Ter Neuzensche Courant Zaterdag 16 Maart 1912. No. 5738. Buitenland. Gemengde berichten. Binnenland. JD EBDB SLAP. Woensdag dook er te Londen een gerucht op, dat een Minister had verklaard, dat de onderhandelingen tusschen mijn-eigenaars en mijuwerkers nog dien dag een regeling zouden opleveren. Maarmen kwam bedrogen uit. De samenspreking, die te Londen plaats had, leidde tot geen resultaat. In het ambtelijke bericht heette het, dat de onderhandelaars tijd moesten hebben om //eenige voorstellen van Asquith in overweging te nemen. Daaruit biijkt dat de regeering nieuwe voorstellen aan de hand deed. Veien verwachten, als gevolg daarvan, dat de mijnwerkers met de mijneigenaars plaatselyk zullen onderhandelen over de vast- stelliug der loonschaal. Dit zou een coneessie van de mynworkers zijn, die er tot dusver op stonden, dat de rege ling niet plaatselyk, maar algemeen zal zyn. L)e Engelsche bladen bevatteu de meest tegenstrydige berichten omtrent de besprekingen. Het parlementslid Haslam heeft verklaard, dat de onderhandelingen allerlangzaamst voort- gingen. Het was tastbaar, dat zij geen resul- taten opleverden. Deze stand van zaken kon onmogelijk langen tijd voortduren, zei bij, het parlement zou tusschenbeide moeten komen, De ,/Pall Mall Gaz." meldt, dat de ministe- rieelen boos zyn op Ramsay Macdonald, den leider der arbeidersparty, wegens zyn te Rad- cliffe gehouden redevoering. Zy zeggen, dat deze meer kwaad heeft gesticht dan de vijan- digste redevoeringen van mijnwerkers. Macdonald heelt toen alle conllicten tusschen de arbeidersparty en de mynwerkers geloochend en voorts viel hij de regeering hard over haar laksche wijze van optredeu. Merkwaardige kalmte en ordelykheid ken- merkt de staking in Engeland. In enkele Bchotsche dorpen zyn brood winkels- gepluuderd en is brandstot gerootd. Er wordt niet bij gemeld of stakende mijuwerkers hieraan deelnamen. Dit is alle wanorde die tot dusver voorviel in Engeland, met zyn D/g millioen leegloopende werklieden. Onverzwakt duurt de staking voort, maar het wordt als een stap naar den vrede be- sc.bouwd, dat de mynwerkers met de mijn- eigenaars van de verschillende streken in ouderhandeling willen treden over het minimum- loon. Nadat de fabrieken te Sheffield buitengewone moeite deden om liun bednjf gaande te houden, wordt nu de eene fabriek na de andere gesloten. Het geett minder verlies het bedryt stop te zetten dan voor een tou kolen 19 L/3 gulden te betalen. In het Duitsche mijnstakingsgebied gaat het heel wat woeliger toe. Er wordt gevochten en geschoteu dat het een aard heett. Te Ilerne is Woensdag weer op politieagenten geschoten, die natuur.yk terug sehoten. Een 20jarige mrjn- werker kreeg een schot in het been. Te Hamborn zyn vier personen in hechtenis genomen, die op beredeu patrouilles geschoten hadden, een persoon, omdat hij met een stuk ijzer naar een commissaris van politie had geworpen. Woensdag is te Buer door een gendarm de rnijnwerker Zapolla doodgeschoten. Men had de gendarmes met steenen geworpen, waarop zy een van de daders in hechtenis narnen. Door meerdere personen aangevallen, moest zij toen van de schietwapenen gebruik maken. Bij de toenemende onlusten heett het be- stuur van den sociaal-demokratischen mijn- werkersbond een dringende waarschuwing tot alle stakers gericht om zicb rustig te houden. „Voert den strijd kalm en ordelijk, mijdt den alkohol, en wijst alle slechte elementen van u af," zoo luidt de oproep aan de stakers. In een vergadering van het bestuur van de vereenigiug van mijn-eigenaars te Essen is de bescherming van werkwilligen over het algemeen geheel onvoldoende genoemd. Hoewel de regeering tot dusver weigerde militairen naar het stakingsgebied te zenden, wordt uit Essen gemeld, dat het huzarenregiment te Krefeld, de zoogenaamde danshuzaren, bevel ontvangen heeft, zich gereed te houden om naar het stakingsgebied te gaan. Volgens de ,/Koln. Ztg." staakten van de 360,000 mynwerkers in Westfalen er 216,000, waarvan de kleinste helft uit ongeorganiseerden en christelijke mijnwerkers bestaat. De dag van Woensdag was in zoover be- langrijk, omdat volgens het arbeidsreglement contractbreuk eerst bestaat, wanneer de mijn- werker zonder genoegzamen grond drie dagen van zijn werk wegblijft. Woensdag stonden de stakers dus voor de vraag, of zij zich daar- aan schuldig zouden maken, en het aantal stakers steeg tot 60 pet. Per briefkaart krygen de stakers aanzegging dat de mijndirecties hun namen van de lijst der mijnarbeiders geschrapt hebben en dat zij wegens contractbreuk zes dagloonen verbeurd hebben. De gevolgen van de mijnstaking treffen in Duitschland ook allereerst de ijzer-industrie. Te Duisburg hebben twee der grootste ijzer- en staalsmelterijen nu reeds sterk van het gebrek aan kolen te lijden. Spoedig za! een deel der smelterijen stopgezet moeten worden, waardoor 600 man zonder werk komen. Uit Geseke wordt bericht, dat twee cement- fabrieken haar werkvolk afgedankt hebben. Te Gelsenkirchen is het aantal stakers gister tot 73 procent gestegen. Te Wattenscheid werden 12 personen gear- resteerd. Bij een oploop voor de mijn raakte een 7jarige jongen onder een bakkerswagen en werd doodelijk gewond. De politie te Hamborn is nog met 130 agenten uit Dusseldorp versterkt. Er zyn nu al 4 interpellaties over de mijn staking bij den Duitschen Rijksdag ingediend, waaronder een van de vrijzinnigen. die de re geering vraagt welke maatregelen zij zal nemen om de staking spoedig te doen eindigen. De overige interpellaties betreffen de bescherming van de arbeidswilligen. De Rheinisch- Westfalische Zeitung" schrijft, dat het kolensyndikaat is aangewezen op kolen- voorraden, die hoogstens voor twee weken toe- reikend zijn. De productie van de Roerkolen bedroeg voor de staking 260,000 ton per dag na den eersten stakingsdag was zij gedaald tot 160,000 en na den tweeden tot 120,000, terwijl men haar thans, na den derden dag, op nau- welijks 80,000 geschat. Aanslag op den Koning van lialie. Toen Koning Victor Emanuel zich Donderdag- morgen naar het Pantheon begaf om de mis ter nagedachtenis van Koning Humbert bij te wonen, loste een man 3 revolverschoten op hem. De Koning bleef ongedeerd. De dader werd gegrepen. De Koningin die ook in het rijtuig zat, bekvvam evenmin eenig letsel. De aanslag vond plaats op de Via Lata in de nabijheid van de kerk Santa Maria, bij het Corso Uinberto en het Palazo Doria. De Koning en zijn gemalin ver- volgden hun weg naar het Pantheon, waar de Koning den Minister van onderwijs een verhaal deed van den aanslag. Majoor Lang, de com mandant van de lijfwacht der kurassiers, werd door een van de kogels getroffen en viel van zijn paard. Men bracht hem naar het ziekenhuis. De dader gaf bij. de politie op, dat hij Antonio Dalba heette, 21 jaar oud en als metselaar werkzaam was. Toen de Koning en zijn gemalin na de mis het Pantheon verlieten, werden zy door de menigte, die zich intusschen voor het gebouw verzameld had, geest.driftig begroet. De volks- menigte liep achter het koninklijke rijtuig aan, dat denzelfden weg naar het Quirinaal terugreed en riep voortdurend Leve de Koning Leve de Koningin! Leve het Huis van Savoye Korten tijd daarop reed de Koning in een open automobiel naar het ziekenhuis, om majoor Lang een bezoek te brengen. Hij werd voortdurend door het volk toegejuicht. T W E E D E K A M E R. Vergadering van Donderdag. Na de pauze worden eindstemmingen ge houden over de Armenwet en over de Erf- gooierswet. Beiden worden zonder hoofdelyke stemming goedgekeurd. Hierna komt in behandeling het wetsontwerp houdende bepalingen tot bescherming van in het wild levende vogels. Het algemeen debat wordt geopend door den heer Fleskens, die voor het ontwerp dankbaar, maar niet er door voldaan is, daar het nog niet rationeel genoeg is voor de vogelbe- scherming. Uitsluiting van bescherming van een zekere kategorie van vogels, die voor den landbou w schadelijk zijn, zooals roeken, spreeuwen, musschen, is noodzakelijk, wil deze Vogelwet ooit bij den landbouwenden en tuinbouwenden stand populair worden. De heer Van Nispen (Nijmegen) betoogt dat de Minister waar het ontwerp oorspronkelijk beoogd heeft bescherming van alle in 5t wild levende vogels, van welke hoofdlijn echter is afgeweker., goed zal doen een spaarzaan ge bruik te maken van de bevoegdheid, hem bij het ontwerp gegeven, om bij algemeenen maat- regel van bestuur de vogels aan te wijzen, die van bescherming zijn uitgesloten. Spreker dringt verder aan op verbod van blinde lokvogels. De heer van den Berch van Heemstede klaagt dat de Regeering bij dit ontwerp te theoretisch en te eenzijdig is te werk gegaan, en niet gelet heeft op bezwaren, die verschillende organen op jacht- en vogelgebied hebben geopperd, en wier adressen eenvoudig genegeerd werden. De heer Tydeman betoont zich voorstander van vogelbescherming in het algemeen. Voor hem is de ratio van wettelijke vogelbescherming dat alle vogels beschermd moeten worden tot instandhoudiug zoowel van de vogels zelve en van de vogelsoort. Daarom is het een bekrompen standpunt om de vogelbescherming te baseeren. zooals dit ontwerp doet, uitsluitend op de econo- mische belangen van den landbouw, tuin- bouw enz. Men had zich bij dit ontwerp moeten bepalen tot het tegengaan van vogelmoord op groote schaal, door verbod b.v. van het gebruik van uitmoordende middelen, als netten van een KM. lengte e. d. De Minister is uit den weg gegaan voor den land-en tuinbouwenden stand, en heeft zijn be- ginsel van algemeene vogelbescherming opge- geven. Door een lijst te geven in het wets ontwerp van de als schadelijk aan te merken vogels, zal men zich uit den aard der zaak bij uitstek gaan toeleggen op uitroeiing van die vogels. Spreker behoudt zich zijn stem alsnog voor. De heer Feenstra oordeelt dat dit wetsont werp de bestaande anarchie op het gebied van vogelbescherming zal laten voortduren en meent met de commissie van rapporteurs, dat de thans voorgestelde maatregelen totaal onuit- voerbaar zullen blijken, wat spreker met ver schillende voorbeelden toelicht. Spreker kondigt een amendement van de commissie van rapporteurs aan, strekkende tot verruiming van de vergunning om vogels, door den landbouw enz. als schadelijk beschouwd, te mogen dooden. De heer Hugenholtz klaagt dat het ontwerp niet voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van den kleinen man, zooals de eierenzoekers in Friesland en de vogelvangers. Geen hunner is bij de samenstelling van het ontwerp gehoord. De heer de Beaufovt spreekt in gelijken geest als de heer Tydeman en wijst op het feit dat velen, die met het beginsel van de wet sympa- thiseex-en, de mogelijkheid van haar uitvoering betwijfelen. De heer Lieftinck betwist den heer Tydeman dat alle vogels nuttig zijn, en daarom beschermd moeten worden. In dit verband verdedigt spreker de zoo gewraakte lijstervangst, die niet zoo verschrikkelijk is, en voor 500 huisgezinnen een aardige bijverdienste is, een soort //duurtetoe- lage", welke spreker die menschen gaarne gunt. Spreker zal voor het ontwerp stemmen. De heer Heemskerk, die geen voorstander is van volstrekte vogelbescherming, oordeelende dat deze gebaseerd rnoet zijn op de belangen van landbouw en visscherij, sluit zich aan bij hen, die een te strenge vogelbescherming, waar door vele belangen worden geschaad, afkeuren. In den tijd van den z. g. windhandel werden voor sommige tulpenbollen ongelooflijk hooge prijzen betaald. Doch ook thans komt dat nog wel voor. De heer C. P. Alkemade Cz. te Noordwijk, die in het groot gladiolussen (zwaardlelies) kweekt, verkreeg uit zaad een bloem van een tot nog toe onder de gladiolussen niet voorge- komen kleur, n.l. geel, en noemde deze varieteit vGlory of Noordwijk". Deze werd in, 1910 op de bloemenkenring van de Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, met een getuigschrift van verdienste bekroond. Eenige dagen geleden heeft de eigenaar daarvan 20 kralen (jonge bolletjes) verkocht voor de belaugrijke som van 500, terwyl hij de rest in het geheel wegende een K.G. aan een vak- genoot verkocht voor f 20,000. Op de veiling te Beverwijk, de plaats waar tal van Gladiolus- kweekers woonaclitig zijn, werd een bol, de verscheidenheid Meteor", een zaailing der firma J. B. Bos, te Overveen, verkocht voor 89. Het verzinkende dorp. Omtrent het wegzinken van het Belgische dorp Warmifontaine, dat boven een leigroeve gebouwd is, bevat het //Haudelsblad van Ant- werpen" over deze catastrophe de volgende bijzonderheden Het eerste huis stortte Zaterdagnamiddag in. Het tweede volgde kort daarop en dan weldra een derde. Des avonds lagen er reeds een twintigtal geheel of gedeeltelijk in puin. De kerk en de school kregen gevaarlijke scheuren en moesten haastig ontruimd worden, de grond scheurde open op eene oppervlakte van twee hectaren. De grond is 1 M. 80,omlaag gegaan. Een deel van het dorp zal moeten verlaten worden. Onnoodig te zeggen, dat dit met de leigroeve reeds het geval is. Driehonderd mannen waren werkzaam in de groeve, welke voor een veertigtal jaren werd aaugelegd, en zij haalden dagelijks 30 ton lei op, onder leiding van een Duitschen ingenieur. De mijn ligt omtrent 200 meters onder den beganen grond en men bereikt die lang's een onderaardsch hellend vlak. Men heeft in den schilfersteen 14 galerijen gegraven van gemid- deld 200 meter lengte en verscheidene kamers van 20 meter en meer hoogte, waarvan de ge- welven gesteund moeten worden door kolommen van 5 meters dikte. De eerste verzakkingen werden in de mijn waargenomen voor een veertiental dagen, juist ter plaatse, waarboven het dorp isgelegen. De kolommen weken en de wanden der galerijen en kamers berstten. Dit alles werd toegeschreven aan de werkingen van het onderaardsche water, maar daarbij ook aan het feit, dat niet alle kolommen de regle- mentaire dikte van 5*M. hadden, maar sommige zelfs tot op 1 M. 25 waren rerdund. V eldra wei'd men ook boven de mijn in den grond scheuren gewaar en degemeente-overheid deed een twintigtal huizen ontruimen. Het was hoog tijd, want eenige uren nadien waren er reeds vijf ingestort. Heel den nacht van Vrijdag op Zaterdag duurden de grondverzakkingen voort, en dit over een lengte van 200 M. op 50 M. breedte. Maar de ramp breidt zich meer en meer uit heel de mijn is bedreigd, evenals heel het dorp. Zondag heeft men in de kerk, waarvan een muur gebersten is en een andere gebogen staat, geen mis durven lezen en men heeft de gods- dieustoefeningen in de gemeenteschool moeten verrichten. Het gemeentehuis is geschenrd. Van de ledige huizen bersten de vensterruiten, de daken vallen in en de menschen staan treurend en weenend die langzame verwoesting te beschouwen. M. Rocholz, bestuurder der mijnen van Namen en M. Hardi ingenieur, zijn ter plaatse gekomen om n onderzoek te doen zij hebben niet kun- nen neerdalen in de mijn, die waarschijnlyk voor altijd gesloten zal moeten worden. Eene nu en dan opstijgende stofwolk is voor de toegestroomde menigte het bewys, dat eene nieuwe grondmassa daar beneden inzakt, ter wijl een dof gerommel den beganen grond doet dreunen. Het arme dorp met zyn schilderachtige wei- den en mastenbosschen zal weldra heel verlaten zijn en nog enkel door de toeristen bezocht worden als een overblijfsel van vroegere tijden. Amundsen's Zuidpooltocht. Het aaneengeschakeld reisverhaal van kapitein Roald Amundsen begint 10 Februari vorig jaar. Op 80, 81 en 82 graden zuiderbreedte werden depots opgericht voor den winter. Half April waren deze toebereidselen klaar. Menschen, honden, instrumenten, alles werd onder dak gebracht. Hij had voorraden, o.a. 60.000 kilos zeehondenvleesch, verzameld, en men kon het slechte weer met kalmte tegemoet zien. Een Lux-lamp van 200 kaarsen sterkte verlichte en verwarmde het kwartier, waar den geheelen winter een temperatuur heerscht die nooit onder 68 gr. Fahrenheit daalde. De zon ging 22 April voor goed onder en kwam eerst 4 maanden later weer te voorschyn. Begin September was het weer zoo gunstig, dat de sledetocht naar de Zuidpool beginnen kon. 8 man met 7 sleden en 90 honden gingen op weg. Plotseling echter sloeg het weer om en de thermometer daalde tot 50 a 60 gr. Celsius onder nul, wat een normale tempera tuur voor den winter wasin de Zuidpool- streek. De expeditie verloor verscheiden honden en werd gedwongen terug te keeren. Den 20 Oc tober ging Amundsen wederom op weg naar de Zuidpool. Dezen keer nam hij 4 man, 5 sleden, 52 honden en proviand voor 60 dagen rnede. Den overigen 3 man werd opgedragen het Koning Eduardland te onderzoeken. Het weer was zeer mooi en de reis verliep snel. De temperatuur bleef op 30 gr. Celsius onder 0. De honden waren sterk en gewillig en de kleine expeditie vorderde meer dan 30 kilo meter per dag. Onderweg werden nog ver- -scheidene depots opgericht die als pleister- plaatsen op den terugtocht dienen. Op 9 November kwam Zuid-Victorialand in het gezicht, de voortzetting van het gebergte, dat bhackleton beschreef, en dat zich ten zuid- oosten van de Beardmoregletsjers uitstrekt, 17 November werd de 85e breedtegraad bereikt, waar de zoogenaamde ijsbarriere, waar men tot nu toe over gereisd was, met het vaste land te- zamen komt. Hier werd het hoofdkwartier opgericht. Amundsen volgden van toen af een heel nieuwen weg, om het binnenland te bereiken. Voor de reizigers verhieven zich bergen ter hoogte van 2000 tot 10,000 voet, en naar het zuiden stegen zij zelfs tot een hoogte van 15,000 voet. Op den eersten dag van dit nieuwe ge- deelte van de reis stegen zy met groot gemak 2000 voet. Toen echter kwamen er steile, met ijs bedekte hoogten en bedriegelijke, met sneeuw bedekte afgronden in den weg. Thans ging het langzamer voorwaarts, tusschen 2 groote bergen van 15,000 voet, die de Fridtjof Nansen en de Don I edro C hristoffelsen genoemd werden. 4 dagen na het verlaten van de ysbarriere had men de buitengewone hoogte van 10,600 voet bereikt, Hier werden 24 honden geslacht. Met 3 sleden en 18 honden werd de reis 25 No vember voortgezet. loen ging de weg plotseling weer naar be neden. Twee dagen lang reisden zij door dichte sneeuwstuivingen. Den 30 November kwamen zij voor een gletsjer, dien Amundsen, „de duivels- gletsjer noemde, daar hij allerlei onaangename verrassingen bood. Den 3 December bereikten zij weer een hoogte van 9100 toet en lag er VAN

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1912 | | pagina 9