A I g e in e e n
Nieuw8- er> Adverteniieblari
0 o r
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Van Houten's
Cacao
No. 5740
Dondeidag 21 Maart 1912.
52 Jaar^ang.
HIN DBRW ET.
Binnenland.
EBBSTE BZ_._A.X3.
Moot lichi van kleur
Goede pittige cacaosmaak
De beste voor den prijs.
1
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika f 1,65 en voor
het overige Buitenland 2,— Men abonneert zich by alle Boekhando-
!.aars, Postdirecteuren en Brievenbusbouders.
T e 1 e f o o a No. 25.
ADVERTENTIENi
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer /0,10.
By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzeilde advertentie wordt de
prys slecbts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar piaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien v6or 1 aur op den dag der uitgave.
TWEEDE KAMER.
Vergaderirig van Dinsdag.
Ingekomen is een missive van den heer Ferf,
houdende mededeeling dat hi], tengevolge van
zijn benoeming tot lid der Eerste Earner, ontslag
neemt als lid der Tweede Earner.
De Voorzitter wijdt eenige waardeerende
woorden aan den heer Ferf, die gedurende 20
jaren lid der Tweede Earner was, en steeds
een ijverig aandeel nam in haar werkzaamheden.
Bakkerswet.
De Voorzitter uit den wensch dat de volgende
week met de behandeling der Bakkerswet zal
kunnen worden begonnen, en noodigt de leden
uit amendementen, welke niet meer in het ge-
wijzigd ontwerp passen, in te trekken, of door
andere te vervangen.
V ogelwet.
Bij de hierop voortgezette beraadslaging over
het wetsontwerp, houdende bepalingen tot be-
scberming van in het wild levende vogels,
verdedigt de heer Tydeman nader zijn amen-
dement op artikel 1, om de „zwarte lijst" van
onbeschermde vogels te doen vervallen.
De heer Duymaer verzoekt de Aalscholver,
die in het noorden van Overijssel veel schade
aanricht onder de visch, alsnog op de lijst te
brengen.
De Minister van Landbouw verklaart op dat
verzoek niet in te gaan. Bet betoog van den
heer Tydeman, wat aangaat het onderscheid
tusschen nuttige en schadelijke vogels, acbt de
Minister onjuisf. Ten onrecbte meent de beer
Tydeman dat het amendement der commissie
van rapporteurs betrekking had op die uitvoer-
baarheid der wet.
De heer Teenstra verklaart zich bereid, tegen
het amendement-Tydeman te stem men, nu de
Minister bet amendement der Commissie beeft
overgenomen.
Nadat de heer Poliema verklaard had tegen
art. 1 te zullen stemmen, omdat de Minister
niet motiveert van welk beginsel hij uitgaat
bij de samenstelling der lijst van scbadelijke
vogels, wordt het amendement-Tydeman ver-
worpen met 53 tegen 8 stemmen.
Art. 1 wordt daarna goedgekeurd met 57
tegen 6 stemmen.
Aan de orde was daarna art. 2 (verbod van
vangen, dooden en verkoopen enz. van beschermde
vogels) licht de heer Rink twee amendementen
toe, lo. om in plaats van ,/ten verkoop voor-
banden", te lezen /voorhanden", er, 2°. om
00k te verbieden bet voorhanden bebben, te
koop aanbieden, verkoopen of afleveren van
huiden of vleugels van beschermde vogels.
Be heer Koolen is van oordeel dat bet eerste
amendement de wet veel slechter zou maken,
want men zou dan 00k bij partieulieren voor-
mssmg-smmt 5S32225
banden beschermde vogels in beslag nemen
eveneens beschermde vogels in musea.
De heer Hugenholtz bestrijdt het eerste
amendemeut op ongeveer dezelfde gronden.
Spreker had er niets tegen dat de afschuweiijke
mode van het vogellijken dragen verdween,
maar het amendement zou zich niet alleen
richten tegen de leveranciers, maar 00k tegen
de dames, en dat ging spreker te ver.
De heer Poliema bestrijdt bet eerste amen
dement. De heer Teenstra is bet in beginsel
met het tweede amendemeut eens, en hoopt,
dat de voorsteller er in slagen zal, het bezwaar
te ondervangen, dat de winkels, waar vleugels
en vederen voorhanden zijn, bemoeilijkt worden.
De beer Lieftinck zet uiieen, dat 't amen
dement zeer onpraetiseh is. Trouwens men
maakt vaak kunstmatig, eigenlijk uit niet, of
uit veereu van kippen enz., vederen en vleugels
voor hoeden.
De heer van Idsinga sluit zich bij de heeren
Hugenholtz en Eoolen aan.
De Minister bestrijdt het amendement, dat
te kras is. Men kan toch maar niet elke par-
ticuliere verzameling of elke verzameling in
musea vernietigen. Wilde de heer Rink°zijn
doel bereiken, dan moet hij zijn amendement
overbrengen naar bet artikel, dat clandistienen
verkoop strafbaar stelt. Ook het tweede amen
dement heeft eeD ongetwijfekl goede bedoeling,
maar gaat te ver.
De heer Rink trekt het eerste amendement in,
waarna de beer Eoolen als sub-amendement op
het nu nogovergebleven tweede amendement-Rink
voorstelde om voor bet woord voorhanden
bebben" in te voegen „tenverkoop".
De Minister adviseert den heer Rink ook zijn
tweede amendement in te trekken*. De Minister
moet het beslist ontraden.
Nadat de beer Rink hefc sub-amendement-
Eoolen heeft overgenomen, wordt 't aldus ge-
wijzigde amendement-Rink aangenomen met 33
tegeD 23 stemmen. Artt. 2 en 3 worden daarna
goedgekeurd.
Op artikel 4 (kievitseieren) lichtte de heer
Van Foreest een amendement toe, strekkende
om bet zoeken van kievitseieren toe te laten
tot 30 April en bet vervoeren en verkoopen
tot 4 Mei. ([let ontwerp wil het zoeken toe-
laten tot 25 April en het vervoeren en verkoopen
tot 27 April).
De heer Hugenholtz verdedigde een door hem
•voorgesteld amendement, strekkende om het
zoeken van kievitseieren toe te laten tot 28
April en het voorhanden bebben, vervoeren en
verkoopen tot en met 30 April.
De beer Tydeman vraagt of er nu voortaan
volledige vrijheid zal zijn om kievitseieren te
rapen, dus of men zonder vergunning nu van
den eigenaar ook op zijn grond eieren mag
rapen.
De beer Roodhuyzen vraagt den Minister, of
hier aanleiding was om in te grijpen in een
jaren lang bestaande volksgewoonte.
De Minister verdedigt het Regeeringsvoorstel,
dat steunt op deugdelijke adviezen van des-
kundigen, en door noodzakelijkheid geboden
werd. De rechten van den eigenaar, om toegang
tot zijn gronden te weigeren, blijven onverkort.
De heer Van Foreest wijzigt zijn amendement,
zoodat het zoeken van kievitseieren is toege-
laten tot en met 30 April, en bet verkoopen
van het laatste raapsel tot en met 3 Mei.
Nadat de heer Hugenholtz zijn amendement
had gewijzigd, dat het woord tot vervangen
werd door de woorden tot en met, nam de
Minister dat amendement over, waarna de beer
Van Foreest zijn amendement mtrok, en artikel
4 werd goedgekeurd.
Blijkens het Maandag verschenen rapport
der Staatscommissie omtrent den toestand van
het binnenschipperybedrijf beveelt zjj, na tot
eenige conclusion van algemeenen aard te zijn
gekomen, in hoofdzaak de volgende verbete-
ringen en raaatregelen in het belang van
bet bixmenschipperijbedrijf aan
Scbipperspatenten, rijkssteun voor het on-
derwijs aan schipperskinderen met leerplicht,
overheidstoezicht op de binnenvaart, installing
van den monsterrol ter verbetering van de
verhouding tusschen schipper en knecht en
de booge knechtsloonen, scbippers-leenbanken,
normale afmetingen voor de scbutsluizen op
de waterwegen, rijksonderhoud van de hoofd-
waterwegen in Friesland, verbetering van den
Gelderscben IJsel, van de Mark en van den
Dintel in Noord Brabant.
Verbetering van den zijtak in het Amster-
damsehe Veld en Drenthe en der kanalen van
de Overijsselsche Eanalisatiemaatschappij, on-
derzoek naar aanleg en verbetering van de
vluchthaven of ligplaatsen langs de groote
rivieren en de Zuiderzee, vooral Jangs de Zuid
Hollaudsche en Zeeuwsche stroomeu.
Meer voeling met de organen van de schip-
perij, eenvormigheid in de wijze van betonning,
brug- en sluisverlichtiug en seingeving beper-
king van het ongeriefelijke oponthoud bij ge-
sloten spoorbruggen, betere regeling der voor-
schutting met name aan den sluis aan den
Overtoom te Amsterdam en den sluis te Lemmer
niet scherper topzicht op de plichtsvervulling
inzake voorschutting door bet sluispersoneel.
Voorts algemeene rijkspolitieregeling voor de
binnenscbeepvaart versterking en verbetering
van het politietoezicbt op de stoom- en sleep-
vaart, regelmatig systeem van heffing.' van
scheepvaartrechten, afsehaffing van de scheep-
vaartrechten op de andere belangrijke scheep-
vaartwegen, volledige wettelijke regeling voor
de binnenscheepvaart en ten opzichte van den
rechtstoestand van de binnenscbipperij en de
vervoerovereenkomst 0. a. internationale regeling
der vervoerovereenkomst.
Officieele toelating van scheepsbevrachters,
wettelijke regeling van het sleepcontract, bij-
zondere organisatie voor de bereehting van
scheepvaartzaken en verplichte inschrijving van
vaartuigen boven 10,000 E.G. draagvermogen
met meting van overheidswege.
TER NEUZEN, 20 Maart 1912.
Door Burg, en Weth. dezer gemeente is
benoemd tot adjunct-opperbrandmeester deheer
G. J. Balkenstein Jr.
Naar wij vernemen hebben Gedeputeerde
Staten van Zeeland op een verzoek van den
heer H. Eoelmans en een aantal anderen, inge-
zetenen dezer gemeente, om het besluit van den
Raad tot oprichting eener H. B. S. met 3 jarigen
cursus te vernietigen, of althans zoolang te
schorsen, tot over de financieele zijde der
onderneming voldoende kan worden geoordeeld,
geantwoord, dat Gedeputeerde Staten niet be-
voegd zijn, om aan bun verzoek te voldoen.
Door de bootwerkersvereeniging ,/Recht
en Plicht" albier is aan de expediteursfirma's
toegezonden eene door die vereeniging opge-
maakte loonlijst, waarbij is gevoegd een schrijven
van den volgenden inboud
De bootwerkersvereeniging ,/Recht en Plicht"
te Ter Neuzen heeft in hare huisboudelijke
vergadering van 6 Maart, na rijp beraad be-
sloten het volgende ter Uwer kennis temoeten
brengen
Zooals U weet is de toestand in ons bedrijf,
vooral met het oog op hetgeen in de laatste
jaren zoo nu en dan is voorgevallen, en voor
U en voor de bootwerkers onhoudbaar.
Het ontbreken van een vaste loonregeling is
o. i. de oorzaak dat zich herhaaldelijk minder
aangename verwikkelingen voordoen.
Daarom hebben wij ons in bovengenoemde
vergadering bezig gehouden met het ontwerpen
van een loonlijst of standaard, die, mocht zij
Uwe goedkeuring verwerven, een herhaling
daarvan zal voorkomen.
Het spreekt van zelf, dat werkgever en werk-
nemer zich beiden aan de bepalingen, daarin
vervat, hebben te houden en, eveneens in beider
belang, voor de richtige naleving te zorgen.
Bij een nauwkeurige beschouwing van dit
ons werk, zal het U blijken, dat wij ons hebben
laten leiden door de gedachteover het geheel
moeten de arbeidsloonen in onze haven, met
hetoog op de concurrence, die van onze na-
burige havens niet overtrelfen.
Wij twijfelen dan ook niet of U zult ons
met een goedgunstig antwoord vereeren, doch
wenschten, dat U ons bet antwoord zond voor
of op 1 April 1912.
Gaarne zagen wij echter, dat U kon besluiten
tot het houden van een conferentie, tusschen
patroons en het bestuur en commissarissen der
vereeniging, op een door U te bepalen dag en
plaats, ter bespreking van den door ons inge-
diendeu loonstandaard.
Het bestuur hoopt een spoedig en goedgunstig
bescheid Uwerzijds te mogen ontvangen.
De vorige week maakten wij melding van
een z. g. Armenisch geestelijke, die, na in een
deel van Zuid-Holland en Zeeland. gelden te
hebben verzameld, ook naar deze streek was
gekomen om gelden te vragenvoor de in nood
verkeerende Oostersche Christenen. Toen onze
gemeente politie zich nader met hem bemoeide
is de man van bier vertrokken. Niettegenstaande
zyne „goede papieren" werd hij gewantrouwd.
Men stelde ons naar aanleiding van boven-
staande, het volgend bericht ter hand, eene
SEEZE5SCHE
i9'* v«MfaehiJl°< V»a»inlMg-, WoeniiJaff. eo ailitexniiderd op reeridawea »»IJ de »'lrinn P. J. VAM UK MNOB. te Weazen.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
gezien de artt. 6 en 7 der Hinderwet (Staatsblad no.
222 van 1896) maken bekend
dat op heden ter gemeente-secretarie ter visie is gelegd
een verzoek van de Association Cooperative Zelandaise de
Carbonisation te Ter Neuzen, om vergunning tot het
bouwen eener inrichting, dienende tot het distilleeren van
benzols en van teer, op het perceel kadastraal sectie G
no. 1578.
en dat op Maandag, 1 April 1912, des namiddags van
3 tot 4 uren, ten raadliuize dezer gejneente, gelegenheid
zal worden gegeven, om tegen het maken dier inrichting
bezwaren in te brengen en deze mondeling of schriftelijk
toe te lichten.
Ter Neuzen, 18 Maart 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. VISSER, L°. Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
N.B. Wij vestigen er de aandacht op, dat volgens de
bestaande jurisprudence niet tot beroep 'gerechtigd zijn
zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet op den
bovenbepaalden dag voor het gemeentebesluur zijn ver-
schenen, teneinde hunne bezwaren in oiulel 11114 toe
te lichten.