Tsf Seuzensch8 Oourant
Zaterdag 11 November 1911. No. 5685.
Gemengde berichten.
Landbouwberichten.
3DZBB3DZE3 BXj.A.ID.
Binnenland.
T W E D E K A M E R
Yergadering van Donderdag.
M i 1 i t i e w e t.
De behandeling van art. 75, met de, by jiet
debat van gister overgebleven 9 amendemeuten,
wordt voortgezet.
De Minister van Oorlog brengt vooraf nog
een belangrijke wijziging aan betreffende den
diensttijd by de administratietroepen.
■m alinea namelijk betreffende den diensttyd
bij die troeper., zal thans luiden, dat die dienst
tijd zal bedragen voor hen, die tot de admmi-
rtratie-troepen behooren, 8 maanden, welke
duur voor degenen, die zieb vrywilhg voor
den dienst by die troepen hebben aangegeveu,
met ten hoogste 61/3 maand kan worden ver-
^De'laatste woorden zijn nieuw. De Minister
zet uiteen, dat hierdoor zy, die bij de admini-
stratie-troepen zyn ingedeeld, sleckts 8 maanden
zullen behoeven te dienen, en dat alleen voor
vrij willigers bij die troepen 6V? maand dienst
tijd er by kan komen, en das slechts rry-
willigers in totaal 141/, maand zullen kunnen
dienen.
De Minister hoopt echter, in verband hier
mee dat, indien zich niet voldoende vrij willigers
aanmelden, de Kamer meerder geld zal toe-
staan voor de aanstelling van burger-corveeers.
De heer Marchant oordeelende dat deze wij
ziging nauwelijks in bet debat wordt geworpen,
acht bet noodzakelijk de verdere behandeling
van bovenbedoelde alinea betreffende den dienst
by de administratie-troepen aan te houden,
totdat de Regeeringswijziging en de daarbij
door den Minister gegeven toelichting gedrukt
waren.
Na eenig debat met den voorzitter, wordt
daaromtrent echter geen besluit geuomen.
De heer Duymaer van Twist, het woord
voerende over het geheele artikel zelf, begint
met de verklaring dat hij met het lid der
sociaal-demokratische fractie, dat gister het
woord voerde en tijdens wiens rede sprekei
zich tot een interruptie liet verleiden, bij dit
debat niet verder in discnssie wil treden.
Spreker _^t uitvoerig uiteen, dat z. i. de
oefeningstijd in geen enkel opzicht korter mag
zijn dan 8'/2 maand.
Het verdient aanbeveling in de wet naast
het maximum van 8*/^ maand, ook een minimum
op te nemen. Spreker zou er voor zijn het
blijvend gedeelte over de geheele lichting te
verdeelen, en niet uitsluitend over de voorjaars-
ploeg. De druk is nu ongelijkmatig geworden
door een der wijzigingen welke de Regeering
een dezer dagen heeft aangebracht. En daai-
om acht spreker 't wenschelyk tot de oude
redactie terug te komen.
Spreker zet nog uiteen dat van het amende
ment-Marchant. om van dienst bij het blijvend
gedeelte vrij te stellen hen, die een diploma
van voorgeoefendheid en schietvaardigheid be-
zitten, de bedoeling goed is, maar het denk-
beeld op het oogenblik vooralsnog onuitvoer-
baar is, omdat de druk van den dienst nog
zwaarder zou worden.
De heer van Vlijmen zet zyn groote tech-
nische bezwaren tegen de regeling van den
eersten oefeningstijd uiteen. Men heeft spre
ker inconsequentie verweten, omdat hrj in 1901
wel 8'/2 maand in de wet wilde opgenomen
zien. Maar men heeft toen te veel gelet op
de individueele oefening, en niet op de geza-
menlijke. En dat is de fout van de onderhavige
Militiewetwijziging eveuzeer. En daarom is
hij thans voor langeren oefeningstijd, omdat
deze voor gezameulijke oefening noodzakelijk is.
Z. i. is 10J maand het minimum.
Spreker zal tegen artikel 75 stemmen.
De heer Thomson constateert, dat dit artikel
75 het belangrijkste van de geheele wet is,
maar stelt teveus vast dat de wijze, waarop de
Militiewet in deze kamer afgejakkerd wordt,
door zittingen van 's morgens half elf tot een
laat uur 's middags en in avondzittingen, de
Kamer eenvoudig op gemaakt heeft. Men is
beu van de debatten. en dat neemt spreker
niemand kwalijk, ook niet als de heeren naar
de koffiekamer loopen. Maar dit zal spreker
niet beletten dit gewichtige artikel op z'n ge-
mak te bespreken, of er belangstelling voor is
of niet.
Spreker verheugt er zich over dat gister het
amendement-van \lijmen, betoogende ver-
lenging van den diensttijd, zelfs niet ondersteund
is geworden iets waartoe men anders uit
beleefdheid nog wel eens bereid is. Hieruit
trekt spreker de conclusie, dat de volksvertegen-
woordiging, zooals zij nu is samengesteld, tegen
verlenging van den diensttijd is.
Uitvoerig zet spreker uiteen, dat de verkor-
ting van den oefeningstyd tegengehouden wordt
door allerlei voorschriften uit den oudeu tyd,
tA men geen vertrouweq stelde in de geschikt-
0 van den soldaat. Wat spreker van den
Maut te velde alleen verlangt is vertrouwen
^■zijn schietwapen, goed marcheeren, zich on-
Hitbaar weten te maken voor den vyand, en
■letteadheid. En ten onrechte legt de heer
•an Vlijmen het zwaarfepunt in de verouderde
tuchtelijke opleiding. En dezfc brengt mede'da
door sleur een aantal voorschhften blyven be-
staan, die het stelsel van kerte oefening in den
weg staan. De geheele opleiding in de kazerne
wordt gerekt door een geheel verkeerd stelse..
Ten slotfce keert spreker zich tegen het sy-
steem van consolideering van slechte toestanden
van deze wet, dat geheel indruischt tegen de
vooruitstrev&ndheid van den heer Colyn toen
hij nog tot het Indische leger behoorde. Maar
omdat de heer Colijn, nog niet voldoende zelf-
standig over de Nederlandsche legertoestanden
kan oordeelen, daarom kwam hij met deze ver-
derfelijke wet.
Evenals de heer Duys beroept spreker zich
op verschillende ofhcieele dokumenten en dag-
orders van regimentskommandanten, ten betooge
dat men niet mag zeggen dat een oefening van
8 maanden te kort is, en dat ons leger zou
zijn ^verworpen" en „weerloos'
De Tydeman bestrijdt de sociaal-demokratische
amendementen betreffende aauwijzing der ad
ministratie-troepen door loting (waardoor z. l.
het karakter van minderwaardigheid ten on
rechte op deze verplegiugstroepen zou gedrukt
blijven) en betreffende afschaffing van dienst-
ruiling bij het blijvend gedeelte.
De heer Marchant komt er tegen op, dat
men de slechte toestanden in het leger aan den
soldaat toeschrijft en niet aan de slechte systemen
in dat leger.
De heer Marchant juicht verder met toe de
heden-ochtend door den Minister aangebrachte
wijziging.
De heer Verhey meent, dat verlenging van
diensttijd op zicb zelf, al is't met ltY/c, maand,
het leger niet zal baten.
De heer Helsdingeu constateert dat bij den
Minister, getuige dieus herhaalde wijzigingen,
toch geen vaste lijn blijkt te bestaan.
De heer Heemskerk, hoewel 't eens met den
heer Tydeman, dat in dienstvervanging niets
imuioreels hgt, zal toch voor het sociaal-demo-
cratisch amendement, om die dienstruiling af
te schaffen, stemmen, omdat daardoor een prikkel
zal wordeu verkregen voor vrijwilligers, om
zich aan te melden voor kaderopleiding.
De heer Schaper betoogt, dat men er met
korten oefeningstyd best kan komen.
Thans komt de Minister van Oorlog aan
't woord.
Tegenover den heer Thomson merkt de
Minister op, dat de door hem aangehaalde
manoeuvres-proclaiuaties de houding, den ijver
en den goeden geest van de troepen prijzen,
maar dat daarmee nog niet is gezegd dat de
technische vaardigheid niet te weuschen over-
liet.
De wijze waarop heden de wijziging in de
regeling der administratie-troepen door som-
migen in de Kamer ontvangen is, was voor de
Regeering niet bemoedigend, om op den weg
om den tegenstanders zooveel uiogeiijk tege-
moet te komen, voort te gaan.
Hedenavond half 8 uur voortzetting.
ben gesneden op het Ijloofd, waardoor hij ver-
wond werd.
Beklaagde, die volgfns de getuigen zou ge
zegd hebben ,/wil je niet mijn meid uit" ont-
kende op de kermis ^[eweest te zyn en zeide
nooit een mes bij zich (te hebben.
De drie getuigen wezien beklaagde beslist als
den dader aan.
Het 0. M. eischte drie maanden geyangenis-
straf.
De 32jarige landholder M. D. uitlJzen-
dijke stond terecht, beklaagd van het niet vol-
doen aan een wettelijk bevjel van een ambtenaar.
Op 14" Augustus gaf dez e beklaagde aan den
burgemeester van IJzendijkt kennis, dat bij hem
mond- en klauwzeer heerscht.e. Den 16 Augus
tus gaf de burgemeester, gehrford den districts-
veearts den beklaagde bevel Viet vee niet uit
de stal te halen. Doch dit deed^ beklaagde wel
en bracht de koeien toch in de \Veide.
Beklaagde erkende dit, maar meirnde, dat de
veearts gezegd had ,/het is goed de\dieren op
stal te houden, maar je bent er niet' toe ver-
plicht."
Eisch 10 of 10 dagen.
SECHTSZAKEB.
Bij beschikking der arrondissements-rechtbank
te Middelburg zijn naar de terecbtzitting ver-
wezeD, met bevel tot gevangenhouding C. v. R.,
27 jaar, landbouwersknecht, wonende te St. Kruis,
thans gedetineerd te Middelburg, beklaagd van
poging tot doodslag, gepleegd op P. Watermeulen
te Eede, op de Belgische grens, en J. v. H.,
26 jaar, bakker en koopman te Biervliet, even-
eens gedetineerd te Middelburg, beklaagd van
frauduleus bankroet.
Recbtsingang werd verleend tegen den
85jarigen Fr. v. A., tuinknecht, geboren te
Nieuwvliet, zonder vaste woonplaats, thans ge
detineerd te Middelburg, beklaagd van land-
looperij.
Het gerechtshof te's Gravenhage heeft aan
J. A. T., metselaar Schoondijke, beklaagd van
kippendiefstal te Groede, door de rechtbank te
Middelburg opgelegde gevangenisstraf veranderd
in tien gulden boete of zeven dagen hechtenis
voor zijn medebeklaagde J. E., metselaar te
Groede, werd de gevangenisstraf van een week
verboogd tot twee weken.
De arrondissements-rechtbank te Maastricht
veroordeelde Maandag een distillateur aldaar,
wegens het in eene distilleerderij hebben van
geheime of verborgen pijpen of huizen aan de
bij de administratis bekende distilleerketels of
slangen, waarvan is bewezen, dat de geheime
pijp of buis klaarblijkelijk is bestemd geweest
tot het ongeoorloofd wegvoeren van gedistilleerd,
tot een geldboete van f 1000, subs, een maand
hechtenis.
- Yoor de rechtbank te Middelburg stond
heden terecht wegens mishandeling met een
mes de 21jarige P. G. uit St. Jansteen, die op
de dermis op 8 October P. de Maas, zou heb-
Maatschappij tot bevordering van
Landbouw en Veeteelt in Zeeland.
In de gisteren te Middelburg gehouden verga-
dering van het Hoofdbestuur der bovengenoemde
maatschappij werd de heer W. Kakebeeke uit
Goes tot lid van het Dagelijksch Bestuur her-
kozen.
Op een vraag van den heer Snijders of het
niet wenschelyk is het aantal bestuursleden van
4 op 5 te brengen, autwoordde de Voorzitter,
de heer C. A. Dominicus, dat dit niet direct kon,
omdat daartoe statutenwijziging noodig is waar-
na hi] overweging toezegde.
In de plaats van den heer Mr. P. C. J. Henne-
quin, die zich niet meer herkiesbaar stelde,
werd tot afgevaardigde naar het Nederlandsch
Lundbouw-Comite benoemd de heer B. Giljam
en in diens plaats tot plaatsvervangend lid de
heer W. Kakebeeke.
Besloten werd de regeling der subsidie voo^
de paardenfokkerij, in afwijking van hetgee
het Hoofdbestuur vroeger had voorgesteld, niet
te doen wijzigen doch te laten zoo zij thans is.
Eenigen tijd werd gediscusieerd over het
ontwerp-reglement betreffende de zaadcontrole
en de erkenning van graanzaden en pootgoed.
De voornaamste bepalingen, die getroffen
werden, waren, dat niet beslist een lid der
ceutrale keuringscommissie bij de keuringen te
Vtflde tegenwoordig moet zyn, maar dat zulks
zooveel mogelijk het geval moet zijn.
Vau zaaigranen zal 10 H.L. en van pootgoed
20 H.L. in voorraad moeten zijn om in aan-
merking te komen voor erkenning.
Kwade trouw zal gestraft worden met een
outzegging voor altijd om met de keuring mede
te doen.
Op voorstel van deu Rijkslandbouwleeraar
werden hierop tot leden der centrale keurings
commissie benoemd de heeren W. Kakebeeke,
Goes W! Collot d'Escury, Kloosterzande A.
I. Leenhouts, RetranchementIz. P. van de
Linde, ColijnsplaatD. Lindenbergh, 's Heer
Arendskerke J. L. Groenewege, St. Maartens-
dyk J. C. van Langeraad, Dreischor I. G.J.
Kakebeeke, Goes en C. Franse, Kleverskerke.
De uitgave van het Landbouwblad werd ge-
regeld en o. a. bepaald, dat ook andere ver-
eenigingen daarvan gebruik zullen kunnen maken,
als zy het blad geldelijk steunen.
De commissie van onderzoek naar het
nuttig gebruik van suikerbietkoppen en blade-
ren voor de voeding van het vee en naar de
waarde daarvan heeft haar werk aangevangen,
over de wijze waarop dit geschiedt zal een en
ander in het orgaan der Maatschappy worden
medegedeeld.
In verband met de mededeeling over het ge
bruik van de 300 provinciale subsidie voor
de cursussen in landkennis, landkunde, verdedig
de de Voorzitter het houden van deze cursussen
in twee zoo dicht bij elkaar liggende plaatsen
als Groede en Oostburg.
De toelating tot de hoefsmidscursussen zal in
het vervolg. alleen na afgelegd examen ge-
schieden.
De vergadering verklaarde zich onbevoegd
een oordeel uit te spreken over de wenschelijk-
beid van wijziging in de wetgeving regelende
de koopvernietigende gebreken bij den veehandel
Na eenig discussieeren over de vraag of de re
geering ook op kan treden tegen ziekten die
niet in de wet op de besmettelijke ziekten zijn
opgenomeu en nadat de heer Van Dixhoorn
betuigd had, dat alle ziekten moeten bestreden
kunnen worden, werd besloten te verzoeken aan
H. M. de Kouingin meerdere ziekten in bedoelde
wet op te nemen.
In verband met de maatregelen tegen het
mond- eu klauwzeer werd door den heCr Risch,
veearts te Goes opgemerkt, dat er voorbeelden
ziju dat afmaking der diereii een goed resultaat
heeft gehad. Het resultaat met het serum tegen
deze ziekte, kau spreker niet erg roemen, maar
hij deelde mede dat men te Rotterdam aan de
bereiding van een nieuw serum bezig is.
Ook wees spreker op de weinige medewer-
king die de regeering dikwijls van particulieren
ondervindt.
Ofschoon de heer Hanken als voorzitter van
de afdeeling der vereeniging V. P. N. een
poging deed het verzoek dier vereeniging om
75 subsidie te krijgen, te doen aannemen,
werd toch overeenkomstig, het voorstel van
het Dagelijksch Bestuur besloten daarop af-
wijzend te beschikken.
Bij de behandeling der begrooting zeide Jhr.
Van Vredenburgh dat het hem trof daarop niet
meer het lidmaatschap van de Nationale ver
eeniging voor de Paardenfokkerij aan te treffen.
In verband met die opmerking zegde de
voorzitter tegen de voorjaarsvergadering een
voorstel toe om uit te maken, of het voort-
bestaan van de afdeeling Zeeland van genoemde
vereeniging voor de Maatschappy van belang
wordt geacht.
De begrooting werd in ontvangst en uitgaaf
vastgesteld op 25,855,57s.
In verband met een verzoek van de Drentsche
Landbouwmaatschappjj werd besloten te re-
questreeren aan de regeering en te verzoeken
zoo mogelijk alle zuivel-consulenten te gelijk
Rijksambtenaren te maken.
Door de commissie van toezicht op de Land-
bouwwinterschool te Goes was verzocht mede-
werking bij de pogingen om een beter gebouw
voor die school te krijgen. Besloten werd
krachtig op verbetering aan te dringen.
Ten slotte deelde de Voorzitter mede, dat
het Dagelyksch Bestuur gemeend heeft als
datum van de Provincialen Landbouwtentoon-
stelling te moeten vaststellen -5 en 6 September
1912, zijnde de dagen, overeenkomende met die
welke voor dit jaar waren vastgesteld.
Toen Zondagmorgen de knecht van schip-
per A. Kole, beurtschipper van Colijnsplaat op
Rotterdam, liggende in laatstgenoemde stad
gewekt werd door een collega van een schip
uit de Klundert, kwam hij tot de onaangename
ontdekking, dat uit de kajuit, waarin hij sliep,
zyn Zondags pak, zijn pantoffels, zijn nieuwe
pet en zijn horloge verdwenen waren. Zyn col
lega had omstreeks zeven uur een vreemde
met een pak de schuit zien verlaten. Dadelijk
werd de politie gewaarschuwd, maar tot heden
is het gestolene nog niet terecht.
Een zeldzaam voorkomend geval van ver-
duistering zal eerlang ter beoordeeling van de
justitie worden gebracht. Aan de Nederlandsche
Fabriek van Werktuigen en Spoorw^jypaterieel
te Amsterdam zijn een aldaar werkzame werk-
tuigkundige en een lichtdrukker in hechtenis
genomen, verdacht van het zich toeeigenen
van teekeningen van constructies, o. a. voor
Dieselmotoren, welke zij aan een buitenlandsche
concurreerende fabriek zouden hebben verkocht.
Na eerst door de politie verhoord te zijn, zyn
beiden, de werktuigkundige ingenieur en de
lichtdrukker ter beschikking van de justitie
gesteld.
Bij nieuwe middelen rijzen ook nieuwe
quaesties. De politiehond is al heel wat besproken
en geen wonder, want hij werd vaak de schrik
van den misdadiger eenerzijds, anderzijds de
zeer gewaardeerde verlenging van den arm der
gerechtigheid. Een politiehond kan worden af-
gericht niet alleen tot het opsporen van misda-
digers, doch ook tot behulpzaam zijn bij hunne
gevangenneming.
En juist omtrent dit laatste rijst thans een
strijdvraag van niet weinig belang
Mag men volgens Nederlandsch recht, door
zulk een beest aangegrepen, zich daartegen ver-
zetten of verdedigen De Hooge Raad heeft
reeds eenmaal deze vraag ontkennend beant-
woord, doch daarmee is de strijd eigenlyk eerst
begonnen. Waar ambtenaren optreden in de
oefening van hun functie mag men zich daar
tegen, volgens art. 180 van het wetboek van straf-
recht niet verzetten. Ook wordt in dat arti
kel gesproken van personen, die den ambtenaar
bijstand verleenen. Maar waar wordt de uit-
oefening van het Staatsgezag aan een beest opge-
dragen Het zal waarschijnlijk nog wel langen
tijd duren voor de rechtsgeleerden het over deze
vraag eens worden, tenzij de wetgever ingrijpe
en door wetswijziging deze quaestie beslisse. Tot
zoolang blyft bet een open vraag.
In den Helder staaktde gemeente-
raad
De zitting van den raad op 31 October jl.
werd geleid door den oudsten wethouder, den
heer L. F. Over de Linden, in de plaats van
den burgemeester, den heer A. J. J. van Steijn,
die met verlof de gemeente had verlaten.
Dit laatste werd, met het oog op de be
handeling der begrooting, scherp afgekeurd.
Een motie, luidende,/De vergadering, over-
tuigd van de wenschelykheid, dat de behan
deling der begrooting door den burgemeester
worde geleid, gaat over tot de orde van den
dag", werd met groote meerderheid aangenomen.
Niettegenstaande dit, poogde de waarnemende
voorzitter den heeren raadsleden te overreden,
toch den volgenden dag te vergaderen de voor-
stemmers van die motie verklaarden echter niet
VAN