Ter Neuzensche Oourant Donderdag 19 October 1911. No. 5675. TWiBEilDIEi BLiJLID. Buitenland, Binnenland. Gemengde berichten. De Italiaansch-Turksche oorlog. Nil de Italianen een modern uitgeruste leger- macht van 35,000 man te Tripoli hebben aau land gebracht, gaat het er voor de enkele duizenden Turken bedenkelijk uitzien. Hoewel zjj door nachtelijke aanvallen te kennen gaven zieH n; J'' klakkeloos te willen overgeren, zal er van langdurig verzet geen sprake kunnen zijr, Berichten uit Rome Jnelden dat de be- volkiug gaandeweg het hoofd in den schoot legt. Tusschen de Turken en een aan Italie onderworpen Arabieren-stam, kwam het zelfs tot vechten, waarbij 20 dooden vielen. Voorts is er een karavaan van 200 man en ruim 200 kameeleu, voor de Turksche troepen bestemd, door de Italianen buitgemaakt. Alle aanvallen der Turken waren, volgens de Italiaansche bladen, slechts sehermutselingen, en bij den aanval, die de lurken Zaterdag-nacht deden, werd slechts een Italiaan gewond. Een onduidelijk telegram, uit Tripoli aan de ,/Lok. Anz.", meldt dat de Arabieren, die niet in de hoofdstad Tripoli thuis hooren, er uit zijn gezet. Er staan waarschijnlijk ernstige gevechten te wachten. Het moet met de Turken treurig gesteld zijn. Hun legertje bevindt zicb op 12 uren afstand van Tripoli; 150 soldaten zijn gewond, 300 lijden er aan koorts. Allen bevmden zich in een beklagenswaardigen toestand. Het lazaret is in een smerige tent ondergebrachthet ont- breekt den soldaten aan het allernoodigste, en zij zouden zich gaarne overgeven. Slechts door de dreigementen van eenige heethoofden worden zij in bedwaug gehouden 50 soldaten, die den raad gaven, zich maar over te geven, werden doodgeschoten. In >de stad Tripoli hebben zich 150 Turk sche oflicieren gevangen gegeven. Te Rome be- schouwt men dan ook den toestand van de Turksche legermacht in Tripoli als wanhopig. In Turkije hinkt men op twee gedachteu wat het al of niet voortzetten van den oorlog betreft. He Jong-Turken hebben het kabiuet-Sa'id de duimschroeven aangezet, met dit gevolg, dat de ministerraad heeft besloten de diplomatieke on- derhandelingen voort te zetten om de Tripoli- kwestie tot een oplossing te breugeu, maar tegelpkertijd den Italianen tegenstand te biedeu. Op grond van deze politiek zal de comite-partij het kabinet een motie van vertrouwen geven. Aan de Turksche troepen in Tripoli worden via Alexandria en de Lybische woestijn uit Turkije versterkingen gezonden. Kisren met wapenen en munitie worden per spoor tot aan het laatste station in de Lybische woestijn gezonden en vervolgens op kameelen naar Barka verder ver- voerd. In Egypte zouden ook verschillende Turksche oflicieren in burgerkleeding zijn aan- gekomen, die zich naar Tripoli moeten hebben begeven, om daar den gewapenden tegenstand te organiseeren. Van bemiddelingspogingen der mogendheden wil men in Italie niets weten. De //Neue Freie Presse" weet al te melden dat die pogingen ditmaal als mislukt moeten bescbouwd worden. Gister zijn de Italianen begonnen met de inscheping van de tweede divisie van het ex- peditiekorps. De tweede divisie zal de infante- rie-regimenten 63 en 64, het tweede regiment Alpenjagers alsmede vele batterijen berggeschut omvatten. Haar doel is Derna en Bengasi. Op het Zondag te Modena bijeengekomen socialisten-congres werd tegen den oorlog ge protesteerd. De Italianen gaan in het bezette gebied aan- stonds de handelsbetrekkingen uitbreideu. Be- halve de Banca di Roma, die in Tripoli al filialen heeft, besloot ook de Banca di Sicilia een filiaal te Tripoli te vestigen. TWEEDE KAN1ER. Vergadering van Dinsdag. Aan de orde is de behandeling van de Militiewet- wijziging, welke in hoofdzaak neerkomt op uitbreiding van het contingent van 17,500 tot 23,000 man inkrimping van den diensttijd van 8 tot 6 jaren met 2 herhalingsoefeningen afschafling van de viermaanders iuvoering van een groep militaire werkers opkomst van de lichting in 2 ploegen, resp. 2/s en 1/i der lichting, met behoud van 8ys maand als eerste oefeningstijd, en met samenstelling van het blijvend gedeelte, groot 4000 man, voor den tijd van 4 maanden afschafling van het voor- bereidend militair onderwijsinvoering van kaderplicht, ook voor oflicieren eindelijk in voering eener voorkeuring, en ruimere vrij- stelling van kostwinners. Het algemeen debat wordt geopend door den hear Verhey, die uiteenzet dat door het ont- werp niet geschreden wordt in de richting van verbetering van de grondslagen van de Militiewet van 1901, en zulks meer bepaaldelijk door de afschafling van de viermaanders de instelling van de militaire werkersde verkorting van den diensttijd, de afschafling der 3e herhalings oefeningen, en d§ vrijstelling van de kost winners. Door een en ander wordt een schrede terug in plaats vooruit gedaan. De Regeering had het twee ploegenstelsel, dat niet deugt, doordat het de eenheid niet bevordert, moeten laten varen. Welke rol het blijvend gedeelte zal te vervullen hebben, is spreker nog steeds een raadsel, want hij acht het toch onmcgelijk met dit blijvend gedeelte, circa 4000 man, een mobilisatie te dekken. De Minister geve daar nadere inlichtingen over, desnoods in comite- generaal. Spreker handhaaft uitdrukkelijk zijn meening dat een eerste oefeningstijd van 81/2 maand te lang is, en betoogt verder in verband hier- mee dat naar zijn innige overtuiging de oefenings tijd niet goed besteed wordt. Bezwaar heeft spreker tegen het stelsel van de militaire werkers, en de uitbreiding van de vrjjstelling van de kostwinners. Spreker ziet ook niet in het nut van den maatregel, om de Regeering de bevoegdheid te geven de zeemili- ciens buiten Europa te zenden. De heer Ter Laan acht het tijdstip voor be handeling van deze Militiewet slecht gekozen, als men ziet dat aan verschillende departementen zooveel andere zaken, die veel nuttiger kunnen geacht worden, moeten blijven rusten wegens geldgebrek. Hij korat er uitvoerig tegen op dat een Regeering, die onwillig of onmachtig is sociale hervormingen tot stand te brengen, bii dit rnilitie-ontwerp weer een forscher greep in de schatkist doet, en duizenden mannen meer in militairen dienst trekt. Spreker constateert dat bij dit wetsontwerp gebroken wordt met het stelsel der Militiewet-1901, en noemt dit een politiek spel. In dit verband wees spreker op het klasse-karakter van het leger. Tegen de grootste mogendheden zal ons leger wel niet hebben op te trekken, en het is merkwaardig, dat als ons leger eens gebruikt wordt, dit steeds is, zooals te Amsterdam, Rotterdam en Dordrecht, tegen de arbeidende klasse. Na de pauze wordt een door den heer Troelstra (althans wat het houden van avondzittingen betreft) bestreden voorstel des voorzitters, om ook morgen-avond debat over de Militietfet te houden, en voorts om, te beginnen met morgen, reeds 's ochtends te half 11 uur de zittingen aau te vangen, aangenomen met 37 tegen 18 stemmen. De heer Ter Luan, zijn rede voortzettende, constateert terloops dat uit bovenstaand stem- mencijfer blijkt dat alleen de aanwezigheid van de sociaal-diynokratische fractie het voortzetten van de vergadering mogelijk maakte. Spreker vervolgt daarna uitvoerig zijn kritiek op het militaire beleid, zoowel van rechts als van links. Uit alles blijkt dat men aan beide zijden de sociale hervormingen wil achterstellen bij het militairisme, en dit niettegenstaande ons leger, blijkens verschillende uitspraken van mannen van gezag, waardeloos is, en zelfs de Raad van Defensie oordeelt dat er eigenlijk niets goed aan ons leger is. Thans komende tot het eigenlijke plan van Minister Colijn zet spreker uitvoerig uiteen dat de regeling nu het zuiverste type te aan- schouwen zal geven van een klasseleger, waarbij alles in klassen wordt ingedeeld onderaan de militaire werkers, dan het blijvend gedeelte, de oflicieren enz. en waarbij dus de minst ge- goeden op de laagste trap staan. De geheele regeling draagt verder het kenmerk van schijn- verbetering. In schijn vermindering, maar in werkelijkheid verzwaring van druk. Dit noemt spreker bedrog. Spreker komt nadrukkelijk op tegen's ministers weigering, om verkorting van den eersten oefen- tijd te bevorderen. Nog betoogt spreker dat de legerorganisatie, welke minister Colijn zich denkt, zal leiden tot vermeerdering van het aantal oflicieren. En zij is zoo ingericht, dat zij den Minister gelegenheid zal geven zijn positieverbetering der oflicieren er door te krijgen. Ten-slotte bestrijdt spreker nog uitvoerig het behoud van het blijvend gedeelte. De Regeering gebruikt het alleen voor herstel van orde bij opstootjes. Voor Zuid- en Noord-Beveland is thans een sub-comite van het Zeeuwsche provinciaal watersnood-comite werkzaam. Dit subcomite is Zaterdag j.l. geconstitueerd en bestaat uit de heeren J. N. Elenbaas, burgemeester van Krab bendijke, voorzitterJac. Welleman, wethouder dier gemeente, secretarisJ. J. van Gorsel, burgemeester van Rilland-Bath J. Sinke, bur gemeester van YersekeN. van Hamelen en 1. Willemsen lzn,, oesterkweekers te Yerseke C. Sinke en C. Stobbelaar, voorzitter en vice- voorzitter van de visschersvereeniging te Yerseke. Naar wij vernemen stelt het comite zich voor er streng voor te waken, dat alleen zij, die werkelijk hulp noodig hebben om hun bedrijf te kunnen voortzetten, of die slechts beperkte middelen of inkomsten bezitten, geholpen zullen worden. leder die voor hulp in aanmerking wil komen zal o. a. ook een staat moeten in- vullen waaruit zijn bezit en zijn inkomen blijkt. Nu de op 30 September j.l. toegebrachte schade overzien kan worden, blijkt ze ook voor het Oostelijk deel van Zuid-Beveland zeer groot te zijn. Aan de visschersvloot van Yerseke en Krabbendijke is een schade toegebracht van ruim f 25,000, terwijl aan andere visschers- vaartuigen, die op de dijken van de Ooster- schelde gestrand zijn, een schade van pi. m. 5000 is toegebracht. Aan de oesterputten en de oesters van de kweekers die te Yerseke en te Krabbendijke wonen is een schade toegebracht, welke begroot kan worden op 350,000. De grootste schade is geleden door kapitaal- krachtige personen en maatschappijen, zoodat deze cijfers geen maatstaf kunnen zijn voor het berekenen van het bedrag der schade, die voor geheele of gedeeltelijke schadevergoeding in aanmerking komt. Ook de schade aan de polderdijken op Zuid- Beveland van Yerseke tot den spoordam en de havens van Yerseke en Krabbendijke is grooter dan aanvankelijk gedacht is. Er zal 200,000 noodig zijn om die havens en dijken te brengen in den toestand, waarin zij voor 30 September j.l. waren, ongerekend de groote bedragen welke nog gevorderd zullen worden om de zeewerende djjken zoodanig te versterken, dat rampen zooals die van 30 September niet meer te vreezen zijn. In den polder het Durgerdammer Diep, bij Durgerdam, is Zondagmiddag de dijk, over eene lengte van 30 meter, met een stuk land verschoven en weggezakt, waardoor al het land, ter grootte van 34 hectaren, overstroomd werd. De boerderijen van de veehouders J. de Vries en K. Bijl moesten ontruimd worden, terwijl het vee spoedig in veiligheid werd gebracht. Maandagnacht heeft men de ringsloot aan beide zijden van den doorbraak afgedamd, om den watervloed te stuiten, welk werk door het in- storten van een der dammen zeer belemmerd werd. Te Laagkeppel is Zondagavond de sluis- wachter M. te water geraakt en verdronken. Zijn iijk is eergistermorgen opgehaald. Op het station Swalmen is Maandag de arbeider B. tusschen de buffers bekneld geraakt, met het gevolg, dat zijn rechterarm verbrijzeld en de linkerarm gebroken werd. B. is naar het ziekenhuis te Roermond overgebracht. In de buitensocieteit te Zutphen is Zon- diigavond door de politie op heeterdaad betrapt op diefstal van een tafelkleed de bewaarder van de cellulaire gevangenis aldaar, G. W. K. Woensdag is een 25jarige student J. Th. Bornwater, de zoon van den te Overveen ge- vestigden geneesheer, overleden. In het Am- sterdamsch laboratorium verrichtte hij reeds een jaar wetensehappelijke proeven om mate- riaal voor zijn dissertatie te verzamelen. Hij moet daarbij van tijd tot tijd vergiftige gassen hebben ingeademd, die ten slotte de oorzaak van zijn dood werden. Dit is dan ook als officieele doodsoorzaak opgegeven. Drie schilders, bezig met 't rerven van t station te Zutfen, stonden op een steigerwerk onder de overkapping van het eerste perron aan de Oostzijde. Het steigerwerk stak ietwat buiten 't perron uit, zoodat toen een locaaltrein naar Deventer vertrok, de trein er tegen reed en de steiger werd meegesleurd. Twee der schilders klemden zich in hun angst vast aan de overkapping en lieten zich toen de trein voor- bij was, naar beneden vallen. Zij kwamen er ongedeerd af evenals de derde die op het dak vah een der wagens neerkwam hij werd een eindje meegenomen, maar de machinist, door het lawaai van 't vallende hout opmerkzaam gemaakt, stopte weldra. De eerste kamer der Rechtbank te Am sterdam wees voor de eerste maal een vonnis, verband houdende met het in onze wet nieuw ingevoerde instituut van het onderzoek naar het vaderschap. Namens een ongehuwde moeder werd de man, dien zij als verwekker van haar buiten echt geboren kind had aangewezen, gedagvaard om, ter tegemoetkoming in de opvoeding van het kind, 5 per week te betalen. De ge- daagde liet verstek gaan, en de Rechtbank ver- oordeelde hem gisteren om in handen van den Voogdijraad 7000 te storten, opdat uit de renten van dat kapitaal 5 per week zal kun nen worden uitgekeerd aan de moeder tot aan de meerderjarigheid of het overlijden van het kind. De meerdere rente, die het kapitaal op- brengt dan 5 per week, zal aan den veroor- deelde moeten worden teruggegeven. De werkman J. N. te Wassenaar was Maandagmorgen bezig de wortels van een door den storm gevallen boom los te hakken en plaatste zich in het gat, dat onder den boom ontstaan was. Door het los hakken kantelde de zware voet met het gevolg dat de werkman door de wortels werd doodgedrukt. De man laat een talrijk gezin achter. Te 's Gravenhage zijn in den naeht vati Zondag op Maandag vier Leidenaars in een perceel aan de Dunne Bierkade van geld en o.a. een aanzienlijk bedrag aan bankpapier beroofd, in verband waarmede een vrouw naar het huis van bewaring is overgebracht. Deze beroovingsgeschiedeuis kreeg Maandag- avond nog een eigenaardig slot. Er kwam nl. tegen den avond uit Leiden een rechercheur van politie aan het commissariaat aan de Rivier- vischmarkt te's Gravenhage om eens poolshoogte te nemen wie de beroofde Leidenaars waren, omdat vermoed werd dat zich onder hen een persoon bevond, die verdacht wordt dezer dagen zich te Alkmaar te hebben schuldig gemaakt aan diefstal van bankpapier door middel van inbraak. De 4 Leidenaars waren reeds van's Gravenhage met een Haagschen rechercheur naar de Sleutel- stad afgereisd. Nader blijkt echter, dat te Leiden des avonds inderdaad nog is aangehouden de bedoelde Leidenaar, als verdacht de inbraak te Alkmaar te hebben gepleegd. Maandagmiddag is onder Muiderberg aan- gespoeld het lijk van den schipper Romke Wolda van Rotterdam, die met den laatsten storm met zijn geheele gezin verdronken is. Tot op heden zpn nu aangespoeld de lijken van den schipper, diens vrouw en 2 kinderen, zoodat nu nog 2 kinderen vermist worden. Te Berlijn heeft de winter zjjn intocht gehouden, lang voor het yofEcieel" daarvoor vastgestelde tijdstip. Yoor het eerst in deze herfst is daar de thermometer Zondagnacht tot onder nul gedaald, en vertoonde zich hier en daar een geringe ijsvorming. De wateren rondom Berlijn dragen reeds op verscheidene plaatsen een dun ijsfloers. Gemeenteraad van Zaamslag. VAX Zitting van Vrijdag 13 Oct. 1911. Voorzitter de heer Joh. de Feijter, burgemeester-raadslid. Verder aanwezig de heeren De Ruijter, De Mul, De Jonge, De Putter, Scheele, De Klerk, A. de Feijter, Faas, Wisse en Dieleman. (V E R V O L G). tt. Voorstel tot onbewoonbaarverklaring De Voorzitter deelt mede dat door de Gezondheidscom- missie in overweging is gegeven om onbewoonbaar te verklaren het huisje C no. 160, in den Camperschen hoek, bevvoond door Tanneke Faas, als. zijnde dat ongeschikt voor bewoning. Het eenige vertrek is 4,30 M. lang. 3 M. breed en 1,80 M. hoog. Zooals den leden bekend is heeft die bewoonster van het huisje verlof gehad om in de gemeente rond te gaan. Van hetgeen zij heeft opgehaald heeft zij het huisje laten opknappen, en kwam het Burg, en Weth. bij een bezoek aldaar voor, dat het nu geschikt als woning kan genoemd worden en vinden zij dus geen vrijheid om op het voorstel der Gezondheids-commissie in te gaan. Evenzoo is het gelegen met de naastgelegen woning C no. 161, bewoond door Corn. Overdnlve. Ook deze werd door de Gezondheidscommissie onbewoonbaar ver- klaard. Dat huisje bleek bij het bezoek van Burg, en Weth. opgetrokken en in orde gebracht, zoodat zij het nu ook geschikt achten voor bewoning. De Voorzitter stelt echter namens Burg, en Weth. voor overeenkomstig het voorstel der Gezondheidscommissie onbewoonbaar te verklaren het perceel B no. 82, op het Zaamslagsche Veer, bewoond door Jan Cornelissen Az. Uit het schrijven der Gezondheidscommissie blijkt dat het eenige vertrek der woning te gering van oppervlakte is en licht en lucht in onvoeldoende mate kunnen toe- treden, de vloer ligt beneden den beganen grond, er is geen erf bij de woning, terwijl ook een privaat ontbreekt de drinkwatervoorziening is onvoldoende, de vloer slecht, het dak, dat niet beschoten is, laat hemelwater door en het geheel is zeer bouwvallig en voor geen verbetering vatbaar. Het vertrek heeft eene lengte van 3 M., eene breedte van 3,10 M. en eene hoogte van 2,65 M. Ook daar hebben Burg, en Weth. een kijkje genomen, maar daarbij is gebleken dat er geen mogelijkheid is om dat op te knappen. Vergroot worden kan het ook niet. Men kan er niet fatsoenlijk in staan en moet bang zijn dat het zal invallen. Het is wel moeilijk voor de menschen die er in wonen, maar wat niet kan, kan toch niet. De heer De Putter vraagt of er geen ruimte is om het huisje wat grooter te maken. De Voorzitter antwoordt ontkennend, zelfs al werd de naast liggende gang er bijgetrokken, was het nog maar eene geheele oppervlakte van 25 .\D. terwijl de Woningwet voor verbouwing een oppervlakte van 30 M'2. eischt. En dan schijnt het dat die gang voor uitgang dienen moet en voor de helft aan een ander perceel behoort. Het huisje behoort aan de gemeente en deze zou het dus zelf moeten laten opknappen, maar het verdient zeker geen aanbeveling om van gemeentewege zulke perceelen te exploiteeren. De heer De PutterMaar waar moeten die menschen die er in wonen blijven? De Voorzitter acht het ook zeker een moeilijkheid dat die menschen een ander onderkomen moeten zoeken, maar daartegenover staat dat de gemeenteraad toch ook niet langer gedoogen mag dat zoo'n huisje door menschen bewoond wordt; daarvan kunnen ongelukken het gevolg zijn. De heer De Jonge meent dat het nogal gemakkelijk is, dat de gemeente de menschen aan een ander huisje moet helpen en dat het Rijk daarvoor subsidie verleent, mits de gemeente er maar voor zorgt dat de rente binnenkomt. De Voorzitter betwijfelt of dat wel zoo gemakkelijk zou gaanhij gelooft niet dat het Rijk voor zoo een huisje subsidie zal verleenen. lets anders is het, wanneer zooals b-v. in Vlissingen is geschied, subsidie wordt gevraagd voor het bouwen van een geheelen blok woningen, tot verbetering van woningtoestanden. V oor het oogenblik ligt naar de meening van spreker nog niet op den weg van het gemeentebestnur om in te grijpen. Hij meent dat er in Zaamslag toch nog wel een huisje te huren of te bouwen is de menschen moeten zelf trachten eene woning te krijgen en eerst wanneer er kans zou bestaan dat zij onder den blooten hemel zouden raken, is het tijd voor het gemeentebestuur om in te grijpen. De heer Scheele vraagt wanneer het huisje moet worden ontruimd als het nu onhewoonbaar wordt verklaard. De Voorzitter antwoordt dat daarvoor een termijn van 6 maanden gesteld wordt en dat dan later die termijn zoo noodig nog eens met 6 maanden kan worden verlengd. Nog deelt de Voorzitter mede dat de bewoner m°de meening verkeerde dat het huisje zijn eigendom was. Toen hij hem vroeg zijn koopacte dan eens te toonen bleek dat de man niet eens wist dat hij daarvan een acte als eigendomsbewijs noodig had. Na nog enkele opmerkingen omtrent het verschil van meening omtrent dat eigendomsrecht, wordt het voorstel

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1911 | | pagina 5