Ter Neuzensche Courant - Zaterdag- 13 Juli 1912. BBPEOEFDE LIEFDE. No. S787. 52" Jaargang. F1UXLLETGM. BIA ~n TER NEUZEN, 12 Juli 1912. Door den Minister van Landbouw, Nijver- heid en Handel is o. ru. aangewezen a)s des- kundige voor het onderzoek naar het gezichts- orgaan en bet gehoororgaan van schippers, stuurlieden, machinisten, machinist-stokers en uitkijken, de heer D. Buyze, arts te Ter Neuzen. De kapitein, garnizoens-commandant te Ter Neuzen maakt bekend dat op Woensdag 17 Juli, des voormiddags tusschen 10 en 12 uur' op de kustbatterij eenige losse schoten uit zwaar geschut zullen worden gevuurd. Aan bewoners van aanliggende perceelen wordt in overweging gegeven, gedurende dien tijd de vensters geopend te houden. Bij het overgangsexaroen aan de H. B. S. met 3jarigen curcus te Ylissingen is bevorderd van de le naar de 2e klasse P. J. Buyze en van de 2e naar de 3e klasse D. J. Dees, beiden van Ter Neuzen. Zeeuwscli-YIaamscheTramwegmaatschappij. In de zitting der Eerste Kamer van gisteren zijn de wetsontwerpen tot toekenning van een renteloos voorschot voor den aanleg en het in exploitatie brengen van spoorwegen van Hon- tenisse naar de Belgische grens in de richting van Moerbeke, van JJzendijke over Sas van Gent naar Drie Sehouwen enz. enz. goedgekeurd. Hiermede is de fiuancieele regeling der zaak verzekerd en bestaat voor de maatschappij de gelegenheid de voorbereiding voor het uitvoeren der werken ter hand te nemen. Schoolreis naar TValcheren. De Vereeniging voor Schoolreisjes te Ter Neuzen kan met klagen over tegenspoed bij het maken harer jaarlijksche reizen. Steeds werden die begunstigd door mooi weer en dit was ook gisteren weer bij uitstek het geval, toen de vijfde reis werd gemaakt. En dat wil in dezen zomer met zijn afwisselend weer wat zeggen. Werd in de bijeenkomst op Woensdag- avond, toen de laatste regelingen werden be- sproken, nog eenige bezorgdheid omtrent het weer geopperd, in verband met het teruggaan van den barometer en het weerbericht van het Kon. Meteriologisch instituut, gisterenmorwen was het reeds te zien, dat, in verband met°de veranderde windrichting, beslist gunstig weer te verwachten was. Die laatste wijsheid deden we op van kapitein Bakker en den stuurman van de Prov. boot Zuid-Beveland, die te 7 'ure arriveerde, om het gezelschap aan boord te nemen en naar Walcheren te voeren. 't Spreekt van zelf dat er van slapen bij de jeugdige reizigers niet veel sprake was geweest in het vooruitzicht van het dien dag te wach- ten genot. De anders langslapenden, die herhaaldelijk moeten gepord worden, waren nu uit eigen beweging reeds vroegtijdig wakker en lagen te wachten of het opstaan van de ouders voor hen het sein zou zijn om ook uit het bed te springen. Het ontbijt vlotte natuurlijk nog niet erg in den vroegen morgen, maar de zorgzame moeders wisten daarin te voorzien, wat bleek uit de pakjes met eetwaren, waarmede men de luidjes zag optrekken naar de scholen, waar ze ver- zamelden, om naar de plaats van afvaart te marcheeren. De inscheping bad vlug plaats, op korten 50) ,/Bedenk toch, wat je doet," zeide Wallux op dringenden toon. „Ga toch met ons mee ,/Horen weerde hem af. ,/Stei je zelf in veiligheid, ik wijk niet van deze plaats." Door de openingen der opgestapelde steenen scheen het hcht der fakkels, welke de soldaten aangestoken hadden. Dat was beslissend voor Wallux. ,/Goed, ik ga," fluisterde de smokkelaar. Blijf nog een paar minuten hier, als ge me hoort flniten, volg me dan." Dit zeggende verdween bij in de duistere gang. Gustaaf bleef alleen. In den haard gloeirlen nog eenige stukken turf. Aan de andere zijde der versperring rolden en knarsten de steenen onder de voetstappen der soldaten, die naar den ingang zochten. Perwijl Gustaaf niet zonder angst naar deze geluiden luisterde, voelde hij een kleine hand op zpn schouder rusten. ffWil je je werkelijk in het verderf storten, Gustaaf, zeide een zachte stem, die hem deed sidderen. /,Heb je dan geen medelijden met mij ft0' Else," steunde hij. //Jij nog hier Waar is Doodshoofd Waarom heeft hij je verlaten //Ik ben in de duisternis aan hem ontsnapt. tijd was bet gezelschap van ongeveer 325 kinderen met ongeveer 100 geleiders, familie- leden en anderen die van deze reisgelegenheid profiteerden, ingescheept. Op het voor de afvaart bepaalde tijdstip werden echter nog een drietal leerlingen van de school te Sluiskil verwacht, die per rijtuig zouden worden aangevoerd. Er werd ruim 5 minuten gewacht maar langer kon het niet, omdat de aanlegplaats aan de ponton moest vrij gemaakt worden voor de boot uit den gewonen dienst, die op de haven kwam. Men moest tot spijt van het gezelschap zonder die kinderen vertrekken die juist arriveerden toen de boot was losgegooid en wegstoomde. Het was een aangename tocht op de wateren der Schelde, beschenen door de zon met hare toen reeds vrij krachtige stralen. Het was aan de stralende gezich ten der kinde ren te zien dat zij reeds volop van hun vrijen dag genoten en ook de ouderen waren blijmoedig gestemd door de gunstige omstandigheden waar- onder de reis werd aangevangen. Opmerkzaam werd over het wateroppervlak gespeurd naar opduikende bruinvisschen en op //de zandplaten naar zeehonden," waarvan meester had verteld. De eersten lieten zich veelvuldig zien, maar de laatsten waren niet te bemerken. De verschillende vaartuigen en stoomschepen die men ontmoette werden met gejuich begroet en de vroolijkheid der passagiers werkte op die andere schepen aanstekelijk, men liet niet na het hartelijk wuiven te beantwoorden. Op een geruimen afstar.d volgde in het zog der //Zuid-Beveland" de Prov. boot in gewonen dienst, en herhaaldelijk werd de vraag besproken of zij de plezierboot nog zou inhafen, wat men natuurlijk minder aardig zou gevonden hebben. Maar de //Zuid-Beveland" bleek ook niet van achteren, en al was het dat de volgende boot iets won, die kon haar toch op dit traject niet meer inhalen. Zij lag al in de sluis om op te schutten, toen de andere boot in de haven kwam. Het schutten verliep vrij vlug en gedurende dit oponthoud kwamen tot algemeen genoegen ook de drie achterblij vers aan boord. Zij waren door de zorgen van den agent van den stoom- bootdienst alhier toevertrouwd aan den heer De Koning, hoofd der bijz. school te Othene, die ook met kinderen zijner school een reis naar Walcheren maakte, en zoo welwillend was die kinderen zoo mogeiijk nog te bezorgen bij bet gezelschap waarbij ze behoorden. Daardoor waren die kinderen, die eerst erg teleurgesteld en bedrukt waren, uit den brand en met ge juich werden ze aan boord ontvangeu, De reis door het kanaal giug voorspoedig en reeds omstreeks 10 uur stapte men te Middelburg aan land. Langs den kortsten weg ging het langs de bekende //Lange Jan", door de poorten van de Abdijgebouwen voorbij de woning van den Commissaris der Koningin, naar de Balans, waar de fontein reeds in werking was gesteld en zeer de aandacht van het gezelschap trok. Zoo trok men verder naar de Markt, langs het stadhuis. De daarop staande beelden der historische persouen trokken vooral de aandacht der kinderen, en druk hadden ze het er over, als ze er een outwaarden van een hun uit de geschiedenis goed bekend persoon. Het doel was nu eerst de bioscoop in het gebouw van de societeit Vergenoegitig. Met den ondernemer was eene overeenkomst gesloten om voor het gezelschap een speeiale vertooning te geven. De ruimte was daar wel wat beperkh Ik kan deze plaats zonder jou niet verlaten, Gustaaf! Wees niet boos op me. Waar gij zijt, blijf ik ook, wat er ook moge gebeuren Zij klemde zich aan hem vast, zoodat hij haar niet kon afweren. En daarbuiten liepen de soldaten heen en weer. grommende over hun tegenspoed, terwijl het licht hunner fakkels door de openingen van den haastig opgeworpen muur flikkerde. Daar raakte een hunner een der losse steenen aan. Een luide triomf-kreet weerklonk door het geweif zij hadden den ingang ontdekt. In hetzelfde oogenblik vie! een stroorn van rood licht in de gang, de versperring stortte ineen en de musketten der soldaten werden achter de opening zichtbaar. Met een fakkel in de linker- en een musket in de rechterhand sprong de korporaal door de bres. //Ha, ventje, daar hebben we jeriep hij lachend toen hi] den deserteur voor zich zag. //En een aardig meisje houdt je gezelschap. bapperment, dat zal je wel bevallenHoe 'tmij even wel ook spijt, ik moet je nu van eikaai scheiden. Gustaaf Horen, je bent mijn arrestant. Nauwelijks had hij dit echter gezegd, of Gustaaf sprong als een tijger op hem los, slingerde hem tegen den wand en ontrukte hem zpn geweer. Raak mij niet aan I" riep hij tot den ge- heel oveibluften korporaal, die echter weer snel was opgestaan. ,/Kom me niet te na. Vuur zoo ge lust hebt," sprak hij tot de soldaten, z/maar wie mij aangrijpt, krijgt den kogel De kinderen vonden goed plaats, doch het ge- lukte niet alle grooteren plaats te bezorgen en wegens het politievoorschrift kon niet worden toegestaan het plaats nemen in de zijgangen De uitvoering zelve was goed verzorgd. Er was een mooi programma van 8 nummers saaim gesteld. De verschillende portretten der vorste- lijke familie werden luid toegejuicht en er were ook druk geapplaudisseerd voor het reisje door Zwitserland, waarbij men een kijkje kreeg op verschillende bergen, valleien, watervallen en verkeersmiddelen, maar bovenal trokken de daarop volgende humoristische voorstellingen de aandacht van het gezelschap. Deze uitvoering nam ruim een uur in beslag en toen ze geeindigd was, werd het tijd om den inwendigen mensch te versterken. De maal- tijd wachtte in de groote zaal van het Schutters- hof. De tafels stonden door de goede zorgen van den heer Euting reeds gereed en na korten tijd hadden zoo wel alle kinderen als de ge- leiders plaats genomen om het noodige te nuttigen. Het voorgezette vond een gretig onthaal en de kinderen hadden na den maaltijd gelegenheid om wat in den ruimen tuin te verpoozen, terwijl daar ook druk gezorgd werd voor werkver- schaffing aan de post, daar er talrijke prentkaarten werden gekocht en geadresseerd. Dat op de oogenblikken dat daartoe gelegen heid was de karretjes met ijswafeljes drukke klandizie onder het jonge volkje vonden, spreekt van zelf. Des namiddags 1 ure was het gezelschap weer aan boord van de Zuid-Beveland en stoomde deze naar Ylissingen, waar het gezelschap werd geland in de nabijheid van de schipbrug. Natuurlijk werd daar eerst een bezoek ge- bracht aan het standbeeld van Vlissinger Michiel op den boulevard, waarlangs verder den weg werd vervolgd naar het strand. Daar aangekomen duurde het niet lang of het jonge volkje plaste lustig in het water. Hun kousen en schoeuen bleven droog, want daarvan hadden ze zich ontdaan en die op het strand achtergelaten, onder de hoede der geleiders, maar van hunne overige kleeding kan dat niet gezegd worden. De golfslag van voorbijgaande stoomschepen speelde hen parten en als men dan toch een beetje nat is wordt men er wat aan gewoon en later vinden ze het ook zoo erg niet meer. Vooral daar heeft het jonge volkje zich, zoo- als steeds bleek, goed geamuseerd. Het was daar voor de geleiders een gemakkelijke bewaking. Wat later maakte men ook nog een tocht naar de duinen, wat ook een aantrekkelijkhmd blijkt te bezitten, tot eindelijk het tijdstip was aangebroken om aan den terugtocht te gaan denken. Alvorens deze werd aanvaard werden nog ververschingen gebruikt in het cafe l'Esperance van den heer L. J. de Groot. Het onthaal was daar uitstekend. Het viel bijzonder op dat, niettegenstaande een zeer billijke prijs, zoowel de geleverde waar als de bediening ten zeerste te roemen viel. Nu werd de wandeling naar de aanlegplaats der stoomboot ondernomen, een wandeling van beteekenis en men kon het zoowel ouderen als jongeren aanzien, dat men met genoegen de boot betrad om daar wat rust te kunnen nemen. Op den bepaalden tijd werd de terugreis aan vaard. Kort na het verlaten der haven van Vlissingen werd van af de boot een school tonijnen waargenomen, visschen die in deze wateren niet thuis hooren, maar die zich in den laatsten tijd meermalen op de Schelde Daarna richtte hij het geweer op den kor poraal. Else stiet een kreet van ontzetting uit en wierp zich voor den loop van het musket. //Gustaaf," riep ze, -wil je ook hem dooden Hij staarde haar een oogenblik aan, liet eerst het musket zakken, hief het daarna op en loste het schot in de richting van den haard. Een zware zucht steeg op uit zijn borst als had iemand hem van den rand eens afgronds gered. Daverend weergalmde het schot door het geweif. De soldaten stonden nog altijd aan de andere zijde der verdieping. Reeds vreesden ze, dat het schot hun aan- voerder had gedood, toen deze hun hulp inrjep. Eer ze hem onder al die verwarring ter hulp konden Snellen, sprong Doodshoofd, die stilletjes tot bp de soldaten was geslopen en dien zij in het eerste oogenblik voor een der hunnen aanzagen met een snelheid, die men op zijn jaren niet meer bij hem gezocht zou hebben, over de versperring heen en gaf den korporaal een slag op het hoofd, dat deze bedwelmd ter aarde stortte en zijn fakkel uitging. In het zelfde oogenblik had hij Gustaaf met zich in de donkere gaug gevoerd. z/Hier, dezen kant op, man!" fluisterde hij, Horen haastig voor zich uitduwend. z/Maar, waar is Else?" z/Laat die maar waar ze is. Haar zal niets overkomen. Ook zullen de smokkelaars spoedig hulp meebrengen. De hoofdzaak is, dat gij wegkomt." Zij kwamen in den kelder aan, waar Gustaaf hebben vertoond, tot zelfs voor de haven van Ter Neuzen. Zeer voorspoedig arriveerde de stoomboot te ruim 7 ure aan de ponton alhier, waar talrijke familieleden en belangstellenden de reizigers opwachtten. Men was verlangend om van de kinderen te vernemen of ze hadden genoten, doch hunne blijde, vroolijke gezichtjes gaven daarvan vol- doende blijk. De stoet werd weder geformeerd en naar de markt geleid, waar alien nog eene versnapering ontvingen. Daarop werd het ge zelschap ontbonden. De kleinen konden nu hunne wederwaardigheden en indrukken aan de huisgenooten gaan vertellen en de geleiders gaan uitrusten van de taak die ze dezen dag weder hadden vervuld en die zeker vermoeiend en zorgzaam was. De dankbaarheid der kinderen en het genot dat zoowel dezen als de ouderen, die de reis medemaken, op den dag der schoolreis smaken, is hun zeker eene belooning voor hunnen arbeid. waarop ze thans weder met genoegen mogen terugzien. Koewaclit. De heer C. van den Eeckhout alhier is benoemd tot onderwijzer aan de R. K. bijzoudere school te Oostburg. Woensdagnamiddag had hier ten huize van den heer E. de Vleeschouwer de algemeene vergadering plaats van ingelanden in den*polder Oud Beoostenblij Bezuiden, dijkgraaf de heer E. L. Plasschaert. De rekening over het dienst- jaar 1911/12 werd goedgekeurd. De ontvang- sten waaronder 1519,50 voor opbrengst van boomen, bedroeg f 3196,12. De uitgaven, waaronder 720 voor intrest van 4°/0 van het kapitaal van 18000 geleend voor aanleg van een steenweg in dien polder bedrag, 3124,20 zoodat het batig saldo was f 7192. De be- grooting voor het dienstjaar 1912/13 bedroeg in inkomsten en uitgaven 2793,63°. Aan den heer E. Hansens te Brussel werd voor den tijd van 6 jaar het recbt van visscherij verpacht op het zoogenaamde //Groot Gat", aan 60 gul den per jaar. RECHTSZAKEN. Arrondissements-Rechtbank te Middelburg. De rechtbank heeft in hare zitting van 12 Juli, de volgende vonnissen uitgesproken P. S., oud 40 j., landbouwer te Clinge, is wegens strooperij met een wagen veroordeeld tot f 3 boete of 3 dagen hechtenis. (Eisch 15 boete of 12 dagen hechtenis). A. A. F. B., oud 28 j., landbouwer te West- dorpe, is wegens mishandeling veroordeeld tot 3 weken gevangenisstraf. (Eisch idem) en toe- wijzing der civiele vordering tot een bedrag van 17,90. E. V., oud 41 j., landbouwer te Overslag, is wegens mishandeling veroordeeld tot 3 weken gevangenisstraf. (Eisch 3 maanden) en toe- wijzing der civiele vordering tot een bedrag van 38,25. J. C. A., oud 28 j., borduurster te Clinge (Nieuw-Namen), is wegens mishandeling ver oordeeld tot 10 boete of 10 dagen hechtenis. (Eisch f 15 boete of 15 dagen hechtenis). K. v. P., oud 39 j., bootwerker te Ter Neuzen, is wegens bedreiging met misdrijf tegen het leven, veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf. (Eisch idem). De uitlevering is toegestaan van P. J. V., oud 34 j., werkman, geboren en wonende te zich in de laatste dagen verscholen had gehouden. Doodshoofd zette de ladder in de opening. Yoorwaarts, naar boven sprak hij driugend tot den deserteur. Dit bevel werd versterkt door de voetstappen der soldaten, die in de gang weerklonken en hun geschreeuw om fakkels. Snel klauterde Gustaaf naar boven. Doods hoofd volgde hem en trok de ladder op. Helder verlichtte de maan de eene zijde van den bouwval, de andere zijde in een diepe, bijna tastbare schaduw latend. Over puinhoopen en struiken voerde de boschwacbter zijn vluchteling naar een kleine poort, aan de voet van den toren. Deze poort vormde den ingang tot een in den dikken muur uitgehouwen trap, welke vroeger als geheime verbiuding gediend had tusschen de bovenste en onderste kamer. Doodshoofd sloop binnen en beval Gustaaf hem te volgen. De onderste treden waren bijna geheel afgebrokkeld, de daarboven gelegene waren echter nog in goeden staat. Toen ze ongeveer dertig treden hadden geklommen, kwamen ze in een gang, welke nog smaller was dan de trap. Na eenige schreden bereikten ze een opening, waar het maanlicht helder naar binnendrong. Doodshoofd bleef staan. z/Hier is oppassen de boodschap," zeide hij, vde steenen Jiggen los en wie hier naar beneden tuimelt, vraagt er niet meer naar wat ze daarna met hem doen. Alzoo, goed vastgehouden." z/Dat die schelmen daar maar blijven mom- pelde hij, toen hij naar beneden keek. //Jammer, dat ze nog niet een poosje langer in hun hoi zijn gebleven." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1912 | | pagina 5