Ter fieuzGnschs Courarit
Zaterdag 2 December 1911. No. 5694.
VIERDE BLAD.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
1. Ingekomen s tukken.
4. Concessie voor gaslevering.
5. Aanvraag om ontheffing van de verplichting
voorgeschreven bij artikel 48 van de wet tot regeling
van het lager onderwijs.
6. Benoemen leden Burgerflijk Armbestuur.
7. Uitkeering van den vierden termijn van het
pensioen toegekend aan wijlen den heer Wiskerke
Wordt vervolgd).
VAN
Vergadering van Oonderdag 30 November 1911.
Voorzitter de beer J. A. P. Geill, burgemeester.
Aanwezig de heeren Visser, Dees, Wieland, Moggre, De
Jager, Scheele, De Bruijne, Donze, Eijke en Van Borssum
Waalkes, later ook de heer De Feijter.
Afwezig de beeren Lensen en Drost.
De Voorzitter opent de vergadering en verklaart dat het
hem genoegen doet na zijne ongesteldheid weer in de
raadsvergadering aanwezig te zijn, al zal het hem misschien
nog niet mogelijk zijn de geheele zitting te kunnen bij-
wonen.
De beer Visser wenscht den Voorzitter geluk met zijn
aanvankelijk herstel en drukt de hoop uit dat zijne krach-
ten spoedig zoo zullen toenemen dat hij niet alleen de
vergaderingen zal kunnen leiden, maar bovendien zijn
ambt weer geheel zal kunnen waarnemen.
De leden geven door applaus blijk van instemming met
deze woorden.
De Voorzitter dankt den heer Visser voor de gesproken
sympathieke woorden en de leden voor de daarmede be-
tuigde instemming, verklapende zijn best te zullen doen,
zooveel het hem mogelijk is.
Ilierna worden gelezen de notulen van de vergaderingen
van 28 Sept. en 19 Oct. 1.1., die worden goedgekeurd.
Daarna stelt de Voorzitter aan de orde
a. Een schrijven van den heer Lensen dat hij tot zijn
spijt verhinderd is de vergadering van heden bij te wonen.
Aangenomen voor kennisgeving.
1». Een schrijven van den heer Drost, waarin deze
bericht wegens uitstedigheid in de vergadering van heden
niet tegenwoordig te kunnen zijn.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Een schrijven van het Bestuur van de Vrijwillige
Brandweer sLuctor et Emergo" waarin den Raad dank
wordt, betuigd voor de, voor het jaar 1912, verleende
subsidie.
xlangenomen voor kennisgeving.
d. Eene missive van Gedep. Staten van Zeeland, d.d.
16 Nov. 1911, waarnevens wordt toegezonden ter mede-
deeling aan den gemeenteraad en ter uitreiking aan den
belanghebbends, een besluit van hun college, waarbij S.
van Ertvelde, naar aanleiding van zijn hezwaarschrift
tegen zijn aanslag in den hoofdelijken omslag, is terug-
gebracht. van de 8ste naar de 6de klasse.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Eene missive van Gedep. Staten van Zeeland, dd.
20 Oct. 1911. waarnevens wordt toegezonden ter mededeeling
aan den Gemeenteraad en ter uitreiking aan den belang-
hebbende, een besluit van hun college, waarbij ongegrond
wordt verklaard de reclame tegen zijnen aanslag in den
hoofdelijken omslag van A. R. van Loon, te 's Hertogen-
bosrh. Daarbij werd overwogen dat de reclamant gedurende
de 3 eerste maanden van het belastingjaar te Ter Neuzen
zijn verblijf heeft gehad en dat hij op dien grond aldaar
belastingpliehtig was en alzoo zijn bezwaar, uitsluitend
gegrond op het niet-belastingplichtig zijn wegens verblijf
in die gemeente als bedoeld in art. 245 sub 2o der ge-
meentewet geen reden van bestaan heeft.
Aangenomen voor kennisgeving.
r. Een missive van Gedep. Staten van Zeeland, dd. 3
Nov. 1911, waarnevens wordt toegezonden ter mede
deeling aan den gemeenteraad en ter uitreiking aan den
belanghebbende, een besluit van hun college, waarbij J.J.
Dekker. naar aanleiding van zijn bezwaarschrift tegen zijn
aanslag in den hoofdelijken omslag, is teruggebracht, van
de 13de naar de 10de klasse.
Aangenomen voor kennisgeving.
•j. Een schrijven van Gedep. Staten van Zeeland, dd.
3 Nov. 1911, waarbij dit college bericht. te berusten in
het raadsbesluit van 19 Oct. 11., waarbij aan het Burgelijk
Armbestuur vooi" het jaar 1912 een subsidie wordt toe-
gekend ten bed rage van 6150.
Aangenomen voor kennisgeving.
1«. Een schrijven van Gedep. Staten van Zeeland, dd.
27 Oct. 1911, waarnevens, van het bewijs hunner goed-
keuring voorzien, wordt teruggezonden het suppletoir
kohier van de belasting op de honden voor het jaar 1911.
Aangenomen voor kennisgeving.
i. Het raadsbesluit van 19 Oct. 1911, tot wijziging der
gemeevtebegrooting voor 1911, voorzien van het bewijs der
goedkeuring door Gedep. Staten.
Aangenomen voor kennisgeding.
j. Het raadsbesluit van 19 Oct. 1911, tot beschikking
op den post voor onvoorziene uitgaven, hoofdstuk XV,
art. 1, der gemeentebegrooting voor 1911, voorzien van
het bewijs der goedkeuring door Gedep. Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
li. Een schrijven van Gedep. Staten van Zeeland, dd.
11 Nov. 1911, waarbij de goedkeuring wordt bericht van
het raadsbesluit van 19 Oct. 11., betreffende regeling der
jaarwedden van een aan school B aan te stellen onderwijzer
Aangenomen voor kennisgeving.
I. Een circulaire van de commissie voor de Kringen-
wet, uit den Raad van Helder, waarin onder verwijzing
naar hare missiven van 5 en 9 Dec. 1910, betreffende de
benoerning eener commissie voor de Kringenwet, wordt
bericht dat zich ongeveer 50 dier commissies hebben ge-
vormd.
Oorspronkelijk van meening zijndedat een gezamenlijke
actio kans van slagen zou hebben, is het haar uit de ver-
schillende ingekomen rapporten gebleken, dat de belangen
der bij de Kringenwet betrokken gemeenten zoo uiteen-
loopen, en dit wel in verband met de omstandigheid of
die gemeenten betrokken zijn bij landbouw, veeteelt,
kweekerij, woningbouw, industrie, boschcultuur of bad-
plaats' exploitatie, dat het niet mogelijk is een uniform-
adres samen te stellen, dat door alle betrokken gemeenten
zou kunnen worden gebezigd ter inzending aan de Regeering.
In verband daarmede wordt in overweging gegeven het
inzenden van een zelfstandig adres door elke gemeente
aan de Regeering (wat Brielle en Hellevoetsluis reeds met
gunstig resultaat deden) en zulks voor 1 Januari 1912.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor, daar
deze gemeente vermoedelijk geen verboden kring meer
heeft, op deze niet in te gaan en die voor kennisgeving
aan te nemen.
Z. h s. wordt aldus besloten.
in. Een schrijven van A. de Bruijne waarin deze be
richt de benoerning tot lid der commissie voof de paarden-
en veemarkt aan te nemen.
Aangenomen voor kennisgeving.
n. Een schrijven van H. de Regt waarbij deze bericht
de benoerping tot plaatsvervangend lid van de commissie
voor de paarden- en veemarkt aan te nemen.
Aangenomen voor kennisgeving.
o. Een schrijven van A. L. de Bruijne, gemeente-arbeider,
belast met het toezicht over den beerruimingsdienst, waar
bij deze dank betuigt voor de hem toegekende verhooging
zijner jaarwedde.
Aangenomen voor kennisgeving.
p. Een schrijven van E. J. Bakker en G. Faas, werk-
lieden bij den reinigingsdienst, waarin zij dank betuigen
voor de verhooging hunner jaarwedde.
Aangenomen voor kennisgeving.
q. Een schrijven van J. A. Adriaansen, werkman bij den
reinigingsdienst, welke dank betuigt voor de verbetering
zijner jaarwedde.
Aangenomen voor kennisgeving.
r. Een schrijven van D. Tolhoek, P. A. Vroegop en H.
Sonnevijlle, ambtenaren en bode ter gemeente-secretarie,
welke dank betuigen voor de hen toegekende grrtificatie.
Aangenomen voor kennisgeving.
2. Geldleening.
De Voorzitter deelt mede dat, naar aanleiding van de
besprekingen in de vorige vergadering door Burg, en
Weth. onderhandelingen zijn aangeknoopt, om, nevens het
sluiten eener nieuwe geldleening ad 19000 over te gaan
tot het converteeren van de reeds vroeger gesloten geld-
leeningen tot eene lagere rente. De aangeknoopte onder
handelingen hebben aan Burg, en Weth. de overtuiging
geschonken dat converteeren der oude leeningen voor de
gemeente geen voordeel kan afwerpen, het zou integendeel
nadeelig zijn.
Burg, en Weth. hebben daarom besloten de geldleening
ad 19000, die thans moet gesloten worden, te gunnen
aau het Pensioenfonds van Weduwen en Weezen van
Burgerlijke Ambtenaren, aan den koers van 99} nrocent,
tegen eene rente van 4 procent. Dit was de voordeeligste
aanbieding, welke is ontvangen. Het college vraagt hier-
voor de machtiging van den Raad.
De heer Wieland vraagt welke kosten dan nog op het
sluiten dier leening komen.
De Voorzitter: Zoo goed als geen.
I)e heer Wieland verneemt dat met genoegen. Hij
heeft uit de stukken gezien dat het totaal bedrag der
leeningen nu met inbegrip van die welke nog aangegaan
moet worden 75 mille zal beloopen, maar vraagt of daarin
dan ook het bedrag der annui'teitsleening begrepen is.
De heer Visser antwoordt ontkennend, de annuteitsleening
was in dat bedragi niet begrepen, maar het bedrag der
schuld beloopt ook geen 75 millehet totaal bedrag der
gemeenteschuldenzou met f 50,000 betaald kunnen worden.
In verband met de gemaakte berekeningen om de oude
leeningen af te lossen en voor alles een annuiteitsleening
aan te gaan is men tot de berekening gekomen dat tot
het jaar 1941, als wanneer alle tegenwoordige leeningen
afgelost zijn, met de af te lossen bedragen en de rente
75 mille zal moeten worden betaald.
De heer Wieland Dat verandert de zaak, dan valt het
nog mee.
De heer Dees geeft nog te kennen dat het onderzoek
ten voile bewezen heeft dat de tegenwoordig gevolgde weg
voor de gemeente dd voordeeligste is.
Z. h. s. wordt aan Burg, en Weth. de gevraagde mach
tiging voor het sluiten der geldleening verleend.
De Voorzitter deelt mede dat na het sluiten van het
contract /9000 van het bedrag zal worden opgenomen
en de resteerende f 10.000 in het volgend jaar, zoodra
daaraan behoefte is.
De heer Waalkes herinnert aan het door den Raad uit-
gesproken verlangen om, indien van het leeningsbedrag
wat over is, dat te gebruiken voor atlossing op de nu ge-
slotene of op andere leeningen waarvoor een hoogere rente
moet worden betaald.
De Voorzitter zegt toe dat dit later kan worden nage-
gaan, als blijkt dat het geleende bedrag niet geheel be-
hoeft te worden gebruikt. Dan kan worden uitgezien op
welke leening het best kan worden afgelost.
3. Slichten openbare telefooncel te Slui.sk.il.
De Voorzitter herinnert aan de in de vorige vergadering
gehouden besprekingen aangaande het stichten eener
openbare telefooncel te Sluiskil, naar aanleiding van een
ter zake ingekomen verzoek van de maatschagpij der
coces-ovens aldaar.
Door Burg, en Weth. is nader met het bestuur dier
maatschappij geconfereerd en het resultaat daarvan is, dat
die maatschappij zich thans bereid heeft verklaard voor
hare rekemng te nemen de helft der kosten van de in-
richting der eel, die voor rekening der gemeente zullen
komen en voorts ook de helft van de meerdere jaarlijksche
kosten, die van de inrichting het gevolg zouden kunnen
zijn, tot eeii maximum bedrag van 75 'sjaars, en onder
voorwaarde dat, als later andere nijverheidsinriehtingen
zich in de omgeving vestigen en zich bij de spreekcel
wenschen aan te sluiten, de gemeente van deze een even-
redig deel in de kosten zal vragen, die dan in mindering
zullen komen van het bedrag door de maatschappij der
coces-ovens bij te dragen.
Blijkens de vorige v'erschafte inlichtingen zullen de
kosten van inrichting der eel ongeveer f 125 bedragen.
Burg, en Weth. vragen thans, in aanmerking nemende
de toezegging van de Association Cooperatieve Zelandaise
de Carbonisation te Sluiskil aan den Raad machtiging,
aan den Minister van Waterstaat de oprichting van een
publieke telefooncel te Sluiskil te verzoeken.
De regeling van den diensttijd kan nader aan de orde
komen bij het tot standkomen der spreekcel, evenals de
jaarwedde van den telefoonhouder, die dan door uitbrei-
ding van den dienst zal moeten worden verhoogd en ook
die van den besteller der telegrammen, wiens werkzaam-
heden dan ook zullen toenemen.
Na enkele opmerkingen wordt de gevraagde machtiging
z. h. s. verleend.
De Voorzitter herinnert aan de dd. 2 Aug. 1911
ingekomen aanvraag van J. C. van Leeuwen te Amsterdam
om hem concessie te verleeneu voor den bouw en het
exploiteeren eener steenkolengasfabriek in de gemeente
Ter Neuzen, naar aanleiding waarvan besloten werd den
verzoeker in kennis te stellen met de concessie-voorwaarden
van de electrische centrale, omdat men hierin een beletsel
meende te zien voor het verleenen der door den verzoeker
aangevraagde concessie.
Van den heer Van Leeuwen is daarop een schrijven
ontvangen waarin deze te kennen geeft met belangstelling
kennis te hebben genomen van het hem gezonden schrij
ven, alsook van de bijgevoegde copy der voorwaarden,
waarop aan de electrische centrale concessie is verleend.
In de art. 3 en 8 toch, is met den meest scherpen blik
geen enkele bepaling te lezen, welke den Raad kan be-
letten concessie te verleenen tot den bouw en de exploi
tatie eener gasfabriek, zeker niet weinig belangrijk voor
eene zich meer en meer ontwikkelende gemeente.
Zoowel in Nederland als in het buitenland is alom ge
bleken dat gas en electriciteit geen concurrenten zijn,
beiden voor heel de burgerij reden van bestaan hebben
en bij goed en zuinig beheer wmstgevend kunnen zijn.
Gaarne bereid tot elke nadere toelichting, zou het adres-
sant aangenaam zijn tot beoordeeling te mogen aanbiedon
een concept der voorwaarden voor eene gasconcessie.
natuurlijk met het recht voor het gemeentebestuur daarin
die wijzigingen te brengen, welke men nuttig of noodig
zal achten.
Waar in de concessie voorwaarden voor de Electrische
Centrale, voor zooveel adressant thans kan beoordeelen, geen
enkele bepaling is vervat om gasverlichting uit te sluiten,
vermeent hij met alle bescheidenheid zijn concessie-aanvrage
te mogen handhaven voor den bouw en de exploitatie
eener steenkolengasfabriek in deze gemeente, overtuigd
dat het verleenen door de ingezetenen met vreugde zal
worden vernomen.
Namens Burg, en Weth. stelt de Voorzitter voor het
verzoek tot het verleenen eener concessie voor levering
van gas af te wijzen, op grond dat art. 3 der concessie
voor de electrische verlichting zich daartegen verzet.
De heer Moggre acht dit een te ernstige zaak, om daar
zoo maar over been te stappen.
De Voorzitter wijst er op dat de aanvraag reeds sedert
eenigen tijd aan den Raad bekend was en dat de leden
dus, evenals Burg, en Weth., tijd hadden om daarover te
denken.
De heer Dees geeft te kennen dat Burg. enWeth.juist
omdat het een ernstige zaak geldt, voorstellen het verzoek
af te wijzen.
De heer Moggre is van meening dat de Raad door de
concessie aan de Industrieele Maatschappij verleend voor
electrische verlichting niet zoo gebonden is, dat geen
concessie voor levering van gas zou mogen worden ver
leend. Hij zou het daarom nuttig en noodig oordeelen
dat nadere stappen werden gedaan om hieromtrent op de
hoogte te komen, daar hij, als de Raad concessie kan
verleenen er wel op zou willen ingaan. Uit het schrijven
van den concessie-aanvrager blijkt dat hij de bestaande
concessie ook geen bezwaar acht.
De heer Visser geeft als zijn meening te kennen dat
het voor de gemeente zeer gevaarlijk zou zijn om thans
concessie voor gaslevering te geven.
Art. 3 der concessie voor electrische stroomlevering zegt
duidelijk dat deze omvat het uitsluitend recht tot het
leggen en hebben van electrische geleidingen in en over
de openbare straten enz., dienende voor de levering van
stroomen voor verlichting, voor het overbrengen van be-
weegkracht enz. en dat zij elke verdere concessie voor
centrale verlichting, krachtsoverbrenging enz. uitsluit.
Wanneer de Raad dus concessie voor gaslevering zou
geven, zou hij al spoedig met de directie van de elec
trische centrale te doen krijgen en zich zeer waarschijnlijk
een gevaarlijk proces op den hals halen.
De heer Moggre wijst er op dat de aanvrager te kennen
geeft daarin geen bezwaar te zien.
De heer Dees wil dat gaarne aannemen, deze kan daar
geen kwaad bij, maar als de concessie-aanvrager daarvan
zoo zeker is, laat hein dan een sorn van '150,000 tot
200,000 gulden deponeeren, opdat de gemeente daaruit
betalen kan de gevolgen die voor haar uit een eventueel
1 proces zouden kunnen voortkommi en op zoo'n bedrag
mag men wel rekenen, want het is te denken dat de
Industrieele Maatschappij in deze niet kleinzeerig zoude
zijn.
Als de concessie-aanvrager er geen bezwaar in ziet en
door kapitaal-krachtigen gesteund wordt, kan het voor
hem geen bezwaar zijn dergelijk bedrag als waarborg te
stellen, dat is met een briefje te verhelpen. Is er werkelijk
geen gevaarJ dan zal die som ook nimmer worden aan-
gesproken.
De heer Moggre betoogt dat hij, zonder nu juist over
een bedrag te hebben gedacht, ook de bedoeling had bij
den concessie-aanvrager te informeeren of die bereid zou
zijn de gemeente tegen mogelijke schade te vrijwaren.
De heer Eijke acht dat zoo geen slecht idee.
De heer Dees zou meenen dat er eerst sprake van zou
kunnen zijn om er op in te gaan, als de gemeente iets
had om zich aan vast te houden.
De heer Waalkes maant tot voorzichtigheid aan, hij be-
schouwt de aanvraag als een soort speculatie, met het
oog op de cokes-ovens.
Enkele leden geven blijk ook wel wat voor die meening
te gevoelen.
De Voorzitter voegt er aan toe, dat, naar het schijnt,
de maatschappij der coces-ovens, als hare inrichting een-
maal zal gereed zijn, ook naar de levering van gas ambieert,
daar zij dan over een groote hoeveelheid gas zal beschik-
ken. die zij als er geen afnemer voor gevonden wordt,
nutteloos moet laten ontsnappen. Hij oppert met het oog
daarop ook de vraag of het, in het vooruitzicht van die
omstandigheid wel wenschelijk kan zijn thans eene con
cessie voor gaslevering te uerleenen, en ook of het nu
men hier eene electrische verlichting bezit, over het alge-
meen nog wel gewenscht is bovendien nog concessie voor
gasverlichting te geven, aan wie ook.
De heer Wieland acht dat ook overbodig. In Axel is
men nu bezig met het bouwen eener gasfabriek, maar ze
zouden gaarne met ons willen ruilen, ze zouden ook liever
electrisch licht hebben. Voor hem is het ook de vraag of
de gemeenteraad, met het oog op de concessie verleend
voor electrisch licht, nog wel het recht bezit een concessie
voor eene andere verlichting te geven. Aan die maat
schappij is voor een aantal jaren het recht tot het maken
van verlichting toegekend.
De \oorzitter is het met die opmerking eens; wanneer
de Raad vrij zou willen zijn, kan hij in 1914 de concessie
afkoopen, maar dan moet een jaar te voren het voornemen
daartoe te kennen worden gegeven Gebeurt dat niet,
dan loopt de concesssie 40 jaren.
De heer Moggre zou het gewenscht achten dat nevens
de concessie voor electrisch licht ook eene voor gasver
lichting kon worden toegestaan en zou daarom wel op
het verzoek willen ingaan. Hij wil er echter de gemeente
niet voorspannen, maar den aanvrager de verantwoorde-
lijkheid en de gevolgen lat^n dragen.
De Voorzitter acht het ongewenscht thans concessie
voor gaslevering te verleenen. Als de coces-ovens een-
maal aan het werk zijn, willen deze het waarschijnlijk
ook doen, en die maatschappij kan het dan, oindat het
gas voor haar toch waardeloos is, zeer goedkoop doen,
goedkooper als iemand die een fabriek moet bouwen. In
het geval dat de aanvrager voornemens was om het gas
van de coces-ovens te koopen, zou hij daarmede winst
willen behalen en ze, als hij het uitsluitend recht van
levering verkreeg, veel duurder kunnen verkoopen dan de
coces-ovens dat zelf zouden doen, waardoor het nadeelig
zou zijn voOr de ingezetenen of industrieele ondernemingen,
die daarvan gas willen betrekken. De concessionaris zou
misschien wel 20 cent per kubieke meter vragen, waar
de maatschappij rechtstreeks voor 10 cent zou willen
leveren.
Bovendien achten Burg, en Weth. de bewoordingen van
art. 3 der concessie voor electrische stroomlevering besli'st
een beletsel om een andere concessie te verleenen, daar
daarin duidelijk gezegd wordt dat zij alle andere con-
cessie's voor centrale verlichting uitsluit.
De heer De Jager wijst er op dat er hier reeds 2 cen
trales zijn voor het leveren van electrisch licht, die welke
aan de ingezetenen levert en de rijkscentrale, hij acht het
daarom onnoodig nog concessie voor eene gasverlichting
te geven. Wie zal zich nog aan eene gasfabriek aansluiten
Ook hij leest in het meer genoemd artikel 3 dat het niet
mag.
De heer Waalkes gelooft dat de aanvraag niet ernstig
moet worden opgevat en er een nevenbedoeling in ver-
scholen ligt.
De heer Donze acht de zaak wel wat te ernstig om die
aanvraag nu zoo maar in eens van de baan te willen
schuiven, hij zou die nog wel eens willen aanhouden.
De Voorzitter ziet daarin geen bezwaar.
De wethouders, de heeren Visser en Dees, wenschen
liever de zaak af te handelen en vinden daarvoor steun
bij enkele leden.
De heer Waalkes meent. dat men ook de billijkheid
moet in aanmerking nemen tegenover de electrische
centrale, die alles aanwendt om een zoo goed mogelijke
exploitatie te verzekeren. Dit is onlangs ten duidelijkste
uitgekomen toen door het stormweer het net zoo deer-
lijk beschadigd was. Op zoo kort mogelijken tijd werd
de stroomlevering in orde gebracht.
De heer Moggre wil daarop niets afdingen, maar zou
toch gaarne zekerheid willen hebben of de Raad het recht
heeft nog eene andere concessie te verleenen.
Het voorstel van Burg, en Weth., om de cocessie-aan-
vraag af te wijzen, wordt aangenomen met 7 tegen 3
stemmen.
Voor stemmen de heeren Wieland, De Jaget^, Scheele,
De Bruijne, Waalkes, Visser en Dees; tegen stemmen de
heeren Moggre, Donze en Eijke.
b. De Voorzitter deelt mede dat ingekomen is een
schrijven van de Association Cooperative Zelandaise de
Carbonisation" te Sluiskil, waarin deze te kennen geeft,
vernomen te hebben dat bij den Raad is ingekomen eene
aanvraag tot het verkrijgen van eene concessie voor het
produceeren en verkoopen van koolgas in deze gemeente.
Met het oog daarop is adressante zoo vrij ook om het
recht van alleen verkoop te verzoeken, daar hare fabricatie
van cokes haar over aanzienlijke hoeveelheden gas zal
doen beschikken, die tot verlichting en aanwending voor
industrieele doeleinden geschikt is.
Zij voegt hieraan toe, op het oogenblik versehillende
voorstellen tot aankoop in haar bezit te hebben. welke
haar zijn gedaan door fabrikanten, die zich in de onmid-
dellijke omgeving willen komen vestigen.
In het belang der gemeente en tevens ook in haar eigen
belang, dat nauw met dat der gemeente verbonden is,
verzoekt adressante de vrijheid van productie en verkoop
van gas aan nijverheidsinstellingen te willen handhaven
Met die vrijheid, aan ieder toegestaan, vergenoegt adres
sante zich. Daardoor zou het mogelijk zijn dat zich
binnen het grondgebied der gemeente voorname industri
eele ondernemingen vestigen, terwijl het verleenen van
concessie aan eene gasmaatschappij de nederzetting dier
jnstellingen zou beletten.
Burg, en Weth. stellen voor dit schrijven, als zijnde
op ongezegeld papier, buiten behandeling te laten.
Z. li s. wordt aldus besloten.
De Voorzitter stijlt namens Burg, en Weth. voor aan
H. M. de Ivoningin ontheffing te verzoeken van de ver
plichting, het gemeentebestuur opgelegd bij art. 48 der
wet op het Lager Onderwijs, ten opzichte van eene vaca-
ture van onderwijzeres aan school C, daar anders de ge
meente de rijkssubsidie voor die school zou moeten derven.
Op verzoek van den Voorzitter deelt de Secretaris den
loop dezer zaak aan de vergadering mede.
Met 1 Juli 1910 is aan school C vacant gekomen een
vacature van onderwijzeres. Volgens de wet moet in eene
vacature binnen 4 maanden "worden voorzien, wanneer
het eene plaats betreft van het aantal onderwijzers dat
aan die school moet verbonden zijn volgens het aantal
daar op 15 Januari schoolgaande kinderen. In den loop
van het jaar werden de parallelklassen van school C opge-
heven, zoodat er een overcompleet van persoueel was. Er
ontstond met 1 Juli eene vacature en het was te voorzien
dat het aantal schoolgaande kinderen op den volgenden
15 Januari zoodanig zou gedaald zijn, dat die onder
wijzeres niet meer noodig zou zijn. Daarom werd besloten
geen oproeping te doen, daar de eventueel te benoemen
onderwijzeres dan toch op wachtgeld zou moeten'worden
gesteld, wat men, ook in het belang van iemand die zou
worden benoemd, niet gewenscht achtte.
De verwachting wat het aantal schoolgaande kinderen
betreft, is uitgekomen en dan moet volgens de wet in
den loop van het jaar volgende op dat waarin de vacature
ontstond, ontheffing worden gevraagd, daar de gemeente
anders de geheele subsidie voor die school waaraan de
vacature bestond, verliest. Het verzoek moet dus thans
worden gedaan.
Hetvoorstel van Burg, en Weth, wordt z. h.s.aa igenomen.
lie Voorzitter deelt mede dat van het Burgerlijk Arm
bestuur een schrijven is ontvangen, waarin, in verband met
de periodieke aftreding der heeren A. H. Donze, C. J. de
Nijs en A. Ivooman, met 1 Jan. a.s., met de aftredenden
worden aanbevolen de heeren A. C. Lensen, A. P. J. F.
Begheijn en J. Nijssen.
De heeren Donze en Kooman worden herbenoemd elk
met 9, de heer De Nijs met 8 stemmen. De heer Begheijn
verkrijgt 1 stem en 1 briefje is bianco.
De heer Donze verklaart op de vraag van den Voor
zitter de benoerning te aanvaarden.
De heer De Feijter komt ter vergadering.
De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen een adres
van S. J. Moggenstorm, weduwe van J. Wiskerke, in leven
gepensionneerd secretaris der gemeente Ter Neuzen, welk
daarin te kennen geeft dat door het overlijden van haar
echtgenoot op 29 Oct. 1.1. diens pensioen als zoodanig is
komen te vervallen en zij hierdoor een zeer belangrijk
deel harer inkomsten zal moeten missen, terwijl door deze
gemeente niet door de instelling van een weduwenpensioen
in een dergelijk gemis is voorzien, redenen waarom zij
de vrijheid neemt zich tot den Raad te wenden met het
eerbiedig verzoek. haar althans voor het loopende kwartaal
in het voile bezit te laten van het aan wijlen haar echt
genoot toegekende pensioen.
Burg, en Weth. stellen voor het verzoek in te willigen.
De heer Eijke stemt met dit voorstel in, opmerkeude
dat het ook is volgens de gewoonte van het Hurgerlijk
Pensioenfonds, dat het laatste kwartaal, waarin de gepen-
sioneerde overlijdt, aan zijne nabestaanden wordt uito-e-
keerd.
De heer De Jager verklaart zich niet tegen het uit-
betalen van het laatste kwartaal pensioen te willen ver-
zetten, maar merkt op dat vroeger ten opz,„..„^ le
weduwe van een ander gemeente-ambtenaar niet aldus
gehaudeld is; nl. toen de oude gemeente-bode Versluys
is gestorven. Die overleed den 15 April van het jaar 1909
en aan zijne vrouw is over het tweede kwartaal in
het geheel geen pensioen meer uitbetaald.
De oorzitter kan zich daarvan niets meer herinneren,
en oppert de vraag hoe de loop der omstandigheden toen
geweest is. Heeft de vrouw het toen ook gevraagd
De heer Dees merkt op dat toen het gemeentebestuur
uit andere personen bestond, die kunnen er toen wel
anders over gedacht hebben.
De heer De JagerIk herhaal hier niet tegen de uit-
betaling te willen protesteeren, maar wijs er alleen op,
omdat men ten deze zou behooren te handelen volgens
het spreekwoord gelijke monniken gelijke kappen.
De Voorzitter antwoordt hierop dat toch elk geval
afzonderlijk moet worden beoordeeld. Hij weet niet ofer
toen een verzoek van de weduwe Versluijs is ingekomen.
De heer De Jager herinnert zich dat er toen ook een
verzoek in behandeling is gekomen, maar dat dit is afgewezen.
Er er is zelfs geen pensioen meer betaald over de maand
April, hoewel Versluijs eerst den 15den overleed.
De heer Eijke Dat is dan toch zeker verkeerd °*eweest.
De Secretaris leest thans een deel voor uit het verslag
der raadszitting van 12 Mei 1909, waaruit blijkt dat toen
behaudeld is een verzoek der weduwe van dhn overleden
gepensioneerdan gemeente-bode P. Versluijs, waarin deze,
na het overlijden van haar echtgenoot verzocht haar eer.
pensioen toe te kennen. Dat verzoek werd na bespreking
afgewezen.
De heer Dees: Dat was een heel ander gevaldie vrouw
verzocht om haar een pensioen toe te kennen.
De Secretaris deelt verder mede dat bij onderzoek ge
bleken is dat werkelijk haar pensioen is uitbetaald tot '1
April 1909, dus alleen over het eerste kwartaal.
De Voorzitter geeft in overweging nm Burg, en Weth.
te machtigen dit nader te onderzoeken en het geplee^de
onrecht te herstellen.
De heer Wieland heeft er geen bezwaar tegen dat dit
geschiedt, maar wil liever niet van onrecht" spreken, hij
neemt aan dat het meer een »verzuim" is geweest. en dat
moet verbeterd worden.
Z. h. s. wordt hiermede instemming betuigd, terwijl
tevens z. h. s. wordt aangenomen het voorstel van Burg,
en Weth. om het verzoek der weduwe Wiskerke in te
willigen.