Ter Neuzenschs Courant
Zaterdag 24 Februari 1912. No. 5729.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
1901
18916,984
1902
21378,70
1903
22503,674
1904
22707,714
1905
24171,654
1906
24348.204
1907
26439,234
1908
26833,924
1909
28926,344
1910
31156,154
VAN
Vergadering van Donderdag 22 Februari 1912.
(V E R V 0 L G.)
3. Verzoek van ingezetenen tot intrekking van
het raadsbesluit lot stichting van eene Hoogere Burger
school.
De Voorzitter doet mededeeling van een adres van
G. Meertens en 870 andere onderteekenaren. waarin deze
te kennen geven met groot leedwezen te hebben kennis
genomen van het besluit van den Raad van 28 Dec. 1.1.
tot oprichting van eene Hoogere Burgerschool
dat immers naar hunne meening de stichting en in
standhouding van een dergelijke inrichting, zelfs met
belangrijke subsidie van het Rijk, van de ingezetenen te
zware offers zal vergen
dat de toestand waarin de arbeiders en de kleine
middenstand in deze gemeente verkeeren geen verhooging
van lasten toelaat
dat de belangrijke offers, die de stichting dezer school
aan de gemeentekas zal kosten, sleehts aan een zeer klein
deel der ingezetenen ten goede zullen komen
dat andere zaken, waardoor een veel grooter aantal
Ter Neuzenaren zeer gebaat zoude worden, daardoor
wegens gebrek aan middelen achterwege zullen blijven
dat zij orn deze redenen den Raad eerbiedig maar
dringend verzoeken bovenbedoeld besluit weder in te
trekken of althans een zoodanige regeling te treffen, dat
door de stichting dezer school de lasten van den arbeider
en den kleinen middenstand niet verhoogd worden.
De Voorzitter vraagt wie hieromtrent het woord verlangt.
De heer De Bruijne verklaart dat het hem voorkomt
dat de gedachtenwisseling die in de laatste weken in
deze gemeente de ronde deed, den vorm, dien ze heeft
aangenomen, heeft gekregen door een zinsnede in het
aangenomen voorstel tot stichting eener Gemeentelijke
Hoogere Burgerschool alhier, of liever in de toelichting
daarop, dat het besluit zou genomen worden, niet lettende
op of afgescheiden van de financieele zijde der zaak.
Daarop is de aandacht gevallen en is men angstvallig
gaan uitzien naar mededeelingen omtrent eene subsidie
die hiervoor van rijkswege zal kunnen worden ontvangen
en ook in hoeverre er te rekenen valt op bijdragen van
de omliggende^ gemeenten voor het instandhouden der
school.
Waar op deze vragen nog geen antwoord is ontvangen,
is het niet te verwonderen, dat die bezorgden in de finan
cieele zijde der zaak, op de wijze zooals thans is geschied,
hebben gemeend aan hunne bezorgdheid uiting te moeten
geven.
Het laat zich toch voorzien dat zelfs in het gunstigst
geval de hoofdelijke omslag dezer gemeente tengevolge
de stichting met enkele duizenden zal moeten worden
verhoogd en ook spreker zou gaarne zien, dat de zaak
nog eens ernstig werd overwogen en onder de oogen
gezien eer men er mede zal voortgaan.
De heer De Jager vraagt of Burg, en Weth. op dit
request advies kunnen geven.
De Voorzitter-antwoord bevestigend.
De heer Drost vraagt het woord. IIij wijst er op dat
dit request nauw verband houdt met de beide volgende
punten der agenda en vraagt daarom of de Voorzitter
hem wil veroorloven, de beide voorstellen van het Dag.
Best., de geldleening van f 60,000 en het vastellen van
het maximum van heffing van hoofdelijken omslag op
35,000, tegelijkertijd toe te lichten, daar dan misschien
herhaling van discussie kan worden vermeden, die bij
afzonderlijke behandeling waarschijnlijk niet uitblijven zal.
De Voorzitter heeft daartegen geen bezwaar.
De heer De Jager oppert bezwaar tegen die regeling
er is thans aan de orde het request van de ingezetenen,
en daarover wenseht hij eene beslissing uit te lokken,
onafhankelijk van de verdere punten der agenda.
De Voorzitter antwoordt dat over elke zaak op
zichzelf zal beslist worden, maar dat ze overigens de
zelfde zaak behelzen en dat het moeilijk is over een dier
punten te spreken, zonder er ook de andere bij aan te halen.
De heer Drost vraagt dan de 3 punten-tegelijk te be-
handelen, daar is dan misschien geen bezwaar tegen.
De heer De Jager acht het gewenscht dat orde in de
zaken gehouden wordt en zou daarom eerst het adres
willen afhandelen en strakjes het overige.
De heer Drost geeft te kennen, de zaak in het request
bedoeld, de oprichting eener Hoogere Burgerschool, moeilijk
te kunnen bespreken en toelichten zonder de cijfers te
noemen die daarbij te pas komen en die aanleiding hebben
gegeven tot de 2 volgende voorstellen van Burg, en Weth.
De Voorzitter wijst er op dat in het adres in hoofdzaak
het bezwaar wordt geopperd dat de stichting der school
een druk zou leggen op de lagere klasse en den midden
stand en als -men nu de cijfers gi hoord heeft, zal blijken
dat dat bezwaar kan vervallen.
De heer De Jager blijft er bij dat hij in elk geval over
het request, als zijnde een afzonderlijk punt op de agenda,
een afzonderlijke beslissing wenseht.
De heer Drost en ook de Voorzitter geven te kennen
dat dit ook de bedoeling is.
Hierop verkrijgt de heer Drost het woord en begint
met te verklaren dat hij hier spreekt in tweeerlei kwaliteit
als lid van het Dag. Bestuur en
als Raadslid.
Voor zoover hij namens het Dag. Bestuur spreekt, zal
hij dit duidelijk doen uitkomen, voor wat hij verder te
zeggen heeft is hij alleen zelf verantwoordelijk.
De cijfers, die hij noemt, zijn alle officieel, ieder der
leden kan zich daarvan ter secretarie der gemeente gaan
overtuigen. Het is dus overbodig te vragen of die cijfers
wel juist zijn en zelfs beleedigend om aan de juistheid
daarvan te twijfelen.
Nadat in de vergadering van 26 Dec. 1.1. de Raad be-
sloot tot de oprichting eener H. B. S., heeft hij in zijn
volgende vergadering mij aangewezen, tijdelijk deel uit
te maken van het Dag. Best.
Ik geloof niet aanmatigend te zijn, indien ik die beide
besluiten in verband met elkander beschouwdat men
van mij verwacht een voortstuwende kraeht om het eerste
besluit tot uitvoering te helpen brengen.
Het ligt danook min of meer voor de hand, dat de
voorstellen, die als gevolg van dat besluit door het Dag.
Best, den Raad bereiken, in de eerste plaats door mij
worden toegelicht en verdedigd.
Ik herhaal, het is mij een genoegen, mijnheer de Voor
zitter, dat U mij daartoe het woord verleent.
Vooraf eene korte opheldering van enkele woorden, door
mij in die Vergadering van 26 December gesproken
Ik heb toen de hoop uitgesproken, dat mijn voorstel
tot het oprichten eener H. B. S. zou worden aangenomen,
zonder te letten op de financieele zijde. Wel heb ik
daarop laten volgen, dat ik niet geloofde, dat iemand
mij van lichtzinnigheid zou beschuldigen, maar achteraf
blijkt mij dat zulks wel het geval is.
De tegenstanders eener H. B. S. willen het doen voor-
komen alsof ik, en met mij alle raadsleden, die voor mijn
voorstel hebben gestemd, dat besluit namen, zonder zich
rekening te geven van de financieele gevolgenzonder
nadenken zonder voorafgaande overweging, wat de kosten
zouden bedragen en of de financieele draagkracht der
Gemeente een dergelijk besluit wettigdedat »voorstel"
en »besluit" eenvoudig een impulsief uitvloeisel waren
van een, eenige uren te voren ingekomen, verzoek van
eenige ingezetenen tot het oprichten eener dergelijke
inrichting van onderwijs.
Het is van algemeene bekendheid, dat de vraag of er
bier eene H. B. S. kan en zal worden opgericht, niet van
vandaag of gisteren isdat de mogelijkheid en de even-
tueele kosten reeds geruimen tijd een punt van ernstige
overweging hebben uitgemaakt.
Reeds den lien Augustus 1910 besloot de Raad met
algemeene stemmen »in principe" tot het oprichten eener
II. B. S. met 3jarigen cursus en een voorbereidingsklasse
en den Hen Maart 1911 tot de definitieve pprichting, indien
de Regoering een subsidie van tien duizend gulden
wilde geven.
In die Vergadering werden alle cijfers van vermoedelijke
kosten en ontvangsten uitvoerig besprokenweliswaar
hadden die cijfers toen betrekking op een H. B. S. met
3e, 4e en 5e klasse en moeten daarom eenigszins gewijzigd
worden, maar niettegenstaande mijn voorstel o.a. gegrond
was op de overweging»dat de door mij voorgestelde
school de geringste financieele offers vergt, hetgeen ook
niet maar zoo klakkeloos was daar neergeworpen maar
voorafgaande bestudeering der cijfers vereischte. werpt
men ons voor de voeten, dat we van de cijfers zelve nog
niets afweten en is men wel zoo vriendelijk de rekening
voor ons op te maken.
Waar die rekening, die overigens eensdeels niet zoo
ver bezijden de waarheid is, opgemaakt werd door be-
sliste tegenstanders van alle openbaar onderwijs en uit-
sluitend dienst moest doen tot opzweeping der lagere
hartstochten onzer minder met aardsche goederen be
deelde bevolking, meenden we daarop te moeten zwijgen,
tot naar onze meening het oogenblik tot spreken gekomen
was. Zoolang de Raad Raad is, d. w. z. vertegenwoordigt de
meerderheid der kiezers, is hij verantwoording schuldig
aan zich zelf en geeft rekenschap van zijne daden, voor
zoo ver en ten tijde zulks hem geschikt voorkomt, maar
reageert niet op aanvallen van partijblaadjes.
Voor hen echter, die niet van kwaden wille zijn, is het
duidelijk, dat er van een ondoordacht voorstel, van het
liemen van een zoo gewichtig besluit, zonder vooraf de
kosten te berekenen, geen sprake is, maar dat ik alleen
de hoop heb willen uitspreken, dat de Raad tot de op
richting zou willen besluiten, afgescheiden van het bedrag
der door de Regeering te verleenen subsidie.
De leden van den Raad. die hebben medegewerkt tot
dat besluit, werpen dan ook die beschuldiging rustig van
zich afeen beschuldiging, van alien grond ontbloot, maar
die door de minder gelukkige keus mijner woorden, voor
sommigen een schijn van waarheid bevatmet wellust
aangegrepen door enkelen, die zich gehaast hebben, daar
van een wapen te smeden, teneinde hunne tegenstanders
te kwetsen.
En nu het adres »van vele ingezetenen."
Het draagt inderdaad een eerbiedwaardig aantal hand-
teekeningen871.
In het algemeen moet niet te veel waarde worden
gehecht aan dergelijke adressen, wanneer men let op de
wijze waarop die handteekeningen worden verzameld
Bij den een beette't »Of U alsteblieft teekenen wil
de Pastoor en de Kapelaan hebben 't ook gedaan.
Bij een ander, ik durf wel zeggen bij vele anderen
»Wat doe je liever, meer belasting betalen of minder 7"
Natuurlijk luidde dan het antwoord: »minder!"
Nou, teeken dan maar op dit adres
Maar die alien heeten dan tochTegenstanders van
de op te richten'H. B. S. 1
Ongetwijfeld om verschillende redenen
Of er tegenstanders zijn, omdat ze alle schoolonderwijs
uit den booze achten, meen ik te moeten betwijfelen
wel is er in den laatsten tijd een strooming in den lande,
om het Oude Testament tot eenig richtsnoer te nemen
voor alle bestuur en kent het Oude Testament geen
schoolonderwijs dan alleen voor profeten, waaraan hier
nog geen behoefte is, maar toch geloof ik niet, dat er
hier in Ter Neuzen vele gevonden zullen worden, die
de consequentie hunner leer zoover durven doorvoeren,
om alle schoolonderwijs af te willen schaffen.
Verder zijn er onder de tegenstanders, ter wille van
eigen- of partijbelang.
Ik kan me zeer goed begrijpen, dat het bestuur en het
hoofd van de Chr. School in de Jozinastraat met leede
oogen hier een H. B. S. zien verrijzenik moet haast
aannemen, dat belanghebbenden bij de R. C. school al
hier eveneens zoo oordeelen, gelet op de wijze waarop het
adres bij de R. C. bevolking ter onderteekening werd
aanbevolen, hoewel de Pastoor indertijd een adres van
adhaesie ten gunste eener H. B. S. en het adres aan den
Raad ter verkrijging eener II. B. S. mede-onderteekende
en mij nog onlangs persoonlijk verzekerde, dat bij hem
uitsluitend de -financieele lasten wogen, mqar overigens
de H. B. S. sleehts ten goede kon komen aan de R. C. school.
Ik kan me begrijpen, dat er onder het Onderwijzend
personeel gevonden worden, die de oprichting tegen hun
persoonlijk belang achten.
Ongetwijfeld zijn er personen, die het adres hebben
onderteekend uitsluitend om anderen ter wille te zijn
zou iemand kunnen noemen, die op het adres voor
een II. B. S. teekende ter wille van zijn liberale, en op
het adres tegen een II. B. S. ter wille zijner anti-liberale
klanten, en daar ook rond voor uitkomt. Zoo zullen er
wel meer zijn
Ja, er is zelfs een tegenstander, die, het voile gewicht
van zijn arnbt en maatschappelijke positie in de schaal
leggende, met vette letters in bladen van verschillende
fichting laat driikken, dat hij is tegen een Gemeentelijke
maar voor een Rijks H. B. S. Zulks wordt den volke
kond gedaan als een oorspronkelijke gedachte, uit een
helder brein in een gelukkig oogenblik ontsproten. Zoo
ver heeft evenwel ieder vroeger ook al reeds gedacht, dat
een Rijks II. B. S. voordeeliger uitkomt dan een Gemeen
telijke.
Het *doet me denken aan iemand, die werkelijk van
honger om een stuk brood vraagt en ten antwoord krijgt
Ik ben er erg voor, dat je wat te eten krijgt, maar je
moet bij 'tBurgerlijk Armbestuur wezenniet bij mij;
daar ben ik tegen
Bij alle dezen geven grootere of kleinere particuliere
of partij-belangen den doorslag, maar die belangen moeten
wijken voor het belang der Gemeenschap.
Dan zijn er onder de onderteekenaars een aantal, ik
durf wel zeggen een zeer groot aantal, die het openbaar
onderwijs in het algemeen en dat aan een openbare
II. B. S. niet het minst, een ramp voor de gemeente
achten.
Ik herinner me nog de woorden, die de toenmalige
woordvoerder der A.-R. partij in de Raadszitting van 11
Maart 1911 sprak.
Ik citeer hier verder uit het officieele verslag van 11
Maart 1911, dat de leden voor het afgedrukt werd ter
correctie kregen, als door den heer Van de Ree gezegd
»Wat een openbare H. B. S. betreft, het is genoegzaam
»bekend, dat het daar gegeven onderwijs gevaarlijk onder-
»wijs is, door de richting waarin de ontwikkeling geleid
»wordt." Hij verklaart daarom »als principieel persoon
»al het mogelijke te moeten doen om het oprichten van
»dergelijke scholen tegen te gaan, om verbreiding van
»het door hem genoemde kwaad te voorkomen. Als men
»nagaat, welke leeraren men aan zulk een school zal
»krijgen, dan is hij bepaald bang daarvoor, want het is
•bekend van welken geest die heeren meer en meer
»doordrongen zijn en dan vreest hij voor de ideeen die
»door dezen hier zullen ingebracht worden en die niet
zullen nalaten invloed op geheel onze streek uit te
»oefenen."
En verder»Het spijt spreker dat de heer Dees, die
»zelf twee zoons op de II. B. S. gezonden heeft, niet heeft
»bemerkt, den nadeeligen invloed die het openbaar onder-
»wijs op hunne ontwikkeling heeft; hij begrijpt dat niet,
»want die invloed is groot, grooter dan men denkt en
•veel erger dan op de lagere scholen."
En nog verder»Hoe liooger het onderwijs hoe ge-
»vaarlijker het wordt. Toen ik in Middelburg school ging,
»was er een leeraar, die van de redeneering uitging, dat
»de menschen eigenlijk niet bestaan. Nu vraag ik, wat
»moet men verwachten van iemand, die er zulke stellingen
»op na houdt."
V, en de heer Wieland»Het is voor mij gelijk aan een
»vergiftkast."
It De heer WielandIk heb met van een vergiftkast
'gesproken, maar van een vergifttaart.
F De heer DrostHet staat zoo in het officieele verslag.
De heer Wieland: Dat is niet juist, velen hier aan-
wezig kunnen getuigen dat ik gezegd heb vergifttaart;
ik had toen het oog op die vergiftigde taart die in den
vorm van een geschenk in die dagen aan menschen ge-
stuurd was, met het gevolg dat de vrouw er van at en
^estorven is.
De heer DrostAls u het dan zoo gezegd hebt, vind
jk de uitdrukking nog veel erger, maar te oordeelen naar
het gif dat in den laatsten tijd kwistig uitgedeeld en
toegediend wordt, zoek ik die vergiftkast of -taart heel
orgens anders.
Trouwens alle tegenstanders van het openbaar onderwijs
gaan niet zoo ver
Waar'b.v. het hoofd der Chr. school alhier in een ver
gadering van het Comite tot oprichting eener Chr. H. B. S.,
nu ongeveer een jaar geleden, in welke vergadering men
reeds zeer moedeloos was omtrent het eventueel slagen,
uitriep
;j »Indien er geen Chr. H. B. S. komen kan, dan zal er
tjok geen Openbare komen," verklnarde Mr. P. Dieleman,
Gveneens een volbloed.A. R. en voorstander van bijzonder
onderwijsDat hij 't daarmede niet eens was, maar in
dat geval de oprichting eener openbare 11. B. S. achtte
in het belang van Zeeuwsch-Vlaanderen.
i Ook mijne geachte mederaadsleden van de rechterzijde
[aan niet alien zoo ver
In de meergenoemde Raadvergadering van 11 Maart 1911
zegt de heer De Jager»In de eerste plaats wil ik
•verklaren dat ik geen tegenstander ben van het op-
"Vichten eener school voor middelbaar onderwijs en dat
•-fik het integendeel zou toejuichen, als in deze streek zulk
leene school kon worden opgericht. Ik geloof echter
»dat de. Raad in deze zeer voorzichtig moet zijn en dat
ajhet nog niet gewenscht is thans reeds over deze zaak
»:een besluit te nemen.
»De inrichting der school zal, zegt men, f 50,000 kosten.
sflVlaar nu zou ik ook wel willen vragen of de Raad over-
»tuigd is dat voor dat te leenen bedrag de rente en
♦dossing gewaarborgd is of men er gerust op is dat dit
lit de belastingen zal kunnen worden gevonden bij de
Jkvetensehap dat verschillende burgers zoo zwaar worden
■redrukt.
I »Ik zou liever wenschen dat de H. B. S. werd opgericht
'floor eene vereeniging, dan wordt daaraan door ieder die
•Wil, en naar vermogen bijgedragen."
En de heer De Bruijne betoogt »dat uit de verschillende
•pesprekingen die hij in de laatste dagen hoorde en ook
»t,elf hield, ten zeerste bleek, dat de behoefte aan hooger
•inderwijs in deze streek allerwege wordt gevoeld. Er
»:s ook gebleken dat meer dan een gemeenteraad zich
•Spmaakt om te trachten eene H. B. S. in zijne gemeente
jevestigd te krijgen om voor haar de voordeelen te ver-
njyerven die aan de vestiging verbonden zijn.
»Maar tegenover die voordeelen staan ook lasten en voor
»deze gemeente wordt geschat dat die lasten eene verhoo-
»ging van den hoofdelijken omslag met 12§ percent zullen
•hoodig maken. Dat is dus een tegenwicht tegenover de
»voordeelen.
j»Nu wijst spreker er op dat, naar hij heeft vernornen,
»de kans op gelukken voor het comite dat zich aan het
werk heeft gezet voor het oprichten eener Christelijke
»H. B. S. weer zijn verhoogd. Waar nu bovendien 2 leden
»van den gemeenteraad in dit comite zitting hebben mag
men toch verwachten dat dezen, als het tot de oprichting
»van een Chr. H. B. S. mocht komen, alles zullen aan-
wenden wat mogelijk is, om deze inrichting hier gevestigd
»te krijgen. Welnu, dan geniet onze gemeente toch de
•voordeelen aan die vestiging verbonden, terwijl de ge-
»meente er niet door op kosten zou komen".
Dit waren dus twee sprekers van de voorstanders van
bijzonder onderwijs, maar die spraken toch niet van een
•ramp" of van een »gifttaart".
En de heer Wieland, voor wien het gelijk aan een
vergifttaart was, »wees er op dat, waar al herhaaldelijk
»is gezegd dat het eerste besluit met algemeene stemmen
»is genomen, hij in die vergadering niet is tegenwoordig
•geweest en hij dus aan het nemen van dat voorstel in
»het geheel niet heeft medegewerkt. Hij is er heelemaal
•niet bij en wil er ook niet aan medewerken. Hij ziet
maar op die 101 reclames tegen den hoofdelijken om-
»slag' en later»Ik zou er niet tegen zijn als de toe-
>>standen anders waren, maar ik zie maar op die 101
»reclamanten."
Terwijl zelfs de heer Van de Ree, die als »principieel"
persoon meent al het mogelijke te moeten doen om het
oprichten van dergelijke scholen tegen te gaan, om ver
breiding van het door hem genoemde kwaad te voorkomen
zeide»Ieder in deze omgeving is overtuigd dat eene
•inrichting voor middelbaar onderwijs hier gewenscht
»en noodig is en daarom kon dat voorstel ook gemak-
•kelijk worden gesteund. Daarbij kwam nog een ander
»motief, dat spreker nl. van meening was dat het niet
•mogelijk zou zijn zoodanige inrichting van particuliere
»zijde te verkrijgen, en alleen zou kunnen geschieden
»wanneer dit uitging van een complex van gemeenten.
Spreker acht het niet noodig een beginsel-verklaring
»af te leggen, ieder weet wie hij is. Daaruit vloeit yoort
»dat hij als antirevolutionnair gaarne zou zien dat, wan-
»neer er in deze streek een M. B. S. komt dit eene bij-
zondere zou zijn, en eerst als gebleken is dat alle
•pogingen om van particuliere zijde zoodanige school op
»te richten niet kunnen slagen, zou hij zijne stem kunnen
»geven, aan een voorstel tot het oprichten eener gemeen-
»telijke."
De principieele opinie van ons medelid den heer Scheele
heb ik uit de raadsverslagen niet kunnen opduiken.
Maar bij .U, Mijne Heeren van de rechterzijde schijnt
'ttoeh in hoofdzaak om de dubbeltjes te gaan!
Welnu, dan heb ik goeden moed, dat straks de voor
stellen van het Dag. Best, met algemeene stemmen zullen
worden aangenomen 1
Trouwens het principe „Openbaar" of „Bijzonder" On
derwijs wordt in het ingekomen adres niet aangeroerd.
Het adres spreekt alleen de vrees uit, dat:
»De stichting en instandhouding van een dergelijke
•inrichting, zelfs met een belangrijke subsidie van het Rijk,
"'an de ingezetenen te zware offers zal vragen.
»Dat de toestand waarin de arbeiders en de kleine
middenstand in deze gemeente verkeeren, geen verhooging
van lasten toelaat.
Dat de belangrijke offers, die de stichting dezer school
•aan de gemeentekas zal kosten, slochts aan een zeer klein
•deel der ingezetenen ten goede zullen komen.
Hat andere zaken, waardoor een veel grooter aandeel
•Ter Neuzenaren zou gebaat worden, daardoor wegens
•gebrek aan middelen achterwege zullen blijven.
Dat zij om deze redenen eerbiedig maar dringend
verzoeken, bovenbedoeld besluit weder in te trekken of
•althans zulk een regeling te treffen, dat door de stichting
dezer school de lasten van den arbeider en klein midden-
•stand niet verhoogd worden."
Het adres is dus uitsluitend van financieele strekking.
Er blijven mij dus ter beantwoording over alleen die-
genen, die te goeder trouw van meening zijn, dat de
lasten voor de gemeenschap te zwaar zullen worden.
Op de overwegingen van het adres kom ik misschien
m het vervolg mijner rede nader terugik wil alleen
reeds dadelijk mijn leedwezen te kennen geven, dat adres-
santen verzuimen aan te geven, welke andere zaken,
waardoor een veel grooter aantal Ter Neuzenaren zou
gebaat worden, door gebrek aan middelen achterwege
zullen blijven.
Ik kan dus niet beoordeelen of zulks het geval kan of
zal zijnmisschien krijgt de Raad dit nog in een volgend
adres onder oogenvoor 't oogenblik meen ik daarop niet
verder te moeten ingaan.
Het adres eindigt met den wensch, althans zulk een
aangeslagen in de
aangeslagen in de
aangeslagen in de
regeling te treffen, dat door de stichting dezer school de
lasten van den arbeider en den kleinen middenstand niet
verhoogd worden.
Mijne heeren, er wordt in het algemeen, en dezer dagen in
't bijzonder, zoo druk geschermd met Hasten" »zware
lasten", »belasting verhooging".
Even wil ik U er op wijzen, dat van de 871 onderteeke
naars van het adres 228 personen niet in den Hoofdelyken
Omslag zijn aangeslagenvoor hen was het overbodig op
het adres te teekenenhunne lasten zullen niet worden
verzwaard. Misschien hebben ze op het adres geteekend
uit medelijden met hunne ruimer bedeelde broeders. Toch
meen ik, voor de waarde van het adres het cijfer van
871 gevoeglijk met 228 te mogen verminderen. Zonder
in de lasten bij te dragen, krijgen ze in verschillenden
vorm hun deel uit de kas der Gemeenschap en mogen
toch aan een ander ook wel iets gunnen.
Er wordt toch door de gemeente betaald voor het
Burgerlijk Armbestuur 6150, voor verpleging van onver-
mogende krankzinnigen 1140, voor bezoldiging aan de
geneesheeren voor het waarnemen der armenpractijk
f 1200 en aan den apotheker voor de geneesmiddelen
der armen f 580, dat is een bedrag aan totaal f 9070
dat wordt uitgegeven voor de minder met aardsche goederen
bedeelde ingezetenen, waarvan dus zij alleen genieten,
behalve dat zij ook nog meedeelen in verschillende andere
zaken, waarvoor door de meergegoeden toch een zeer
groot dee! wordt bijgedragen. Maar degenen, die uit
sluitend van dat genoemde bedrag genieten, zijn toch geen
belasting-betalende ingezetenen.
Onder de handteekeningen komen er meerdere voor van
jongens, die bij hun ouders inwonenvele, die niet door
den persoon zelf daarop zijn geplaatst; ik wil vertrouwen
met hunne toestemming; een was zelfs zoo volijverig, dat
hij zijn handteekening er tweemaal op plaatsteeene
handteekening is met den besten wil niet te ontcijferen,
terwijl er ook verschillende handteekeningen op voorkomen
van personen die op het Bevolkingsregister niettevinden
zijn.
Verder komen er op het adres voor
153 handteekeningen van personen aangeslagen in de
le klasse;
64 handteekeningen van personen,
2e klasse;
49 handteekeningen van personen,
3e klasse;
375 handteekeningen van personen,
4e en hoogere klassen.
Op deze cijfers kom ik ten deele later terug.
Wat nu ile belastingbetalenden betreft; ik wil niet
beweren, dat in Ter Neuzen de belastingen bepaald
laag zijn.
Toch geloof ik het niet geheel en al te onpas, eenige
cijfers onder uwe aandacht te brengen
Aan Hoofdelijken Omslag werd opgebracht in
1890 12239,32
1891 12531,32
1892 13487,26
1893 14409,704
1894 15684,834
1895 15892,994
1896 16356,974
J 897 17431,90
1898 17675,13
1899 17567,14
1900 18761,40
In den loop dier 20 jaren werd de belasting voor hen
die een inkomen hadden van f 300,met een aanslag
van f 1,50 en een inkomen van J 400,met een aanslag
van 2,50 afgeschaft.
De thans aangeslagenen in de le klasse met een inkomen
van 450,— betaalden vroeger 3,75 thans 1,224.
die van 500,— vroeger 3,75 thans 2,47,
550,— 5,25 3,734.
600,— 5,25 5,02.
Van een verzwaring van lasten uit dien hoofde van den
arbeidenden stand in de laatste 20 jaren is dus geen
sprake, in tegendeel, voor hem werden die lasten verlicht
eerst bij hoogere inkomens werden de lasten iets zwaarder
en bedraagt de verhooging ongeveer l/5 of 20 0/Q, waarbij
ik nog wil opmerken, dat sedert 1909 het percentage
onveranderd bleef.
Toch is de opbrengst van den H. O. gestegen, regel-
matig, zonder eenige onderbreking van 12239,— in
1890 tot 31156,- in 1910 of met meer dan 250
Deze stijging mag, indien al niet geheel, toch voor een
goed deel dienen als een beeld van het regelmatig en
voortdurend toenemend belastbaar inkomen der inwoners
van Ter Neuzen.
Een der overwegingen van het Raadsbesluit van 28 Dec. 1.1
•Vertrouwen stellende in de financieele draagkracht
der gemeente" was dus niet ongemotiveerd.
Die draagkracht geeft moed voor de toekomst.
Maar ik wensch mij thans tot het heden te bepalen en
ga over tot de toelichting van het voorstel van het Dag. Best,
tot het aangaan eener geldleening van f 60,000.
Indien we op de leening van 1907 niet meer allossen
dan we verplicht zijn, namelijk f 250 in plaats van
f 1250, komt uit onze gewone inkomsten vrii een bedrag
van 1000.
Op de begrooting voor 1912 komt voor een bedrag van
1000 voor allossing van de leening »Westdorpe", welk
bedrag een volgend jaar niet meer betaald wordt en dus
ook vrij komt. Verder komt vrij 500 van Iloofdst. 13
No. 1, te samen 2500.
Nu zal men misschien zeggen dat aan die 500 voor
dit jaar reeds een ar.dere bestemming is gegeven, maar
dat is dan toch maar voor dit eene jaar en het volgende
jaar komt dat weer vrij.
Bij het sluiten eener geldleening van 60,000 a 4 pCt.
kan hieruit dus de rente van 2400 betaald worden en
blijft er nog f 100 over.
Die geldleening kan worden gesloten, want Burg, en
Weth. hebben daarvoor reeds een aanbieding.
Onze thans bestaande rente-last die in 1913 bedraagt
een som van 2005,50, vermindert jaarlijks met ruim
"100. 1
Indien we dus op de H. B. S. leening in 1913 allossen
een bedrag van /100, zijnde het restant van het boven-
genoemde bedrag ad 2500, dan stellen we voor de
leening aldus af te lossen in
1913 /100 met een bestaande rentelast ad /2005,50 /2105,50
-1 n-i a onn ah mm J
X
1914 200
1915 300
1916 400
1917 600"
1918 700
1919 800
1920 900
1921 1000
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
1880,—
1754,50
1629,—
1483,50
1368,-
1292,50
1217,—
1141,50
2080,-
2054,50
2029,—
2083,50
2068,—
2092,50
2117,—
2141,50
We betalen dan gedurende deze 9 jaren ongeveer het-
zelfde bedrag, dat we zonder de H. B. S. leening in 1913
toch moeten betalen.
Ik heb nu nog niet eenmaal rekening gehouden met
de telkenjare afnemende rente der H. B. S. leening, welke
afname dan ook in de eerste jaren van geen beteekenis is.
Toch is er na 9 jaar op deze wijze 5000,— afgelost
en de rente met f 200,verminderd.
In 1922 is de bestaande annuiteitsleening geheel afge
lost en komt er een bedrag van 2825,— vrij.
Nu wordt het bedrag der aflossing van de H. B. S.
leening gebracht op 2750,— waardoor deze na 20 jaar
dus in 1941 geheel is afgelost.
In 1921 bedroeg de allossing, bestreden uit de gewone
inkomsten reeds 1000,—de rente was reeds verminderd
met 200,— zoodat we uit het vrij gekomen bedrag der
annuiteitsleening sleehts behoever. te nemen 1550,— en
van dat vrij gekomen bedrag nog 1275,— voor andere
doeleinden beschikbaar blijft, terwijl bovendien jaarlijks
de rente der H. B. S. leening met /110,— vermindert.