw en ieder, die hem te na zou durven
komen, daarbij tastende op zijn broekzakken.
De vrouw dur'fde niet naar bed en ging politie
halen. Deze poogde den jongen, die inmiddels
naar bed was gegaan, te kalmeeren. Plotseling
grijpt de jongen onder de dekens en haalt daar-
ouder uit een mes en een met zes scherpe
patronen geladen revolver.
Een schot kon hij afvuren, rakelings langs
veldwachter Rustenhoven, dan slaagt deze er
in hem dit wapen te ontrukken. Ook v. Dijk
komt te hulp en later nog een buurman, doch
voor men hem het mes heeft afhandig gemaakt,"
heeft hij Van Dijk daannede nog eenige lange
sneden over het hoofd toegebracht. Hij is
daarna overgebracht naar het arrestantenlokaal
en Vrijdag naar Arnhem vervoerd geworden om
ter beschikking der justitie gesteld te worden.
De revolver, lang geen kinderspeelgoed, en eenige
patronen en het mes zijn in beslag genomen
De hagelkorrels zijn bijna een centimeter in'het
hout gedrongen in schuine richting. De revolver
had hij bij zijn baas, hij was leerlingsmid, stil
weggenomen. (N. A. Ct.)
Men schrijft aan de //Rott."
De paardenkoopman R. zat in de Dedems-
vaartsche stoomtram, via Coevorden, richting
Ter Apel. Luide bazuinde de man zijn vak-
kwaliteiten uit. Een behoorlijke hoeveelheid
spraakwater, waarvan hij naar eigen getuigenis
wei een emmervol vermocht te verzwelgen,
verhoogde zijn luidruchtigheid, meer dan b. v.
zijn tongvaardigheid. Toch wist elk passagier
al spoedig de quintessence van 's mans onop-
houdelijk gelamenteer te snappen Hij had nl.
met een voorspoedig knollen-zaakje een 120 gld.
in de wacht gesleept.
Dra raakte hij in connectie met een vriend-
schappelijken collega. Deze wist hem ergens bij
veenboer te Klazienaveen-Noord, nabij
een
Emmercompascuum, nog zulk een adres aan
de had te doen, waar een dito exemplaar-vier-
voeter reeds stond te hunkeren, om koopman
R. een tweede voordeel te bezorgen. Daar
aangekomen was de fortuinlijke ronselaar ech
ter reeds zoover over z'n bier, dat hij niet dan
met geweld uit de coupe was te verwijderen
Men kon toen het kameraadschappelijk tweetal
nog een eindweegs door 't mulle zand zien wag-
gelen, totdat de pleizierige nathals ruggelings
tegen een turfbelt kwam te zitten.
Hij sliep, sliep tot een' uur of acht, 's avonds.
Toen was 't frisch geworden. De vereenigde
werking van killen dauw en killen Oostenwind
deden hem nagenoeg nuchter ontwaken. Ras
ontnuchterde hij volkomen, toen hij voelde
naar z'n mes ja, dat was er nog maar
z'n portefeuille die had inmiddels voeten
gekregen en had van achter de turven den
kraaienmarsch geblazen.
Den volgenden morgen namen de marechaus-
see's de //collega en vriend" te pakken. Deze
klaagde//ondank is 's werelds loon. Ik ben
natuurlijk zoo onschuldig als een pas geboren
lam. Uit zuiveren vriendendienst heb ik R.
tot bij den turfbelt gebracht. Toen wou 'ie
niet verder".
v De onvermurwbare dienaren van den H. Her-
mandad transporteerden het //onschuldige lam"
naar de gevangenis. Met dezelfde tram toog
koopman R. platzak retour Dedemsvaart.
Ook 'n auto-bandiet. Sedert eenige
dagen maakte een vreemd signeur, zich uitge-
vende voor jonkheer, de omstreken van's Her-
togenbosch onveilig. Hij kwam in die stad in
een Spijker-auto, vergezeld van een chauffeur,
en trachtte van een automobiel-handelaar een
nieuwen band en benzine los te krijgen. Dit
lukte echter niet. Vervolgens toog het twee
tal naar Vught, waar de jonker in 't cafe //Het
Bijltje" een poging deed om f 25 te leenen.
De chauffeur bleek volgens het rijbewijs in
dienst te zijn bij een firma in Den flaag, waar
de pseudojonker de auto had gehuurd.
In Boxtel gekomen, gaf de jonker zich uit
als geheim politie-agent en zei hij op weg te
zijn om de ontvoerders van de Haagsche barones
te Ostende te achtervolgen. Als bewijs ram-
melde hij telkens met handboeien in het bijzijn
van den veldwachter. Met dezen begaf de
valsche rechercheur zich vervolgens naar een
kasteel, waar familie van de ontvoerde woont,
en hij een poging deed om f 1000 te leenen.
De eigenaar van het kasteel schoot hem die
som echter niet voor.
Daarna logeerde de jonker in hotel //De Kei"
waar hij zich flink te goed deed en 200 te
leen vroeg en waar het hem werkelijk gelukte
f 25 van den hotelier los te krijgen. Daarop
bestelde de jonker een fijn diner voor zes per-
sonen, waarvan men omstreeks zes uur zou
gebruik maken. Hij reed echter weg, om niet
weer te keeren de hotelrekening en de onkosten
van reparatie en benzine bij den smid onvol-
daan latende.
Vrijdag arriveerde te Boxtel een heusche
rechercheur van politie in uit Den Haag met
portretcen van een bekend oplichter, die te
's Gravenhage was gearresteerd, en een verdacht
individu uit Amsterdam blijkt te zijn.
Inmiddels was ook de chauffeur met zijn pa-
troon uit Den Haag te Boxtel aangekomen om
de rekening bij den smid te voldoen.
De oplichter heeft te Boxtel nog 70 ver-
teer gemaakthij had onder een voorwendsel
het nummer van de auto veranderd.
Later werd nog gemeld dat de #jonker" op
het kasteel voorgaf Bezemer, den koetsier die
met de baronesse te Ostende vluchtte, te moeten
opsporen en naar'tkrankzinnigengesticht Voor-
burg te Vught te moeten brengen. De familie
verwees hem toen naar haar notaris te's Graven
hage, die hem duizend gulden kon ter hand
stellen. Daarop vertrok de gewaande jonker
naar Den Haag, waar de inmiddels telegrafisch
gewaarschuwde politie hem arresteerde.
Hij beweert Henri Darks te heeten, afkom
stig uit Amsterdam.
Donderdagnacht schrok op de Laan van
Meerdervoort te 's Gravenhage een grondwerker
zoodanig van het onweer, dat hij de spraak
verloor. In den centralen post van den ge-
meentelijken eerste-hulpdienst werd de man
wat gekalmeerd, doch zijn spraakvermogen zal
hij de eerste dagen nog moeten missen.
AARDBEVING.
De waarneming eener aardbeving door het
meteorologisch instituut te De Bilt, waarvan
wij onder laatste berichten in ons vorig nummer
melding maakten, is inderdaad gebleken te zijn
voorgekomen op het" Baikan-schiereilaDd en
omgeving. Zij is vooral hevig geweest te Ka-
dikoi en op de Prinseneilauden (in de zee van
Marmora).
Naar het schijnt is zij tot het wilajet Adria-
nopel doorgeloopen. Berichten ontbreken,
aangezien de telegraaflijnen vernield zijn.
Te Pera is de waterleiding beschadigd.
Te Tsjerloe heeft een brand 400 huizen
vernield, alsmede het telegraafkantoor. De
telegrafische gemeepschap is verbroken. Te
Gallipoli brandt het nog. Het telegraafkantoor
en eenige huizen zijn ingestort.
Een lamp, die tengevolge van de aardbeving
was omgevallen, heeft brand veroorzaakt te
Tsjerlen, aan de spoorlijn naar Adrianopel
300 huizen zijn verbrand. De brand duurt
voort.
Ganos, Chora, Merefte en andere dorpen aan
de Europeesche kust van de Zee van Marmora
zijn door de aardbeving en daardoor ontstane
branden bijzonder geteisterd. Het middelpunt
van de beweging schijnt de Zee van Marmora
te zijn geweest.
De kapitein van het stoomschip Virginian
heeft gerapporteerd, dat hij bij het passeeren
van Ganos opmerkte dat het dorp tegen gewoonte
in duisternis was gehuld. Te vergeefs zocht
hij daarop de havenlichten van Chora, die waien
verdwenen en zag toen, dat Merefte, Heraklika,
Milia en Krastika in brand stonden. Het water
borrelde zoo hevig, dat zij het anker niet dorst
uit te werpen.
De bemanning van een ander stoomschip
heeft gemeld, dat tegen 3 uur in den ochtend
het schip door een zeebeving werd geschud.
De matrozen zagen Chora, Merefte en Heraklika
branden. Door den storm konden ze niet naderbij
komen.
De petroleumtanks te Miri moeten in brand
staan.
Het gerncht gaat dat Rodosto en Silivri zijn
verwoest.
Een schip, dat Gallipoli gepasseerd is, heeft
gemeld, dat de stad een vreeselijk tooneel ver-
toont. De stad is een puinhoop. Op vele
plaatsen zijn branden uitgebroken. Een soldaat,
die gewond was, heeft gezegd, dat aan de zijde
der Dardanellen geen huis bewoonbaar is ge-
bleven. De kazerne is ingestort. Vijf soldaten
zijn gedood. Verscheidenen zpn licht gewond.
Door nieuwe aardschokken, die Zaterdag plaats
hebben gehad, zijn Sjarkeny en andere dorpen
verwoest.
Te Adrianopel heeft men de aardbeving ge-
ducht gevoeld. Zjj veroorzaakte groote ver-
woestingen en verlies aan menschenlevens. In
het geheele wilajet zouden 70 tot 80 dooden
en 200 gewonden zijn.
My nramp te Bochum.
Omtrent de vreeselijke ramp in de nnjn te
Lotharingen wordt van Vrijdag aan deN. R. Ct.
gemeld
Nog steeds staat een menigte van duizenden
voor de hekken van de mijn Lotharingen te
Gerthe. Het is een stille, sombere menigte,
die vanmiddag den Keizer ernstig maar beleefd
begroet heeft. Men is den Keizer hier erken-
telijk, dat hij de feesten in Essen heeft afge-
last en een bezoek aan de geteisterde mijn heeft
gebracht. Telkens gaat het hek open en laat
een groepje menscben binnen. Vrouwen zijn
het meest, met verweende gezichten. Telkens
worden ze weer heen getrokken naar de lijken-
huisjes, waar in lange rijen kleine versierde
kisten staan. Om herkenning van hun ver-
wanten is het meest niet meer te doen. Van
de 1145 dooden, die boven gebracht zijn, zijn
er nog slechts 8 niet herkend en beneden in
de mijn liggen niet meer dan een vijftal ver-
minkten. Vele vrouwen zijn niet weg te krijgen
van deze plek.
Daar loopt een jonge zwangere vrouw midden
op het plein, bij den ingang van de mijn aldoor
in een kring rond. Zij houdt de handen voor
het gelaat en weent zacht. Tien minuten later
zie ik haar nog steeds, regelmatig in vertwijfe-
ling rondloopend. In een hoek staat een jong
meisje, gesteund door een vriendiu. Een paar
maai loopt zij in de richting van het lijkenhuis
en gaat telkens weer terug.
In de lijkenhuizen gaat onophoudeljjk een
stroom menschen door tusschen de sierlijke
kleine kisten, die alle gelijkvormig zijn. Er
heerscht een drukkende stilte. lelkens wordt
een deksel opgelicht en dan ziet men daaronder
de dooden, meestal ongerept, maar zonder uit—
zondering koolzwart. De uitdrukking op de
gezichten is vreedzaam als van slapenden.
Geleden hebben deze mannen niet.^ Het ont-
vlammende kolenstof heeft in een seconde
alle zuurstof in de schacht verbruikt.
Die door de vlammen niet gedood werd, stierf
onmiddellijk aan verstikking. Flinke mannelijke
gezichten zijn het meest. Wij spreken met een
politie-officier over de rustige houding van de
bezoekers, die toch alien bloedverwanten zjjn
van de dooden. De man antwoordt ons en zijn
stem is eenigszins weifelend. Verklarend zegt
liij //Zooeven was er hier een vader, die zijn
drie volwassen zoons herkend heeft."
Dan vertelt hij ons, dat al deze menschen
hier telkens weer terugkomen en terwijl wij
met hem spreken, klinkt achter ons plotseling
een eentonig gezang. O, Jesus, o, Jesus. Een
vrouw krijgt een zenuwtoeval. Nu breekt van
verschillende zijden een gegilos. Juist op dat
oogenblik herkent een vrouw haar man. Kreu-
nend slaat zij. haar armen om de kist. Eenige
menschen knielen om de vrouw, die het eeist
zong en nu uitgestrekt op den grond ligt. Het
is den politieagenten aan te zien, boe hun
zenuwen hier op de proef zijn gesteld. Eenigen
van hen trachten te kalmeeren, maar een sUiat
er met vertrokken mond tegen een deurpost
geleund.
Toon vond ik het genoeg. Het is smartelijk
over deze dingen te schrtjven. Het gezicht van
de dooden is het vreeseljjke niet, maar al het
vertwijfelend leed, dat wij zagen, en terwijl in
de kleine huisjes naast den ingang van de schacht
de meer dan honderd dooden liggen, gaat daar
diep onder den grond het werk verder. Het is
dit besef, dat het zoo bijzonder luguber maakt
op het schachtplein. Voor het overige ziet alles
er hier luchtig en levendig uit. De gebouwen
zijn nieuw. De steeiien hebben nog hun frissche
kleur. De schacht ligt temidden van vroolijk
bouwland. Het is volstrekt geen sombete aan-
blik, zooals een kolenmijn meestal biedt, maai
een vrome ernst ligt over het terrein en over
de menschen, die er werkzaam zijn. Ik ver-
dwaal in een machine-zaal en daar gaat het
werk slepend zijn gang. Een stoker zit met
zijn gezicht in de handen. Geen woord wordt
er, gesproken in de werkplaatsen.
Toen wij het terrein verlieten, stond daar
voor het hek in de nieuwe dorpstraat, waaiin
uit alle huizen een zwarte vlag hangt, de stille
menigte. Zij is nog niet verminderd sedert de
Keizer vertrok. Langzaam maakt men plaats
voor onzen automobiel, maar naarmate wij langs
den breeden weg Bochum weer naderen, woidt
de stemming in het publiek van wandelaars
merkbaar luchtiger. Hier en daar wordt onze