Ter Hsuzensche Conrant
Gemeogde berichten.
Zaterdag 20 April 1912. No. 5752.
Nieuwe Circus van Gent
IDEIE^ZPIE BXj-A.ID.
rTchtszaken.
Door A. C. S. C., 26 jaren, werktnau,
wonende te Hontenisse, is hooger beroep aan-
geteekend tegen het vonnis der Arrondissements-
Rechtbank te Middelburg van den 16 April jl.,
waarbij hp wegens mishandeling is veroordeeld
tot 3 maanden gevangenisstraf.
Voor het kantongerecht te Goes werd Maan-
dag een zaak van overtreding der Boterwet be-
handeld. Een boterhandelaar te Goes, kreeg
op 30 Januari j.l. twee boerenmeisjes in zijn
winkel die twee pond boter voor zekere vrouw
W. vroegen. Daar deze vrouw nooit anders
dan margarine gebruikte zag de winkelier er
geen bezwaren in de boter in een bianco papier
at te leveren a 40 ct. per pond. De rijkszui-
velvisiteur nam de stukjes in beslag en maakte
proces-verbaal op.
Beklaagde beweerde ter zitting, dat zijn
koopster wist en gewoon was margarine te
krijgen wat zij trouwens ook uit den prijs had
kunnen opmaken.
Desniettemin eischte het 0. M. f 100 boete,
subsidiair 14 dagen hechtenis.
De sergeant-fourier S. te Hoorn had Zon-
dag zijn meisje uit Amsterdam over, met wie
hij over korten tijd hoopte te huwen.
Terwijl zij samen in de bulpkazerne, waar
zij een der-woningen zouden betrekken, bezig
waren aan het opmeten der ramen, zakte het
meisje plotseling ineen, om eenige oogenblikken
later den geest te geven.
De waarnemingen te Maastricht gedaan door
de astronomen van Utrecht en Leiden, gehol-
pen door een aantiil studenten uit die plaatsen
zijn zeer naar wensch geslaagd. De hemel bleef
gebeel onbedekt tot het midden van de eclips.
Even daarna kwamen drie wolkenseries achter-
eenvolgens voor de zon, maar er konden toch
nog waarnemingen worden gedaan, en de voor-
naamste waren toen al gebeurd.
Een oogenblik was er consternatie omdat de
eclips twee minuten te vroeg begon. Het bleek
echter dat het aan den Leidschen astronomischen
tijd lag, die niet deugde. Sommige waarnemers
werden er echter door verrast.
In verschillende plaatsen in ons land is zeer
duidelijk de temperatuursveriaging tijdens de
eclips waargenomen.
Te Parijs heeft men een vrij sterke duister-
nis gehad, zoo zelfs dat er lantaarns werden
aangestoken. Daar was trouwens de eclips zoo
goed als totaal.
De staking onder de havenarbeiders te
Gent duurt voort. Naar men weet, verlangen
ze een loon van 6 frank in plaats van het
tegenwoordige, dat 5 frank bedraagt.
De ffYereeniging van Zeevaartbelang" heeft
nu daarop geantwoord, dat de patroons in de
onmogelijkheid verkeeren, alien havenarbeiders
den gewenschten opslag toe te kennendat ze
echter de mogelijkbeid zullen overwegen een
salaris van 5.50 frank uit te betalen aan hem
die vlas en gezaagd hout behandelen dat een
loon van 6 frank alleen aan enkele arbeiders
onder bijzonder ongunstige omstandigheden te
Gent wordt uitgekeerddat men de arbeids-
voorwaarden, zooals die aan de havens van
Antwerpen bestaan volstrekt niet met de Gentsche
toestanden moet vergelijken. In geval dat het
salaris op 5.50 frank gebracht wordt moeten
de werklieden zich verbinden, gedurende min-
stens 5 jaar geen loonsverhooging te vragen.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
2. Ingekomen stukken.
2. Bekrachtiging van het door den Burgemeester
uitgevaardigd verbod van samenscholing.
3. Vaststellen rooilijn in den Seijdlitzpolder.
4. Vaststellen suppletoir kohier van den hoofde
lijken omslag voor 1911.
Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Ter Neuzen.
INGEZONDEN STUKKEN.
Zondag 21 April om 3 ure groote dagvoor-
stelling van: lie Gebroeders de Grave''
groot sensatiedrama van C. van Gauwenberghe.
VAN
Vergadering van Donderdag 18 April 1912.
Yoorzitter de heer A. Visser, wethouder.
Aanwezig de heeren Dees. Moggre. De Jager, Seheele,
I.ensen, Drost, De Feijter, De Bruijne, Donze, Eijke en
Van Borssurn Waalkes.
Afwezig de heer Wieland.
Nadat de benoeinde burgemeester, de heer Iluizinga,
die door eene commissie uit den Raad, bestaande uit de
heeren Moggre en Eijke, met den secretaris, per rijtuig
in zijne woonplaats, Axel, is afgehaald, de I'aadzaal is
binnengeleid, opent de Voorzitter de vergadering en komt
aan de orde
1. Installatie van' den Burgemeester.
Op verzoek van den Voorzitter wordt door den Secretaris
lezing gegeven van eene missive van den Commissaris der
Koningin in Zeeland, waarnevens wordt toegezonden het
Koninklijk besluit van 30 April 1912. no. 79, waarbij met
ingang van 9 April 1.1. is benoemd tot burgemeester der
gemeente Ter Neuzen, de heer J. Iluizinga.
Vervolgens wordt lezing gegeven van het proces-verbaal
van eedsatlegging in handen van den Commissaris der
Koningin, op 6 April 1912.
Daarna neemt de Voorzitter het woord, als volgt
Hooggeachte heer Huizinga
Het is mij een aangenamen plicht, U in deze vergadering
namens den gemeenteraad hartelijk welkom te heeten
en U met Uwe eervolle benoeming tot Burgemeester dezer
gemeente van harte geluk te wenschen.
We hopen hartelijk dat de keuze van H. M. onze
geeerbiedigde Koningin in het werkelijk en waarachtig
belang onzer gemeente zal mogen zijn.
Dat het Uw doel en streven zal zijn, met ons mede te
werken aan den bloei en vooruitgang onzer gemeente,
daarvan houden we ons ten zeerste overtuigd.
In onze vergadering van het Dagelijksch Bestuur gaaft
ge daarvan reeds de plechtige verzekering.
De gemeenteraad heeft dan ook het volste vertrouvven
in Uwe werkzaamheid en goeden wil, waarvan door U
in Uwe vorige gemeente de beste bewijzen zijn gegeven,
om zooveel het in Uwe macht zal zijn, dien bloei en
vooruitgang te bevorderen.
We houden ons overtuigd, dat U, staande buiten en
boven alle partijschap, de belatigen onzer gemeente en
die van al hare ingezetenen zooveel in Uw vermogen zal
zijn, zult willen voorstaan.
En waar dit Uw streven zal zijn, daar kunt ge U ver-
zekerd houden, dat de gemeenteraad aan wiens hoofd ge
thans zijt geplaatst, steeds bereid zal zijn, U hierin met
alle kracht te steunen, terwijl ge U daardoor tevens van
de hoogachting en waardeering der ingezetenen zult
verzekeren.
Zoo zult ge zijn een waardig opvolger van Uwen, door
ons hooggeachten, ambtsvoorganger den heer Geill, met
wien we bijna 13 jaren in de beste overeenstemming
mochten samenwerken.
Moge Ter Neuzen onder Uwe leiding. in welvaart en
bloei toenemen, en moge het U gegeven zijn vele jaren
daaraan Uwe beste krachten te wijden
En waar de Gemeenteraad U de belangen onzer Gemeente
opdraagt, daar spreken we ook den wensch uit, dat U
kracht en gezondheid zal worden geschonken omUwambt
met lust en ijver te vervullen, en dat U als Burgemeester
onzer Gemeente een hoogst nuttigen en aangenamen werk-
kring zult hebben gevonden.
Moge het U en de Uwen, in de plaats onzer inwoning,
in alle opzichten wel gaan, dit hopen we hartelijk.
Thans wensch ik U het voorzitterschap van den Raad
over te dragen, onder aanbieding van den ambtsketting,
het teeken Uwer waardigheid als Burgemeester van Ter
Neuzen.
Burgemeester. nogmaals hartelijk geluk!
De heer Huizinga neemt alsnu bet woord, ongeveer
als volgt
Geachte heer Visser, waarnemend burgemeester, mijnheer
Dees, wethouder, Secretaris en Raadsleden.
Ik meen deze gelegenheid niet te mogen laten voorbij-
gaan, zonder een woord van dank uit te spreken aan Hare
Majesteit de Koningin, wien het heeft behaagd mij te be-
noemen tot hoofd dezer gemeente, en daarmede tot voor
zitter van dezen Raad.
Ik wil niet ontkennen, dat ik dit een zeer belangrijke
taak acht.
Ik moet alvorens verder te gaan, beginnen met een
woord van hartelijken dank uit te spreken voor de woorden
die door den heer Visser tot mij zijn gericht en die mij
de verzekering geven dat ik voor de vervulling mijner
taak op den steun van u, mijneheeren, zal mogen rekenen.
Ik stel dat op hoogen prijs. Ik hoop vooral te kunnen
profiteeren van de hulp van u, mijnheer Visser, die als
man van rijpe ervaring en ten voile bekend met de toe
standen der gemeente, mij van zeer groot nutzgl kunnen
zijn, vour de waarneining van mijn ambt, dat, ik ben er
van overtuigd, de geheele toewijding van den mensch
vraagt.
De taak van den Voorzitter dezer vergadering is zeker
niet gemakkelijk en licht te achten. De aard en het
karakter van het burgemeestersambt is in de laatste tijden
veel veranderd. Werd de burgemeester vroeger meer be-
schouwd als het hoofd der gemeente in den zin dat hij
was de varier over alien, de vader van een groot gezin,
die tijd is voorbij en er is een stadium gekomen dat de
burgemeester meer optreedt als ambtenaar. Als zoodanig
wil ik dan ook het ambt aanvaarden. Niet als een amb
tenaar die zich voor het vervullen van zijn plicht bepaalt
tot het uitvoeren van wettelijke bepalingen en reglementen,
maar als een ambtenaar die tevens wil letten op de be
langen der gemeente en doen wat mogelijk is omte zorgen
voor het welzijn der ingezetenen.
Er zullen zich voor de vervulling mijner taak zeker
moeilijkheden voordoen in eene gemeente met. eene zoo
gemengde bevolking. Naar mijne meening kan men een
ambt als het mijne op drieerlei wijze opvatten
ten eerste: Met een zekere on verschilligheid, die er niet
om doet geven hoe het gaat
ten tweede uitgaande van het beginsel dat men een
kerkelijke richting heeft voor te staan
ten derde dat men met het oog op eene gemengde
bevolking, zooals in deze gemeente het geval is, eene
rechtsgelijkheid moet betrachten, waardoor alien, wie het
ook zijn mogen, een kans zullen hebben op een gevoeglijk
bestaan en gelijke behandeling.
Die laatste stelling hopen we in te nemen, het standpunt
van rechtsgelijkheid voor alle burgers, opdat ieder een kans
zal krijgen zich te ontwikkelen en te bewegen overeen-
komstig de belijdenissen die iemand meent te moeten
aanvaarden.
Ik meen ook dat men op dit oogenblik van mij verwacht
een besliste uitspraak omtrent een kardinaal punt, dat
hier in de laatste maanden aan de orde is gekomen, door-
dat de Raad in zijn regeeringsbeleid is meenen te moeten
overgaan tot het stichten eener inriehting voor middelbaar
onderwijs. Ik moet verklaren dat besluit te waardeeren
en hoop mede te werken aan de uitvoering daarvan, op
de wijze zooals dat het meest zal zijn in het belang der
gemeente. Ik beschouw deze zaak niet alleen in het
welbegrepen belang der gemeente, maar ook de oogen der
omgeving zijn gevestigd op deze gemeente, die deze zaak
heeft kunnen aanvatten.
Alvorens te eindigen wil ik, het voorzitterschap dezer
vergadering aanvaardende, mij nog aanbevelen in uwe
medewerking, in de eerste plaats van de wethouders. de
heeren Visser en Dees, met den Secretaris, en in die van
de Raadsleden en ik hoop, met uwe medewerking onder
den Zegen des Heeren het goed te zoeken voor de gemeente
die aan mijne zorgen is toevertrouwd, en in haar welbe
grepen belang te werken.
Applaus.
a. De Voorzitter deelt mede den uitslag van de gehouden
herbesteding van het bouwen van een berg- en werkplaats
en een magazijn voor de gemeente, op 15 April j.l. ge
houden, waarbij het minst werd ingeschreven door de
heeren J. J. Kolijn en C. C Nobels voor f 1988.
Aan de laagste inschrijvers is gezegd dat Burg, en Weth.
de uitvoering van het werk niet wilden gunnen, alvorens
deze zaak in den Raad te hebben besproken. Hoewel de
inschrijvingssom thans aanmerkelijk lager is dan bij de
eerste besteding, gaat deze toch nog het bedrag dat er voor
geraamd was te boven. Burg, en Weth. meenen echter
dat er nu wel termen zijn om het werk voor de thans
ingeschreven laagste som te gunnen, en stellen dit voor.
Het voorstel wordt z. h. s. aangenomen.
b. Een adres van J. F. Verlinde en 1). vanWijkresp.
voorzitter en secretaris der Bootwerkersvereeniging Recht
en Plicht" alhier, waarin zij te kennen geven,
dat zij namens de bootwerkers van Ter Neuzen te kennen
geven, met spijt en teleurstelling te hebben kennis genomen
van de afkondiging der verordening betreffen.de het verbod
van samenkomingen
dat zij die verordening overbodig en onnoodig achten,
nog daar gelaten, dat er huns inziens niet zoodanige toe-
stand alhier heerschte, dat deze verordening noodig was
of is,
dat immers de bootwerkersstaking de orde in geen enkel
opzicht had verstoord, noch verstoort
dat die staking zich onmiskenbaar kenmerkt door orde
en regelmaat en dat het rustig staan kijken en spreken
van de burgers dan ook naar hunne meening absoluut
niet verboden behoeft te worden
-•dat de verordening integendeel juist provoceerend werkt
en dat requestranten de »relletjes" van 11 April dan ook
wijten aan die verordening en de ontactische uitvoering
er van
dat nadien sinds de geheele burgerij zich afkeerig
uitliet over het optreden van politie en marechaussees -
de verordening trouwens niet meer is nageleefd en dat
het dus geen zin heeft, dat de Gemeenteraad verordeningen
uitvaardigt en bekrachtigt, die niet gehandhaafd worden
dat requestranten voorts en hunne vakgenooten zich in
hooge mate gegriefd moeten gevoelen, door deze verorde
ning, die op hen de smet werpt, alsof zij de orde ver-
storen, wat in elk opzicht onjuist is, daar zij hun staking
buitengemeen ordelijk voeren, wat ieder zal moeten
erkehnen
dat het noodeloos politieverstoor en opgemelde verorde
ning de oorzaken zijn, van kleine volksbijeenhoopingen
en dat die zullen verdwijnen, als ook al het onnoodig
machtsvertoon beeindigt
dat ondergeteekenden, bekend als rustige burgers van
Ter Neuzen, ernstig betreuren dat de hierheen geroepen
marechaussee's zich zelfs het recht(?) aanmatigen de huis-
houdelijke vergaderingen der Bootwerkersvereeniging
binnen te dringenwat eveneens de orde verstoort en
onwettig is
dat ondergeteekenden hiertegen ernstig protesteeren en
Uwen Raad verzoeken aan dit militair beheer van Ter
Neuzen een eind te maken en bovenbedoelde verordening
niet te bekrachtigen.
De Voorzitter stelt voor dit adres te behandelen bij het
voorstel tot bekrachtiging van de afgekondigde verordening.
Z. h. s. wordt aldus besloten.
c. Een schrijven van F. T. de Glopper, die wegens vertrek
naar elders met 1 Mei a.s. ontheffmg van hoofdelijken
omslag verzoekt over 8 maanden.
De Voorzitter stelt voor op dit verzoek tegelegenertijd te
beschikken
Z. h. s. wordt aldus besloten.
De Voorzitter deelt mede dat door hem in verband mot
de omstandigheden waarin de gemeente op 11 April ver-
keerde eene verordening te hebben uitgevaardigd, waarbij
het verboden werd zich met meer dan "2 personen op den
openbaren weg te bevinden, welk besluit oumiddellijk in
werking is getreden.
Thans stellen Burg, en Weth. voor deze verordening te
bekrachtigen.
De bewering in het request van de vereeniging »Recbt
en Plicht", dat er voor het uitvaardigen van dat verbod
geen aanleiding zou hebben bestaan is niet geheel juist,
al is het ook niet precies door de houding van de boot
werkers zelve geweest, dat het verbod is uitgevaardigd.
Dezerzijds, zegt de Voorzitter, is alles beproefd wat
mogelijk was om een eind te maken aan het conllict dat
gerezen is tusschen de lirma Little Johnston en de
stakende bootwerkers, maar tevergeefs, de pogingen tot
bemiddeling hebben niet mogen gelukken.
Ten slotte hebben eenige werkwilligen zich aangemeld
en nu moge men van het standpunt der bootwerkers be
treuren dat dit is geschied, dit neemt niet weg dat iemand
die werken wil daarin vrij moet zijn en dat hij wanneer
dat noodig blijkt moet beschermd worden.
Nu is op 11 April een werkwillige bij het naar huis
komen en bij het zich later naar het werk begeven
achtervolgd en nageroepen door een groot aanta) kinderen
met vrouwen achteraan en dreigde het tot handtastelijk-
heden te komen, waarom we van meening waren dat het
gewenscht werd het samen Ioopen van groepen op den
openbaren weg te verbieden.
We vragen nu daarop de goedkeuring van den Raad,
omdat wel de burgemeester overeenkomstig de wet de
macht heeft dergelijke verordening uit te vaardigen, maar
de Raad toch de hoogste macht in de gemeente blijftom
zoodanige handeling van den burgemeester als hoofd der
politie te kasseeren of wel, indien hij meent dat het niet
noodig is, te verwerpen.
Spreker kan hieraan nog toevoegen dat het niet in de
bedoeling ligt om de verordening te bestendigen, maar
het is zijn voornemen om, zoodra de omstandigheden dit
veroorloven en dat zal van de houding der burgerij afhangen,
al is het ook rnorgen of overmorgen, de verordening weer
in te trekken.
De gevraagde bekrachtiging der verordening wordt z. h s
verleend.
De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen een adres
van A. Perdaen, landbouwer in den Remoorterepolder,
gemeente Sas van Gent, waarin deze verzoekt de rooilijn
te willen aangeven op een perceel bouwland gelegen in
den Seydlitzpolder, gemeente Ter Neuzen, kadastraal be
kend sectie I no. 253, teneinde op genoemd perceel te
mogen bouwen een boerderij, bestaande in woonhuis,
schuur en bakkeet volgens ingezonden teekeningen.
Op voorstel van Burg, en Weth. wordt z. h. s. besloten
den rooilijn aan den Maatsweg vast te stellen op 8 M.
uit de as van den weg.
De Voorzitter deelt mede dat Burg, en Weth. in verband
met de aan de wed. J. Wiskerke wegens vermindering
van inkomsten toegekende afschrijving van 2 maanden
hoofdelijken omslag over het jaar 1911, hun aanleiding
hebben gegeven om een suppletoir kohier vast te stellen
en daarop genoemde weduwe te plaatsen in de 18e klasse,
voor een aanslag berekend over 2 maanden, zijnde f 5,82.
Z. h. s. wordt aldus besloten.
Hierna wordt de vergadering, die door een talrijk publiek
op de tribune werd bijgevvoond, door den Voorzitter gesloten.
Vergadering van Donderdag 18 April 1912.
Voorzitter de heer A. C. Lensen.
Verder aanwezig de heeren Blankers, Seheele, Kramer,
Drost en Van der Lubbe.
De Voorzitter opent de vergadering, waarna de notulen
der voorgaande worden gelezen en gnedgekeurd.
Daarna komt aan de orde de benoeming van een
Secretaris. 9&0IS&
De Voorzitter deelt mede dat sollicitaties zijn inge
komen van de heeren N. J. Harte, J. de Jonge, J. de
Kok. Speetjens, L. Stolk en A. P. de Vos. -- «-
Bij eerste stemming verkrijgt de heer De Vos 3 en de
heeren Harte, De Jonge en De Kok ieder 1 stem. v.- "d
Bij tweede vrije stemming wordt gekozen de heer De
Vos met 5 stemmen; 1 stem is uitgebracht'op den heer
Harte.
De Voorzitter deelt mede dat het jaarverslag over 1911
gereed is en daarmede op de gewone wijze zal worden
gehandeld.
Daarna betuigt de Voorzitter den heer Vooren, die de
laatste maal als Secretaris der Kamer in de vergadering
fungeert, nogmaals dank, voor hetgeen door dezen gedu
rende tal van jaren in die functie voor de Kamer is ver-
richt.
De Secretaris betuigt daarop zijn dank aan den Voor
zitter en de leden voor de aangename wijze waarop hij
met hen heeft mogen samenwerken.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
Ter Neuzen, 19 April 1912.
Mijnheer de Redacteur
Naar aanleiding van het schrijven onderteekend een
burger verzoek ik beleefd een weinig plaatsruimte ten
einde een en ander in het ware daglicht te plaatsen.
Allereerst wil ik er de aandacht op vestigen dat niet
onze vriend Heykoop de strooibiljetten de wereld inzendt
maar dat deze alle voor rekening van het bestuur der
vakvereeniging komen. Slechts een enkele open brief
heeft deze ter verdediging van een op hem persoonlijk
gerichten aanval het licht doen zien.
Wat de inhoud der manifesten betreft daarin staatniets
meer dan de waarheid. Elk, zoowel bootwerkers als niet-
bootwerkers, die uit den aard hunner betrekking met die
geroemde werkgeefster de Firma Little Johnston in
nauwere aanraking komen, weten bij ondervinding dat zij
allesbehalve' aanspraak op dien naam kan maken.
Bij haar toch waren de misstanden meer opgehoopt dan
ergens ander. Elk los bootwerker die er eenigszins van
buiten kan, wilde niet bij hen werkzaam zijn daar bij ge
noemde firma de loonen klein en de dwang en kwellerijen
het grootste waren. Het kwam zelfs zoover dat de firma
verleden najaar pressie wilde uitoefenen op hen, die om
gemoedsbezwaren Zondags niet wilden werken.
Wij ontkennen het recht eens werkgevers niet, om niet
gewensclite elementen te ontslaan, maar wij erkennen het
slechts dan wanneer het om slechte persoonlijke eigen-
schappen gegeven wordt.
Wij protesteeren er tegen, en met ons heeft dat de ge
heele havenbevolking tot hedenmorgen zulks gedaan, dat
de beste onzer, omdat zij opgeroepen waren tot bestuurders
eener organisatie, op de keien geworpen werden. Dat dit
enkel de reden is weten wij en de Firma L. J. heeft
dat meermalen duidelijk gedemonstreerd. Een enkel bewijs
wil ik aanr»eren n.m. ditVeertien dagen voor het ont-
slag bood de Firma haar werklieden een individueel con
tract ter teekening aan. Er werd niemand uitgesloten
dit te teekenen. Waren er nu toch bepaalde redenen
geweest, dan was de bepaling er toch wel bij geweest dat
de 5 ontslagenen in kwestie van teekenen buitengesloten
zouden zijn. Dat de bestuurders der organisatie enkel om
hun functie ontslagen zijn, deelen mede die heeren welke
meermalen bij tusschenzijdsche onderhandelingen tegen-
woordig waren.
Deze strijd ging dan ook niet om de 5 personen maar
orn het bij de grondwet gewaarborgde recht van Vereeni
ging, dat de heeren wel meermalen betoogd hebben te
erkennen, maar door hun houding bewezen hebben met
voeten te trappen. De heer Vliegen kan honderdinaal tot
getuige geroepen worden dat het niet opgaat ter wille van
enkelen, duizenden in staking te brengen, maar wij weten
zeker dat Vliegen in dezen aan onze zijde staat, waar het
ging om het recht van vereeniging.
Lees maar eens, wat over de staking te Ter Neuzen is
gesehreven in »Het Volk", dat door den heer Vliegen wordt
geredigeerd.
Wij protesteeren voorts tegen de bewering dat die 5 per
sonen de anderen dwongen niet te gaan werken, daar wij
elke vergadering waar meestal alle stakers tegenwoordig
waren uitdrukkelijk gevraagd hebben of er ook onder hen
van meening waren, dat de staking opgeheven moest worden
en dit steeds ontkennend beantwoord werd.
De kritiek over den stakingssteun kunnen wij gevoeglijk
uitschakelen. Deze is uit den aard der zaak geen week-
loon. De betrokkenen zelf gevoelden dit bijzonder goed
wat zij bewezen door het klein aantal dat er gebruik van
maakte, maar elk die zich aangemeld heeft is gesteund en
alien betuigden hun tevredenheid over het bedrag.
Meermalen hebben de stakers de hen aangeboden be
middeling met beide' handen aanvaard, steeds stuitte het
af op den onwil der Firma L. .1. In plaats van toena-
dering bood zij telkens minder, zoodat geen enkele maal
tot overeenstemming kon gekomen worden.
Zelfs een paar maal aangeboden commissie van arbitrage,
wat in deze het goede middel tot oplossing van het geschii
moest zijn, werd door haar botweg van de hand gewezen.
Dat het conllict dus voort duurt mag niet aan de arbeiders
geweten worden. Steeds zijn deze bereid geweest te onder-
handelen en steeds zullen zij dat blijven. Teekenend is
het voorts nog dat de Firma wat zij invloedrijke ingezetenen
van Ter Neuzen en de vakvereeniging weigerde, zij de
bestuurders der dokwerkersvereenigingen teGent en Brugge
toestond. Deze staan bovendien nog op een ander stand
punt dan de vereeniging R. en P.
Dankend voor de plaatsruimte,
Het Bestuur der Bootwerkersvereen.
»Recht en Plicht".
Geachte Redactie
Helaasde »Burger" in uw nummer van Maandag 1.1.
heeft geen ijdele voorspelling gedaan.
Want daar zijn er in de laatste dagen reeds bij mij
geweest, stakers of onwilligen om te werken, onderstand
vragende, »omdat", zeiden zij, nuives een mensch altijd
helpt in zijn nood."
Mijn helpende arm is in den loop der jaren steeds
korter en korter geworden en ik moest hen dus afwijzen,
zeggende
«Mijn lieve menschen, de spoeling zou heusch veel te
«dun bij mij worden, voor die werklieden, die wel en
aheel graag zouden willen werken, maar niet kunnen
«wegens ziekte, lichaamsgebrek of te hoogen ouderdom."
O Bootwerkersdenkt toch eens aan den dag van
morgen, wat er U en uw gezin aan gebrek boven het
hoofd hangt
Gij wilt toch zeker veel liever eerli^k met werken een
stuk brood verdienen, dan het te gaan bedelen aan de
huizen van hen, die gaarne den nood lenigen, maar eerst
van hen, die willen maar niet kunnen werken. Men zal
U verwijzen tot de lieden met vast traktement, die U nu
tot staken aanzetten. maar dan U met ledige handen zullen
laten heengaan of er hoogstens een paar kluiten in zullen
stoppen.
Bootwerkers Zoovelen uwer hebben mij verzekerd dat
gij niet staakt wegens loon of arbeidsduur, maar voor
het vereenigingsrecht.
Ik vtrzeker U op mijn beurt, dat gij op dit stuk mis-
leid, bedrogen wordt, droevig misleid en bedrogen. Uw
vereenigingsrecht is niet betwist, niet aangerand.
Toen de Voorzitter van uw Bond met twee zijner bonds-
leden zijn laatste onderhoud had met den heer J. Ward,
kantoorhoofd van Little Johnston, alhier, heeft deze
dien Voorzitter verzekerd, dat gij voor zijn part lid mocht
zijn van welken Bond ook.
Bondsledenuw Voorzitter heeft dat in uw avond-
vergadering van denzelfden dag jammerlijk voor U ver-
zwegen. En het is voor U en ook wel voor hem zeer
jammer geweest, dat hij dit verzuim voor U niet heeft
hersteld, nadat hij daarop door oprechte vrienden was
gewezen.
Dezelfde verzekering heeft de heer Ward gegeven in de
conferentie, die hij met drie bootwerkers en den Burge
meester met twee wethouders ten Gemeentehuize heeft
gehouden.
Velen uwer hebben zich bij mij er over beklaagd, dat
de staking de sympathie mist van de burgerij.
Kan het anders, waar die burgerij voor uw staking
geen reden van bestaan heeft kunnen vinden en in uw
staking niets anders ziet, dan een grilligen strijd van den
aarden pot tegen den ijzeren ketel.
Bootwerkers nog eens, denkt aan de toekomst en luistert
liever naar uw medeburgers, die in uw wel en wee altijd
de warmste belangstelling en deelneming hebben betoond
en U tot voor de staking nooit hun steun hebben geweigerd
en dien wel weder zullen verleenen, als gij het werk wilt
hervatten. X.