Gemengde berichten, Den 16en Februari wilde zijn vrouw naar aanleiding van een brief harer moeder naar bneek. Het echtpaar zou elkaar des avonds in Hommerts treffen, op aandringen van de vrouw. In den namiddag is beki. naar Hommerts gegaan, hij kwam om 4 nur bij zijn zwager iNanne de Boer. Zijn vrouw kwam te ongeveer half 8. Te 9 uur stapte zij eerst op de fiets en reed op den straatweg. Zijn vrouw wilde graag dat bekl. voor fietste, wat hij deed, meer omdat 't zoo erg mistig was. Bij den duiker was bekl. ongeveer 10 meters voor, toen hij hulp hoorde roepen, daarna hoorde hij een plons in het water. Bekl. was oogenblikkelijk van de fiets. Hij lichtte onmiddellijk met zijnlan- taarn bij hij gooide zijn fiets neer, ging aan de steenen glooiing hangen met de voeten in het water, trok zijn vrouw boven het water en toen hij weer op den wal was, heeft hij haar door het water heen op den graswal getrokken en daar geheel op den wal gelegd op den rug. Bekl. is niet lang met zijn vrouw bezig ge- weesthij vermoedde al spoedig, dat het leven geweken was. Hij is gefietst naar de woning van den heer Schaap, heeft daar op spoedige hulp aangedrongen en is weer gefietst naar de plaats, waar de vrouw lag, de ter hulp gernepen menschen hebben het lijk verder op den wal getrokken, dezen verklaarden in de instructie dat het lijk veel verder in het water lag dan bekl. zeide. Terwijl de ter hulp geroepenen zich bezig hielden met het lijk, kep bekl. heen en weer. Het lijk is gebracht naar Schaap's woning, waar bekl. nog geruimen tijd bleef. Hij nam geen notitie van wat met het lijk ge- beurde. Bij de redding verklaart bekl. tot boven de knieen nat geworden te zijn, ook zijn rechter- arm is nat geworden. Het water droop hem niet meer uit de kleeren, doordat er wel een half uur verloopen was. Schaap en zijn vrouw hadden niets opgemerkt, dat beklaagde drijfnat was, zooals bekl. zeide geweest te zijn. Te 1 uur is bekl. per fiets naar Oosterzee vertrokken. Bekl. geeft thans toe, dat hij 's nachts ge fietst is naar de moeder van Lampke van Zanden. Hij verzocht haar om alles wat Lampke van hem had te vernietigen. Bekl. deed dat, om te voorkomen dat zijn vijanden daaruit munt zouden slaan. Dr. Peters werd als deskundige gehoord. De conclusie uit zijn rapport luidt 1°. dat als oorzaak van den dood mag worden aangenomen acute verstikking, af te leiden uit de bloedvervulling van het hoofd verdrinking in dien zin, dat water is geaspireerd, heeft niet plaats gehad 2°. dat kort voor den dood moeten zijn ont- staan de beleedigingen van den schedel, getuigen de versche verwondingen en striemen en bloe- dingen om de inplantingsplaatseu van de snij- tanden 3°. dat de dood aan geen andere oorzaak dan de acute verstikking mag worden toegeschreven, daar ziekelijke afwijkingen van beteekenis van de organen ontbreken en dat de beleedigingen aan het hoofd moeten zijn veroorzaakt door een stomp voorwerp. Dr. Peters lichtte deze conclusies nader toe. Dr. IJlkema, die de gewone lijkschouwing heeft gehouden, bevestigde de conclusies van Dr. Peters. Als deskundige a decharge werd gehoord Dr. Schoo, uit Amsterdam, die tot den dood door verdrinking concludeert, de verwondingen accidenteel noemt en geen sporen van gepleegde mishandeling aanwezig acht. Nog werd gehoord Ds. Bruins, van Idaard, die inlichtingen verstrekte omtrent de schorsing van bekl. in (1909) dien get. een leugenachtig persoon noemde. Rechter-commissaris Boschloo persisteerde bij het instructie-rapport en wees op de onwaar- schij nlij klieid van bekl.'s beweringen omtrent zijn pogingen tot redding van zijn vrouw. Het getuigenverhoor werd giateren voort- gezet. Na afloop hield de officier van justitie zijn requisitoir. Hij verklaarde dat dit kort zou zijn. Uit geen van de feiten, Woensdag en Donderdag gehoord, mag men een veroor- deelend vonnis vragen. Op haudelingen van bekl. is een bepaald systeeru opgebouwd, waarop dezerzijds het requisitoir tot vervolging is opgenomen. Spr. kan geen vrijheid viuden, als eerlijk man een veroordeelend vonnis te vragen. Het is niet verantwoordelijk voor het bevel tot verwijzing. Voor worging, het woord inge- voerd door het hof, is het spr. niet gelukt eenig bewijs te vinden. Spr. als rechter zou op deze gegevens niet kunnen veroordeelen. Hij vraagt vrijspraak, bij gebrek aan wettig bewijs en beklaagde's onmiddellijke invrqheidsstelling. Wel cousta- teert spr. dat bekl. van het begin tot het eind leugens heeft ten beste gegeven, niet alleen hier. Ook Dr. Bruins verklaarde dat, des mans heele leven, zijn predikant-zijn, hij zelf is een leugen. Spr. zegt, dat, als er een onderzoek werd ingesteld naar beklaagde's verantwoordelijkheid, wellicht zou blijken, dat hij niet verantwoor delijk is voor al wat hij zegt. Spr. wil verder niet uitweiden hij is overtuigd, dat bekl. niet zonder schuld is aan den dood van zijn vrouw. De officier vraagt ten slotte onmiddellijke invrijh'eidsstelling van beklaagde. De verdediger. mr. van Gigch, uit Amster dam, noemt het requisitoir merkwaardighet geeft in elk geval getuigenis van een eerlijk gemoed bij den ambtenaar van het 0. M. In zoover een woord van hulde aan den ambte naar, omdat hij onder deze omstandigheden vrijspraak vraagt. Verder gaat pleiter's be- wondering nietalles wat het 0. M. verder heeft gezegd, siert dezen ambtenaar niet. De rechtbank is niet de plaats om een moreele kastijding toe te dienende ambtenaar mag dien man niet brandmerken voor zijn geheele leven mag niet zeggen ik acht je schuldig. Dat had de oificier, voor de eer van de justitie, niet moeten getuigen in een openbare terecht- zitting. Twee mogelijkheden hij is de moor- denaar of hij is bet niet, maar de officier mag, vrijspraak vragende, niet tegelijkertijd zeggen gij zijt schuldig. Spr. betreurt, dat het hier is gezegd, omdat ook objectief hij nu op zich laadt de odieuse verdenking, omdat hij den terugtoeht dekt van de justitie. De heele opzet van deze zaak is geweest een voortdurende dwalingvan het eerste Oogenblik af heeft men geen objectief bewijs gehad van de schuld van beklaagde. Spr. maakt er de justitie geen grief van, dat ze deze zaak heeft ge'instrueerd, wel maakt hij er de justitie een verwijt van, dat ze reeds vooraf de schuld van bekl. als vaststaande be- schouwde. Het bewijs, dat de rechter-commis saris heel weinig gewicht hechtte aan de ver- klaringen van Ds. E., is, dat die rechter-com missaris de fiets, waarop mevrouw E. heeft gezeten en waarmede proeven ten nadeele van den beklaagde zijn genomen, niet in beslag heeft genomen. Alles wat bekl. aanvoerde is leugen, alles wat niet klopte met het systeempje van Dr. Peters is leugen, wat deskundigen, die hun sporen op gerechtelijk geneeskundig gebied reeds hebben verdiend, verklaren, heet leugen. Aan den moreelen moed van de rechtbank, om den man na de instructie van den officier van justitie als bekl. buiten vervolging te stellen, brengt pi. een dankbaar woord van hulde. Spr. critiseert de memorie van verzet van den officier van justitie, maar maakt er het hof geen grief van, dat zij de zaak naar de openbare terechtzitting heeft verwezen. Door verschillende omstandigheden is zooveel ruchtbaarheid aan de zaak gegeven, dat het hof verstandig heeft gedaan de zaak in het openbaar te doen be- handelen. Spr. meent echter ook nog, naast het woord van protest, een woord van verweer te moeten zeggen het huwelijk van Ds. E. was niet ge- lukkig. Het was gesloten uit ware sympathie, maar was het de schuld van den man, dat er twisten voorkwamen Men moet er zeer voor- zichtig mee zijn, om niet de schuld te werpen op een persoon waar twee twisten, hebben twee schuld. Bekl. heeft pleiter verzocht niets te zeggen ten nadeele van die ongelukkige vrouw. Dat wil pleiter ook niet, maar gememoreerd mag worden, dat zij geen gemakkelijk humeur en dat de interventie van de schoonmoeder geen gunstigen invloed had. En 't is soms eenigszins verdedigbaar, dat een man wel eens van den rechten weg afwijktmen keure dergelijke haudelingen af voorzoover men daar nog het recht toe heeft, maar men bedenkewie zonder zonde is, werpe den eersten steen op hem. Of des mans predikant-zijn een leugen is geweest, staat niet aan den officier, noch aan den ver dediger. Waarop steunt 't, dat de officier zich gerechtigd gevoelt te zeggen, dat Ds. E. in staat is, den moord op zijn vrouw te plegen Omdat hij zijn vrouw niet trouw was. Moet men hem daarom in staat achten haar, de moeder zijner kinderen, half dood te slaan en, te verdrinken Ik heb het recht, den officier te vragen, waar het brandmerk reeds jaren in ons land is afge- schaft, of hij op dezen man het brandmerk durft drukken Zoo wordt het recht een onrecht. Ik vraag, dat men hem vrijlate, omdat hij de daad niet heeft gepleegd. Niet uit ge brek aan bewijs. Spreker meent, dat de deskundigen Peters en IJlkema, achtenswaardige medici, niet gerechtigd zijn een gerechtelijk onderzoek en lijkopening te verrichten. Dr. Peters, die zijn opleiding genoot te Amsterdam, is niet de man, de patholoog-anatoom, die men voor dergelijk werk moet hebben. Het lijk moest naar Groningen zijn verzonden, naar het laboratorium der Hoogeschool, het lijk zou daar onderzocht en geprepareerd zijn zooals dit met alle justitie- lijken geschiedt. De menschen, die dat werk verrichten, hebben alles tot bun dienst, wat ze in den tegenwoordigen tijd tot hun dienst moeten hebben. Dat alles heeft men hier uit het oog verloren. Men moet nog bewonderen het werk, dat met de gebrekkige hulpmiddelen is verricht. Spr. zelf als leek voelde bij het ualezen van het rapport reeds, dat er zeer veel aan ontbrak. Spr. heeft zijn meening getoetst aan die van deskundigen, die door verschillende parketten als hun sub-arbiter zijn benoemd, mannen, die in de meeste gevallen aan de zijde van het officie staan en van wie dus niet verwacht, dat zij door dik en dun met de verdediging meegaan. De heeren Spronck en Schoo hebben hun collega's in hun rapport nog met glace-hand- schoenen aangepakt. Spr. heeft die collegiale zachtmoedigheid niet te betrachten. Hij betreurt het, dat op dergelijke zwakke en niet goed verdedigbare gronden geconcludeerd is tot wor ging en mishandeling van mevrouw E., en dat de heer Peters nog den moreelen moed had om, na hetgeen hij van de deskundigen had gehoord, zijn meening vol te houden. Die vrouw is geworden het slachtoffer van een on- geval, de beklaagde het slachtoffer van een rechterlijke dwaling. In zijn repliek blijft de off. volharden bij zijn meening en handbaaft zijn recht, zijn eigen opinie hier te zeggen. Hij wenscht in het ge- sprokene door den verdediger niet nader te tre- den. De verdediger vraagt hierop, dat de rechtbank ommiddellijk beslisse omtrent de vraag van den officier van justitie. De Rechtbank begeeft zich hierop in raadka- mer na een kwartier keert de rechtbank terug. De beklaagde, desgewenscht gevraagd, zegt niets meer te zeggen te hebben. De president doet hierop lezing van het vonnis, hetwelk beveelt onmiddellijke invrijheidssielling en de uitspraak bepaalt op Donderdag 13 dezer. De Officier van Justitie te 's Gravenhage heeft den burgemeester van Delft doen weten, dat de beschuldiging van den hoofd-inspecteur, dat de commissaris van politie zich aan min- toelaatbare handelingen zou hebben schuldig gemaakt, ongegrond is. Het gerechtelijk onder zoek deed geen enkele strafbare handeling van den commissaris kennen. New York, aldus de chef van de veilig- heidspolitie, Flynn, aldaar, is het meest bezocht door boeven van alle wereldsteden. Er bestaat beweert hij in New York een georganiseerde boevenbende, welke voor geen gruwelstuk terugdeinst, en die gemiddeld een moord per week pleegt. De lijken der slacht- offers worden gewoonlijk uit den weg geruimd door ze in een riool te stoppen of in eeD leege ton te duwen. De afschuwelijke bende heeft machtige beschermers onder de politici van beide groote partijen. Naar Flynn meent, hebben de schurken, die deze bende vormen, zelfs een formeel kerkhof, waar zij enkele van hun slachtoffers onder den grond stoppen. De verbluffende beweringen van den chef der New Yorksche veiligheidspolitie hebben natuur- lijk in hooge mate de aandacht getrokken en er zal vanwege het Congres te Washington een onderzoek worden ingesteld naar de juistheid van Flynn's uitlalingen. Aan het Russisch hulpcomite te Louden is een beschrijving gezonden van den treurigen toestand, waarin sommige districten in Rusland verkeeren vanwege den heerschenden hongers- nood. Zoo bezitten b.v. deboerenin deprovincie Saratow nog slechts enkele lompen om zich mede te kleeden, wanneer zij hunne hutten moeten verlaten. In het dorp Fedorowka zijn de kinderen bijna zoo bleek en zoo doorschijnend als was, en alle vragen, aan de vrouwen gesteld, beantwoorden zij met een bede om brood. Een klein meisje in het dorp Marinsk in de proviucie Tobolsk smeekte haar moeder onophoudelijk om brood en de ongelukkige moeder, die zelf sedert weken bijna geen voedsel had gezien werd plotse- ling bij den aanblik van haar uitgehougerd kind waar.zinnig, stortte zich op haar dochtertje en begon het als een wild dier met hare handen te verscheuren. In de steppen van Samara lijdt de bevolking aan scheurbuik. Een geneesheer, die de zieken hulp verleende, vond in een bijna geheel vervallen hut een stervende vrouw. Zij had geen enkele tand meer in haar mond en naast haar lagen 5 kleine kinderen. Uit het onderzoek bleek, dat twee kinderen aan typhus gestorven waren. De moeder zag er uit als een afgeleefde oude vrouw, ofschoon ze nog pas 28 jaar oud was. De nood moet in dit district ontzettend zijn en het verschrikkelijkste is, dat de boeren alle hoop op een verbetering van den toestand hebben opgegeven. Zij leggen zich naast elkaar op den grond neder en wachten aldus den dood af. In Hessen heeft de vereeniging tot ver- zorging van zuigelingen geld noodig. Dit hoopt men op een eigenaardige manier bijeen te krij- gen. Eji wel door middel van een lucbtpost. In alle brievenbussen in dit groothertogdom kan men nl. briefkaarten steken, die behalve het gewone port nog van een extrapostzegel zijn voorzien die 10 pfennig kost en met de woorden vVliegpost aan Rijn en Main" wordt gestempeld. In de groote st'eden van Hessen worden deze kaarten verzameld, waarna ze aan een touw aan boord van het luchtschip ,/Schwaben wor den geheschen, dat daarvoor in die plaatsen niet landt. Op dezelfde wijze worden kaarten afgegeven, die voor die steden bestemd zijn. Kaarten voor andere plaatsen bestemd, worden gewoon met treinen verder vervoerd. B E L G I E. Verkiezingsonlusten. De Ylaamsche Gazet vertelt de volgende bijzonderheden omtrent een brandstichting in de St. Jan en Nicolaas-kerk te Brussel In de Keuienstraat werd de achtergevel der kerk St. Jan en Nicolaas aangevallen, waarvan de voorgevel zich in de Brabantstraat bevindt. De jonge betoogers, alien kereltjes van 14, 15 en ten hoogste 18 jaar oud, drongen zich aan tegen de kerkdeur. Enkelen waren in pand 62, waar zich de rijtuigen van een verhuizer bevouden, gedrongen, namen er een zwaar stuk hout en beukten er de kerkdeur mede in. In de gang, door een dubbele slagdeur afge- sloten en uitkomende in den tempel, legden die kerels stroo en staken daar 't vuur aan. De vlammen sloegen reeds op en een paar bidstoelen waren er ingeworpen geworden, toen een 15tal politieagenten van de Liedtplaats toesnelden en de bende uiteendreven. Het vuur werd dra gebluscht. De middelerwijl verschenen overheid door- zocht de kerk tot op den zolder; de tempel was reeds vol rook. Deze poging tot brandstichting had weldra een groote samenscholing van volk gelokt. Kort nadien bevond het parkel zich ter plaatse en stelde vast, dat een gedeelte der deur in de kerk uitkomend en eenige stoelen waren ver- teerd door het vuur. De daders konden niet worden aangehouden. Om 11,30 uur, Dinsdagavond, begaf het parket zich van Schaerbeek naar Anderlecht waar dezelfde bende, welke zich weder had samengesteld, naar een anderen kant der voor- steden was getrokken, eu wel naar Cureg.- Anderlecht. In de d'Artoisstraat werden eenige ruiten van een klooster uitgeworpen. Van daar was de bende naar den steenweg op Bergen gegaan en wierp ruiten van de kerk van Cureghem in, in de Donnystraat. De jonge baldadigen wisten daar een zijdeur open te breken, stormden de tempel binnen en keerden met enkele wierookvaten terug, waar mede zij in enkele huizen ruiten insloegen. Vervolgens poogden zij er eveneens brand te stichten. Toen burgerwacht eu politie toesnelden stoven de jonge ouruststokers uiteen, terwijl het vuur werd uitgedoofd. Enkel gewijde voorwerpen werden in de kerk vernield. 1 ot drie aanhou- dingen werd overgegaan. Terwijl dit gebeurde, waren vele gasiantaarns uitgedoofd. Wat verder was de bende, hoewel verminderd, weder bijeen en tracbtte in de Huidevettersstraat baldadigheden aau een kerkje te plegen, doch de Brusselsche politie, welke er zich bevond, trok de sabel en dreef de woestelingen uiteen. N'iettegenstaande het verbod van den burge- meester, trokken Woensdag 300 betoogers door verschillende straten, waar zij de bestuurders van voertuigen het verder rijden beletten. De politie maakte een charge met de blauke sabel, wondde eenige betoogers en arresteerde er enkele. De manifestanten werden uiteengedreven, maar schoolden opnieuw hier en daar bijeen. De politie maakte toen nogmaals een charge op een dier troepen, waardoor wederom eenigen gewond werden. De gendarmerie te paard, die daarna kwam opdagen, werd met gefluit ontvangen. Tegen en gedurende den avond keerde de rust in de stad terug. De paleiswacht is voor alle zekerheid verdubbeld. In het klooster der Artoisstraat werd door de bende jongelingen Dinsdagavond een paneel der kerkdeur ingetrapt. Men zegt dat de brooders besloten hebben zich te zullen verdedigen, zoo hun klooster nogmaals wordt aangevallen. De in het centrum van Luik aangerichte ver- woesting levert een bedroevenden aanblik. Sedert Dinsdagavond 7 uur is de wijk rond de Groen- plaats in staat van beleg verklaard. Een werkman is komen verklaren dat hij twee welgekleede heeren ontmoet heeft die hem, een geladen revolver hebben aangeboden. Die heeren waarvan een met vreemde tongval sprak, hadden een twint.igtal revolvers bij zich die zij hebben uitgedeeld. Er zyn in de nacht van Dinsdag op Woensdag in Luik niet minder dan 21 personen aange houden in het bezit van revolvers of dolken. De staking in het industriegebied breidt zich uit. In Oharleroi hebben zich ook de glas- werkers bij de beweging aangesloten onder de mijnwerkers van La Louviere en Bergen beerschte groote opwinding en vooral in 't district Luik gist het sterk onder de mijnwerkers, terwijl de metaalbewerkers weinig neiging tot meedoen aan den dag leggen. De algemeene raad der socialistische party besloot, na een rumoerige vergadering, een oproep te publiceeren aan het volk, om het tot kalmte aan te manen. V oorts is daarin de mede- deeling opgenomen, dat het Congres tegen 30 Juni is opgeroepen om over een ontwerp-wet

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1912 | | pagina 6