Gemeogde herichten.
De hanen wonnen E. Verhijfte ea C. Oortvriendt
de biefstuks E. Spietael en W. tan Drongelen.
Axel. De in deze gemeente gehouden col-
lecte ten bate van de slachtoflers van den storm
op 30 Sept. heeft opgebracht 124.02.
IV estdorpe. De collecte ten behoeve van
den watersnood heeft in deze gemeente opgebracht
V lissingen. In het wetsontwerp, waarbij
aan deze gemeente toegestaan wordt tot 1 Januari
1915 een plaatselijke belasting op het gedistil-
leerd te heffen, wordt het bedrag bepaald op
ten hoogste f 7,50 per H.L. ad 50 pCt. sterkte.
Tot nog toe bedroeg de plaatselijke accijns
f 17,50 per H.L., zoodat volgens dit regeerings-
voorstel slechts s/7 van de tegenwoordige be
lasting mag worden geheven. Waar de hoofdelijke
otnslag voor 1912, niettegenstaande het vertrek
van de bookmakers, en dus een aanzienlijk ver-
minderde draagkracht, is verhoogdmoeten worden
van 118,000 op 136,000 zal nu de
plautsel jce accijuzen ruim /lO.OOOminderzullen
opbrengen het niet zoo gemakkelyk gaan de
begrooting sluitend te maken.
lenzij, wat niet verondersteld mag worden,
in het voorstel een fout is geslopen en het voor-
gestelde bedrag van heffing niet f 7,50, maar
wederom 17,50 bedraagt
Met voormalig Beursgebomv te
Vlissingen.
Het Beursgebouw op het Beursplein te
Vlissingen is een der weinige overgebleven
monumenten van oudheid in die gemeente.
Dit gebouw heeft in den loop der tijden
reeds een groote verandering ondergaan, welke
uit oudheidkundig cogpunt bezien, het geheel
ontsierde. Thans wordt voorgesteld het torentje
op dit Beursgebouw en het leien dak af te
breken, en daarvoor een plat dak in de plaats
te brengen.
In de //Vliss. Ct." komt de heer B. van
Brucken 1 ock te Middelburg, secretaris van
„Nehalennia", en correspondent van den Bond
z/Heemscbut" tegen dit voornemen op en
schrijft o. a.
Was het reeds niet genoeg, Vlissingers, dat
uw stadhuis, uw kerken, kasteelen, stadspoorten
en verdere merkwaardige gebouwen in den loop
der tijden, betzij door het vuur hetzij door den
moker, werden gesloopt. Moeten nu ook nog
de fragmenten der oude Beurs (welk hoe zeer
verminkt,toch eensieraad is van het Beursplein")
worden vernield Moet de gevangentoren of
z/Westpoort" het eenig overgebleven fragment
worden, hetwelk uit oude tijden tot U kwam
Immers neen ongetwijfeld zijn er onder U, die
het initiatief willen nemen tot het op touw
zetten eener actie tegen het heilloos voornemen
om een uwer laatste monumenten door sloopers-
handen te laten vernielen.
Als men Qud en arm is
Middelburg. Door de marechaussee uit
Hulst is alhier binhengebracht een 85jarige
man, wiens eenig misdrijf hierin bestond, dat
hij door armoede gedreven zonder middelen van
bestaan rondzwierf. Deze beklagenswaardige
grijsaard zit nu, dank zij onze heerlijke Neder-
laudsche wetgeving, die voor zulke stakkers
geen betere plaats aanwijst, in het huis van
bewaring opgeborgen.
En waar moet deze man dan heen Naar
eene rijkswerkinrichting Maar daarvoor zullen
hem de krachten wel ontbreken. Voor philau-
thropen wellicht een mooie gelegenheid om in
Verderop ontwaarden we nog een andere hoeve
en vlak ernaast verscheen plotseling een troepje
ruiters, dat stil stond en naar onze zijde tuurde.
Achter de ruiters zagen wij een afdeeling hu-
zaren. Vijf mannen reden vooruit. Drie van
hen droegen helmen. Van de twee anderen had
een een roode veer op den hoed en naast hem
reed iemand met een laag hoofddeksel.
//Bij Godriep de sergeant, //dat is hij
Hij is Napoleon die daar op dat grijze paard.
Ik wil er een maand soldij onder verwedden,
dat hij het is
Ik keek door mijn handen om te kunnen
onderscheiden, om den man te zien die zulk
een donkere schaduw over Europa had weten
te verspreiden, die sedert vijf en twintigjaar
alle volkeren had verontrust en zelfs onze ne-
derige hoeve in Schotland niet had gespaard.
Want wie anders dan hij was de oorzaak, dat
wij alien Jacob, Eduarda en ik zelf, uit onze
omgeving waren gerukt, waarin onze voorouders
altijd rustig en tevreden hadden geleefd.
Voor zoover de groote afstand mij veroorloofde
gevolgtrekkingen te maken, was de beroemde
veldheer een kort, ineengedrongen, vierkant ge-
bouwd man. Hij had een kijker voor de oogen,
dien hij met twee handen, de ellebogen ver van
het lijf af, vasthield. Plotseling hoorde ik naast
mij een zware ademhaling en omziende, ont-
waarde ik Jacob, wiens oogen als vurige kolen
glinsterden.
„Dat is hij, Johan!" fluisterde hij mij in
in het oor.
(Wordt vervolgd).
samenwerking met den oflficier van justitie dezen
man zoo spoedig mogelijk uit de hechten is
te ontslaan en hem inf een gesticht onder te
brengen, waar hij zijn laatste levensjaren rustig
zal kunnen sljjten.
De politie te IVJiddelburg heeft aange-
houden een Engelschie dame, die zich aldaar
eerst in een van die eerste hotels had opge-
houden en zich annbood tot het geven van
conversatielessen. Zij deed tevens allerlei in-
koopen zonder betalen, doch bleek noch geld
noch legitimatiepapieren te hebben. Onder ge-
leide is zij na&r B,otterdam gebracht en per
Batavierlijn ng,ar Eugeland overgebracht.
Men adres-geschiedenis.
Het is gebeurd in een groote stad, dicht bij
Den Haag. Een der eervolste burgers, de heer
T. had een adres geschreven en verzonden aan
den Gemeenteraad. Het was behoorlijk netjes
gescbveven, op gezegeld papier, en het was
verzonden volkomen volgens de protocolaire
tradities. Eenige weken waren er reeds over-
heen gegaan, toen de adressant, op een morgen
om kwart over achten, bezoek kreeg van een
heer die hem absoluut dringend noodzakelijk
spreken moest. Het bleek een ambtenaar van
de gemeente-secretarie. En wat hij op zijn
hart had Ja hij zou maar ronduit vertellen
zooals 't was het adres dat mijuheer aan den
Raad gericht had, waszoek geraakt
Het moest worden afgedrukt en overgelegd
en later nog eens in 'tarchief opgeborgen,
maar 't was spoorloos verdwenen. En nu
kwam hij vragen of mijuheer zoo goed zou
willen zjjn, 't nog eens op te schijven. Het
zegeltje zou hij dan vergoed krijgen.
De adressant deed 't met veel hoofdbrekens,
verzond 't voor den tweede maal.
Kleine vier weken geleden. Maar't zegeltje
heeft hij nog niet terug
Vrijdagavond omstreeks zeven uur werden
te IJmuiden aan wal gebracht zeven man,
behoorende tot de equipage van het Engelsche
stoomschip //Envoy", dat op reis van Hull naar
Stockholm in de Noordzee was gezonken.
Zij waren opgepikt door den IJmuider
stoomtrawler „Eveliue"', doch overgegeven aan
den trawler //Gerard", die de schipbreukelingen
meenam naar IJmuiden.
De elf overige opvarenden van de Envoy"
waren gered door den stoomtrawler Singapore"
uit Hull en naar deze haven vervoerd. Van
een gezonken vaartuig werd dus de geheele
bemanning gered. Droevig is het echter, dat
bij de pogingen, welke door de equipage van
den Engelsche stoomtrawler Durham" werden
aangewend om hulp te verleenen, drie mannen
den dood in de goiven vonden.
Een schippersknecht van een motorboot is
bij het varen onder de brug over de Binnenhaven
te Rotterdam, beklemd geraakt tusschen de door
hem omlaag gehaalde schoorsteenpijp en eenige
aan dek liggende olievaten. Inwendig zwaar
gekwetst is de man naar het ziekenhuis ge
bracht.
De Rotterdamsche rechtbauk heeft in eene
zitting vrijgesproken de 26jarige weduwe C. S.,
beklaagd in een twist haar man verwond te
hebben met doodelijken afloop. De man stond
ongunstig bekend wegens dronkenschap en mis-
handeling van zijne vrouw. Het was een duistere
zaak, daar hi] zichzelve dep ernstige verwonding
zeer mogelijk met een mes had toegebracht.
De student in de medicijnen G. (zie vorig
nummer) is terecht. Hij had in den omtrek
van Leiden vertoefd. Zijn ouders hebben hem
zijn zin gegeven om van studie te veranderen.
Voor de tweede maal in dit najaar telt de
gemeente Brielle een honderdjarige onder haar
inwoners. Heden toch viert mevrouw J. W. E.
A. van der Minne, geb. Lossecaat van Nouhuijs.
haar eeuwfeest. Zij is de weduwe van dr. Ary
Claris van der Minne, over wien in de XXe
Keuw (van 1904) een artikel is verschenen on
der den titel//Een garde d'honneur tegen wil
en dank".
Ondanks haar hoogen leefti]d is mevr. v. d. Minne
nog zeer kras en bij zonder helder van geest,
alleen het gezicht en het gehoor zijn wat ach-
teruit gegaan.
Men schrijft d.d. 9 November uit Sittard
Hedennacht werd ingebroken bij den her-
bergier T., tevens handelaar in manufacturen,
alhier. De vrouw des huizes was wakker ge-
worden en meende iemand te hooren. Wijt ze
dacht het zich te verbeelden, sliep ze weer in,
doch toen even later, 't was 4 uur in den mor
gen, een wekker afliep, hoorde ze duidelijk
iemand in huis, die in zijn haast een stoel om-
gooide en daarna ijlings verdween. Door een
zolderraam kijkend, zag zij nu den inbreker,
die zich met eenigen buit uit de voeten maakte.
De vrouw wekte haastig haar man en zoon,
deze liepen, wat zij konden, den dief achterna,
maar de vogel was gevlogen.
Het bleek, dat hij 3 pakken manskleeren
had meegenomen, benevens een overjas en een
paar schoenen. Zijn eigen versleten jas en
schoenen had de man achtergelaten.
Dat de inbreker zich in het huis van T. nog
al op zijn gemak gevoelde, blijk hieruit, dat
hij zich nog te goed gedaan had aan het ont-
bijt, dat op de tafel gereed stond voor den
zoon, die 's morgens vroeg op reis moest, en
tevens aan een halven flesch port en een fleschje
boerenjougens, die hij in 't cafe vond.
De politie werd van een en ander in kennis
gesteld. Wachtmeester Gulikers en een mare
chaussee waren dezen middag op zoek en von
den in de z.g. Beemden, niet ver van het huis
waar de inbraak was gepleegd, eerst een jas
en een weinig verder den inbreker. Deze lag
rustig in het gras te slapen. Het gestolen
goed lag naast hem.
De man was een zwerver, sedert eenige dagen
logeerend in een logementje alhier. Voor de
politie was het geen onbekende. Hij werd naar
de gevangenis gebracht, waar hij zijn roes
verder kon uitslapen.
Te Amsterdam heeft Vrijdagavond een
brutale diefstal plaats gebad.
De schipper van een motorboot, liggende in
het Openhavenfront, had even zijn boot verlaten
en zag tot zijne verwondering dat er licht in
het vaartuig brandde toen hij terug kwam.
In de kajuit vond hij een vroegeren knecht
van hem, die een zich daar bevindend kastje
waarin f 300 aan bankpapier was geborgen. had
opengebroken. Het geld was verdwenen. Op
een vraag van den schipper waar het geld ge-
bleven was, verklaarde de man van niets te weten.
Wel zeide hij een zakje met eenige guldens te
hebben gevonden, dat hij den schipper weer ter
hand stelde.
De f 300 werden later onder den rommel,
dien de knecht in de kajuit gemaakt had, terug-
gevonden. Vermoed wordt dat de man geeu
kans ziende om zich uit de voeten te maken,
toen de schipper terugkwam, het bankpapier
weer hier of daar heeft neergelegd. De schipper
heeft hem echter doen aanhouden.
Mat moet je ook maar weten
Op het Vreeburg te Utrecht stond Donder-
dag een koopman, een venter, die z'n waren
bij opbod verkocht. Difc is een ongewone ma-
nier van doen. Immers gewoonlijk vraagt een
venter voor z'n bloemkool, z'n appeitjes pf
stoofperen een ongehoord hoogen prijs, laten
we zeggen 50 cent, en de eerste de beste juf-
frouw die d'r man op appeitjes wil trakteeren,
lukt het, d'r mandje vol te stoppen met goud-
reinetten voor drie heele dubbeltjes. Twintig
cent is er in de gauwigheid afgematst. Niet
waar, dat is de ervaring van iederen dag
Maar vandaag stond er op de markt een
jeugdige koopman die het 'm anders lapte.
Hij zette z'n artikel in voor de kleiuigheid
van 10 centen en vroegwie geeft er meer
Alio laatste bod 10 cent. Daar 12, hier 15,
ginds 20, alio maar, 20 cent geboden. Wie
meer
Je zoudt zeggen, dat is alleszins gepermit-
teerd. Daar kan men zelfs geen interpellate
over houden in den Gemeenteraad. Maar het
bleek ons, dat de koopman iets deed, wat niet
was gepermitteerd. Er verscheen 'n inspecteur
van politie, met een perkamenten verordening
in de hand, een exemplaar, dat ons leek opge-
diept uit de allerbovenste verdiepingen van 't
archief en de ambtenaar maakte op grond van
deze verordening proces-verbaal op tegen den
koopman van 't opbod.
Wat was de quaestie?
De man had zich schuldig gemaakt aan
overtreding van een verordening, stammende
uit den jare 1799
Onze voorvaderen van 120 jaar geleden heb
ben in hun tijd verboden verklaard het doen
van verkoopingen bij opbod in het openbaar,
anders dan in tegenwoordigheid van notaris of
deurwaarder. Aan dit voorschrift van twee
eeuwen her, voldeed onze koopman niet. Hij
verkocht als eerlijk man appeitjes en peertjes
zonder notaris en zonder deurwaarder. Wat
wist hij van een decreet uit het jaar 1799
Welk gewoon mensch kent 'r nu een verorde
ning, door z'n overgrootvader gemaakt F
't Hielp niets. Het voorschrift bestaat nog
altoos. En de overtreder kreeg 'n bekeuring.
Men zal nu toch niet kunnen zeggen, dat
onze Utrechtsche politie-ambtenaren de wet
niet kennen. Hun kennis daaromtrent strekt
zelfs tot 1799!
Te Willige Langerak is ingebroken in
de kerk. Door het voorportaal schijnt men
binnengekomen te zijn. Vermist worden het
koperen doopbekken met fraai deksel en de
koperen lessenaar van den voorzanger, een
zeer fraai en zwaar stuk van den bijbel, die
daarop lag, zijn de twee zware sloten en twee
hoeken afgebroken. Zonderling is het, dat vele
kerkboekjes met zilveren sloten ongemoeid zijn
gelaten waarsebijnlijk is de diefstal gepleegd
om het gestolene als antiquiteit van de hand
te doen.
Een motorzeeschip. Op 4 dezer is te
Copenhagen van stapel geloopen het motorschip
#Selandia". Het is het eerste van drie door de
East Asiatic Comp., van Copenhagen bestelde
schepen.
De „Selandia" heeft een waterverplaatsing van
1.0.000 ton, is 370 voet lang en 53 breed. Het
schip heeft geen gewone pijp de ontsnapping
der gassen gebeurt langs de drie holle masten
die op het schip staan. De ruime machinekamer
bevat drie groote motoren en twee kleinere.
De petroleumtanks liggen in den dubbelen bodem
over de geheele lengte van het schip. Alle
lieren worden in beweging gebracht door elec-
triciteit.
Een ongehuwde dame Marguerite Rieux,
wonende te Croisilles en oorspronkelijk van
Parijs, meldde zich enkele dagen geleden ter
gemeente-secretarie van Croisilles aan om trouw-
belofte te doen afkondigen, daar zij binnen kort
in het huwelijk wenschte te treden.
De gemeente-secretaris schreef naar Parijs
om een uittreksel der geboorteacte van het meis-
je. Enkele dagen daarna kreeg men te Croisilles
het gevraagde, met de vermelding, dat ze ge-
huwd was.
Marguerite Rieux, die nooit geweten heeft
dat ze getrouwd was, heeft rechterlijken bijstand
gevraagd om, door de rechtbanken, deze valsche
vermelding te doen schrappen.
Een veldwachter te Nintingen ontdekte in
een kleine bergplaats het lijk van een 16jarigen
knaap. De ongelukkige was doodgeschoten door
zijn makker, deze heeft bekend. maar wil niet
zeggen waarom hij den moord pleegde. Hij heeft
deuzelfden ouderdom van het slachtoffer.
Zekere Oostenrijker, Meisler geheeten, had
het in zijn hoofd gestoken te Antwerpen een
paar goede slagen te doen.
Daarom had hij kennis gemaakt met een
bediende van het Union Ticket Office, gelegen
46, De Keyserlei. Dag voor dag wist hij den
bediende wat los te maken hoe het bureel ge
legen waswanneer de brandkast het meeste
geld bevatte wanneer de bureelen open waren
en men dus ongemerkt in huis kon gaan of
ook de kelder open was, en nog meer andere
zaken.
Dit kwam den bediende nogal verdacht voor
en deze had zijn wautrouwen reeds aan den
een en ander bekend gemaakt. Zoo kwam dit
ook ter oore der opsporingsbrigade. Het huis
werd bewaakt en Meisler werd in 't grootste
geheim steeds door den eenen of anderen ge-
volgd. Hunne moeite is rijkelijk beloond ge-
worden.
Zoo werd hij eergisteren en gisteren in gezel-
schap gezien van een drietal vrienden, die aan de
agenten der opsporingsbrigade totaal onbekend
waren.
Zou het oogenblik van handelen gekomen
zijn Het huis werd nog strenger bewaakt.
Gisterenmorgen zag men een dier vrienden
in het bureel gaan met een groot valies. Deze
nam een voorioopig reiskaartje voor Amerika
en vroeg ook zijn valies te mogen laten staan
op het bureel, wat hem gereedeljjk werd toe
gestaan.
's Namiddags bezochten verschillende personen
het bureel der Union Ticket Office, maar men
had opgemerkt dat drie van hen er niet terug
uitkwameu en onder deze was ook de man, die
het valies had binnengebracht.
Onmiddellijk verwittigden de op wacht staande
agenten hunne collega's en met eenigen viel men
's avonds het huis binneu, terwijl anderen de
uitgangen streng bewaakten.
Het huis werd van onder tot boven afgezocht;
in den kelder stond men voor de drie vermisten,
die zich in een hoekje verscholen hielden.
Daar men niet wist met welke gevaarlijke
soort men te doen had, kregen de beruchte
inbrekers de loop van een revolver onder den
neus, die hen in bedwang hield, totdat de
agenten zich goed van hunntn persoon verzekerd
hadden.
Alle drie werden naar het bureel gebracht,
waar ze werden ontvangen door den overste der
opsporingsbrigade, die al dadeiijk merkte welk
vleesch hij in de kuip had.
De een," een kerel als een reus, noemde zich
Love David, 37 jaar oud, koopman van beroep,
verblijvende te Londen.
De' tweede heet Leib Moeiske, 39 jaar oud, is
schoenmaker van beroep en verblijft eveneens
te Londen.
Beiden zijn Russen, en waren eerst gisteren
morgen uit Londen in onze stad aangekomen.
Door het streng verhoor van den overste M.
Collara-Bovie, bekeuden ze naar Antwerpen
gekomen te zijn op uitnoodiging van een onbe
kende die ze evenwel's morgens hadden ontmoet,
om brandkasten open te breken. Zij verklaarden
ook elkaar niet te kennen.
De derde is een Duitscher, Abraham Robitz,
50 jaar, een kleermaker, verblijvende te Berlijn
en die over een paar dagen om dezelfde reden
als de twee eersten in onze stad was aange
komen.
Id den kelder, waar ze verborgen zaten,
werden verschillende valsche sleutels gevonden
een dievenlantaarn, eene boor en eeu oeitel.
Daar men in den aangehoudenen den kerel
herkeDde die 's morgens het valies had gebracht
was men ook nieuwsgierig te weten wat het
valies kon bevatten,
o o