Tsr NsuzsnschQ Courant
Dinsdag 12 Maart 1912. No. 5736.
TWElBDEl BLAD.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
VAN
Vergadering van Zaterdag 9 Maart 1912.
Voorzitter de lieer A. Visser, waarnemend burgemeester.
Verder aaiiwezig de heeren Drost, Dees, Wieland, Moggre,
De Jager, Scheele, Lensen, De Feijter, De Bruijne, Donze,
Eijke en Van Borssura Waalkes.
De Voorzitter opent de vergadering en stelt aan de orde
1. Notulen.
De notulen der voorgaande vergadering wgrden gelezen.
De heer Drost merkt op dat hij in de vorige vergadering
beeft toegestemd dat de door den heer De Jager voor-
gedragen berekening van de kosten der H. B. S. onge-
veer dezelfde waren als die vanwege Burg, en Weth. door
hem genoemd, wanneer de heer De Jager- van zijne bere
kening afseheidde het bedrag gerekend voor rente en
ailossing. Hij wenscht daarvan aanteekening in de notulen
met het oog op later beroep daarnp.
De heer Eijke merkt op dat in de notulen is vermeld
de voorloopige vaststellmg van de plannen voor het stichten
eener H. B. S. Hij was in de veroitderstelling dat die
plannen defmitief waren goedgekeurd.
De Voorzitter verklaart dat het voorstel was om de
plannen voorloopig vast te stellen.
Hierna worden de notulen, aangevuld met de aanmerking
van den heer Drost, vastgesteld.
2. Ingekomen stukken.
De Voorzitter deelt mede dat deze vergadering is belegd
naar aanleiding van een verzoek van de raadsleden, de
heeren J. de Bruijne, J. J. de Jager en R. Scheele, welke,
op grond van art. 40 der gemeentewet aan Burg, en Weth.
verzoeken een vergadering van den Raad te beleggen zoo
mogelijk nog in deze week.
Zij doen dit verzoek oin de volgende redenen
Sedert de laatstgehouden vergadering van den Raad is
gebleken, dat van alle zijden verzet komt tegen het be-
sluit tot oprichting eener gemeentelijke 11. B. S.,
een request, thans ingediend tot betuiging van adhaesie
aan het'in de vorige zitting behandelde bevvijst, dat het
meerendeel der kiezers zieh heeft verklaard tegen de voor-
genomen sticliting op de wijze, zooals Burg, en Weth.
die hebben voorgesteld.
De verzoekende leden zijn van oordeel, dat op het stand-
punt van de meerderheid van den Raad, die de plannen
van Burg, en Weth. goedkeurde, het niet raadzaain moet
geacht worden het geuomen besluit uit te voeren en deze
meerderheid dus op prijs zal stellen, te kunnen medewerken
tot intrekking, althans tot schorsing van dat besluit,
weshalve zij verzoeken den Raad ten spoedigste in de
gelegenheid te stellen de al of niet uitvoering van bedoeld
besluit in nadere overweging te nemen.
Verder deelt de Voorzitter mede dat dit verzoek van
voornoemde raadsleden betrekking heeft op een adres van
L. J. van der Lubbe en 87 andereu, alien kiezers voor
den gemeenteraad, welke te keunen geven dat zij niet in
de gelegenheid zijn geweest het adres, aangeboden door
871 ingezetenen in zake de voorgenomen stiehting eener
Hoogere Burgerschool, te teekenen en dat zij er prijs op
stellen alsnog te kennen te geven, dat zij met den inhoud
van genoemd adres volkomen insterninen.
Het is niet wel mogelijk alle namen op dat request juist
na te gaan, maar de Voorzitter vertrouwt, dat het ook
werkelijk alien kiezers zijn, die daarop voorkomen. Hij
vraagt wie daaromtrent het woord verlangt.
De heer De Jager wenscht in verband met dat adres het
een en ander te zeggen en begint met de verontschuldiging,
dat het verzoek van hem en twee zijner medeleden, om
eene vergadering van den Raad te beleggen, niet is gericht
geweest aan den Burgemeester, maar aan Burgemeester
en Wethouders. Dit was aan een onjuiste opvatting te
wijteri.
De Voorzitter merkt op dat een verzoek tot het houden
eener vergadering aan Burgemeester en Wethouders kan
worden gericht, daartegen is geen bezwaar, al belegt de
Burgemeester de vergadering.
De heer De Jager neemt nu het woord als volgt:
Mijnheer de Voorzitter.
Waarom een vergadering aangevraagd
Ik wil trachten dit even uit een te zetten.
Ten eersle. Bij elk belangrijk plan, dat aan de kas
der gemeente groote oilers vraagt, worden overal en steeds
de plannen met begrooting, voorzien van de noodige toe-
Iichting, vooraf ter kennis van de leden gebracht, opdat
men na kaline overweging over de plannen kan be-
slissen.
Is dit bij de behandeling der zaak in de vergadering
van 28 December j.l. geschied
Immers neenNadat het plan reeds was goedgekeurd,
is men onverwachts in de laatst gehouden vergadering
met cijfers gekomen. Deze konden, staande die vergadering
niet gecontroleerd worden. VVe werden eenvoudig over-
vallen en overbluft. Wij meenen zelfs te moeten betwij-
felen of in de vergadering van 28 December cijfers konden
genoemd worden. Thans is er gelegenheid die cijfers,
en alzoo den financieelen toestand te overzien.
Daarom behoorde o. i. ook thans eerst een beslissing
genomen te worden over de vorengenoemde plannen.
Ten tweedeIntusschen is van alle zijden verzet ge
komen tegen den bouw eener gemeentelijke H. B. S.
Was het slechts van auti-revolutouaire zijde, dat dit verzet
kwarn, neen, mijne heeren. Volbloed vrijzinnigen keuren
de handeling in deze zaak ten eenenmale af, en zullen
niets liever wenschen, dan dat het besluit hoe eerder hoe
beter ingetrokken worde, ziende op het linancieel oiler,
dat gebracht moet worden.
Bij dat verzet zijn argumenten aangevoerd, die o. i.
zoo steekhoudend zijn, dat wij ten zeerste bevestigd blijven
in onze overtuiging, dat het genomen besluit niet is in
het belang der gemeente en daarom dient te worden
ingetrokken.
Ten derde Ons plaatsende op het standpunt, door den
heer Drost in de vorige vergadering ingenomen, toen hij
zeideZoolany de Raad Raad is, d. w. z. de meerder
heid der kiezers vertegenwoordigt. (Wij willen hier
uitdrukkelijk verklaren, dat deze beschouwing niet onze
overtuiging omtrent dit punt uitdrukt) hebben wij gemeend
dat de meerderheid van den Raad, die zich homogeen
gevoelt met den heer Drost, in verband met het thans
ingekomen adres, gaarne de gelegenheid zou hebben, op
zijn besluit terug te kunnen komen.
Ten vierdeWij waren van oordeel, dat het voor ons
gemakkelijker was, deze buitengewone vergadering aan
te vragen dan voor de vrijzinnige meerderheid en wij hun
daarmede zelfs dienst zouden doen.
"Vandaar onze aanvraag, die hiermede, naar wij vertrouwen
genoegzaam gerechtvaardigd is.
Ten vijfdeThans nog eene beschouwing over de in
de vorige vergadering genoemde cijfers en den financieelen
toestand der gemeente.
De heer Drost, uitgaande van de onderstelling, dat de
belastingen in Ter Neuzen niet laag zijn, geeft ons een
kijkje betreffeside de heffingen der H. 0. van de jaren
1891) tot 1910, en zegt, dat in die jaren die omslag is
verhoogd met 250%, maar vergat daarbij op te merken,
dat de bevolking sedert 1890 ook dermate vermeerderd is,
dat dientengevolge de totaie opbrengst kon bereikt worden.
Voorts wordt melding gemaakt dat, wanneer we van de
leening van 1907 maar allossen, hetgeen wij verplicht zijn,
n.l. /250, in plaats van 1250, hiermede 1000 vrijkomt.
Is de heer Drost vergeten, dat hij en zijne mede-vrienden
juist die schuld ten spoedigste wilden delgen, omdat be-
weerd werd, dat daardoor het inaterieel der beerruiming
zoo vlug mogelijk zou betaald zijn
Was dat geen oorzaak dat de kosten der beerruiming
werden teruggebracht op 1,25 per keer voor de hoogste
klassen Vond bovendien die vlugge ailossing niet hierin
hare oorzaak, dat er vrees bestond, dat het beerruimings-
materieel reeds spoedig zou zijn versleten
Ofschoon wij er niet mee bekend zijn in hoeverre er
reeds beduidende slijtage is, weten we toch reeds uit de
mindere inschrijvingssom van den aannemer der faecalien,
dat er een schadepost zal zijn van jaarlijks pi. m. 400
gulden, op het cijfer van de opbrengst van den beer zelve.
Een niet voorziene tegenvaller
Men leze slechts de raadsverslagen uit de dagen toen
de zaak der reuklooze beerruiming aanhangig was.
Ook dient er op gelet te worden dat tengevolge der
oprichting van de R. C. School jaarlijks pi. m. GOO
minder schoolgeld zal verkregen worden. Verder wordt
genoemd de post van f 1000, die niet meer betaald moet
worden aan Westdorpe, benevens een post van 500,
hoofdstuk 13, Art. 1, wat te sainen 1500 bediaagt.
Waar dit bedrag genoemd wordt voor de exploitatie der
H. B. S. is de vraag toch zeker wel gewettigd of er geen
andere zaken meer te doen zijn die dringende verbetering
behoeven, en zoo niet, was het dan niet beter, dit bedrag
tot ailossing te gebruiken of de 85 opcenten op het
personeel terug te brengen tot 75 of nog minder. Dat
zou ten minste leiden tot verlichting der belasting voor
onze ingezetenen. Hierna volgteen berekeningder ailossing,
zoo oppervlakkig mogelijk becijferd.
Juist in de jaren, dat de gebouwen en het ameublement
het minst aan onderhoud kosten, dat de leermiddelen zoo
goed als geene vernieuwing behoeven, wordt eene kleine
ailossing voorgesteld.
Wel juicht de heer Drost, dat in 1922 de annuiteitsleening
is afgelost en het vrij komende geld ook al zal kunnen
gebruikt worden tot delging der schuld, door het stichten
der H. B. S. ontstaan, doch deze juichtoon kan veilig
acliterwege blijven. Immers is het toch te bespottelijk
om te onderstelleri, dat er in den loop der jaren geene
buitengewone uitgaven zouden te doen zijn, afgedacht
nog van het feit, dat de gewone uitgaven belangrijk kunnen
stijgen.
Om te beginnen, heeft de Drost vergeten te vermelden
dat wij in 1915 twintig jaar lang 1200 hebben toegezegd
voor de Zeeuwsch-Vlaamsche stoomtram, dat noodzakelijk
zou wezen, dat we een nieuw torenuurwerk kregen, dat
ook geschat kan worden op pi. m. 2000dat we nog
steeds wachten op de bergplaats voor het arehief, die
spottenderwijze gezegd, wel geplaatst kon worden onder
de II. B. S. Voorts liggen verschillende straten zoo, dat
noodzakelijk daarin verbetering zou moeten worden aan-
gebracht. Ook wordt dringend noodzakelijk geacht een
nieuwe begraafplaats, en dient er ook gelet te worden
op het brandblusehmaterieel.
De ambtenareu en werklieden zien reikhalzend uit naar
eene goede pensioenregeling.
Tevens willen we wijzen op eene o. i. af keurenswaardige
handeling van Burg, en Weth. die zonder den Raad hierin te
hooren, een tijdelijk ambtenaar aanstelden, om den bouw-
meester bij te staaneene handeling die des te meer
afkeuring verdient, omdat de Raad buiten de gelegenheid
gesteld werd over den persoon, die benoemd werd, inlich-
tingen in te winnen.
En zou het college van Burg, en Weth. in deze zaak tegen-
over den Raad al hare verplichtingen zijn nagekomen waar
aan den Raad de kennisneming werd onthouden van een
brief van den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs
die o. a. toch ook schreef, indien wij wel ingelicht zijn,
dat met de voorgenomen stiehting der H. B. S. niets
grootsch gebeurd was en dat met 1 Sept. 1912 de laatste
steen van de II. B. S. nog niet gelegd zou zijnzoo'n
haast had de zaak- nog niet.
Na deze kleine uitweiding alles samenvattende zal er
van het vrijkomende geld, door den heer Drost berekend,
wel niet veei overschieten, eerder te kort komen, ten zij
men een besluit moeht nemen om geene andere vzerk-
zaamheden meer te laten doen.
Nog wenschten wij eene opmerking te maken, die o. i
ook mede een gevolg zal wezen van de oprichting der
H. B. S. Tengevolge dier oprichting zal er meerdere
arbeid gevraagd worden op de secretarie, en zal men weldra
na de oprichting zien gebeuren, dat nog een ambtenaar
meer moet worden aangesteld, waarbij dan tevens niet uit
het oog verloren moet worden, dat de tegenwoordige
ambtenareu zelve, ook verhooging van jaarwedde kunnen
vragen. Reken hiervoor ook nog gezamenlijk een f 1000
en wij meenen, dat de rekening dan wel wat anders komt
te staan.
Werd in de vorige vergadering er op gewezen, dat bij
matige berekening voor een driejaarlijksche cursus reeds
f 7645 door de gemeente wordt bijgelegd, vergeten is
daarbij te vermelden, dat de school ingericht wordt voor
een vijfjarige, zoodat deze rekening zeker nog met een
f 10,000 verhoogd moet worden.
Bovendien wordt in dezelfde vergadering reeds besloten,
den hoofdelijken omslag te verhoogen met pi. m. /4000,
waarvan direct te bestemmen voor de H B. S. 3000,
dus zoo zeker is men toch niet, dat geene meerdere
belasting moet betaald worden. Men neemt nu reeds bij
voorbaat om later nog meer te nemen. Nog maar ver
hooging der opcenten op het personeel, wellicht nog wel
eene straatbelasting
Te rijmen valt het besluit niet met een besluit, genomen
in de vergadering van 30 Maart 1910, met algemeene
stemmen zelfs, waar het ging om een heel wat minder
bedrag en waar het toen luiddegelet op de financieele
draagkracht. der gemeentetrekt in zijn besluit d.d. 7
September 1909 en verzoekt B. en W. ten spoedigste
plannen in te dienen, ter voorziening in meerdere ruimte
voor het M. U. L. O. in deze gemeente op voor de ge
meente voordeeiigste wijze.
Toen was o. i. het juiste standpunt ingenomen wat de
behandeling betreft. Eerst rekenen en daarna besluiten.
En ten slotte mijne heeren
De heer Drost heeft in de vorige vergadering zijne rede
geeindigd met het uitspreken der schoone leuze "oLuctor
et Emergo" we zullen worstelen en we zullen overwinnen.
Maar als men die krachtige leuze aanheft, dan moet
men de beteekenis van die leuze verstaan en dan moet
men den oorsprong der leuze kennen.
Die leuze, ze is neergeschreven in het wapen van
Zeeland, toen ons voorgeslacht streed voor een rechtvaar-
dige zaak, voor de zaak der vrijheid. Nu wordt er door
de meerderheid in dit college geen strijd gevoerd voor
de vrijheid, maar maakt men eenvoudig misbruik van
zijn macht, en dringt aan de ingezetenen een H. B. S. op,
die niet begeerd wordt.
De Voorzitter onderbreekt den spreker en kan niet toe-
laten dat hij op deze wijze voortgaat.
De heer De Jager: Ik heb toch het woord mijnheer de
Voorzitter.
De Voorzitter: Zeker, maar niet op die wijze, de uit-
drukking »misbruik van macht" komt niet te pas.
De heer De Jager vervolgt
Wij toonden u aan, dat de stiehting en het onderhoud
dier school de draagkracht der ingezetenen te boven gaat,
dat die school niet is in het algemeen beUng noch minder
in het belang onzer woonplaats.
Tot nog toe houdt de meerderheid in dit college den
eisch vast. Wij willen die school en wij stichten die,
ook tegen den wil der kiezers die wij hier vertegen-
woordigenal zijn wij in ons binnenste ten voile overtuigd,
dat deze inrichting van de gemeente ontzaglijke offers
vraagt Welnu, mijne heeren waar de heer Drost de leuze van
het Zeeuwsche wapen »Luctor et Ernergo" in deze brandende
kwestie zijne beteekenis ontneernt, daar teekenen wij
protest aan en roepen u toeWerp weg die voor u
valsche leuze en schrijf boven uwe eigen raadszetels
»Macht gaat boven recht en die mij tegenstaat verpletter
ik." Van dit verweer en verwijt nemen wij geen woord
terug, zoolang dit onzinnig besluit gehandhaafd wordt.
De Voorzitter onderbreekt spreker onder deze laatste
woorden opnieuw, verklarende hem het woord te moeten
ontnemen als hij zoo voortgaat.
De heer De Jager beroept er zich op, dat hij aan het
woord is en wat hij zegt zijn feiten; de heer Drost mocht
in de vorige vergadering ook ongestoord heel veel dingen
zeggen.
De Voorzitter heeft er niets tegen, dat er veel gezegd
wordt, maar niet op zoo'n manier, wel wanneer het op
een fatsoenlijke nette wijze geschiedt.
De heer De Jager verklaart fatsoenlijk te zijn.
Hij vervolgt daarna
Zelfs al stonden wij in deze zaak geheel alleen, wij
zouden niet schromen dit woord uit te spreken, maar
met hoeveel te meer klem kunnen wij u dit toevoegen
maar wij weten, dat zij het ook buiten deze vergadering,
aan onze zijde staan honderden personen, die door hunne
handteekening tegen uw besluit getuigen.
Uw college kan weigeren zijn besluit te herroepen, wat
ons betreft, wij zullen strijden tot den einde toe en wij
vertrouwen, dat straks na uwe onverhoopte weigering uit
Neuzens ingezetenen een verzoekschrift zal worden gedaan
aan H. M. onze geeerbiedigde Koningin, met de dringende
bede Vernietig het besluit, dat de gemeente Ter Neuzen
fmancieel ten gronde richt.
Doch laat dit echter niet noodig zijn, waar U, als in naam
van de meerderheid der kiezers gevraagd wordtTrek in
het besluit tot stiehting eener H. B. S. of schorst het, tot-
dat uit den geldelijken steun der omliggende gemeenten
voldoende blijkt, dat de totstandkoming der inrichting
geacht kan worden een zaak van algemeen belang te zijn.
Dan eerst kan de Gemeenteraad, gesteund door het
grootste deel der ingezetenen, zich tot den Minister wenden
met het verzoek deze gemeenschappelijke bijdrage door een
flink subsidie zoodanig aan te vullen, dat de stiehting der
II. B. S., zonder groot bezwaar voor de gemeentekas, kan
geschieden.
Laat de meerderheid in dezen Raad, thans niet als de
eerste rnaal, na een belachelijke schifting der handteeke-
ningen, het verzoek der ingezetenen voor kennisgeving
aannemen, maar laat ze toonen, dat ze karakter genoeg
bezit, om een geinaakte fout te erkennen en te herstellen.
Dan zal de leuze »Luctor et Emergo" ook in den mond
der meerderheid geen schijnleuze zijn.
Maar blijft de meerderheid ons den handschoen toe-
werpen, welnu, zooals we gezegd hebben, we zullen dien
strijd aanvaarden en niet de wapenen neerleggen voordat
ons uit het kabinet der Koningin wordt toegeroepen
Uwe klacht is ongegrond Maar dat woord zal het ant-
woord niet zijn op de vraag die we tot Hare Majesteit
zullen richten
»Kan Uwe Hoogheid het dulden, dat een gemeente,
»die eens Haar bezoek met geestdrift vierde, finan-
»tieel ten gronde gaat door de uitvoering van een
besluit, waartegen bijna de geheele bevolking haar
»protest laat hooren
De heer Wieland verklaart op het gesprokene door den
heer De Jager ja en amen te kunnen zeggen. Hij acht
de toestand der gemeente niet zoo gunstig. Er zijn ver
schillende rnenschen die bang zijn, tegen den tijd dat ze
hun aanslag-bitjet voor de belasting ontvangen. Nog
onlangs was er eene weduwe die daarover tegen hem
haar beklag deed. Voor zichzelf heeft spreker er geen
bezwaar in, hij kan er wel tegen, maar het spijt hem
voor den middenstand en voor den kleinen man.
Zooals hij in de vorige raadszitting reeds constateerde,
er zijn er ook onder de raadsleden, die tegen hun aanslag
protesteeren of een briefje insturen, waarin ze te kennen
geven te hoog te zijn aangeslagen en daarom verzoeken
lager geplaatst te worden, hoewel ze reeds een jaar of
dne meer hebben betaald. Als men tegen z'n aanslag
opkomt moet men gegronde reden opgeven, spreker wil
dat voor zichzelf niet doen. Hij meent dat men moet
trachten volk naar de gemeente te lokken, maar ze niet
moet afweren.
1 De heer Dees wil eene kleine opmerking maken, naar
-aanleiding der woorden van den heer De Jager, waarmede
hij overigens geiieel kan instemmen. Deze heeft gezegd
dat de rekening van de exploitatie der H. B. S. thans is
te overzien. Dit is onjuist. Die rekening is nog niet te
overzien, daar dit zal afhangen van de rijkssubsidie.
Zoolang die dus niet bekend is, is ook niet te berekenen
wat de school aan de gemeente kosten zal.
Het spijt spreker dat de zaak zoo loopt, het is een on-
verkwikkeiijke zaak. Reeds op 28 Dec. van het vorig
jaar, toen het besluit tot stiehting eener gemeentelijke
H. B. scliool genomen is, heeft spreker de meerderheid
van den Raad reeds den handschoen toegeworpen en gezegd
laat ons eerst wenden tot de Regeering om te vragen
welken steun wij daarvan te verwachten hebben, maar
dit was tevergeefs, het was de stern eens roependen in de
woestijn. Met een hardnekkigheid, die grenst aan het
koppige heeft de meerderheid haar wil tot hiertoe doorgezet.
Nogmaals het spijt spreker dat het zoo loopt.
Dat het besluit zoo eenstemmig genomen is en wordt
doorgezet ligt ook aan de wijze waarop het is ontstaan,
omdat het niet hier beslist is, maar in een voor-vergadering
in het »Hotel des Pays-Bas". Daar werd door de meer
derheid van den Raad besloten tot de oprichting van eene
H. B. S. over te gaan. Eene vergadering van ingezetenen
volgde daarop, die ook werd bijgewoond door raadsleden
welke zelf het verzoek aan den Raad onderteekenden om
tot de oprichting eener H. B. S. over te gaan, en toen
hier in den voormiddag van den volgenden dag de Raad
vergaderde, werd besloten tot de stiehting, afgezien van
de financieele zijde der zaak.
Er zijn ook tegenstanders van het thans genomen be
sluit die werkelijk in deze gemeente eene H. B. school
wenschen, maar die daarom nog niet van meening zijn
dat de gemeente zich daarvoor groote opolleringen moet
getroosten, in het belang der omgeving.
En wanneer men nu eens tot schifting wil overgaan
van de 80 onderteekenaars van het verzoek tot- stiehting
eener H. B. school, dan komt men ook tot andere resul-
taten. Spreker wil uit bescheidenheid geen namen noemen,
maar brengt onder de aandacht dat daarop 13 ondertee-
keningen van rnenschen voorkomen die geen kinderen
hebben, die zullen het zich, naar hij meent, over de stieh
ting van eene H. B. school, wel niet zoo druk maken.
Dan komen er op voor zoons van raadsleden, die voor-
standers zijn van het besluit. Spreker kan zich voor-
stellen dat die hun vader aangenaam wilden zijn. 5 onder
teekenaars staan er op, die reeds spijt hebben hunne
handteekening er op geplaatst te hebben en een er van
dreigt reeds de gemeente te zullen verlaten, wanneer hij
er naar zijn meening teveel voor moet betalen.
Dan komen er onder die onderteekenaars 12 personen
voor die hebben gereclarneerd tegen hun aanslag in den
hoofdelijken omslag, waaronder 3 van de onderteekenende
raadsleden zelf, die voorloopig een briefje zonden dat ze
te hoog waren aangeslagen en 2 tot 3 klassen verlaagd
werden.
Als men zoo verder gaat, verschijnen die onderteekeningen
in een ander licht. Er hebben ook familieleden van
raadsleden op geteekend, die zullen ook allicht geneigd
zijn familiebetrekkingen die in den Raad zetelen, te steunen
•e andere onderteekenaars, zij die er voordeel inzien
kan spreker hunne onderteekening niet ten kvvade duiden!
het licht in de lijn, dat zij er voor zijn, die hebben ook
gedacht de Raad moet weten hoe hij beslist ten opzichte
van de fmancien.
Maar wat is nu het gevolg geweest van het besluit?
Er is een protest gekomen van 871 personen, maar
daarvan werd niet veel nota genomen, omdat dat niet
alien kiezers waren
De VoorzitterPardon, op grond dat er zoovelen op
voorkwamen die geen belasting betaalden.
He heer Dees: Om het even, er is nu een nieuw request
op gevolgd, de meerderheid der ingezetenen heeft geteekend,
en als men de gemeente rond moest gaan, dan kreeg men
nog meer handteekeningen om tegen het genomen besluit
op te komen.
Ook hij zou gaarne zien dat de vertegenwoordigers der
kiezers het genomen besluit zouden willen schorsen, tot
men eemge zekerheid bezit omtrent de financieele resul-
taten. Doet men dat niet, dan lijkt het er op alsof men
met een schip zonder roer of anker de felle branding
mgaat, in de verwachting dat, als eenmaal het schip dreigt
te zmken, de reddingboot nog wel komen zal om de
equipage aan boord te nemen en dus te redden.
De heer Wieland wil er nog eens op terug komen, dat
hij in de courant gelezen had dat de salarissen van de
leeraren aan zoo'n inrichting (want dat zijn geen onder-
wijzers, die noemen we leeraren) waren verhoogd van
J 4000 tot 4o00 en van 3500 tot f 4000. Dat ziin
cijfers die men hier nog niet kent. Tot nu toe werden
er al eens onderwijzers opgeroepen met 1000 tot f 1100
mkomen en dat was dan omdat men door gebrek aan
sollicitanten meer dan anders moest presenteeren. Zoo
zal het naar hij meent ook verkeerd uitkomen met het
benoemen van leeraren voor de H. B. S., daarvoor zal men
ook meer moeten geven dan thans wordt geraamd. De
zooeven genoemde salarissen werden naar hij meent te
Haarlem gegeven en dan komen die leeraren voor een
paar duizend gulden niet naar hier; die raming zal dus
veel te min zijn.
De Voorzitter geeft te kennen niet te zullen ingaan op
de zoogenaamde gegevens door den heer De Jager aan
gevoerd. Het thans ingekomen adres sluit zich aan aan
het vorige adres en spreker ziet niet in waarvoor eigenlijk
nog eene nieuwe behandeling daarvan noodig is, aangezien
aan de daarin te berde gebrachte bezwaren is tegemoet
gekomen.
Daarin werd verzocht er bij de stiehting der H. B. S.
rekening mede te houden dat minder gegoeden niet te
zwaar zouden worden gedrukt. Uit de uiteenzetting die
m de vorige vergadering door den heer Drost is gegeven
meent spreker dat duidelijk genoeg blijkt dat bij de regeling
dezer zaak aan dat verlangen wordt tegemoet gekomen
en dat was het eenige wat er in stond.
Het thans ingekomen adres verzoekt nog eens hetzelfde
Het komt spreker bevreemdend voor, dat men geen andere
gronden heeft aangevoerd, want of nu de eerste vraag door
800 of door 900 ingezetenen geschiedde, komt volgens hem
op hetzelfde neerhij stelt daarom voor het adres voor
kennisgeving aan te nemen.
De heer De Jager noemt het wonderlijk, hij weet er
geen juisten naam aan te geven, dat op een adres van
80 ingezetenen zoo maar voetstoots wordt ingegaan, dat
daaraan direct gevolg wordt gegeven, terwijl wanneer er
een verzoek komt geteekend door 800 ingezetenen, dit voor
kennisgeving wordt aangenomen, nog eenshij weet aan
die houding geen naam te geven.
De oorzitter herhaalt dat aan het eerste adres door
de financieele regeling der zaak wordt tegemoet gekomen
dat adres kan dus als afgedaan worden beschouwd. Nu
er echter nog een adres van dezelfde strekking komt
hetzij dan van kiezers, spreker heeft niet nagegaan of dit
werkelijk zoo is, maar hij wil dit gaarne gelooven, acht
hij dat met dit adres niet anders dan met het eerste kan
gehandeld worden.
De heer Dees moet er tegen protesteeren, dat aan de
in het request genoemde financieele bezwaren is tegemoet
gekomen. De gemaakte berekening toont ten voile aan,
dat men een aanmerkelijk hoogere opbrengst van den
hoofdelijken omslag moet bereiken en men kan dus niet
aan het bedrag komen, dan door de voile beschikking
over de beurzen der ingezetenen in het algemeen tenzij
men voornemens was het op een bepaalde categorie van
ingezetenen te verhalen en het daaromtrent ook zoo
roerend eens was, wat spreker echter niet hoopt.
De Voorzitter wijst er op, dat men zoo schermt met het
betoog dat de kosten voor de gemeente zoo verbazend
hoog zullen zijn, maar spreker had dezer dagen een ge-
sprek met een der felste tegenstanders en zeide dezen dat
als hij zoo bang was voor de kosten ten laste der ge
meente, dat hij dan niets beters kon doen dan door zijn
handteekening het verzoek aan de Regeering steunen om
eene zoo hoog mogelijke subsidie te verleenen. De be-
doelde tegenstander was daar echter heelemaal niet voor
te vinden, zeggende dat, wat hem betrof, de Minister geen
cent zal geven. Hoe valt dat te rijmen? Dan moet die
persoon toch zelf ook meer betalen Er blijkt uit dat
men geen waarde moet hechten aan de cijfers en be
zwaren die nu worden aangevoerd, maar dat de grond
van den tegenstand dieper zit.
De heer Dees deelt mede dat hij dezer dagen met een
ernstig voorstander van eene H. B. school er over sprak
en deze gaf als zijne meening te kennen, in verband met
het voornemen om van de driejarige spoedig eene vijf
jarige te maken, dat de gemeente alleen daarvan de
kosten nooit zal kunnen betalen ook wijlen burgemeester
Geill heeft in vergaderingen waarin daarover gesproken
werd zich wel eens uitgelaten spreek me niet van een
gemeente H. B. school, dat is een ruine voor de gemeente.
En de Burgemeester van Hontenisse, de heer Collot
d'Escury heeft als lid van het comite voor de stiehting
eener 11. B. school in Zeeuwsch-Vlaanderen als zijne meening
te kennen gegeven dat geen enkele gemeente in deze streek
zelfs in Ter Neuzen niet op zichzelf in staat was
zoo n school te onderhouden, en toen was nog maar sprake
van eene driejarige, n.l. de 3 laatste klassen.
Hier is nu besloten om het toch te doen. Toen op 28
Dec. 1.1. het besluit genomen werd waren geen cijfers
bekend, men heeft gedacht het er maar op te zullen wagen
spreker is er niet voor om zooveel te wagen, ook voor zijn'
persoon is hij een vijand van speculatie, hoe dikwijls toch
ziet men het, dat wanneer de rnenschen voor zichzelf
begmnen wat te wagen, dat dit leidt tot zelfmoord". Hij
hoopt dat de gemeente daarvoor in figuurlijken zin zal
worden gevrijwaard en roept de meerderheid nogmaals toe
schors het genomen besluit.
De Voorzitter stemt toe, dat het bij den heer Dees alleen
een fmancieel bezwaar is dat hem zoo doet spreken maar
stelt de vraag of hij van meening is dat, als de financieele
bezwaren eens vervielen, voor uitvoering van het besluit
steun zou worden ondervonden van alien die er nu onder
aanvoering van financieele bezwaren tegen op komen 7
Daar is geen kwestie van.
De heer Dees gelooft dat ook niet, maar is overtuigd
dat de financieele bezwaren toch over het algemeen het
meest in aanmerking komener zijn ook rnenschen die
er uit gemoedsbezwaar tegen zijn; als dat hun beginsel
is, moet men het respecteeren. De fmancien echter maken
sterken indruk. Men bedenke toch, aan de hand der
geschiedenis, dat eerst toen Alva begon met den lOden
penning te innen, het land in vuur en vlam gezet werd.
Men kan aannemen dat, als het mogelijk kon zijn om
vaststaand aan te toonen dat de lasten voor de gemeente
niet te hoog zouden zijn, men het bezwaar van vele
tegenstanders zou overwinnen
De heer De Bruijne heeft met leedwezen waargenomen
welke geest in de laatste dagen in de gemeente heerscht
hoe de hartstochten worden opgezweept en de burgers
vijandig tegenover elkaar staan, men kan het zien hier
in de raadzaal, zelfs onder ons, zegt spreker, diegeroepen
zijn de belangen der gemeente te behartigen, zijn woorden
gesproken die men anders nimmer hoort en de onder-
linge welwillendheid wordt gemist. Hij zou daarom ook
wenschen dat men trachtte zich eerst te vergewissen van
den steun die de gemeente voor de instandhoudino- der
school knjgen kan en vraagt de meerderheid dringend
om tot dien tijd de uitvoering van het besluit in te trekken
hij smeekt er om dit te doen.
De Voorzitter kan niet anders voorstellen dan hij heeft
gedaan, om nl. het adres voor kennisgeving aan te nemen.
Wenscht ieinand een ander voorstel te doen
De heer Dees, meenende dat het voor de meerderheid
gemakkelijker is dat er van andere zijde een voorstel komt,
stelt voor om het genomen besluit tot stiehting eener
H. B. 8. te schorsen tot bekend is op welke subsidie zal
kunnen worden gerekend.