Tsr KGUZsnschs Courant Donderdag 21 Maart 1912. No- 5740. Buitenland, TWlHJjaiP-EJ JBXj-A.II>- duitschland. De staking opgeheven Bochum, 19 Maart. Dedistrictsconferentie van den miinwerkersdriebond besloot tot hervatnng van den arbeid, daar de staking nutteloos is. In het door de districtsconferentie genotnen besluit wordt verklaard, dat slechts strenge maatregelen, die met de staatsburgerlijke rechten in striid waren en door'nsystematische misleiding en orihitsing der openbare meening door de den arbeiders vijandig gezinde pers in staat waren, bet slagen van de staking te voorkomen. Ten slotte doet de conferentie een beroep op alle mijnwerkers, om door versterking van strijdende organisaties te bewerken, spoedig mogeiiik de strijd Buckeburg, 19 Maart. de dat zoo hervat kan worden. Hedentniddag hadden m verschillende plaatsen van het vorstendom goedbezochte vergaderingenplaats van de mijn werkers, die werkzaam zijn op de staatsmgn in het district Oberkirchen, waann over het resul- taaf der onderhandelingen tusschen de arbeiders- commissie en de vertegenwoordigers der mijn- directie werd beraadslaagd. De door de directies toegestane verhooging van het loon van 10 Pfenning van 1 April at werd als onvoldoende beschouwd, waarop met onge- veer viifvoudige meerderheid besloten werd tot staking over te gaan. Bet totaal aantal werk- lieden in de staatsmijn bedraagt ongeveer ^000. EKGELfi HO. Jfequith diende gisteren bij het Lagerhuis, dat geheel voltallig was, het wetsvoorstel be- treffendeeen minimum-loon voor mpnarbeideis in. Hii verklaarde, dat hi] met grooten weerzin tot dezen maatregel overgegaan was, maar een spoedige aanneming van het wetsvoorstel was absoluut noodzakelijk in het belang van den staat. De regeering heeft eerst toen haar toe- viucht genomen tot een wettelijke regeling van het minimum-loon, toen alle huop op een regeling door een overeenkomst verdwenen was. Aade politiek der regeering in zake de onderhande lingen verdedigd te hebben, zette hp de be- palingen der wet uiteen, waarbp vastgesteld wordt, dat een minimum-loon betaald zal worden aan de mijnwerkers. Dit loon zal betaald worden van het oogenblik af, dat de, arbeiders het werk weer hervatten en zal door de distnctsbesturen worden vastgesteld. Asquith verklaarde verder, dat de distncts besturen eveneens bepalingen m het leven zou- den roepen teneinde den geregelden voortgang van het werk te verzekeren. Terwijl de werk- nemer het recht zal hebben van den werkgever minimum loon te eischen, zal de weikne- geen recht op dat minimum loon hebben, tenzii hij alle wettelijke bepalingen nakome. Het wetsvoorstel bevat geen strafbepahngen tegen een der beide partijen. De mijneigenaar is verplicht aan den mijnwerker een loon te betalen, dat niet lager is dan het loon, door de wet vastgesteld. Maar hij is met bp de wet verplicht zijn mijn voor arbeid open te stellen en eveneens is de arbeider niet verplicht in de af te dalen. Op geen van beide partqen Het wets- een mer uitgeoefend. myn wordt eenige a voorstel is slechts een tijdelijke maatregel, die slechts drie jaar van kracht blijft. Asquith hoopte en geloofde, dat de wet een gunstige uitwerking hebben zou. Dit was alles, wat voor het oogenblik van het parlement ge vraagd werd. Het parlement zou door dit voor stel aan te nemen, zijn positie versterkt hebben indien wat de hemel verhoede het zich gedwongen zou zien om geheel andere maatregelen te nemen om te waken tegen verlamming der Indu strie, om het volk tegen gebrek te beschermen. Het wetsvoorstel werd in het Lagerhuis in eerste lezing metalgemeenestemmen aangenomen. Algemeen wordt geloofd, dat het ontwerp Zaterdag a. s. wet zal worden. Qemeenteraad wan Sas wan Gent. VAN Raad doch de Raad kan daarop geen beslissing nemen, aangezien de beschikking over het houden van dansmuziek Overigens meent de Voorzitter dat het n g i om da-iroD een beslissend antwoord te geven. De heerBuysse stemt toe, dat de burgemeester, zoolang de tegenwoordige verordening bestaat, over de verzoeke tot het houden van dansmuziek te bes'lissen jd heer Hamelynck merkt "P^at^bij gelegenheid De voor van het vorige festival ook vergunnmg maar dat is niets, we kunnen zetel te of die kleine huizen liu Vergadering van Maandag 18 Maart 1912. Voorzitter de heer P. Wauters, burgemeester-raadslid. Verder aanwezig de heeren Oole, Pauwels, Hamelynck, Buiisse, Gross, later ook de heer Malotaux. Na opening der vergadering worden gelezen de notulen der voorgaande vergadering, die onveranderd worden vastgesteld. Daarna stelt de voorzitter aan de orde I. Ingekomen stukken. Proces-verhaal van de op 6 Febr. 1912 ten kantore den gemeente-ontvanger gehouden kasopname, waarbij bleek, dat over de dienstjaren 1911 en 1912 is ontvangen f 25.068,00£ en uitgegeven 20.043,18 zoodat meer is ontvangen dan uitgegeven een bedrag van 5024,82 2. Het goed slot der rekening over 1910 dat nog.met op de loopende begrooting in ontvangst is gebracht bedraagt 3077,70, zoodat in kas moest zijn /8102,5-i, welk bedrag ook aanwezig bleek te zijn. Aangenomen voor kennisgeving. b Een adres van den Alg. Nederl. Wielrijdersbond, verzoekende het plaatsen van bordjes met den naam der gemeente, wordt, als zijnde ongezegeld, ter zijde gelegd. c Een verzoek van Hendrika Dootjes en 12 anderen, lierbergiers te Sas van Gent, welke verzoeken bij gelegen heid van het festival op 12 Mei a. s. dansmuziek te mogen houden, in hunne lokalen. De Voorzitter deelt mede dat dit adres eerst aan Burg, en Weth. was gericht, daarna is het gezonden aan den ii. van gegeven is. De VoorzitterZeker, zien tegen de tijd er is. i it. De rekening der Gezondheidscommissie. Ter Neu7en over het iaar 1912. Deze wordt gesteld in handen eener commissie van onderzoek, waarvoor bij stemming wor^en.^"°e'™^i^ heeren Malotaux, Buijsse en Hamelynck, die de benoem g aannemen. 7 7 3. Verslag van de Commissie tot wenng van school- %?nwege de Commissie tot wering van schoolverzuim is ino-ekomen het jaarverslag over 1911. Daaruit blijkt dat in bet voorjaar het schoolverzuim verbazendtoenam, doordat onderscheidene leerlmgen in h o o werken en de wettelijk veroorloofde ternnjn van b weken voor veldarbeid aanmerkehjk werd overschrede Het behoeft geen betoog dat dergehjke leerhngen j een terugkeer meestal aan de schooltucht zijn en, wiil' ze het onderwijs met meer kunnen vo D storend werken op den geregelden gang van ™ken Alleen een strenge toepassmg der leerplichtwet zou staat zijn dit steeds voortwoekerend kwaad uit te roei Aangenomen voor kennisgeving. 3. Verslag bedoeld bij art. 52 der Woningwet over i9ii Door Burg, en Weth. wordt overgelegd het verslag be- doeld bij art. 5'2 der Woningwet over het jaar. Dit wordt door den secretaris gelezen. In dit versl^ ™,j'rd' melding gemaakt van de omstandigheden die aanleidine hebben gegeven tot het besluit tot onbewoonbaarver- klaring van de perceelen wijk Oost no. 14o totlbl. De heer Hamelynck vraagt hoe het nu met die huizen St>De Voorzitter antwoordt dat de groote hersteld zijn en dat daaromtrent advies is gevraagd aan de Gezondheids commissie. Het advies der commissie is nog met mce- komen, waarom nog geen nader besluit dienaangaan e kan worden genomen. De heer Hamelynck vraagt worden afgebroken. De Voorzitter antwoordt dat de eigenaar die ook nog kan herstellen maar dat kan later gebeuren. Als de noodige voorzieningen ook daaraan gemaa zlJni v men nog altijd zien. 4. Benoemen lid Burgerlijk Armbestuur. De Voorzitter stelt aan de orde de benoeming van een lid van het Burgerlijk Armbestuur, wegens pernod,eke aftreding van den heer J. Oole, op l 1 den aftredende wordt ter benoeming aanbevolen de heer E. Geirnaerdt. t De heer Oole wordt herbenoemd met o stemmen. up de heeren Geirnaerdt en Buysse is 1 stem uitgebracht. 5. Uitloting aandeelen in de geldleeningen ten laste der gemeente aangegaan in i893iB94 en lJIU. De Voorzitter stelt aan de orde het uitloten van een aandeel van elk der leeningen, ten laste der gemeente in 1893, 1894 en 1904. Uitgeloot worden resp. de nos. 21, 6 en 13. 0. Verzoekschrift van de maatschappy »De Verbroe- deringom eene bijdrage van fiOO in de kosten van een te geven festival. De Voorzitter stelt aan de orde de behandeling van bet verzoek der fanfarenmaatschappij »De Verbroedering welke eene subsidie vraagt van J 100 voor dekking der kosten van het op 12 Mei a.s. te houden festival, over welk verzoek in de vorige vergadering de stemmen hebben Sei)eaheer Pauwels geeft te kennen dat hij omtrent dat verzoekschrift nog dezelfde meening istoegedaanhij heeft er de vorige vergadering tegen gestemd en zal dit ook thans doen. Hij wil echter voor dat de stemming nlaats heeft een voorstel doen, om n.l. voor elk muziek- gezelschap dat komt, ter sterkte van minstens 20 man eene bijdrage te geven van 2,50. Het moeten natuurlijk bestaande vereenigingen zijn. De heer Gross En als er dan maar eens 19 leden zijn Dg heer Pauwels gelooft niet dit zal voorkomen. Een muziekgezelschap zal in den regel meer leden tellen Hii verklaart dit voorstel thans reeds te doen, met het oog op de mogelijkheid dat het verzoek der fanfare zal worden afgestemd. De VoorzitterKomen er dan veel gezelschappen dan is het veel, komen er minder, dan is het ook minder. De heer Buysse vraagt inlichtingen over de wijze waarop de beslissing zal worden genomen. De heer Pauwels antwoordt dat eerst het verzoek in stemming komt en wordt dit afgestemd, dan het voorstel van tiem. Hij deed daarom juist zijn voorstel voor de stemming plaats had, omdat er anders, als het verzoek werd afgestemd, geen ander voorstel was. De heer Buysse merkt op dat men ook voor beide kan zijn. Als het verzoek nu eens wordt toegestaan De heer PauwelsDan vervalt mijn voorstel. De Voorzitter meent dat over deze zaak al genoeg is gepraat en brengt het verzoek in stemming. Dit wordt afgewezen met 4 tegen 3 stemmen. oor stemmen de heeren Malotaux, Buysse en Hamelynck tegen stemmen de heeren Gross, Oole, Pauwels en de Voorzitter. De Voorzitter zal nu in stemming brengen het voorstel van den heer Pauwels, om voor elk muziek- of zangge- zelschap dat aan het festival deelneemt, en minstens 2U werkende leden telt, f 2,50 uit te keeren. De heer Gross vindt dat een raar voorstel. Het verzoek om subsidie is afgestemd en nu wil men op eene andere manier toch subsidie geven. v De heer Malotaux merkt op dat het eene tegeihbet- komiTicr is. Het^voorstel wordt aangenomen met 6 stemmen tegen 1. Tegen de heer Gross; voor de overige leden en de Voorzitter. De heer Gross Wei, wel, dat noemt men consequents Dat is een pleister op de wonde 7. Verzoekschrift van deZeeuwsch-Vlaamsche Tranv- wegmaatschappij om een jaarlijksche subsidie van f 500 gedurende 20 jaar. De Voorzitter brengt in behandeling het reeds de vorige vergadering in behandeling geweest zijnde verzoekschrift van de Zeeuwsch Vlaamsche Tramwegmaatschappij om aan haar eene jaarlijksche subsidie toe te kennen van f 500, gedurende 20 jaar, aanvangende op het tijdstip dat de aan te leggen tram in deze gemeente in exploitatie is gebracht. In de vorige vergadering werd besloten, tnans aan ae n -Mi ,:^„1 4-r\f -ril (TDnPl Crrl -71111 suikerfabriek alhier oflieieel te vragen of zij geneigd zijn de vroeger gedane toezegging tot het verleenen eener bij drage in de te verleenen subsidie ad 100's jaars gestand te doen. Van het Bestuur der Eerste Nederlandsche Cooperatieve Beetwortelsuikerfabriek »Sas van Gent" is ten antwoord ontvangen dat door het bestuur geen voorstel aan de algemeene vergadering van leden zal worden gedaan om aan de gemeente bij te dragen in de jaarlijksche subsidie in de kosten van aanleg en exploitatie der Zeeuwsch- Vlaamsche Tramwegmaatschappij. De Voorzitter kan zich dat antwoord met begnjpen, toen er vroeger over den aanleg van een tram gesproken werd werd ook van die zijde verklaard dat de tram aan de fabriek duizenden guldens zou besparen aan vervoer- kosten. En nu het er op aan komt is men ondanks die voordeelen niet genegen eene bijdrage te geven. De heer Buijsse oppert de mogelijkheid dat de Coope ratieve fabriek bezwaar heeft om aan de gemeente eene bijdrage in de subsidie te geven, maar misschien rechts- streeksch aan de tram eene bijdrage zal geven. De Voorzitter: Misschien kan de heer Gross die zaak wel nader toelichten. De heer GrossDe heer Buijsse licht het al toe en het schrijven van het bestuur is duidelijk genoeg. De heer Buijsse merkt op dat, als hij den spijker op den kop heeft geslagen dit toevallig is, want hij wist niets van de beweegredenen die het bestuur tot het zenden van dit schrijven hebben geleid. Alsnu wordt mededeeling gedaan van een schrijven der Naamlooze Vennootschap »Beetwortelsuikerfabriek Sas van Gent" waarin wordt bericht dat die Vennootschap bereid is te betalen eene jaarlijksche bijdrage van 100 in de subsidie van 500 die de gemeente Sas van Gent gedurende 20 jaren aan de Zeeuwsch-Vlaamsche Tramwegmaatschappij zal betalen en wel onder de volgende voorwaarden bedoelde bijdrage zal slechts worden betaald voor zoover de tegenwoordige maatschappij in exploitatie blijft en de naamlooze vennootschap zelve blijft bestaan daar de vennootschap persoonlijk voor een belangnjk bedrag aandeelen in genoemde tramwegmaatschappij heeft genomen en daardoor dus reeds van hare belangstelling heeft doen blijken, zal de door de gemeente gevraagde subsidie alleen mogen dienen om de kosten te helpen bestrijden die de gemeente ten haren laste neemt en in dat geval zal de vennootschap de subsidie slechts to'estaan onder voorwaarde dat de gemeente van bovengenoemde Tramwegmaatschappij de zekerheid krijgt, dat door de tram de bestaande handel en nijverheid van Sas van Gent niet zal worden geschaad Aangezien het gemeentebestuur den geldelijken steun der vennootschap vraagt meent zij gerechtigd te zijn bij het verleenen daarvan de hierboven omschreven voor waarde te stellen. Vervolgens wordt mededeeling gedaan van een schrijven van den heer V. Verschaffel, directeur der N.V. Walzen- molen Sas van Gent, die bezwaren inbrengt tegen de richting die de tram hier volgens de teekening door de gemeente nemen zal. Bij inzage van het plan is ill. ge- bleken dat deze is geprojecteerd langs de Zuidzijde van de Stationsstraat en dat zij den Westelijken kanaalarm zal kruisen in de Oostwaartsch verlengde richting dezer straat. Nu is in de geprojecteerde richting aanwezig een aan de N. V. Walzemnolpn behoorende smalspoorbaan en buis- leiding tot water-onttrekking aan het kanaal, tot den aanleg waarvan door den Raad der gemeente vergunning werd verleend bij besluit van resp. '10 Aug. 1893 en 27 Juli 1893. Om -redenen uiteengezet in eene nevens het request ingezonden memorie van toeliehting is het te voorzien dat door eventueelen aanleg der tramlijnen volgens de voorgenomen richting eh het niet tijdig nemen van voor- zorgsmaatregelen, de Walzenmolen in haar hedrijt ten zeerste zal worden geschaad, waarom adressante verzoekt bij de behandeling van het adres der Tramwegmaatschappij in de eerste plaats rekening te willen houden met de belangen eener bestaande industrie, zijnde hier die der Walzenmolen. In de memorie van toeliehting wordt nader uiteengezet dat de tramlijn geprojecteerd is in de richting der Stations straat, ter plaatse waar thans ligt een smalspoorbaan, waarlangs het graan bestemd voor het bedrijf van den Walzenmolen vaii het kanaal naar de fabriek wordt vervoerd. Waar nu deze granen gelost worden, is een draaibrug ont- worpen en de doorvaart opening dier brug is ontworpen aan de Westzijde, en reikt dus tot aan den bestaanden kaaimuur. Zij heeft eene doorvaartwijdte van ongeveer 10 M. Tengevolge van deze situatie is het te voorzien, dat met het oog op een onbelemmerde doorvaart door deze brug, van Rijkswege zal worden verboden dat schepen aan de Westelijke kaaimuren ineeren op korteren afstand van deze brug dan ten minste 40 a 50 Meter, zoodat hier- door eene losgelegenheid zal verloren gaan ter lengte van minstens 80 a 100 Meter. De Walzenmolen zal daardoor hare granen ruim ot) Meter verder moeten vervoeren, wat voor haar een jaarlijkseh verlies beteekent van 300. Bovendien zal de vennoot schap hare smalspoorbanen moeten verplaatsen en langs het kanaal verlengen, hetzij in Zuidelijke of in Noordelijke richting. Bij verlenging in zuidelijke richting komt het spoor te liggen op rijksgrond en zal daarvoor vergunning moeten worden verkregen van den Minister van Waterstaat, eene vergunning die waarschijnlijk niet zal worden verleend. Bij verlenging in tegenovergestelde richting zou het spoor komen te liggen ter plaatse waar nu de geregelde booten gewoon zijn te meeren, wat wellicht bezwaar mede zal brengen voor andere ingezetenen der gemeente. Doordat de kaaimuur minder hoog reikt dan de keibe- stratirig verder zuidwaarts gelegen, zal, indien deze kaai muur niet verhoogd wordt, het lossen hier bezwaarlijk kunnen geschieden. De in de Stationsstraat gelegen buisleiding, waardoor het voor het bedrijf benoodigde water aan het kanaal wordt onttrokken, zal, als dit te eeniger tijd noodig mocht worden, niet kunnen worden hersteld, als nevens het smalspoor der fabriek ook nog een tramlijn in de Stations straat is gelegd, zoodat de Walzenmolen dan verplicht zoude worden eene buisleiding door de Gentsche straat aan te leggen. Adressante meent hierdoor voldoende te hebben aan- getoond welke bezwaren er bestaan tegen de voor de tramlijn gekozen richting en hoopt dat de gemeenteraad rekening zal houden met de belangen eener sinds jaren alhier bestaande industrie, voordat aan het verzoek der Tramwegmaatschappij zal worden voldaan. De heer Pauwels meent dat in verband met het ant woord van de Cooperatieve Suikerfabriek vandaag niet over deze zaak zal kunnen worden gestemd. althans niet over het verzoek om 500 toe te staan. Misschien zou kunnen besloten worden om f 400 bij te dragen. De Voorzitter acht daarentegen dat wel een beslissing kan worden genomen, de zaak is reeds zeer lang hangende. Als er nog te onderhandelen valt zou het moeten zijn met de tramwegmaatschappij, daar men niet weet welke biiig voor het passeeren van het kanaal zal worden ge- bouwd. Er worden nu tegen een brug op de plaats waar de lijn ontworpen is bezwaren gemaakt, maar men weet toch nog niet welke brug zal worden gebouwd. Het is toch niet zeker dat het een draaibrug zal zijn, het zou ook wel kunnen dat men een ophaalbrug maakt en dan zijn de bezwaren niet zoo groot. De heer Hamelynck acht een nieuwe brug onnoodig, de tram kan over het kanaal komen ter plaatse van de oude brug. De Voorzitter merkt op dat de heer Hamelynck dat wel zegt, maar dat de Raad er niet over kan beslissen of zulks mogelij k is. Bovendien de trammaatschappij hangt niet alleen van de gemeente af, maar moet ook vergunning hebben van den Waterstaat of het Rijk, ze kunnen ook maar niet doen wat ze willen. De heer Hamelynck is van gevoelen dat de gemeente, aan wie eene subsidie gevraagd wordt evenzoo kan doen als de fabriek van den heer Malotaux: aan het verleenen der subsidie voorwaarden verbinden en geen subsidie ver leenen als de lijn wordt gelegd op eene manier die strijdig wordt geacht met de belangen van Sas van Gent. De Voorzitter merkt op dat in deze veel van den Minister af hangt, waartegen de heer Hamelynck aanvoert, dat de gemeente er toch wel het meeste mede te maken heeft. De heer Pauwels vraagt of men soms van meening is dat, als er eens geen subsidie verleend werd, ze dan met de plannen voor het leggen van den tram door deze ge meente zouden uitscheiden. De heer Malotaux betoogt dat in Sas van Gent de eenige aangewezen losplaats juist is op de plaats waar men een brug voor de tram heeft ontworpen. Die losplaats zou dus° moeten worden verlegd, maar waarheen dat is de vraag. Aan den overkant is er ook geen goede gelegen heid, evenmin aan de oude sluis. Als er een brug komt is er ter plaatse waar nu gelost en geladen wordt nog plaats voor eenige mosselschuiten. De Voorzitter denkt dat de hinder niet zoo groot zal zijn als er een ophaalbrug komt, terwijl de heer Malotaux in overweging geeft bij het verleenen eener subsidie de zelfde voorwaarden te stellen die door zijne suikerfabriek zijn aangegeven, dat de bestaande handel en nijverheid van Sas van Gent niet zal worden geschaad. De heer Pauwels We kunnen dat er altijd bij bepalen. De heer Gross geeft te kennen niet tegen de tram te zijn, maar hij meent dat de Raad, alvorens over te gaan tot het verleenen eener subsidie, precies moet weten hoe de tramlijn zal worden gelegd. Wordt dat niet gemaakt naar den zin van den Raad dan zou hij ook voor den aanleg geen toestemming willen geven. De Raad moet letten op de plaatselijke belangen. De heer Pauwels is ook van meening dat nog geen be sluit kan worden genomen. De heer Oole is er ook tegen, wanneer er een bepaalde industrie, of de handel in het algemeen, door geschaad wordt. De heer Malotaux komt er nog eens op terug dat de tegenwoordig in gebruik zijnde loskaai de eenige goede geschikte gelegenheid is. Daar is de weg breed en hier voor de huizen is het terrain ongeschikt, terwijl er ook onaangenaamheden voor de bewoners der kade uit ontstaan, dat heeft men al meermalen ondervonden, als er eens een enkele maal een kolenschip voor de huizen werd gelost, dan moesten de bewoners deuren en vensters heelemaal dichthouden. De Voorzitter meent dat het voor den Walzemolen het grootste bezwaar zal zijn. De heer Gross is het eens met. den heer Malotaux dat het lossen voor de huizen voor de bewoners overlast ver- oorzaaktdat behoorde zelfs te worden verboden. De Voorzitter meent te begrijpen dat de leden eerst met zekerheid willen weten waar de brug zal komen. eer eene beslissing wordt genomen over het subsidiever- zoek. De heer Hamelynck merkt op dat dit bekend is, want bij de subsidie-aanvraag was een plan gevoegd, waaruit blijkt dat aan de loskaai een brug komt. De heer Malotanx gelooft dat de meerderheid van den Raad daar beslist tegen is. De Voorzitter wijst op het gevaar dat men dan misschien een dam krijgt. De heer Buijsse meent dat daarvoor geen gevaar is. Uit de conventie met Belgie betreffende het kanaal is aan spreker gebleken dat deze verplicht de sluizen alhier steeds open te houden. Dan kan er dus geen sprake zijn van het leggen van een dam, daar de sluis dan vanzelf ook dicht zou zijn. De Voorzitter wijst er op dat conventie's kunnen wor den veranderd. Na nog eenige discussie wordt goedgevonden te berichten, dat de gemeente geen subsidie zal verleenen als de lijn zoodanig wordt aangelegd dat die nadeel toebrengt aan den plaatselijken handel of industrie, zulks overeenkomstig het voorstel van den heer Malotaux. De heer Grbss wil in dat schrijven geen andere plaats voor een brug aangeven, dat moet de maatschappij zelf maar weten, maar hij wenscht goed te doen uitkomen dat de thans aangewezen plaats voor een brug den Raad totaal ongeschikt voorkomt, en hij er beslist tegen is dat er daar een komt. 8. Af- en overschrijvirig in de gemeentebegrooting voor 19i2. De Voorzitter stelt namens het Dag. Best, voorindege- meente-begrooting voor 1912 over te schrijven op dejaar- wedde van den ambtenaar ter secretarie 100, wegens de aan dezen bij de instructie toegekende verhooging en om er ook 100 op te brengen voor kosten van het festi val in verband met het zooeven genomen besluit, en die bedragen af te schrijven van den post voor onvoorziene uitgaven. De heer Buijsse merkt op dat daaraan niets te doen is, die zaken zijn besloten. De heer Gross uit zijn verwondering, dat het bedrag van f 100 voor het festival reeds in het voorstel van Burg, en Weth. was opgenomen, terwijl er voor de ver gadering van het voorstel van den heer Pauwels nog niets bekend was. De heer Pauwels merkt op dat Burg, en Weth. de be- sluiten voorbereiden en ook wel eens een vermoeden hebben in welken zin een besluit kan uitvallen. Was het door hem gedane voorstel niet aangenomen, dan was die /100 ook niet in het voorstel tot af-en overschrijving opgenomen. Het voorstel wordt goedgekeurd, nadat de Voorzitter den heer Oole nog heeft ingelicht dat de ambtenaar ter secretarie recht heeft op eene verhooging van 100. De heer Oole meende dat het maar 50 was. I). Kohier hondenbelasting De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor het kohier der hondenbelasting voor het jaar 1912 vast te stellen op een bedrag van 286, er komen op voor 50 huishonden en 40 bandhonden. Goedgekeurd z. h. s. IO. Vast.stelling Kohier van den Hoofdelijken Omslag De Voorzitter stelt aan de orde de behandeling van het kohier van den hoofdelijken omslag en wil hiervoor de deuren sluiten. De heer Buijsse wenscht alvorens dit geschiedt, tegen de behandeling teprotesteeren. Het vorige jaar is besloten dat daarvoor een afzonderlijke vergadering zou worden belegd, dat de behandeling zou plaats hebben niet straats- gewijze maar klasse voor klasse en dat ook een kohier van niet aangeslagenen zou worden opgemaakt. Aan geen die punten is voldaan en de vaststelling is geplaatst aan het het eind der agenda van eene vergadering waarop ook andere zaken werden behandeld. Hij is er tegen om er nu mede aan te vangen. De Voorzitter zegt dat hem van zoodanig besluit niets bekend is. Hij vraagt den Secretaris er naar. Deze antwoordt dat daarover in eene besloten vergade ring is gesproken. De heer Hamelynck merkt op dat de bedoeling van den heer Buijsse is geweest dat het kohier altijd veel te vlug moest behandeld worden. De Voorzitter is van gevoelen dat er dan geen bezwaar kan zijn om nu met de behandeling aan te vangen. Als de secretaris het kohier ter hand neemt krijgt men de ingezetenen klasse voor klasse. Het is nu nog vroegde Raad heeft niet vlugger te werken dan hij wil en als hij nu niet klaar komt doet men de rest later. De heer Gross wijst er op dat het verleden jaar zoo laat geworden is, en dat er met het oog daarop een af zonderlijke vergadering voor gevraagd is. De Voorzitter zegt dat men dan wel alle 8 dagen kan vergaderen en kletsen tegen de sterren op. De heer Malotaux zou een aanvang willen maken om het kohier eens in te zien, maar heeft bezwaar om het af te handelen. De heer Gross zou ook willen beginnen, dan kan men zien hoever men komt. De Voorzitter brengt thans de vraag in stemming of de leden het kohier willen afhandelen. Dit wordt met 4 tegen 3 stemmen in ontkennenden zin beantwoord. Tegen stemmen de heeren Malotaux, Gross, Buijsse en Hamelynck. Bij de nu volgende besprekingen dezer zaak blijkt den Voorzitter dat de heeren Malotaux en Gross er wel voor zijn om nu te beginnen. De heer GrossKletsen doen we hier heel weinig De heer Hamelynck vindt het bezwarend. Burg, en Weth. zijn er natuurlijk van op de hoogte, die hebben er misschien een keer of vier over vergaderd maar de leden zouden zoo maar aanstonds moeten beslissen. Ten slotte wordt met 5 tegen 2 stemmen (die der heeren Hamelynck en Buysse tegen) besloten met de be handeling van het kohier te beginnen. De vergadering gaat daarvoor over in eene met gesloten deuren. Bij het einde deelde de Voorzitter mede dat de ver gadering werd verdaagd tot Donderdagmiddag 3 uur.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1912 | | pagina 5