Tsr NQUZ9nsch0 Courant Dinsdag 25 Jnni 1912. Mo. 5779. Gemengde berichten, TWTrlTri"n"gi HBXj-AJD. Provinciate Staten van Zeeland. De haven van Ten Heuzen. In hun toelichting op het voorstel om een bijdrage van 10,000 per jaar gedurende 12jaar te verleenen in de kosten voor het maken van los- en laadplaatsen in de haven alhier, wijzen Gedep. Staten op eene briefwisseling tusschen den Minister van Waterstaat en hun college betreffende deze zaak in 1903, 1904, 1906 en I 1911 en schrijven dan verder ,/Het zal daaruit blijken, dat zoowel de re- geering als ons college overtuigd zijn van de I noodzakelijkheid, om voor de gemeenteTer Neuzen de nadeelige gevolgen van de verdieping van I het kanaal te voorkomen, doch dat de door ons aangewende pogingen, om de noodige I werken van de gemeentehaven geheel voor Rijksrekening te doen uitvoeren, geen gunstig I gevolg hebben gehad. De Minister volhardt bij zijne verklaring, dat de los- en laad plaatsen te Ter Neuzen alleen door het Rijk zullen worden gemaakt, iudien de Provincie eene bijdrage in de op 600,000 geraamde kosten geeft van ten minste f 100,000 in eens of van I 120,000 in tien jaarlijksche termijnen, Hoever het Provinciaal belang zich uitstrekt, is eene vraag, welke theoretisch moeilijk te beantwoorden is en daarom aan de beslissing van de practyk moet worden overgelaten. Dat havens daaronder vallen, is meermalen uitge- maakt, o. a. bij de werken tot aanleg, verbetering of herstel der havens van GoesZaamslag YersekeElkerzee en Ellemeethet waterschap Cadzand, Serooskerke en Noordwelle, Clinge, Krabbendijke en Bruinisse. De ontwerpen los- en laadplaatsen zyn met alleen voor Ter Neuzen een levensbelang maar strekken evenzeer tot bevordering van het verkeer van Zeeuwsch- Vlaanderen en het veideie Zeeland, terwijl vaststaat, dat de gemeente niet in staat is uit eigen middelen eene bijdrage te verleenen. Noodzaakte men haar daartoe dan zou die bijdrage in den vorm van bestuurs- kosten vroeger of later toch op het Rijk en de Provincie moeten verhaald worden. Terwijl wij dus meenen, dat de Provincie verplicht is de totstandkoming van het werlv door het verleenen van een subsidie mogelijk te maken, komt het ons in het belang der Provincial finantien het meest doelmatig voor om dien steun te verleenen in den vorm van eene jaarlijksche bijdrage van 10,000 ge durende 12 jaar. Het veer Ter.Neazen-Hoede- kenskerke. Een memoriepost is geraamd op de begrooting voor „het vernieuwen van den steiger te Hoede- kenskerke. Toeu Ged. Staten overeenkomstig de van den provincialen hoofdingenieur gedane opgaaf daar- voor een post van 18 550 op de begrooting voor 1912 brachten, had de tijd outbroken, om aangaande de noodzakelykheid van deze uitgaaf een behoorlijk onderzoek in te stellen. Dit is later geschied. Bij eene bespreking in loco, waarbij de hoofdingenieur en de ingenieur te Goes tegenwoordig waren, bleek, dat ten gevolge van dijksverhooging na den aanleg van den steiger de toegang zeer ongunstig was. Ver betering daarvan op dezetfde plaats was technisch zeer moeilijk. Wilde men een steiger met een gemakkelijken ook voor rijtuigen bruikbaren toegangsweg, dan was verbouwing onmogelijk dan diende een geheel nieuwe steiger gebouwd te worden op eenigen afstand van den bestaanden. Een daartoe strekkend ontwerp is, door den hoofdingenieur opgemaaktde uitvoering daar van zou 29,000 kosten. Gedeputeerden hebben zich afgevraagd, of behoud van den steiger te Hoedekenskerke dit offer uit de Provinciale kas, waarbij aan kosten van onderhoud nog. ongeveer 400 per jaar moet worden gevoegd, waard is. Aan den steiger wordt nagenoeg uitsluitend aangelegd door de booten van den Provincialen stoombootdienst op de Wester-Scheldevan andere vaartuigen werd in de jaren 1909, 1910 en 1911 ontvangen onderscheidenlijk niets, 12,80 en 8,70. Voor zooveel den Provincialen stoomboot dienst aangaat, is gebleken, dat het vervoer niet toeneemt. De opbrengsten van het reizigers- en goederenvervoer zijn niet of nauwelijks vol- doende, om de kosten van de reis van Ter Neuzen naar Hoedekenskerke en terug te dekken. Nu moet hierby nog in aanmerking worden genomen, dat vele reizigers, o. m. uit Goes en uit de gemeenten, niet ver van Borsselen gelegen, even goed de reis over Vlissingen of Borsselen zouden kunnen nemen en zelfs liever over die plaatsen zouden reizen, hetgeen thans niet mogelijk is, daar de 9,20 uur boot van Vlissingen naar Borsselen en Ter Neuzen uitvalt op de dagen, waarop Hoedekenskerke wordt aangedaan. Van reizigers en goederen uit deze plaats en de naaste omgeving, die den dienst op 1 er Neuzen het meest noodig zouden hebben, is dus de opbrengst belangrijk minder. Het behoeft wel geen verder betoog, dat uit economisch oogpunt de tegenwoordige dienst Ter NeuzenHoedekenskerke geen reden van bestaan heeft. Hij berokkent evenwel nadeet aan de hoold- lijn en staat aan de regelmatige uitoefemng van den dienst op de hoofdlijn in den weg. Juist op den Woensdag, wanneer voor koopheden en neringdoenden uit Walcheren de marktdag te Ter Neuzen gereede aanleiding zou geven om den overtocht te maken, viuden zij niet de boot, welke hun dien overtocht op de snelste en gemakkelijkste wijze biedt. En wanneer in het minder gunstige seizoen in den voormid- dag mist of stormweer opkomt, is er alle kans da? de boot op Hoedekenskerke haar reis met op tijd kan volbrengen, waardoor voor den geheelen dag de dienst tusschen Vlissingen en Ter Neuzen, en als gevolg daarvan ook die tusschen Vlissingen en Breskens, kan zijn in de war gebracht. Gedep. Staten zouden het daarom zeer in het belang van den dienst op de Wester-Schelde achten, indien de reis van Ter Neuzen op Hoede kenskerke v.v. niet werd gemaakt. Bestond zij niet, zij zouden er niet aan denken, haar in te voeren. Nu de reis eenmaal in het vaarplan is opgenomen, meenen zij zich daarbij vooi- loopig alsnog te moeten neerleggen. Intusschen kunnen zij thans -geen vrijheid vinden, om ten behoeve van dezen dienst de Provincie te belasten met een zoo belangrijke uitgaaf. De Provinciale Hoofdingenieur heeft mede- gedeeld, dat de steiger wel in versleten toestand verkeert, maar dat het mogelijk is, hem nog eenigen tijd te gebruiken. In verband met een en ander achten zij het geraden, den toestand onveranderd te laten en hebben den post voor het vernieuwen van den steiger voor //Memorie" uitgetrokken. Wegsverbetering in den polder St. Jansteen. Het bestuur van den polder St. Jansteen vraagt een renteloos voorschot uit de Provinciale fondsen ten bedrage van 9285 voor de bekeiing van eenige wegsgedeelten in de gemeente St. Jansteen. Voor de verharding van de Ellestraat wordt het voorschot gewenscht tot het voile bedrag van de kosten ad f 5000. Door de bekeiing van dezen weg zal een nieuwe verharde verbinding met het achterland van Belgie worden verkregen welke vooral aan den uitvoer van landbouw-producten uit de polders St. Jansteen, Absdale, Wildelanden en Oud- en Nieuw-Ferdinan'dus zal ten goede komen en in het bijzonder met de kom van het Belgische dorp Stekene, een niet onbe- langrijke industrie-plaats, alwaar aangesloten wordt aan het Belgische kunstwegennet en gele- genheid bestaat tot verder vervoer te water en per spoorweg. Hier is dus zeker sprake van een hoofdver- binding, zoodat er alleszins termen zijn voor de verharding van de Ellestraat het voorschot tot het voile bedrag der kosten te verleenen. Voor de bekeiing van gedeelten van de Vinke- broekschestraat en den Dijk van den St. Jansteen- polder wordt de helft van de op 8570 geraamde kosten als renteloos voorschot verzocht dus een bedrag van f 4285. De bekeiing van deze wegsgedeelten moet van secundair belang worden geacht er zijn geene hoofdverbindingen in betrokken, doch daar het bekeide middengedeelte van een overigens onver- harden weg in verbinding met andere keiwegen zal worden gebracht, zullen de landbouwbe- langen van de streek er zeer door worden be- vorderd. Ged. Staten meenen, dat ook dit gedeelte van het verzoek kan worden ingewilligd en stellen voor de gevraagde voorschotten te verleenen. Stoomtram O o s t b u r g—C a d z a n d. Aan het besluit om aan de Stoomtrammaat- i schappij Breskens Maldeghem een renteloos voorschot te verleenen uit de Provinciale fondsen voor den aanleg en de exploitatie van een stoomtramweg van Oostburg over Zuidzande naar Cadzand, werd o. a. de voorwaarde ver- bonden, dat de geheele onderneming op 1 Juli 1912 in exploitatie komen en daarna onafge- broken blijven zou. In een adres deelt die Maatschappij mede, dat buitengewone omstandigheden het haar onmogelijk maken aan de bovenbedoelde voor waarde te voldoen en verzoekt zij den termijn I met drie maanden te verlengen en alzoo te bepalen op 1 October 1912. Ged. Staten achten inwilliging van het ver zoek noodig en stellen voor dienovereenkomstig te besluiten. Subsidie cursus hoefbeslag. Het Dagelijksch Bestuur der Maatschappij tot bevordering van den Landbouw en Veeteelt in Zeeland vraagt voor de jaren 1912 en 1913 een jaarlijksch subsidie van 150, ten behoeve van een cursus voor het hoefbeslag. Met den Provincialen veearts der le klasse, zijn Gedep. Staten van meening, dat bedoelde cursussen nuttig mogen genoemd worden, waar- om zij voorstellen aldus te besluiten, op de I gebruikelijke voorwaarden. Crediet ten behoeve van de paardenfokkerij. Het Boofdbestuur der Maatschappij tot be- I vordering van landbouw en veeteelt in Zeeland verzoekt opnieuw een bijdrage tot bevordering der paardenfokkerij tot het bedrag, dat sedert 1902 werd toegestaan. Gedep. Staten stellen voor te besluiten, aan I de Maatschappij tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland voor de jaren 1913 en 1914 een crediet te openen ter bevordering en I aanmoediging van de verbetering der paarden fokkerij in dit gewest tot een maximum van 1 3550 'sjaars, onder de voorwaarden: lo. dat door de Maatschappij voor hetzelfde doel een jaarlijksche bijdrage van ten minste 400 worde verleend 2o. dat de keuringen geschieden overeen komstig het door Gedep. Staten goedgekeurde reglement 3o. dat de voor het einde van ieder jaar aan Gedep. Staten in te zenden verantwoording van alle in dat jaar gedane uitgaven, door de noodige bescheiden toegelicht, aan de goedkeuring van I dat College worde onderworpen, met bijvoeging van de quitantien van alle betalingen de som I van 3 te boven gaande. Crediet veefokkerij. Het bestuur van de afdeeling Zeeland van de vereeniging //Het Nederlandsch Rundveestam- boek" verzoekt, weder eene toelage uit de provinciale fondsen tot bevordering en aan moediging van de verbetering der veefokkerij, thans voor de jaren 1913, 1914 en 1915/ Het bestuur wenscht die toelage, evenals voor de jaren 1910, 1911 en 1912 geschiedde, op een maximum van f 3000 per jaar te zien be- paald en deelt in een begeleidend schrijven als toelichting mede, dat de bemoeiingen tot uit- breiding van het vereenigingsleven op het ge- bied van de rundveefokkerij, waartoe de door afschaffing der voorkeuringen vrijgekomen gelden konden worden aangewend, goede uitkomsten opleveren. Niet alleen is het aantal erkende stierenvereenigingen in de jaren 19091911 met 12 toegenomen en daardoor gestegen tot 21, doch ook het aantal der eontrolevereeni- gingen Dam in dat tijdvak toe met 8, zoodat thans een twaalftal dier vereenigingen bestaaD. Over 1911 werden van 1187 stuks koeien de melkopbrengst en het vetgehalte vastgesteld en gecontroleerd. Naar aanleiding van een en ander stellen Gedep. Staten voor een overeenkomstig besluit te nemen. Subsidie Vereeniging tot be v. der geitenfokkerrj. Het bestuur der vereeniging tot bevordering der geitenfokkerij in Zeeland verzoekt uit de provinciale gelden tot wederopzegging een jaar lijksch subsidie van 500 te ontvangen. Sedert het vorige jaar, toen aan de vereeniging voor 1911 een subsidie van j 400 werd verleend heeft zij zich weder uitgebreid, zoodat thans reeds by haar zijn aangesloten 50 vereenigingen met 2351 leden, houders van 3264 geiten, tegen 43, 1964 en 2489 in Maart 1911. Er wordt thans in plaats van het subsidie voor een jaar een doorloopende bijdrage van j 500 gevraagd. De rekening over 1911 en de begrooting voor 1912 zijn bij het verzoek afgedrukt. Uit. een en ander wordt de indruk verkregen van eene groote en op practisch inzicht steunende activiteit, welke blijkens de uitkomsten aan eene wezenlijke behoefte tegemoet komt. Gedep. Staten stellen voor aan de vereeniging tot wederopzegging een jaarlijksche subsidie ad j 500 te verleenen, onder voorwaarde echter, dat de van het Rijk gevraagde steun ad 800 verkregen worde. Subsidie aan de V. P. N. Na in 1906, 1907 en 1908 een afwyzende beschikking te hebben ontvangen, heeft thans het bestuur der afdeeling Zeeland van de Ver eeniging tot bevordering van de pluimvee- houderij en tamme konijnenteelt zich ten vierden- I male tot de Prov. Staten gewend met het verzoek, een subsidie van f 200 te mogen ontvangen. Ter ondersteuning van het verzoek wordt voornamelijk gewezen op de wenschelijkheid om aan de onderafdeelingen welke het eigen- lyke werk verrichten, geldelijken steun te ver leenen. Het blykt echter, dat van de gevraagde f 200 slechts een bedrag van 50 deze be- stemming zou krijgen, terwijl de overige f 150 blijkbaar voornamelijk moeten strekken tot dekking van het tekort van f 139,75 op de begrooting. Daar deze begrooting intusschen, evenals vroeger, nagenoeg alleen uitgaven voor reis- en administratiekosten bevat, blijven Gedep. van meening, dat er geen reden is daarvoor provinciale fondsen beschikbaar te stellen. Het is zeer wel mogelijk, dat de Vereeni ging als geheel en in haar onderafdeelingen nuttig werkzaam isdaarmede is echter h. i. hetzelfde voor de Provinciale afdeelingen nog niet bewezen. Bovendien blykt het ledental van de afdeeling Walcheren sedert 1908 van 500 tot 150 te zijn gedaald, welk opmerkelijk feit nergens is toegelicht. Het komt Gedeputeerden voor, dat er in de thans ingezonden stukken geen grond wordt aangetrotfen voor een wijzigiug van het Jaat- stelijk bij bessluit van 17 Juli 1908 no. 29 ingenomen standpunt, zoodat zij in overweging geven, het verzoek af te wijzen en dienovereen komstig te besluiten. Subsidie teekencursus Aardenburg. Gedep. Staten hebben bezwaar tegen een gunstig advies op eene aanvraag om subsidie van f 100 voor 1912 voor eene teekenschool te Aardenburg welke aanvraag eerst in April van dat jaar inkwam. Bovendien is by onder zoek gebleken, dat, hoezeer reeds vroeger door de provincie aan dezen teekencursns subsidie werd verleend, daarvoor tot nog toe nimmer eenig rijkssubsidie werd gevraagd of verkregen zoodat een behoorlijk toezicht op het gegeven onderwijs, dat uit deD aard der zaak niet van wege Gedeputeerden kan geschieden en waar- voor alleen het rykstoezicht voldoende waar- borgen kan opleveren, ontbreekt. Zij zijn van oordeel, dat de provincie niet langer financieelen steun behoort te verleenen aan inrichtingen voor vakonderwys, welke blykens het ontbreken van rijkssubsidie niet aan dat toezicht onderworpen zyn, waarom zij voorstellen het verzoek af te wijzen. Begrooting 1913. Het totaal der inkomsten over 1913 is geraamd op 752.910,106 tegen 869,882,48 over 1912, welke vermindering moet worden toegeschreven aan het verminderde bedrag der leeningen (Hoofdstuk VI afd. I.) Het totaal der uitgaven sluit met hetzelfde bedrag. De begrooting sluit met eene beschikking op het batig slot der rekening over 1911 tot een bedrag van f 70,000. In hoofdzaak is op dien dienst meer ont vangen (in ronde cijfers)opcenten op de ryks- belastingen 7500 verkoop van boomen enz. 1200 rente kasgeld 1500 en minder dan de raming is uitgegeven wegensalgemeene bestuurskosten 3500 kosten stoombootdienst Vlissingen BreskensTer Neuzen 9000 rente geldleening van ten hoogste 185,000 2000 aandeel in de kwade posten f 1000aaudeel calamiteuze polders 20,000subsidie voor ambachts- en teekenscholen f 1500 subsidie spoorboot f 10,800 inrichting stoombootdienst tusschen Schouwen, Zuid- en Noord-Beveland en Walcheren f 10,000 onvoorziene uitgaven 10,000 samen f 78,000. Drie kinderen vermoord. De 52jarige kleermaker v. Bilderbeek, wonende Van Hogendorpstraat Amsterdam heeft Vrydag- middag zijn drie kinderen, van respectievelyk 2, 4 en 6 jaren den hals afgesneden. Omtrent dit afschuwelijk drama deelt de Tel. de volgende bijzonderheden mede Vrijdagmiddag 3 uur wilde een man, in de nabijheid van Sloterdijk, in de flaarlemmervaart springen. Een politieagent wist hem van het volvoeren van die wanhoopsdaad terug te houden. Maar een eind verder deed de man weer een poging die andermaal door politiemannen verhinderd werd. Toen de politiedienaren hem nu vastgrepen ontdekten zij bloed aan de handen van den wanhopige. Zij vertrouwden de zaak niet en geleidden hem naar den dichtstbijgelegen politiepost. Daar ondervraagd, zei de man te wonen Van Hogendorpstraat 193 en de woning te zyn ontvlucht om een eind aan zijn levente maken. Bij verder aandringen door de politie kwam er uit, dat hij zijn drie kinderen had vermoord en daarna zijn woning was ontvlucht. De politie stelde dadelijk een onderzoek in en vond de kinderen, liggende in een grooten plas bloed en met afgesDeden hals. Onmiddellijk werd geinformeerd, waar de moeder was. Toen bleek dat de man van de omstandigheid gebruik had gemaakt, dat zijn vrouw eenige boodschappen was gaan doen. Terwijl de politie in de woning was, kwam de vrouw terug. Zij werd bij de buren op de le verdieping ingeroepen en voorzichtig met het vreeselyk j geval in kennis gesteld. Men kan zich de smart van de moeder voor stellen, die plotseling zulk een ellende en jammer in haar anders zoo rustig gezin zag binnentreden. De ontboden geneesheeren uit de buurt konden slechts den dood constateeren. Spoedig kwamen ook enkele justitieele amb- tenaren, om te verbaliseeren in welken toestand zij de lijkjes hadden gevonden. De vermoorde kinderen waren uit het tweede huwelijk van vrouw Van Bilderbeek. De onge- lukkige dader van de afschuwelyke misdaad was haar tweede man. Uit haar eerste huwelyk heeft zij twee groote kinderen van 20- en 22jarigen leeftyd. VAN

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1912 | | pagina 5