Tsr Hsuzsnschs Courant
Binnenland.
No. 5763.
Donderdag 16 Mei 1912.
TWBBDB blad.
Gemengde berichten.
Van
tweede kamer.
Vergadering van Dinsdag.
Amendement.
De commissie van rapporteurs stelt voor,
aan art. 11 als 3e lid toe te voegen
,/Het bepaalde in de artikelen 12, 12bis, Id
en 14 is niet van toepassing ten aanzien van
een bakkersgezel, die, waar het hoofd dei
onderneming een vrouw is, in haar plaats den
arbeid in de broodbakkerij leidt, of die by ziekte
van het hoofd of den bestuurder dezen vervangt
indien zijn naam schriftelijk is medegedeeld
aan het distrietshoofd der arbeidsinspectie.
De behandeling der wet wordt voortgezet,
doch voorloopig bij art 11, omdat de Minister
een wijziging heeft ingediend op art. 6 en vol-
gendeontht ffing in speciale gevallen van het
verbod van nachtarbeid voor alleenwerkende
patroons) welke wijziging inmiddels gedrukt en
rondgedeeld zal worden.
Art. 11 nu bepaalt, dat voor de toepassing
van de artikelen betreffende den arbeidsduur
van den bakkersgezel, werkzaamheden van den
bakkersgezel, bestaande in het rondbrengen van
brood, steeds geacht worden te zijn verrieht in
de onderneming van het hoofd of den bestuuider
door of namens wien hem het brood is over-
gedragen.
Op dat artikel is het in den aanvang van dit
verslag vermelde amendement voorgesteld.
Na eenig debat tusschen de heeren Elhorst
Schaper en den Minister, wordt dit amedement
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Daarop komt aan de orde art. 12 regelende
den arbeidsduur van den bakkersgezel.
Het Regeeringsontwerp wil deze aldus ge-
regeld zien, dat 5f tusschen begin en einde der
werkzaamheden niet meer dan 12 uren liggen
of anders zijn arbeidsdag in tweten wordt ver-
deeld door een onafgebroken rusttijd van zoo
langen duur, dat de tijd voor en na dien rust
tijd te-zamen niet meer dan 11 uren bedraagt.
Voorts mogen de bovenstaande tijden van 12
en 11 uren 16 uren zijn a. op de dagen
waarop in de broodbakkerij in den nacht bakkers-
arbeid mag worden verriehtb. op de dagen
waarop in de broodbakkerij nachtarbeid mag
worden verrieht van 3 uur 's nachts afc. op
de dagen waarop in de broodbakkerij nacht
arbeid wordt verrieht ten-hoogste drie nachten
in een kalenderjaar, doch in elken nacht niet
meer dan 3 uren d. op vijftien andere dagen
in het jaar.
Eindelijk bepaalt het Regeeringsartikel dat
als onafgebroken rusttijd niet mag gelden de
tijd, dien de arbeider rnoet doorbrengen in de
inrichting waarin de broodbakkerij is gevestigd.
Op dit Regeeringsartikel verdedigt de heer
Schaper eenige amendementen, strekkende tot
invoering van den maximalen lOurigen arbeids
duur op gewone dagen, en van den 15urigen
op Zaterdag, met bepaling tevens dat de werk
zaamheden op een dag zoodanig moeten geregeld
zijn, dat tusschen begin en einde van de werk
zaamheden niet meer dan 12 uren liggen.
Het Regeeringsartikel toch laat, volgens
spreker, ruimte om den arbeidsdag van den
gezel in tweeen te verdeelen, en spreker vreest
daarvan het gevolg dat de bakkersgezel in het
midden van den dag geruimen tijd vrij zou zijn,
echter ten koste van voldoende nachtrust.
De overige amendementen beoogen om den
gezel voldoende rusttijden te verzekeren.
De Minister van Landbouw bestrijdt het
stelsel-Schaper als te ver gaande en het bedrijf
te zeer bindende, vooral omdat Schaper den
lOurigen arbeidsduur wil doen vallen tusschen
een tijdruimte van 12 uren tusschen het begin
en het einde der werkzaamheden.
Wat de heer Schaper beoogt met den Zater
dag komt neer op een 13urigen arbeidsduur,
want hij vraagt een 15urigen arbeidsdag, en
daarvan moeten nog eenige uren rust af. En
dit niettegenstaande de eischen van den heer
Schaper in 1910 niet zoo ver gingen als toen,
want toen stelde hij zich tevreden met een 15
urigen arbeidsduur.
De Minister handhaaft dus zijn eigen stelsel
dat gematigd is en het bedrijf in de gelegenheid
stelt zich aan te passen aan den nieuwen
toestand.
Na repliek trekt de heer Schaper een zijner
amendementen in, nadat de Minister met nadruk
verzekerd heeft, dat de rusttijden in de wet
voldoende waren verzekerd.
Hierop wordt gestemd ever de amendementen-
Schaper.
Dat betreffende den lOurigen arbeidsduur
in een 12 urigen arbeidsdag wordt verworpen
met 48 tegen 15 stemmen.
Dat betreffende den 15urigen arbeidsduur
op Zaterdag wordt verworpen met 49 tegen 16
stemmen.
Het derde amendement (onderbreking van den
arbeidsdag door een of twee rusttijden van ge-
zamenlijk twee uren) wordt verworpen met 48
tegen 17 stemmen.
Artikel 12 wordt hierop zonder hoofdelijke
stemming aangenomen, evenals verschillende
andere artikelen.
Hierna wordt weer teruggegaan naar art. 6.
De wijziging, welke de Regeering daaraan heeft
aangebracht, komt hierop neer dat de dispen-
satie van het verbod van nachtarbeid voor
alleen werkende patroons, indien zulks kan ge-
schieden zonder bezwaar voor anderer belangen,
verleend kan worden alleen door den Burge-
meester en den Commissaris der Koningin of
den Minister, en welvoor de eerste maal voor
niet langer dan een jaar, voor de volgende
malen voor niet langer dan drie jaren, doch
in ieder geval kan worden ingetrokken, indien
blijkt dat het hoofd of de bestuurder van het
bedrijf in den regel met hulp van een of meer
anderen bakkersarbeid verrieht. Beroep op den
Minister blijft open van de beslissingen van
den Burgemeester of den Commissaris der Ko-
ningin.
De heer Schaper, hoewel erkennende dat de
aangebrachte wijziging het artikel verbeterd heeft
handhaaft zijn principieele bezwaren.
De heer Limburg geeft den Minister nog
een wijziging van redactioneelen aard in over-
weging.
De heer Borgesius erkent ook dat in de door
den Minister aangebrachte wijzigingen iets goeds
is gelegen, maar betoogt dat zijn hoofdbezwaar
tegen het artikel is geble7en.
Spreker acht het verkeerd dat een burgemeester
vergunningen kan verleenen of weigeren.
Ook heeft hij er bedenkingen tegen. dat het
artikel de arbitraire macht van den Minister,
waartegen gister zulk een felle oppositie wa3
gericht, intact laat. I turners de Minister zal
in hoogste ressort beslissen.
De heer De Savornin Lohmau betoogt dat
onze nationale welvaart te gronde zal gaan, als
een Minister moet beslissen of al dan niet de
concurrence geschaad zal worden door een ont-
heffing van het verbod van nachtarbeid. Maar
loch zal spreker voor het artikel stemmen,
omdat de Minister, die een studie van de zaak
heeft gemaakt, dezen maatregej nu eenmaal
noodig acht, en spreker er niet toe wil mede-
werken om een wet slechter te maken dan zij
al is. Maar wel zal artikel 6 nu voor spreker
een reden te meer zijn om tegen de geheele
wet te stemmen.
De heer Bos wil niet medewerken tot een
maatregel, waardoor de broodnijd, die in het
bakkersbedrijf toch al zeer groot is, nog sterker
zal worden.
De Minister verdedigt nader de regeling en
zet uiteen dat men wezenlijk geen fatale in-
vloeden heeft te vreezen bij de te netnen be
slissingen over ontheffingen. Overigens strekt
deze bepaling der wet zich slechts uit over een
kleinen kring.
Na nog eenig debat komt het gewijzigde
art. 6 in stemming en wordt aangenomen.
Staande de vergadering wordt nu ingediend
een amendement van de heeren Thomson, Ver-
hey, Eland, Dolk, De Jongh, De Jong(Hoorn),
Van Doom, Roessingh, Jannink en Goeman
Borgesius alien Unieliberalen om in te voegen
een artikel ter beoogende toe te staan, dat
nachtarbeid mag worden verrieht in een onder
neming, waariu dezelfde arbeider nooit langer
dan tenhoogste zes nachten in drie weken des
nachts en per etmaal nooit langer dan 8 uren
bakkersarbeid verrieht.
De heer Snoeck Henckemans acht het thans
door de heeren Thomson c. s. voorgestelde een
zoo groot voorrecht voor de allergrootste
bakkerijen, dat zijn zij, die een zuiver drie-
ploegenstelsel van acht uren in het leven kunnen
roepen, dat spreker daartoe niet wenscht mee
te werken. Wel wil spreker een drie-ploegen-
stelsel, dat ook door kleioe bakkerijen kan
worden benut, en daarom stelt hi) op het zoo-
even ingediende amendement een sub-amende
ment voor, dat beoogt, dat nachtarbeid wordt
toegestaan in een onderneming, waarin dezelfde
arbeider per etmaal nooit langer dan 9 uren
bakkersarbeid verrieht, en bovendien, hetzij in
den nacht, nooit langer werkt dan 2 uur, hetzij
noo'it meer dan 6 nachten in drie op elkaar
volgende weken nachtarbeid verrieht.
De heer Schaper betoogt dat er reden is het
amendement-Thomson aan te nemen, nu toch,
door aanneming van het desbetreffende atnen-
dement-de Geer, de nachtarbeid voordegemengde
bedrijven is toegestaan.
Minister Talma verklaart, onder verwijzing
naar zijn vroeger standpunt, eoowel het amende
ment-Thomson, als het sub-amendement-Snoeck
Henkemans onaannemelijk.
De heer Thomson begrijpt dat niet van den
Minister. Spreker toch begeert deze Bakkers
wet, omdat zij een einde zal maken aan het
slavenleven in het bakkersbedrijf. Spreker wil
gaan zoo ver als hij eenigszins kan, maar dan
moet de Minister hem ook de hand reiken.
De heer Borgesius wijst op de verantwoor-
delijkheid welke de Minister op zich laadt door
dit amendement onaannemelijk te verklaren.
De Minister betoogt hier tegenover dat bij
overtuigd is dat geen enkele bakker in Neder-
land de verantwoordelijkheid van het zoo even
ingediende amendement zou willen dragen. De
Minister heeft bij de samenstelling van deze
Bakkerswet nock naar rechts, noch naar links
gezien, maar onpartijdig zijn best gedaan in
het belang van de geheele bakkerswereld, en
kwam daarom op tegen verwijten als de heeren
Thomson en Borgesius tot hem richtten.
De heer Duynstee verklaart zich tegen de
motie-Tbomson omdat zij een terugkomen be-
teekent op een vroeger genomen beslissing.
De heer Schaper verklaart nader dat hij tegen
het amendement zal stemmen, nu de Minister
het onaannemelijk heeft verklaard.
Spreker wil de wet, die een stuk sociale wet-
geving is, dus niet in gevaar brengen. Aan
de arbeidersbelangen is spreker trouw tot aan
de coalitie toe 1 (Gelach.)
Hierop wordt het sub-amendemeut-Snoeck-
Henkemans verworpen met 45 tegen 34 stemmen,
en het amendement-Thomson c.s. verworpen
met 52 tegen 28 stemmen.
Teruggegaan wordt naar art. 36, bepalende
dat de wet in werking treedt op een nader te
bepalen dag, doch niet binnen 6 maanden na
haar afkondiging.
De heer Borgesius bepleit een langeren ter-
mijn om het bedrijf gelegenheid te geven zich
beter aan te passen aan den nieuwen toestand.
De Minister wijzigt den termijn in een jaar.
Het artikel wordt hierop zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
De Bakkerswet is hiermee afgehandeld.
De eindsteraming wordt bepaald op een later
tijdstip na Pinksteren.
Hierop komt in behandeling de interpellate
van den heer Treub, totde Ministers van Water-
staat en van Financien, naar aanleiding van
de conclusie van het financieel gedeelte van het
het onderzoek der Staatscommissie, ingesteld bij
Kon. besluit van 8 September 1908, dat de Staat
op het spoorwegkapitaal in 1909 ruim 6 mil-
lioen heeft ingeteerd en van 1891 tot 1909
bijna 45 millioen.
Spreker begint met te kritiseeren de een-
zijdige samenstelling van de Staatscommissie,
waaruit ten duidelijkste blijkt dat de Regeering
geen onpartijdig onderzoek naar de spoorweg-
overeenkomsten wenschte.
Spreker betoogt vervolgens dat de spoorwegen
trachten het te kort aan afschrijvingen dat
buiten die contracten om, reeds 15 millioen
bedroeg, hebben opgevoerd tot 45 millioen.
Op deze wijze kan men niet langer bij de pakken
neerzitten. Daarom richt spreker deze vragen
tot de Regeering of zij zich kan vereenigen
met de rentabiliteitsrekening van de spoorwegen
in haar geheel beschouwd, en zoo neen, welke
veranderingen zij meent dat er moeten worden
aangebracht.
Een vrij ernstig spoorwegongeluk, dat
gelukkig nog betrekkelijk goed is afgeloopen,
heeft Zaterdagavond plaats gehad te Maastricht.
Trein 376, komende van Vise, is nl. met
groote vaart op een gereed staanden rangeerenden
trein geloopen, tengevolge waarvan de machine
van trein 376 geheel ontredderd werd. Dehoofd-
conducteur H. W. Eldermans en de conducteur
H. Visser, die zich bevonden in den bagage-
wagen achter de machine, moesten uitgezaagd
worden, aangezien de wagen geheel in elkaar
was gedrukt door den daaropvolgenden 3e klas
wagen. Beiden kwamen met den schrik vrij.
Vier reizigers werden licht gewond. De mate-
rieele schade is aauzienlijk.
Men vermoedt, dat het ongeluk is te wijten
aan het niet voldoende aanslaan van de YVes-
tinghouserem.
Onlangs is ook door ons overgenomen een
bericht uit de N. Arnh. Ct. onder den titel
„Waar hulp," waarin gemeld werd dat een
17jarige R. K. meisje, dat moeder was geworden,
nergens onderdak kon vinden.
Fen later bericht rneldde, dat het meisje was
opgenomen in een stichting van het #Leger des
Heils" te 's-Gravenhage.
De Tijd schrijft naar aanleiding van dit be
richt i
Natuurlijk is dit stukje door tal van couranten
overgenomen en circuleert het zelfs in de bui-
tenlandsche bladen. Het was zoo'n schoone
gelegenheid om eens te doen uitkomen, hoe
hardvochtig hier de christelijke liefdadigheid is
en vooral het R. K. Armbestuur te Arnhem
werd er door gebrandmerkt. Toch is van dit
alles eenvoudig niets waar.
Indien het ongelukkige meisje zich had ver-
voegd bij het R. K. Armbestuur of indien men
voor haar bij deze instelling had aangeklopt,
dan zou zij niet verstooten zijn geworden. De
Nieuwe Arnh. Crt. had kunnen weten, dat aan
het R. K. Armbestuur geheel niet gevraagd
was om hulp. Zoodra dit bekend werd met
het bestaande gebrek heeft het erin voorzien.
Maar om nu de maat van het lasterwerk vol
te meten vertelt Het Nieuws van den Dag
weer, dat het Leger des Heils moeder en kind
opgenomen heett in de Anna-stichting in Den
Haag.
Prachtig gevonden maar weer geheel be-
zijden de waarheid. Want het Leger des Heils
heeft geen Anna-stichting in den Haag. Moeder
en kind zijn nl., zoodra het R. K. Armbestuur
de zaak uit de couranten vernam, overgebracht
naar de R. K. St. Anna-stichting te 's-Graven-
hage.
Er valt hier moeilijk te denken aan goede
trouw bij de verspreiders der leugenachtige be-
richten.
De hagelbuien, die met het Zondagavond
boven verschillende plaatsen des lands losge-
barsten onweer gepaard gingen, hebben daar,
naar men meldt, veel schade toegebracht aan
de in bloei staande vruchtboomen.
In den Bommelerwaard zijn bij sommige
tuinders de broeiramen vernield.
Ook in de bloemisterijen en warmoezierde-
rijen te Dordrecht en te Zwijndrecbt bleef van
broeiramen die niet gedekt waren geen ruit
heel. Sommige kweekers lijden duizenden
guldens schade. Ook daar hebben de ooft-
boomen, die zooveel beloofden, het grootste
deel van hun pas gezette vruchten verloren,
terwijl de jonge groenten veel geleden hebben.
De chauffeur Br., uit Nijmegen, die het
vorige jaar den sigarenhandelaar K., uitNijmegen,
uit den Zwanentoren te Kleef hielp ontsnappen,
is eergisteren te Wijler aangehouden.
Te Reeuwijk zijn Zaterdag de lijkjes op-
gevischt van het 4jarige zoontje van T. van
Eschoten en het 2'/2jarig dochtertje van C. Stof-
bergen aldaar. Beide kinderen waren in de on-
middellijke nabijheid van hun woning te water
geraakt en verdronken.
Catacomben te Valkenburg.
Men meldt, dat op 2 Juli te Valkenburg (L
de officieele opening plaats zal hebben van de
dit jaar tot stand gekomen reproducties van de
Romeinsche catacomben. Baron Kanzler, se-
cretaris der commissie voor christelijke archeo-
logie te Rome, zal de openingsrede houden.
Het Rotspark vormt een der aantrekkelijk-
heden van Valkenburg en de eigenaars, de
heeren Diepen, hebben de belangrijkheid ervaa
nog verhoogd door in de zandsteengroeven in
den berg, die het Rotspark heet, de belang-
lijkste gedeelteu van de Romeinsche catacomben
te reproduceeren. Zoo bestaan reeds een deel
der catacombe van Oalistus met de grafkapel
van St. Cecilia en die der Pausen de catacombe
van Priscilla met de capella graeca, en het bap-
tisterium uit de catacombe van Pontianus. Dit
jaar komen er bij gedeelten uit de catacomben
van Pretextatus, van Domitilla, van Majus enz.
Het is baron Kanzler gelukt een reconstruc-
tie-teekening te vervaardigen van het door Paus
Damasus prachtig versierde graf der heiligen
Felicissimus en Agapitus, later door de Gothen
verwoest, welke teekening in Valkenburg in
steeD wordt weergegeven. Als een merkwaar-
digheid vermelden wij nog, dat een aantal Hol-
landsche pelgrims, die einde 16e en begin 17e
eeuw de catacomben te Rome bezochten en
daarvan in hun dagboeken, die voor een ge
deelte bekend zijn, melding maakten (het dag-
boek van zekeren Buchell is in het bezit der
Universiteitsbibliotheek te Utrecht), hun namen
gegrift hebben in de wanden, welke namen bij
de ontdekking der belangrijkste catacomben in
het midden der vorige eeuw weer terug gevonden
zijn. Zoo leest men er de namen van Henricus
Corvinus, apotheker te Delft (1593), Gerriet
Willemsen uit Amsterdam, genoemden Buchell
(1588) en vele anderen. Deze inschriften zijn
gecalqueerd en ook in de wanden der Valken-
burgsche catacomben overgebracht.
ZEETIJDIIVG EN.
Van 13 tot en met 14 Mei.
c
1
Van 13 tot en met 14 Mei werden door de
Oostsluizen alhier 54 binnenvaartuigen op- en
41 afgescbutdoor de Westsl. 14 op- en 3
afgeschut.
Positie der Stoomschepen.
ft
a
5
VLAG.
NAAM.
Ms
Van in naar
Van Ter %'enzeu
13
Eng. s.s.
River Thames
2242
London
idem
Copsewood
1696
Middlesbr.
idem
Pearl
1736
Gooie
Voor
Kent i
15
Eng. s.i.
Egret
3945
Glasgow
idem
Calder
2004
Goole
idem
Pandion
3619
Liverpool
RhsS. 8.8.
Gen. Skobelow
5647
Riga
idem
Graf Schuwalow
4995
idem
Eng. s.s.
Braeside
1151
Dundee
14
Deen. s.s.
Fjen
3936
Windau
Zweed. s.s
Roxane
1004
Lysekil
Aoor. s.s.
Munter
2215
Arendal
Duitsch 8.6
Anhalt
4158
Gefle
Belg. s.s.
Ibis V
555
Ostende
Van
(rent i
13
Ned Zeetj. Noordkaap
468
Duisburg
14
Eng. s.s.
Calder
2004
Goole
stukg.
ledig
idem
stukg.
idem
idem
gemengd
idem
aardapp.
vlas
steenen
papicrpap
hout
ledig
ledig
idem
s.8. HARALD vertrok 4 dezer van Methil naar Genua.
s.3. JENNY in lossing te Kroonstad.
8.8. RICHARD van New-Castle on Tyne naar Genua
passeerde 12 dezer Gibraltar,
s.s. ELISABETH veitrebt heden van Sfax naar Gent,
s.s. HELENA in lading te St. Petersburg voor Rotterdam,
s.s. MAGDALEN A in lossing te Savona.