Ter Heuzensche Courant Landbouwberichten. Gemengde berichten, Dinsdag 14 Mei 1912. No. 0762. TWBBDB BXjA-13. Tentoonstelling te Bergen op Zoom. Het mond' en klauwzeer in Nederland, ll- geven, wier vee is afgemaakt) en stelt tevens fn staat, dit aantal te vergelijken met het geheele aantal vee- en rundveehouders. In verband met de voorbereiding van de excursie naar Zuid-Zweden heeft de Secretaris der K. N. L. eeu reis daarheen gemaakt. Daarbij is gebleken, dat de Landbouwvereeniging te Maimo, secretaris de heer G. Leufven en ver- schillende inrichtingen en landbouwbedrijven het reisgezelschap op bijzonder voorkomende wijze zullen ontvangen. Algemeen bleek daar echter de vrees te bestaan, dat door ons gezelschap de smetstof van mond- en klauwzeer zou kunnen worden overgebracht. Na ampele bespreking werd vastgesteld, dat de K. NL. iederen vee- houder, wiens vee aan mond- en klauwzeer lijdende is of geweest is sedert korten tijd en iederen veehouder, afkomstig uit een streek, waar bet mond- en klauwzeer in hevige mate heerschende is, van deelneming aan de excursie zal uitsluiten. Het Dagelijkseh Bestuur der K. N. L. besloot in zijue vergadering van 10 Mei 1912 aan deze bepaling streng de hand te houden, ook tegenover personen, waarvan het tijdens de reis mocht blijken, dat zij in strijd met deze bepaling zijn medegegaan. Voorts werd in genoemde vergadering van het Dagelijkseh Bestuur der K. N. L. de lijst van deeTneemsters en deelnemers onherroepelijk gesloten. In de vergadering van het Hoofdcomite der op 24 Augustus tot 8 September a. s. te houden Tentoonstelling van Landbouw, Tuinbouw en Nijverheid is het navolgende programma voor- loopig vastgesteld. Zaterdag 24 Augustus opening der Tentoon stelling benevens tentoonstelling van Pluimvee, welke tot 27 Augustus duurt. 28 Augustus Paardententoonstelling voor koudbloed paarden in de Prov. Noord-brabant en Zeelandgestation- neerd. 29 Augustus tentoonstelling van be- kroonde paarden. 20 Augustus groot militair sportfeest. 31 Augustus Concours-Hippique en Bloemencorso voor automobielen en rijtuigeu. 1 September groot internationaal Festival voor Harmonie- en Fanfarenkorpsen benevens Zang- vereenigingen. 31 Aug. tot en met 2 September Nationate Groenten- en Fruittentoostelling, 4 en 5 Sept. Veetentoonstelling. 6—8 Sept. Honden tentoonstelling en Politiehondenwedstrijd. 8 Sept. Internationale Voetbalmatch en sluiting. De tentoonstelling wordt gehouden op bet bekende exercitieterrein wPlein 13" groot ruim 80,000 M2, hetwelk in een prachtige tuin wordt herschapen. Het bestuur bestaat uit de heeren E. Laane, voorzitter, G. Kok, ondervoorzitter, Dr. Leo de Leeuw, penningmeester, J. Asselbergs Pz., W. Asselbergs Chz., S. R. v. Frank, Joh. Goos- sens, Alex. Nerincx, J. A. Snijder, Halsteren, A. Stam, J. Swagemakers, Tilburg, L. Testers, Halsteren en H. P. M. Verlinden, algemeen secretaris. De tentoonstelling zal worden opgeluisterd door tal van vermakeljjkheden, o.a. een kermesse d'ete, concerten enz. zoodat de dagen van 24 Augustus tot en met 8 September voor deze gemeente ongekend druk beloven te worden. De programma's van landbouw, tuinbouw en nijverheid tot deelname aan deze tentoonstelling, waaraan voor ruim 5000 gulden aan premies zijn uitgelootd, zijn te bekomen bij den alge- meenen secretaris. in 1911. Als n°. 1 van de verslagen en mededeelingen van de directie van den Landbouw in 1912 is verschenen het rapport over het mond- en klauw zeer in Nederland in 1911. Het rapport bestaat, behalve uit eene korte Inleiding uit zes hootdstukken. In de twee eerste wordt in bijzonderheden nagegaan, hoe het mond- en klauwzeer zich in 1911 over ons land verbreidde. Terwijl in de jaren 1909 en 1910 slechts enkele gevallen van mond- en klauwzeer hier te lande voorkwamen, heeft 1911 zich gekenmerkt door eene invasie, waaraan geene provincie is ontsnapt. Onge- twijfeld uit Duitschland ingevoerd, heeft echter de verbreiding niet van Oost Daar West, maar in tegengestelde richting plaats gevonden. Een blik op een tiental aan het rapport toegevoegde kaarten, waarop voor den lsten van iedere maand van 1 April1 Januari de stand der ziekte is aangegeven, leert, dat het mond- en klauwzeer zich van het oogenblik af, dat het in Noord-Holland en Utrecht vasten voet begon te krijgen, in korten tijd over alle pro- vincies heeft verbreid". Het onderstaande staatje geeft een overzicht van het aantal veehouders in iedere provincie, onder wier vee mond- en klauwzeer voorkwam (waarbij de vetgedrukte cijfers het aantal aan- ■3 I ill ■g iA i 3 J eoaosocft'osoeoosOrJH; o Uit dit staatje blijkt evenals uit de kaarten, dat de ziekte het ergst heeft gewoed in de veerijkste provincien Noord- en Zuidholland en Friesland. Het is uit den aard der zaak moeilijk eene berekening te mak^n betreffende de door de ziekte aangerichte schade, te meer, daar zij gepaard ging met eene door de droogte veroor- zaakte buiteugewone voederschaarschte, welk eene geuezing der aangetaste dieren zeer ver- traagde en voorts in het algemeen de melkgift sterk verminderde. Dit mag echter wel worden aangenomen, dat de ziekte eene schade van millioenen guldens met zich bracht. Over het algemeen kenmerkte zich de invasie van 1911 door een groot aantal sterf'gevallen. Voor zoover zij ter kennis van de districts- veeartsen kwamen, bedroegen deze 4786 koeien, 6200 kalveren, 6450 varkens en 312 schapen en geiten. Bovendien werden afgemaakt 2568 stuks rund- vee, 1839 varkens, 526 schapen en 45 geiten. In het derde hoofdstuk worden aard en wezen van het mond- en klauwzeer besproken. Ofschoon de ziekte zich als eene zeer besmettelijke heeft doen kennen, zoo is de smetstof toch nog niet voldoende bekend. Terwijl men vroeger in ver band met de groote besmettelijkheid overhelde tot de meening, dat de smetstof vluchtig zou zijn, is uit nadere onderzoekingen gebleken, dat men te doen heeft met eene filtreerbare smetstof. A1 kent men de eigenschappen van deze smet stof niet zoo grondig als het geval is met die van andere ziekten en al kan men haar b.v. niet kweeken, zoo weet men er toch wel het een en ander van, o. a. dat zij voorkomt in het vocht der bij de ziekte optredende blaren. Ten aanzien van het besmettend vermogen van den blaarinhoud is afdoende vastgesteld, dat 1/5000 van een gram voldoende is om bij runderen de ziekte te doen verschijnen. Voorts wordt aangenomen, dat de smetstof door uitdrogen en door de inwerking van hooge temperatuur vrij spoedig haar besmettend ver mogen verliest. In het vierde hoofdstuk bespreekt Dr. Rem- melts de ter bestrijding der ziekte genomen maatregelen. Aan pogingen tot beteugeling van de ziekte heeft het in het afgeloopen jaar niet ontbroken. Krachtiger dan ooit te voren is tegen hare voortschrijding te velde getrokken, tonnen- gouds heeft de regeering voor de be striding besteed en eene volharding in de toepassing der maatregelen is in sommige streken van ons land ten toon gespreid, zooals nooit te voren. Als men echter, zegt de schrijver het resultaat ziet van al dat.streven, mag men zich afvragen, of de nu opgedane ervaring heeft geleerd, dat elke strijd tegen de ziekte moet worden opgegeven, dan wel of door volmaking der bestrijdingsmiddelen voor de toekomst een beter resultaat te verwachten zoude zijn. Een factor, meent hij, is niet voldoende tot uiting gekomen, dat is de medewerking van de veehouders. Deze liet veel te wenschen over en toch is niemand beter in staat verspreiding van smetstof te voorkomen dan hij, die de ziekte in den stal heeft. ®Het hangt echter van zi]ne persoonlijke belangstelling voor het welzijn van zijne buren af of hij zich de moeite wil getroosten alles te doen om te trachten de ziekte te beperken. Dat hierop niet altijd te rekenen valt heeft de ervaring voldoende geleerd. Ook waar men aanvankelijk van goeden wilis, gaat de moed er toch zoo spoedig uit. Wan neer de ziekte in zijne omgeving optreedt en wanneer hij dan door de maatregelen eenige belemmering in zijn bedrijf ondervindt, is de boer spoedig de meening toegedaan, dat er toch niets aan te doen is. Is het zoover gekomen dan ontaardt die medewerking niet zelden in tegenwerking, welke door de genomen maat- ;eleu heet bevordert te zijn. in hoeverre dit het geval is wordt bij de behandeling der verschillende maatregelen nader onder de oogen gezien. Inzouderheid wordt daarbij uitvoerig stil gestaan bij het afmaken van ziek en verdacht vee (in het geheel werd betaald door het Rijk voor wegens mond- en klauwzeer onteigend vee 503265, Hierbij komen f 65798,wegens kosten van schatting, vervoer, slachten enz., terwijl het vleesch opbracht 207956,bij let insluiten van hoeven zonder afmaken van vee, bij het beperken der veebeweging door let vormen van kringen bij het verbod tot het houden van markten, tentoonstellingen enz. Het vijfde hoofdstuk bevat een overzicht van letgeen in Belgie, Duitschland, Frankrijk, Jenemarken, Zweden, Engeland ende Vereenigde Staten van Amerika ter zake van de bestrijding van het mond- en klauwzeer wordt gedaan. n verband hiermede zij medegedeeld, dat de heer iemmelts in September 1911 in opdracht van den Minister van Landbouw, Nijverheid en iandel eene reis maakte naar Duitschland, Oenemarken en Engeland ten einde zich met de in die landen gevolgde bestrijdingsmethode op de hoogte te stellen. Ten slotte wordt in let zesde hoofdstuk de vraag besproken, welke gedragslijn in de toekomst moet worden gevolgd. In de eerste plaats bespreekt schrijver de vraag of men bet nemen van maatregelen achterwege moet iaten en den veestapel moet aten doorzieken. Velen raden dit aan, aldus edeneerende: ffals nu alle dieren de ziekte lebben gehad, heeft de smetstof geen voedsel meer om voort te kunnen woekeren en het lijden is geleden". Dit is, zegt Dr. R. zeer juist gedacht, wanneer het enkele stallen betreft ook mogelijk nog voor eene kleine streek, maar voor het geheele land bedriegt men zich. Men raakt op die wijze de ziekte nooit kwijt, zoo als schrijver aan de hand van de in de jaren 1892 tot 1912 opgedane ervaring aantoont. Sommigen verwachten alle heil van een serum of eene entstof, die de wetenschap ons in de toekomst zal brengen. Nu is er over de te verwachten resultaten van een serum nog niet veel positiefs te zeggen. Er op rekenen, dat dit in de toekomst het middel ter bestrijding der ziekte zal zijn, kan men in elk geval niet. Men zal dus naar doeltreffeuder maatregelen moeten uitzien. Want het is noodzakelijk, dat hier te lande het mond- en klauwzeer krachtig wordt bestreden. Deels om het groote nadeel, dat de ziekte aan den veestapel toebrengt, maar meer nog in het belang van onzen uitvoer van iandbouwproducten in het algemeen en veeteelt- producten in het bijzonder. Die export onder vindt thans reeds groote belemmeringen, zoodra let mond- en klauwzeer hier te lande voor komt en naarmate men in andere landen den strijd tegen genoemde ziekte krachtiger gaat voeren, zal voor ons, willen wij onzen uitvoer niet in gevaar brengen, een krachtiger optreden ook geboden zijn. Na er nog eens op gewezen te hebben, hoe de oorzaken van de groote uitbreiding in 1911 gelegen zijn in niet tijdige aangifte, inonwille- keurige en opzettelijke verspreiding van smetstof en in gebrek aan middelen om de gegeven voorschriften te handhaven, komt de schrijver tot de bespreking der in 't vervolg te nemen maatregelen. Ook als er geen gevaar voor binnendringen van het mond- en klauwzeer is, moet het verbod van invoer van herkauwende dieren en varkens en van sommige daarvan afkomstige producten blijven gehandhaafd behoudens de toe te stane vergunningen. Bij het dreigen van eenig gevaar worden onmiddellijk strengere maatregelen genomen betreffende vergunningen tot invoer, grensver- keer, invoer veevoeder, het toelaten van vreemde handelaren op markten eDZ. Er wordt begonnen met het voorbereiden voor hunne taak van een corps bewakers. Het wordt verboden de neven producten der zuivelfabrieken anders dan ge- pasteuriseerd af te leveren. Stalinspecties worden gehouden. Van Rijkswege wordt toezicht uit- geoefend op het vee, dat ter markt wordt toe gelaten. Bij het optreden der ziekte worden krachtiger maatregelen, dan tot dusverre ge- bruikelijk waren, genomen om dit optreden tot enkele gevallen te beperken. De in .dezen door de veehouders op te volgen voorschriften zullen moeten worden verscherpt. De bestrijdingsdienst zal zoodanig moeten worden gewijzigd, dat snel en krachtig optreden mogelijk is. De Burge- meester, die zoodra een geval is aangegeven, strenge voorloopige maatregelen neemt, geeft onmiddellijk kennis aan den Districtsveearts en aan den Chef van den Veeartsenijkundigen dienst, onder wiens leiding de uitvoering der uitroeiings- maatregelen geschiedt. Deze laatste plaatst in de besmette streek zoo spoedig mogelijk een deskundige met voldoende assistentie van vee- artsen, veeopzichters en politie, om verzekerd te zijn van eene behoorlijke uitvoering en hand- having der maatregelen. Deze deskundige kan de districtsveearts zijn, maar ook een ander. De schrijver vleit zich, dat bij voldoende medewerking van de zijde der veehouders het met dit stelsel mogelijk zal zijn de uitbreiding der ziekte te voorkomen. Ten einde de mede werking der veehouders te verkrijgen, zal ver- goeding voor bedrijfsschade moeten worden verleend. Voorts wordt er op gewezen, dat de Vereenigingen nut zouden kunnen stichten door in elke plaats bij het dreigen van mond- en klauwzeer eene Commissie te vormen die zich tot taak stelt leiding te geven aan de medewerking der veehouders door hare aandacht te schenken aan alle middelen, die de veehouders zelf ter hand kunnen nemen, om de uitbreiding der ziekte te voorkomen. Ten slotte wordt de wenschelijkheid betoogd, dat de Regeering bij de nadere uitwerking van het aangegeven schema overleg pleegt met eene Commissie, gevormd uit vertegenwoordigers van landbouwers, die teven's van advies zou kunnen dienen bij het vaststellen der gedragslijn, zoo onverhoopt de pogingen, om de ziekte te localiseeren, niet mochten slagen. Man verbrand. Donderdagmorgen te ongeveer uur werd het centraal bureau van het brandwezen te Utrecht door de politie per telephoon in kennis gesteld, dat er een binnenbrand was ontstaan in een der huisjes, staande op een binnenplaatsje, dat door een steeg verbinding heeft met de Jeruzalemsteeg. De aufomobielbrandspuit rukte onmiddellijk met bet noodige materieel en personeel uit. De brand was ontdekt door een buurvrouw, die uit een klein achteraampje rook had zien komen. Het bleek dat het vuur voor een groot gedeelte uit zichzelf was gedoofd uit gebrek aan lucht, aangezien er geen deuren of ramen in de woning open waren. Den bewoner, een zekere M. R. vermoedelijk 70 jaar oud, een alleen wonend man, vond men grootendeels verkoold op den grond liggen. In den vloer was een gat gebrand. De brand is vermoedelijk veroorzaakt doordat de man met een brandend nachtlichtje is ge vallen, ten gevolge waarvan zijn kleeren en beddegoed vlam vatten. Hij heeft denkelijk door den schrik niet meer de kracht gehad om op te staan. Het lijk is door de politie per brancard overgebracht naar het hoofdbureau van politie. Te dik voor den dienst Te Haarlem is bij het onder de wapenen komen van de landweer een dappere landsver- dediger afgekeurd, omdat hijte dik was geworden. De welvarende man kon zijn uni form niet meer dragen. De heer Kamps te Benneveld (Dr.) heeft een kat met een nest vol jongen daarin heeft hij een jong eekhoorntje geplaatst, al een dag of vier geleden. Alle zjjn zeer liefderijk bjj elkander en poes verzorgt de kleintjes zonder onderscheid. Eenige schippers, liggende bij de kalk- ovens aan het Zomerrak, te Sneek, werden 's morgens vroeg door een hevigen knal gewekt. Het bleek, dat een met kalk geladen schip, met ijzer omkleed en 20 ton meteude, eigendom van en bevaren door schipper De Boer, van Makkum, zinkende was. In allerijl werden de bewoners, man en vrouw, aan wal gebracht. Het schip is vermoedelijk door midden gebroken. Vijf minuten na den knal was het schip ge- zonken. Ter waarsehuwing kan het volgende zijn nut hebben. Een schoolgaande knaap te Apeldoorn kreeg van een paar werklieden een wortel, dien hjj opat. Thuis gekomen werd de jongen on welhij kreeg last van stjjfheid in armen en beenen, duizelingen, brakingen enz. Zijn toestand werd zoo ernstig, dat geneeskundige hulp werd ingeroepen. De dokter constateerde vergiftiging. Na een nacht in hevige benauwdheid te heb ben doorgebracht, waarbij levensgevaar niet was buitengesloten, werd de jongen tegen den morgen wat beter thans is hij geheel hersteld. Men vermoedt, dat het een ingekuilde peen is geweest, waarop zich schimmelplanten had- den vastgezet. Een eigenaardige nieuwe belasting een soort belasting op 't vreemdelingenverkeer heeft de gemeenteraad van Edam ingevoerd. Die raad heeft nl. een nieuwe verordening vastgesteld tot heffing van haveDgeld, die koninklijk werd goedgekeurd. Daarin is ook opgenomen de bepaling, dat 5 cents verschuldigd is voor iederen passagier, die per boot wordt ver- voerd en te Volendam dat tot Edam behoort het openbaar middel van vervoer verlaat. Sommige lieden houden er een zonderlinge manier op na om hun geld te bewaren. Ze bedoelen 't juist bijzonder veilig en slim te doen, maar't blijkt vaak juist erg dom te zjjn. Een vrouw te Haarlem heeft aangifte gedaan dat ze in een oude peluw, die met de schoon- maak is opgeruimd, 110 aan bankbiljettep TAX 0 =3 Ad 01 <U o 573 c cd o <D K in c <3 C a v a "O 5 gj m B O ii in CO CO -V CO OJ, co^ CO. CO. o. oo" oi o -CO 1i CO GO CO CO H (M O CO to l> xo lotnvo^t-cototoi1 -st po o o op t—. iO. O CO lOOOrttMr-t-fOOOW r-1 l£5 CO r-1 I—I tCO-St omcocoitoocoinoooit- OV5®OOHN®l»tOCOCO MOO-M-tOfflOOCOtMCO- M CO H I- T—O] i—If—I <M otOHOOiOQOOtoomio lOCOClCOClOOOOtO'-NH w-toO'StnO'-'Mio-S" oocooooo® NtncaooM® xO zO (M t-H r—i r—t CO CO OJ OH OH H CO W CO 00 COOil>^OCHl>COCOCiO"^ O^OOiOOH'MCHiOCHiOS i© CI o CM ^2 T3 a c3 cs n r£ T3 o23 o d''S a S 1) •- o S OJ X

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1912 | | pagina 5