Ter NGUzensche Courant
Zaterdag 27 Jamiari 1912. No. 7517.
ZDETE^IDIE]
Gemeenteraad van Ter Neuzen,
3. Benoemen lid Burgerlijk Armbestuur.
(Zie verder vervolg in het Tweede Blad).
YAN
Vergadering van Donderdag 25 Januari 4912.
Voorzitter de heer A. Visser, waarn. burgemeester.
Verder waren aanwezig de heeren Dees, Wieland, Moggre,
De Jager, Scheele, Lensen, Drost, De Feijter, De Bruijne,
Donze^Eijke en Van Borssura Waalkes.
De Voorzitter opent de vergadering en spreekt, terwijl
de leden van hunne zetels verrijzen, als volgt
Mijne heeren
Evenals ik, zult ge alien op dit oogenblik met weemoed
terugdenken aan het overlijden van onzen geachten
Burgemeester, wiens stoffelijk oversehot wij slechts enkele
dao-en geleden grafwaarts volgden en ik kan dan ook met
nalaten van deze plaats van mijne innige deelneming te
o-etuigen in het verlies dat onze gemeente heeft getrotfen.
Bijna 13 jaren geleden werd hem voor het eerst de
betrekking van Burgemeester dezer gemeente toevertrouwd
en steeds, daarvan ben ik ten zeerste overtuigd, was het
zijn streven de belangen die hem waren opgedragen,zoo-
veel in zijn vermogen was te bevorderen en te behartigen.
Gaarne breng ik hulde aan zijne nagedachtenis voor de
onpartiidige en humane wijze waarop hij als voorzitter
van den Gemeenteraad en van het college van Burg, en
Wetli. de vergadering wist te leiden en niet minder aan
ziin bereidwilligheid om, waar het hem mogelijk was, de
belangen van de ingezetenen in het algemeen voor te
Ik houd mij dan ook overtuigd, Mijne heeren, dat door
den gemeenteraad, zoowel als door Ter Neuzen's ingezetenen
in het algemeen, den naam van den heer J. A. I Geill
als burgemeester in hooge eer zal worden gehouden.
Dat zij zoo 1
De leden geven blijk van instemmmg met deze woorden.
Alsnu deelt de Voorzitter mede dat is ingekomen een
kennisgeving van mevr. de wed. J. A. P. Geill en haar
zoom dat hun echtgenoot en vader, de heer J. A. 1 Geill,
burgemeester dezer gemeente, gepensionneerd^ kapitem by
het Indisch leger. ridder in de orde van Oranje-Nassau en
Ridder in de Leopoldsorde, den 15 Januari 1.1. is overleden,
in den ouderdom van 60 jaren.
Dit schrijven is door Burg, en Weth. namens den
Gemeenteraad met een adres van rouwbeklag beantwoord.
Hierna geschiedt voorlezing van de notulen der voor-
gaande vergadering, die daarna onveranderd worden vast-
gesteld.
Daarna komt aan de orde
1. Bmoeming tijdelijk Wethouder.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor inver-
band met de vacature van burgemeester, waardoor het
college van Burg. en. Weth onvoltallig is, een tijdelijk
Wethouder te benoemen.
De Baad heeft daartegen geen bezwaar, waarna tot
stemming wordt overgegaan. n
Met 7 stemmen wordt benoemd de heer R. Drost. Up
de heeren Wieland, De Jager en Moggre zijn resp. 3, 2
en 1 stem uitgebracht.
Op de desbetreffende vraag van den Voorzitter geett de
heer Drost te kennen dat, waar de meerderheid van den
Iiaad hem voor die functie aanwijst, hij deze aanneemt.
Ingekomen stukken.
a. De Voorzitter deelt mede dat uit do oude registers
van den Burgerlijken Stand, berustende bij de arrondisse-
ments-rechtbank, voor een bedrag van 382,12J aan on-
gebruikte zegels is ingewisseld. Daarvoor zijn meuwe
zegels ontvangen.
In het archief alhier berusten ook nog ongebruikte
zeo-els, die ter gelegenertijd zullen worden ingewisseld.
Op 'een vraag van den heer Wieland antwoordt de
Voorzitter dat dit een zuiver voordeel voor de gemeente
is. Men krijgt er geen geld voor terug, maar andere
zegels, die ook weer voor het gebruik te pas komen.
De heer Wieland zegt dat het er niets op aankomt
wat men krijgt, al is het geen geld, als men dan voor
een oude jas maar een nieuwe krijgt.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Een schrijven van C. J. de Nijs, waarbij deze ver
klaart de herbenoeming tot lid van het Burgerlijk Arm-
bestuur niet aan te nemen.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Een adres van W. P. Nieuwelink en 21 anderen,
alien patroons in de bouwvakken alhier, waarin dezen
zich tot den Raad wenden met het beleefd verzoek de
o-emeentewerken, zoo goed wat levering als wat werk-
Foonen betreft, weer te doen aanbesteden. Het is voor de
patroons in Ter Neuzen, die toch hunne lasten, voor de
meesten zelfs tot geen klein bedrag, hebben op te brengen,
hard, verstoken te blijven van deze werkzaamheden, door
ze niet aan te besteden. Bovendien doet het gemis aan
werkzaamheden zeer begrijpelijk zijn druk gevoelen op
de andere karweien die te verrichten zijn. Adressanten
verzoeken daarom den Raad het daarheen te willen leiden
dat zij weer evenals vroeger in de gelegenheid gesteld
zullen worden om naar het uitvoeren dier werken te kunnen
mededingen.
De Voorzitter deelt mede dat het de gewoonte is om
alias zooveel mogelijk aan te besteden. Alleen was het de
gewoonte om steen en hout, wanneer dat voor de gemeente
benoodigd was, onderhandsch om beurte van de leveranciers
alhier te betrekken.
Het onderhoud van de gemeentegebouwen en werken
wordt de laatste jaren verricht door werklieden van de
o-emeente, en dat is ook in het belang der zaak.
B Het schijnt echter, dat het bezwaar van adressanten is
ontstaan door de levering van de buizen voor de rioleering
van de Markt en aangrenzendo straten. Zij meenen dat
die niet zouden aanbesteed zijn, doch dit is wel degelijk
het geval. Daarvoor is een publieke inschrijving open-
o-esteld en dat niet alleen, maar door den gemeente-
bouwmeester zijn enkele ingezetenen die in bouwmatenalen
handelen, met name de heeren Van der Peijl, Kooman en
Maljers persoonlijk van de levering op de hoogte gebracht
en hun in overweging gegeven in te schrijven. Dat aan
hup de levering niet gegund is, vond zijn oorzaak in hunne
veel hoogere aanbiedingen, waardoor deze voor de gemeente
zeer onvoordeelig zouden geweest zijn.
Te dezen opzichte kan Burg, en Weth. dus geen enkel
verwijt treffen. Zij willen echter voorfaan alles aanbe-
steden, waardoor dan elk gelegenheid zal krijgen om in
te schrijven.
De heer Moggre gelooft ook dat het bezwaar van
adressanten het meest gericht was op de levering van de
buizen van de rioleering, maar hij acht die zaak door de
mededeeling van den Voorzitter voldoende opgelost.
De heer Dees is het daarmede eens en hij stelt ook in
het licht dat de levering van die buizen publiek is open-
•o-esteld, terwijl nog bovendien de be'anghebbenden alhier
door den gemeentebouwmeester persoonlijk van de zaak
zijn op de hoogte gesteld.
'Het adres wordt voor kennisgeving aangenomen.
rt. Het verslag der Commissie tot wering van school-
verzuim te Ter Neuzen, kom, over het jaar 1911, waaruit
blijkt, dat in den loop van het jaar werden behandeld,
in 33 vergaderingen, 5 gevallen van vermoedelijk volstrekt
en 48 van betrekkelijk schoolverzuiui.
Bij een kind was oorzaak van niet schoolgaan (volstrekt
schoolverzuim) het voorgenomen vertrek van het gezin
naar Duitschland. Drie andere kinderen waren ziekelijk
twee daarvan zijn sedert als leerlingen op eene bijzondere
school toegelaten, het derde, 11 jaar oud, zat voor hare
ziekte al in de 6de klasse eener openbare school. Het
vijfde geval van absoluut verzuim was gemoedsbezwaar
van de ouders tegen de vaccinede vader onderwees het
7jarige meisje zelf.
De 48 gevallen van betrekkelijk schoolverzuim zijn te
verdeelen over de verschillende scholen als volgt: 5 aan
school A, 25 aan school C, 13 aan de Bijz. school in de
Jozinastraat, 5 aan die te Driewegen.
Van de opgeroepen 53 aansprakelijke personen verschenen
er 34 voor de Commissie, d. i. ruim 61 p.Ct.de overigen
werden alien aan huis gewaarschuwd. Behalve voor de
gewone voorgeschreven werkzaamheden was de Commissie
enkele malen in de weer voor het verschafl'en van advies
aan den heer Arrondissements-Schoolopziener of aan som-
mige ouders, bij het aanvragen van verlof voor eenig kind
om een tijdlang vrijstelling te bekomen van onderwijs.
Ziekte of ziekelijkheid werd 7 maal aangevoerd als reden
van betrekkelijk schoolverzuimeens werd een dokters-
bewijsje overgelegd. Meestal was het eene ongesteldheid
van slechts weinige dagen, bot of bof, pijn in hoofd of
keel, een zwerende voet soms ook was het verzuim lang-
durig door lichaamszwakte of door klierachtigheid.
Door koflie brengen naar boot of spoor zagen twee
jongens kans nu en dan te laat aan school te komen,
welk kwaad niet zoo dadelijk ontdekt werd, maar dat na
de ontdekking gemakkelijk kon bedwongen worden.
Nog werd aangevoerd »achter de haag loopen in niet
minder dan 7 gevallen. Bij een paar daarvan wak nala-
tigheid der ouders, vooral van de moeder, oorzaak, dat
weinig ten goede viel te verrichten. Een jongetje van 6
jaar was, volgens zeggen der moeder, te koppig om hem
geregeld naar school te kunnen krijgen, de vader was
gansche dagen van huis en kon er zich niet mee bemoeien.
Of van zoo'n moeder veel goeden invloed voor de kinderen
uitgaat
Een 9jarige jongen wist eenigen tijd ouders en onder-
wijzers beide te bedriegen en reed in den tijd van het
beetenvervoer maar trouw met de beetenwagens mee
eindelijk kwam het bedrog aan het licht en sedert zijn
maatregelen genomen om herhaling te voorkomen.
Een vijftal kinderbn moest boodschappen doen voor
ouders of familieleden. Van een Ujarigen jongen, leerling
der 6e klasse, was dat verzuim slechts tijdelijk, en viel
het wel te billijken door de huiselijke omstandigheden.
Erger was het bij een even ouden knaap, die pas in het
derde leerjaar zat en die de school heel hard noodig had.
Bij een bijna 13jarig meisje schoof de verpleegster alle
schuld van het slechte schoolbezoek aan de ouders deze
van hun kant beweerden juist dat eerstgenoemde de
schuldige was.
Familieomstandigheden of ziekte in het gezin waren
3 maal oorzaak van langer of korter verzuim, dat bij
twee kinderen ophield na de waarschuwing, maar dat
nog steeds wordt voortgezet door het derde kind. De
vader hiervan heeft, maar vergeefsch, algeheele vrijstelling
van schoolgaan aangevraagd, op grond, dat het kind wat
kon gaan verdienen hij gaf te kennen, dat dit zeer noodig
zou zijn voor zijn vrij talrijk gezin, waarvan de moeder
half verdwaasd zit. De arrondissements-schoolopziener be-
sliste ook in deze zaak, als gewoonlijk, volgens het rapport
van de commissie.
Thuis wachten, terwijl de ouders op het veld arbeiden,
deden dit jaar twee leerplichtige kinderen met koewactiten
hielden zich 2 jongens op, die pas met 1 December weer
op school terugkwamen. Een hunner was reeds 12 jaar
en zat in de 6e klassede vader verdiende als boeren-
knecht /6,50 per week en had vrouw en 8 kinders te
onderhouden. Een verzoek om verlenging vanhet6week-
sche verlof werd toegestaan.
Een gebrekkig kind kon een tijdlang niet naar school
komen, omdat door drukte met veldwerk niemand van
het gezin beschikbaar was om hem daar heen te brengen,
en vreemde hulp, zoo die toen al te krijgen was, niet be-
kostigd kon worden.
Door (eigen) veldarbeid verzuimden, voor zoover de
commissie bekend is, 16 kinderen meer dan de toeg"stane
6 weken. Bijna altijd konden de omstandigheden der
ouders eenigszins als verschooning dienen. Eene door haren
man verlaten vrouw liet haren bijna 12jarigen jongen, de
oudste van 7 kinders, veldwerk verrichten om althans iets
te verdienen. 't Was jammer voor den knaap, die nog
maar in de 4e klasse geplaatst was en aan wiens school-
kennis dus nog al iets ontbreekt.
Een jongen van 11 jaar uit de 6e klasse, gmg dezen
zomer een poosje met halve dagen naar school, waardoor
het geleerde tenminste onderhouden werd.
Een paar kinderen waren bijna 13 jaar oud, een paar
andere evenwel waren ternauwernood 10 jaar. Deze ver-
zuimen kwamen voor in gezinnen van veldarbeiders met
soms 8 en meer, een zelfs met 12 kinders.
Van sommigen duurde het veldwerk weken, van anderen
slechts eenige schooltijden 't was dan meestal te doen om
het opkappen van wat aardappels voor wintervoorraad.
De Commissie tracht elk geval zoo volledig mogelijk
te onderzoeken, waarbij zij dikwijls veel dienst heeft van
de inlichtingen door hoofden van scholen telkens wel-
willend verstrekt.
In de samenstelling der Commissie kwam in het afge-
loopen jaar geen wijzigingde leden werkten weer op de
meest vriendschappelijke wijze samen.
Wordt ter visie gelegd.
e, Het verslag der Commissie lot wering van school
verzuim te Ter Neuzen (Sluiskil), over het jaar 1911,
waaruit blijkt dat door haar werden gehouden 11 ver
gaderingen, 8 huisbezoeken werden afgelegd, 11 personen
opgeroepen, waarvan slechts 2 voor haar verschenen. Bij
velen is het niet-verschijnen voor de Commissie toe te
schrijven aan onverschilligheid.
De redenen van het schoolverzuim waren over het alge
meen veldarbeid. Een geval als koeienwachten deed zich
voor.
Twee kinderen hadden de school veel verzuimd met op
kleine zusjes en broertjes te passen en moeder te belpen.
De ouders verklaarden alien de verdiensten hunner
kinderen niet te kunnen missen.
Veel schoolverzuim kwam voor in den tijd van erwten
plukken en vlas wieden.
Het kwam de commissie voor, dat sommige ouders met
wat goeden wil hunne kinderen naar de school hadden
kunnen zenden. In de meeste gevallen verzocht de
Commissie aan den heer arrondissementsschoolopziener eene
zachte behandeling, wijl het schoolverzuim voortkwam uit
armoede.
Afgaande op de weinige oproepingen voor de Commissie
is het schoolverzuim in 1911 geringer geweest dan in 1910
Ook is de commissie van meening dat de tijdruimte
tusschen het gepleegde schoolverzuim en de oproeping
voor de commissie te groot was. Indien onmiddellijk na
het schoolverzuim de personen konden opgeroepen worden,
zouden waarschijnlijk de verzuimen niet zoo langdurig
zijn.
Wordt ter visie gelegd.
f. Een schrijven van P. Dregmans, oud notaris te Axel
waarin deze te kennen geeft, dat in den loop der maand
Februari aanstaande eenige perceelen grond, op Java te
Ter Neuzen, behoorende tot den gemeenschappelijken
boedel van adressant en zijne overleden echtgenoote, in
het openbaar zullen worden geveild. Daaronder zijn ook
begrepen de volgende Ter Neuzen, Java, sectie C, nos.
3434, straat, groot 09,03, 4491, idem, groot 06,08 en 2663,
erf, groot 0,26. Adressant geeft den Raad in overweging
deze voor de gemeente aan te koopen, dewijl het onderhoud
daarvan toch ten laste der gemeente is. De bedoelde
perceelen hebben voor niemand dan voor de gemeente
eenige waarde.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor dit
adres, als zijnde op ongezegeld papier gesteld, ter zijde
te leggen.
De beschreven perceelen betreffen eene openbare straat
misschien kan het voor de gemeente van belang zijn die
te koopen, maar men kan dan later altijd nog zien hoe
het loopt.
Z. h. s. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
den Voorzitter.
If. De Voorzitter deelt mede dat door Burg, en Weth.
aan mej. De Deckere—Hufkens is gevraagd hoeveel ge
vallen zij overde twee laatstverloopen jaren heeft behandeld.
Blijkens van haar ontvangen schrijven heeft zij in de jaren
1910 en 1911 hulp verleend bij 135 verlossingen.
Daaruit blijkt dat dit maar op een 60 of 70 gevallen
neerkomt, daar het schijnt dat zij in 1910, tijdens de be-
staande vacature meer gevallen behandelde dan anders.
In verband met deze mededeeling stellen Burg, en Weth.
voor voorloopig geen oproeping voor eene tweede verlos-
kundige te doen, daar de overblijvende het alleen wel zal
afkunnen.
De Raad vereenigt zich hiermede.
!i. Een schrijven van het bestuur van de afdeeling
Ter Neuzen van den Algemeenen Nederlandschen Geheel-
onthoudersbond, waarin onder dankzegging voor de ver-
leende vergunning tot het gebruik van een vergaderlokaal
wordt bericht dat J. G. de Groen, P. Ph. Paul en Abr.
Leunis belast zijn met de handhaving der orde tijdens
de uren waarop de lessen worden gegeven en dat dezelfde
personen belast zijn met het geven van onderwijs.
Aangenomen voor kennisgeving.
i. Een schrijven van het Burgerlijk Armbestuur waarbij
wordt bericht dat door dat college tot haren voorzitter is
benoemd de heer A. II. Donze.
De Voorzitter feliciteert den heer Donze met die be-
noeming en dankt hem voor de bereidwilligheid om die
aan te nemen.
Het schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen.
j. Eene missive van Gedep. Staten van Zeeland, d.d. 5
Jan. 1912, waarbij voorzien van het bewijs hunner goed-
keuring, wordt teruggezonden hetkohier van hetschoolgeld
voor het vierde kwartaal 1911.
Aangenomen voor kennisgeving.
h. Eene missive van Gedep. Staten van Zeeland, d.d.
5 Jan. 1912, waarbij wordt teruggezonden het door dat
college goedgekeurde raadsbesluit van 28 Dec. 1911, tot
wijziging der gemeentebegrooting voor 1911.
Gedep. Staten merken daarbij op dat te gelegenertijd
de rente van het geleende kasgeld nog aan de begrooting
behoort te worden toegevoegd en deelen voorts mede dat
ditmaal door hen berust wordt in de late aflossing van het
geleende kasgeld.
De Voorzitter merkt op dat op de begrooting bij voor-
baat reeds een post voor rente was gebracht.
Aangenomen voor kennisgeving.
1. Eene missive van Gedep. Staten van Zeeland, d.d.
Jan. 1912, waarbij het ingezonden suppletoir kohier
van de belasiing op de honden voor het jaar 1912, van het
bewijs hunner goedkeufing voorzien wordt teruggezonden.
Aangenomen voor kennisgeving.
■n. Een besluit van Gedep. Staten van Zeeland, d.d.
29 Dec. 1911, waarbij dat college, in aanmerking nemende,
dat aan de begrooting der plaatselijke inkomsten en uit-
gaven voor 1912 van de gemeente Ter Neuzen de goed-
keuring nog niet is verleend
gelet op de artt. 208 en 211 der Gemeentewet;
le. hare beslissing omtrent die begrooting verdaagt tot
1 April a. s.
2«. het gemeentebestuur machtigt, om te beschikken
over de helft van de op die begrooting voor gewone uit-
gaven gebrachte sommen, voor zoover die uitgaven ook op
de begrooting voor het jaar 1911 voorkomen, alsmede om
te ontvangen de goedgekeurde belastingen en heffingen,
toegekende subsidien en inkomsten uit bezittingen;
3e. Burg, en Weth. verzoeken den Raad met dit besluit
in kennis te stellen.
Aangenomen voor kennisgeving.
u. Een adres van W. G. L C. van Dijk, verloskundige
der gemeente Ter Neuzen, gelezen hebbende dat mej.
De Deckere Hufkens met 1 Febr. a. s. eervol ontslag aan
gevraagd en verkregen heeft, geeft met verschuldigden
eerbied te kennen, dat zij gaarne belast zou worden met
dat deel der armenpraktijk, dat door bovengenoemde
juffrouw werd waargenomen en verzoekt den Raad beleefd
haar dat te willen toestaan, tegen een door den Raad nader
te bepalen tegemoetkoming aan haar tegenwoordig salaris
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor dit
adres naar hun college te renvoyeeren om daarover te
gelegenertijd een voorstel te doen.
De heer De Jager merkt op dat met 1 Febr. a. s. aan
juffrouw De Deckere ontslag is verleend: hoe zal het dan
gaan met de patienten in het deel der gemeente dat zij
bedienen moet?
De heer Waalkes vraagt hoeveel armen-patienten er
door de verloskundigen worden behandeld.
De Voorzitter antwoordt dat dit zeer weinig is. Voor
de verloskundigen komt het zelden voor dat bepaalde
armenpatienten te behandelen zijn. Het zou naar zijne
meening zaak zijn om de tweede juffrouw ook aan te
wijzen om dienst te doen in de andere wijk. Wenscht
de Raad nu dadelijk de zaak af te handelen dan is hem
dat ook goed.
De heer Wieland vraagt of, als er geen andere juffrouw
wordt opgeroepen, het salaris van mej. De Deckere dan
ter beschikking der gemeente blijft, omdat het in elk
geval toch spoedig zou kunnen zijn dat men een tweede
juffrouw wilde oproepen. Het bevreeindt hem al eenigs
zins dat men daar niet terstond toe wil overgaan, daar
men een paar jaren geleden hard schreeuwde omdat er
maar 1 juffrouw was, toen was er nog een dokter meer
ook, die sedert vertrokken is, en nu zou men meenen
dat 1 juffrouw genoeg was. Dat is wel wat met
elkaar in strijd! Is de behoefte aan verloskundige hulp
nu zoo verminderd
De Voorzitter vermoedt dat, als juffrouw Van Dijk ook
voor den anderen dienst wordt aangewezen, zij wel eenige
vergoeding zal krijgen, maar toch in geen geval het ge-
heele salaris der andere juffrouw.
De heer Wieland zou dat ook niet gewenscht achten,
want als er eenmaal iets bij haar tegenwoordig salaris
gekomen is gaat het niet gemakkelijk om het er van af
te doen, en het zou zeer goed kunnen voorkomen dat
men het volgend jaar weer een tweede juffrouw moet
oproepen.
De heer Waalkes meent dat het noodig is om aan
adressante verhooging van salaris te geven, als zij ook
belast wordt met den dienst in het andere deel der ge
meente, daar, als er in de vacature van mej. De Deckere
geen opvolgster wordt benoemd, mej. Van Dijk voor het
meerdere dat zij mogelijker wijze zou moeten doen, ver
goeding vindt in de vermeerdering van haar inkomen,
omdat zij nu meer patienten zal krijgen.
Er zijn zeer weinig armenpatienten; voor de enkele ge
vallen der verloskundige behandeling worden zij goed
betaald, niemand die naar evenredigheid van de bshandelde
gevallen zoo'n hooge bezoldiging geniet.
De heer Wieland zou zich van hare vermeerderde in
komsten niets willen aantrekken. Wat zij meer verdient,
laat haar dat houden.
De heer Waalkes merkt op dat men over hetgeen zij
particulier verdient ook heelemaal niet zou kunnen be
schikken.
De heer Wieland vraagt hoe het in Sluiskil met de
verloskundige gaat.
De heer Dees meent dat deze het goed maakt en dat de
positie dier juffrouw in de toekomst door de oprichting
der cokesovens ook zal verbeteren, daardoor bestaat de
kans dat hare practijk ook zal toenemen.
Wat het" aanhangige adres aangaat is zijne meening,
en naar hij meent staat ook zijne collega de Voorzitter
op hetzelfde standpunt, dat het niet noodig is om het
salaris van mej. Van Dijk nader te regelen. Hij meent dat,
als de Raad geen twerde juffrouw benoemt, dit voor haar
reeds eene groote concessie is, daar hare inkomsten hier-
door vermeerderen, omdat zij dan bijna alle gevallen, die nu
door mej. De Deckere werden behandeld, ook te behan
delen krijgt.
Zij wordt nu voor de armenpatienten toch reeds goed
betaald. Hij meent dat haar verzoek zou moeten worden
afgewezen, voor zoover het betreft eene nadere regeling
van salaris en dat men dan eens kan afwachten hoe het
loopt, om later te zien hoe men moet handelen.
Voor onbepaalden tijd zou mej. Van Dijk kunnen
worden belast met de praktijk in de kom der gemeente
De heer Lensen stelt de vraag of zij dat zonder salaris
zal aannemen.
De heer Waalkes meent dat zij daartegen geen bezwaar
kan hebben, omdat er voor haar vermeerdering van
inkomsten uit voortvloeit.
De heer Lensen is van gevoelen dat men iemand toch
niet kan noodzaken zonder vergoeding iets te doen dat
men hem of haar wil opdragen.
De heer Drost is, in verband met de bedoeling der
salarieering van de verloskundige van meening, dat het
salaris niet behoeft te worden verhoogd.
De heer Lensen stelt de vraag of het wel gewenscht
is om geen oproeping in de openkomende vacature te doen.
Verondersteld dat ieniand tusschen 2 en 6 ure des na-
middags, als de doktoren dienst doen buiten de kom der
gemeente, verloskundige hulp noodig heeft en de eene
in de gemeente zijnde juffrouw is in dienst, is afwezig of
ziek, wat moet dan zoo iemand doen Is het voor een
gemeente van 9000 niet te weinig, een juffrouw? Hoe
zou die toestand zijn in andere gemeenten
De heer Dees merkt op dat er toch 2 juffrouvven zijn,
er is er ook 1 te Sluiskil, voor een omgeving waar een
paar duizend menschen wonen. En wanneer er 2 zijn kan
het toch ook voorkomen dat beiden in dienst of ziek zijn.
Uit de verklaring van juffrouw De Deckere blijkt dat zij
gemiddeld 1 geval per week behandelde, nu zal dat voor
de andere juffrouw geen overgroote drukte geven, wanneer
zij bij de gevallen die zij nu behandelt, er nog gemiddeld
1 per week bij krijgt.
Bovendien zijn de doktoren verplicht, in geval de
juffrouvven niet aanwezig zijn of niet kunnen helpen, hulp
te verleenen.
De heer Lensen wil dan dat bezwaar laten vervallen,
maar herhaalt van meening te zijn dat mejuffrouw Van
Dijk er hoogst waarschijnlijk voor bedanken zal om zich
meer werk te laten opdragen zonder daarvoor hoogere
vergoeding te krijgen.
De heer Waalkes meent dat dit te ondervangen zou
zijn door eene nieuwe instructie vast te stellen.
De heer Lensen Men kan dan iemand toch niet op
dragen werk te doen voor niets.
De heer Waalkes: Dat is ook nog geen bezwaar, want
dan zou men haar kunnen betalen per behandeld geval
waarbij zij hulp verleent.
De heer De Jager zou eerst willen uitgemaakt zien of
men het voorloopig met 1 juffrouw wil doen, zooals naar
het schijnt Burg, en Weth. willen, dan wel of men een
tweede wil oproepen. Dan eerst kan men verder spreken
over de vraag of mej. Van Dijk ook voor den anderen
dienst zal worden benoemd, want de beslissing daarop,
zal afhangen van de beantwoording der door hem ge-
noemde vraag.
De Voorzitter vraagt of het niet gevaarlijk zou zijn
adressante defmitief voor de geheele kom der gemeente
te benoemen De Raad moet het heft in handen houden,
om naar gelang van omstandigheden te kunnen handelen.
Wordt zij tijdelijk aangewezen. dan kan men later altijd
doen wat zij wil.
De heer De Jager zou, alvorens een besluit werd ge
nomen, eerst" wel eens een onderzoek wenschen, naar het
aantal gevallen dat totaal per jaar voorkomt, en dan hoe
veel door elk der verloskundigen en door de doktorendan
kan men een zuiverder overzicht krijgen.
De heer Moggre zou dat ook beter vinden om tot een
zuiverder toestand te komen; hij zou nu niet op het
adres willen ingaan.
De heer Dees meent dat het al een voldoende zeker-
heid is dat de vertrekkende juffrouw in 2 jaren tijd
135 gevallen heeft behandeld.
De heer Waalkes deelt mede dat juffrouw Van Dijk
onlangs ook al klaagde dat zij zoo weinig praktijk had.
Blijft ze nu voortaan alleen, dan vermeerderen hare ver
diensten, dan krijgt ze meer te doen.
De heer Wieland: En als ze begint te klagen dat ze
het alleen niet meer af kan, dan kunnen we nog altijd
iemand benoemen. De salarisvermeerdering moet ze uit
de meerdere werkzaamheden halen.
De heer Drost wijst er op dat het salaris der verloskun
dige niet is te beschouwen als een vergoeding voor bewezen
diensten maar als een bedrag dat op hare verdiensten
tekort komt om er van te leven. Wanneer er dus geen
tweede juffrouw benoemd wordt verbeteren hare omstandig
heden en is er allerminst aanleiding om haar salaris te
verhoogen, integendeel, ze krijgt daardoor gelegenheid om
hare praktijk uit te breiden.
De heer De Jager vestigt er de aandacht op dat de toe
stand vroeger niet goed was, of nu niet goed worden zal.
Er waren vroeger 2 verloskundigen en die werden noodig
geacht. Houdt men er nu maar 1, dan is dat of te weinig,
of er was er vroeger '1 te veel.
Met algemeene stemmen wordt alsnu besloten de be
slissing op het verzoekschrift aan te houden en dit te
renvoyeeren naar Burg, en Weth.
<i. Een adres van het bestuur van de afdeeling Zee-
land van de Nederlandsche Vereeniging tot bescherming
van dieren, waarin dit er de aandacht op vestigt, dat ook
na de trekhondenwet de gemeenten bevoegd zijn het zitten
op hondenkarren te verbieden, als dit door de eischen van
het verkeer gevorderd wordt, en te kennen geeft dat zij
het tot stand komen van zoodanige bepaiingen ten zeerste
wenscht, daar middellijk ook het belang van den trekhond
daardoor wordt gediend. Redenen waarom adressante den
Raad verzoekt wel te willen overwegen of er in deze ge
meente termen zijn, om in het belang van het verkeer
Wet bedoelde verbod, b.v. voor de bebouwde kom, in het
leven te roepen.
De Voorzitter meent dat er hier op het oogenblik geen
bepaiingen bestaan die het rijden op hondenkarren binnen
de bebouwde kom verbieden. Hij stelt voor het adres te
renvoyeeren naar Burg, en Weth. om, indien zij dat
noodig oordeelen, een voorstel daaromtrent te doen.
De heer Donze meent dat hier vroeger zoo'n bepaling
geldepde was in de politieverordening.
De heer Wieland heeft geen bezwaar om het adres naar
Burg, en Weth. te verzenden, maar verklaart aan af-
schaffing der hondenkarren niet te willen meedoen.
De Voorzitter licht hem in dat dit de bedoeling niet is,
maar om te verbieden dat de bestuurder er op zit.
De heer Wieland noemt dat wat anders, maar vraagt,
evenals de heer Moggre, hoe het dan gaan moet met
kreupelen, menschen die niet loopen, zooals b.v. een man
uit Boschkapelle die hier geregeld komt.
Het voorstel van den Voorzitter wordt aangenomeu
z. h. s.
p. Een schrijven van D. Buyze, waarin deze te kennen
geeft ontslag te nemen als lid der Plaatselijke Commissie
van Toezieht op het Lager onderwijs.
Dit schrijven wordt aangenomen voor kennisgeving,
terwijl het zal worden gesteld in handen der Commissie
voornoemd, om ter vervulling der vacature een aanbe-
veling te doen.
De Voorzitter verzoekt over te gaan tot het benoemen
van een lid van het Burgerlijk Armbestuur ter vervanging
van den heer C. J. de Nijs, die de benoeming niet heeft
aangenomen. Door genoemd college wordea ter benoeming
aanbevolen de heeren C. J. de Clerck en P. Bauwens.
Tot stemming wordt overgegaan met het resultant dat
de heer De Clerck met algemeene stemmen wordt benoemd.