Nieuws-
A I g e m e e n
en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
IT*ord'd'
No. 5681
Donderdag 2 November 1911.
51e Jaar^ang.
BELASTING
op het houdon van hondon.
DRANKWET.
Aankondiging.
Buitenland.
BinnenlancL
najaarsschouw over de voetpaden.
FEU1LLETON.
IN DEN D00D VEREENIGD.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,-. Franco per postVoor
Nederland f 1 10 Voor Belgie 1,40. Voor Amenka f l,32i/s en voor
bet overige Buitenland 1,65. Men abonneert zicb bp alle Boekhande-
laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders. L nitrrave
Telefoon No. 2 5. Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag_deg
nriis slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Burgemeester en Wethouders van ZAAMSLAG,
brengen ter algemeene kennis, dat te beginnen
op Woensdag I November a. s.,
vanwege de gemeente eene algemeene opneming
zal worden gehouden van de
Zaamslag, den 27 October 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. DE FEIJTER, Burgemeester.
J. STOLE Lz., Secretaris.
De Italiaansch-Turksche oorlog.
De herovering van Tripoli door de Turken
en Arabieren wordt niet bevestigd, maar vol-
gens Turksche berichten is de herovering der
stad iederen dag te verwachten.
Met deze woorden ging hij op huis aan.
ffHet was Eduarda, die gij in het oude fort
verwachtte riep ik, daar mij in eens een
lieht opging en ik alles begreep.
jrWel Johan, je begint scherpzinnig te wor
den," zeide hij spottend, en een oogenblik later
hoorde ik hem de deur van zijn kamer sluiten
en den sleutel omdraaien.
Ik dacht niet, hem dien avond te zullen
weerzien. Maar een oogenblik later kwam hij
in de keuken, waar ik met de oude lui aan
tafel zat.
„Madame", zoo begon hij, terwijl hij met de
hand op de borst een zijner zonderlinge buigingen
maakte, ffik heb in uw huis veel goedheid en
vriendscbap ondervonden, en zal dat nooit ver-
geten. Nimmer had ik gedacht, in deze stille
streek zooveel geluk te zullen vinden. Gij zult
wel zoo goed zijn, dat kleine geschenk van mij
te willen aannemen."
Bij deze woorden legde hij twee kleine pakjes
op de tafeleen voor mijn moeder en een voor
mijn vader. Toen verliet hij, onder herhaalde
buigingen, de kamer.
Het geschenk voor mijn moeder was een
broche, met een groenen steen in het midden
Uit den ruimer vloeienden stroom van oorlogs-
nieuws valt stellig op te maken dat de Italianen
te Tripoli in een neteligen toestand zitten. Van
23 dezer af is er bijna onatgebroken gevochten.
Wij hebben melding geuiaakt van de groote
gevechten op 23 en 26 dezer. Van dat laatste
gevecht zij nog vermeld dat de Italianen bij-
zonder slecht schoten. De tucht liet veel te
wenschen over en ook de generale staf gat blij-
ken van zenu wachtigen angst. De Turken werk-
ten met artillerie, die de granaten zelfs tot in
de stad Tripoli wierp. Van twee zijden werd
op de Italiaansche posities storm geloopen.
Honderden Arabieren, die in den rug aanvielen,
braken door de verdedigingslinie en bereikten
de oase. Met ongekende stoutmoedigheid liepen
Arabieren en Turken storm tegen de Italianen,
en zg brachten hun aanmerkelijke verliezen,
vooral aan de officieren toe.
De legerkommandant Caneva rapporteert
dat de verliezen van de Italianen van 23 tot
26 bedragen, 13 officieren en 361 manschappen
aan gesneuvelden en 16 officieren en 142 sol-
daten aan gewonden. Maar deze cijfers waren
niet volledig en zijn reeds ,/aangevuld."
Het schieten in den rug heeft de vreemde
verhouding van het aantal dooden tot dat der
gewonden veroorzaakt.
De gevoelige verliezen hebben op de Italianen
diepen indruk gemaakt. Niemand toont meer
optimisme over den roekeloozen oorlog.
De oase bij Tripoli is versterkt tot een basis
voor toekomstige krijgsverrichtingen.
De verliezen der Turken en Arabieren wor
den, raw geschat, op 4000 dooden aangegeven.
Onder hen is een hoofdofficier, Munirpasja.
De Italianen waren over het verraad der Ara
bieren, die zich aanvankelijk hadden onderwor-
pen, zoo verwoed, dat zij een algemeene slach-
ting ook onder vrouwen en kinderen begonnen.
In de oase en zelfs in de stad Tripoli werd
alles, wat op een Arabisch wezen geleek, afge-
maakt, en dit verklaart het hooge cijfer van
de gedoode Arabieren. Een telegram uit Tri
poli meldt dat „in de consternatie" ook vrou
wen en kinderen door de Italianen werden ge-
dood. Men doet aan den Italiaanschen kant al
geen moeite meer om die menschenslachting
ook van onschuldigen te vergoelijken. De erg-
ste guerilla-oorlog woedt thans in Tripoli, met
de onmenschelijke wreedheden. De Italianen
moeten zelfs de Arabieren in bloeddorst over-
treffen. Zelfs schoten zij op de Arabieren, die
de lijken kwamen weghalen.
De Arabieren in Tripoli zijn slim te werk
gegaan. Zij waren in 't begin schijnbaar den
Italianen welgezind en kregen zelfs van dezen
graan als schadeloosstelling voor het bom jar-
dement. De Arabieren leverden hun geweren
maar 't bleek dat zij hun onbruikbare
wapens voor 5 aan de Italianen afstonden,
terwijl zij in hun kelders hun goede geweren en
schietvoorraad verstopten. En het ltaliaanscl
zaaigraan ging als proviand voor de luiksche
troepen per karavaan naar 't Zuiden
De misrekening der Italianen dat zg in
Tripoli op weinig of geen verzet zouden stuiten,
wreekt zich elken dag. Ook Zaterdag moet er
zwaar gevochten zijD. De Italianen hebben tot
dusver 8 veldstukken en 4 mitrailleuses vei-
loren. In het gevecht op Zaterdag zouden de
Arabieren 300 dooden hebben gekregen. Zondag
en gister is er niet gevochten.
Bij alien tegenslag komt najvoor de Italianen
een gunstig bericht, n.l. oneenigheid tusschen
de Arabiscbe stammen of men al dan niet den
strijd zal voortzetten. Men zal spoedig weten
hoe dit zit. Intusschen hebben de militaire
vliegers nog groote scbaren vijanden in de
onmiddellijke nabijheid van de Italiaansche
gelederen ontdekt. Hun aantal was niet te be-
rekenen, omdat zij zich in boschjes schuil
hielden. Volgens Turksche berichten staan voor
Tripoli thans 30.000 Arabieren, terwijl er in de
provincie nog 70.000 voor den strijd gereed zijn.
Toen het de vorige zoo stormachtig op de
kust was dat de oorlogsschepen er vandaan
moesten, toen namen de Arabieren en Turken
hun kans waar om de Italianen afbreuk te doeu.
Bij het vertrek van de reservisten uit Bologna
naar Tripoli werd een schot gelost op een
groep officieren. De kolonel 8troppa weid ge-
wond. Het bleek dat een reservist uit tegen-
zin in den dienst het schot had gelost.
en een aantal schitterende witte steentjes er om-
heen. Wij hadden nog nooit zoo iets gezien en
wjj wisten dus niet wat het was. Later vernamen
te Berwick, dat de groote groene steen een smaragd
was en de witte steentjes diamanten waren, en
dat alles te zamen een waarde had grooter dan
van al onze schapen en lammeren. Mijn goede,
beste moeder is sedert jaren overleden, maar
die broche is in onze familie gebjeven. Thans
prijkt ze bij gelegenheden aan den hals mijner
dochter. Nimmer zie ik ze, zonder te denken
aan onzen vreemden commensaal met zijD
langen, dunnen neus en zijn katachtige knevels.
Mijn vader kreeg een fraai gouden horloge met
dubbele kast. Zijn oogen schitterden van trots,
toen hij het in de hand hield en naar het tikken
luisterde. Ik weet niet, wie van beiden dien avond
het gelukkigst wasmaar zij konden nergens
overspreken dan over de geschenken van DeLapp
ontvangen.
Het was mij onmogelijk om mij stil te houden
over het gebeurde.
,/Hij heeft u nog veel meer gegeven," zei ik
ten laatste.
,/Wat dan, Johan?" vroeg mijn vader.
,/Een echtgenoot voor nicht Eduarda."
Eerst dachten zij, dat het gekheid was. Maar
toen zij begrepen, dat ik waarheid gesproken had
waren zij in de wolken van blijdschap. Al was
de grootste grondbezitter van 8chotland om Edu
arda gekomen, dan hadden zij niet meer in hun
scbik kunnen zijn. Het is waar, mijn arme vriend,
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
M i 1 i t i e w e t.
De behandeling van art 21, regelende de
vrijstellingen, wordt voortgezet.
De heer Duys vervolgt zijn Vrijdagmiddag
afgebroken rede ter verdediging van het sociaal-
demokratische amendemeut om de vrijstelling
van geestelijken of van hen, die voor den geeste
lijken stand studeeren, uit de wet te lichtdn.
Spreker noemt het een schandaal, dat maunen
als Krillinger, die echte gemoedsbezwaren heb-
Jacob had door zijD vroeger ongeregeld leven
en vechtlust geen goeden naam in den omtrek
gekregen en mijn moeder had menigmaal be-
weerd, dat zoo'n huwelijk nooit gelukkig kon
zijn. De Lapp daarentegen was, voor zoover
wij over hem konden oordeelen, een bedaard
en fatsoenlijk man. En gekeime huwelijken wa
ren in dien tijd in Schotland niet zeldzaam, zoo-
dat daarover gewoonlijk weinig drukte werd
gemaakt. Het was dus niet zoo vreemd dat mijn
ouders verheugd waren. Maar ik was bedroefd
en boos, want ik vond, dat mijD vriend vreeselijk
slecht was behandeld en ik kende hem als iemand,
die zich zulk een beleedigende handeling niet zou
laten welgevallen.
Den volgenden morgen ontwaakte ik met een
bezwaard genaoed, want Jacob zou dien dag thuis
komen en dat zou natuurlijk een groot spektakel
geven. Maar dat het een geheele verandering
in ons aller leven zou teweegbrengen, had ik in
de verste verte niet kunnen vermoeden.
Ik was vroeg opgestaan, omdat ik met mijn
vader naar de heide moest om op de lammeren
te passen. Van uit de gang kwam mij een
koude wind iegemoet, veroorzaakt doordat de
voordeur ha.l open stond. Uit een der binnen-
deuren, dii eveneens open stond, viel een scbe-
merachtig licht. Het kwam uit Eduarda's ka
mer, en die van De Lapp was evenmin geslo-
ten.' Plotseling begreep ik wat de geschenken
van den vorigen avond moesten beteekenen.
Het was een afscheid geweest en zij waren weg.
ben om de wapens te dragen, in de gevangeme
worden geworpen, terwijl geestelijken, die g
gemoedsbezwaren hebben, maar t alleen lastig
vinden te dienen, bij hoopen worden vnjgesteld.
De heer Verhey verdedigt een amendement
om vrijstellingen van kostwinners te doen ver-
vallen. De bedoeling is de vrijstellingen das
niet zoo ver uit te breiden, maar het kostwm-
nerschap te brengen onder bijzondere gevallen.
Het thans geldende systeem van vergoedingen
aan on- of minvermogenden, dient te blijven
^De heer Thomson verdedigt, als uitvloeisel
van het debat over de niet-inschrijvmg van
Indische studenten, een amendement der com-
missie van rapporteurs, bedoelende om derge-
lijke jongelieden vrij te stellen van den diens
De heer van Sasse van Ysselt verdedigt een
amendement om de aanvraag tot vrijstelling
van een kostwinner niet in de eerste plants te
richten tot den Militieraad, maar tot den bur-
niGBstcr,
De heer Ter Laan verdedigt een amendement
om de vrijstelling van geestelijken althans aan
I eenige waarborgen te binden.
De heer De Visser betreurt t amendement
om de vrijstelling van geestelijken te doen
vervallen.
De vrijstelling acht hij geen privilege voor
de geestelijken zelf, maar voor hen die door
het geestelijk ambt gebaat worden n.l. de
kerkelijke gemeenten. In oorlogstijd toch is
het dat een volk het allereerst en het allermeest
behoefte heeft aan geestelijke leiding en steun.
Ook de heer Elan bestrijdt bet amendement
Duys, omdat hij zich gebonden acht aan het com-
promis, dat in 1898 de vrijstelling van geeste
lijken in de Militiewet bracht. Daarentegen
steuut spreker het sociaal-demokratisch amen
dement om meerdere waarborgen bij het vrg-
stellen van geestelijken te eischen.
De heer Duymaer v. Twist bestrijdt de vrij
stelling van kostwinners. Daarentegen wit
spreker de vergoeding uitbreiden en daarvoor
circa 4 ton besckikbaar stellen in plaats van
18.000, daarvoor geraamd.
Wat betreft de vrijstelling van geestelijken
sloot spreker zich aan bij het betoog van den
I heer De Visser.
De heer Thomson bepleit handhaving van de
vrijstelling der geesteljjken. Ten aanzien van
de vrijstelling van kostwinners mist ook spreker
een dnidelijke omschrijving van wie kostwinner
is. Hierdoor krijgen we een toestar.d van
rechteloosheid.
De heer Nolens verdedigt de vrijstelling der
Het hart met verbittering vervuld, staarde ik in
Eduarda's ledige kamer. Hoe was het mogelijk,
dat zij ons voor dien vreeradeling had kunnen
verlaten, zonder met een enkelen handdruk af
scheid van ons te nemenEn hij ook 1 Ik
was met bekommering vervuld geweest bjj ue
o-edachte, wat er had kunnen gebeuren. als hg
en Jacob elkander ontmoet hadden. Nu kwam
mij zijn vertrek voor als een lafhartige vlucht.
Boos en verdrietig ging ik met mijn vader naar
de heide en klom de heuvelen op, om in den
morgenwind tot kalmte te komen.
Boven op den Corriemuir gekomen, zag ik
Eduarda voor het laatst. Het schip, dat we
den vorigen dag gezien hadden, lag nog op
dezelfde plaats. Een kleine boot voer er naar
toe, en daarin zaten De Lapp en Eduarda.
Ik zag hoe de boot het schip bereikte en ze
naar boven klommen. Het anker werd gelicht,
de witte zeilen werden geheschen en statig gleed
het vaartuig over de golven. Eduarda stond
op bet dek naast De Lapp haar roode sjaal
wapperde in den wind. Zij zagen mij ook,
want op de hoogte kwam mijn gestalte donker
tegen de wolken uit. Lang wuifden zg mij toe
maar eindelijk gaven zij bet op, toen zij beraerk-
ten dat ik bun afscheidsgroeten niet verkoos te
beantwoorden. s
Met over elkander geslagen armen, en somber-
der dan ik mij ooit van mijn levep gevoeld had,
staarde ik het schip na, totdat het eindelijk achter
den gezichtseinder was verdwenen. Toen keerde
EKSCHE
Burgemeester en Wethouders van TER .NEUZEN,
brengen ter kennis, dat het suppletoir kohier van d
belasting op het houden van honden No. 2 in deze
Gemeenfe, voor 1911 in afschrift gedurende vijf maanden,
op de Secretarie der gemeente voor een leder ter lezing
is nedergelegd.
Ter Nenzen, den 1 November 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. VISSER, L°. Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ingevolge artikel 37, in verband met artikel
12 le lid der Drankwet, ter openbare kennis dat by
hen is ingekomen een verzoekschrlft om verlof tot den
verkoop van alcoholhoudenden drank anderen dan ster-
ken drank van MAGDALENA VAN DER EST, zonder
beroep, wonende te Ter Neuzen, voor het perceel plaat-
selijk gemerkt no. 5 E en gelegen aan het Westhaven-
hoofd.
Binnen twee weken nadat deze bekendmaking is ge-
schied kan ieder tegen het verleenen van het verlof
schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders bezwaren
inbrengen.
Ter Neuzen, 31 October 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. VISSER, L°. Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
in
JtJLlf 111 (4C. 1 U 1/lvvIV J