i
A I g e m e e n
ieuws- en Advertentiebiad
voor
Zeeuwscb-Vlaaideren.
Aapiifle Toor de Zeemiliiie.
No. 5672
Donderdag 12 October 1911.
51e Jaargang,
F E U ~I LL ETON.
IN DEN D00D VEREENIGD.
Buitenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postYoor
Nederland 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika 1,321/, en voor
het overige Buitenland 1,65. Men abonneert zich bp alle Boekhande-
laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
ADVERTENTIENi
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertenhe wordt de
prps slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Talefoon No. 25.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
15)
„Dat is dus afgesproken. Wei zoo, zie-
daar mijn eerste vriend riep De Lapp, mij
de hand reikend, met een vriendelijken glimlach,
die echter wel iets had van de beschermende
wijze, waarop men een hond bejegent. ylk
ben nu weer heelemaal klaar, dank zij het
heerlijke avondmaal en een rustigen nacbt.
Ja, honger is een scherp zwaard. Honger en
koude maken den dapperste moedeloos."
z/Ja, dat is zoo", antwoordde mijn vader.
z/Ik ben wel eens zes en dertig uren in een
sneeuwstorm op de heide geweest. Ik weet
wat het is."
z/En ik heb eens drie duizend man den
hongerdood zien sterven", zeide De Lapp, zijn
handen boven het vuur warmende. //Van dag
tot dag werden zij dunner en magerder. En
zij kwamen tot den uitersten rand van de
pontons, waar zij opgesloten waren, brullende
van honger en woede. De eerste dagen klonk
hun gebrul tot ver over de stadmaar een
week later konden onze schildwachten op de
klip hen nauwelijks meer hooren
waren zij geworden".
*En stierven zjj vroeg ik ontzet.
op
zoo zwak
z/Ze hielden het lang uit. Het waren Oosten-
rijksche grenadiers van de afdeeling Starowitz
kloeke, dappere mannen, alien minstens zoo groot
als uw vriend van gisteren. Toen de stad zich
eindelijk overgaf, waren er nog vier honderd
van in het leven, en die waren zoo licht ge
worden, dat e'en onzer wel drie van hen kon
oplichten. Het was erg jammer. Wel, mijn
waarde vriend, zoudt ge zoo goed willen
mij aan de dames voor te stellen
Met deze laatste woorden wendde hij zich tot
mijn moeder en Eduarda, die op dat oogenblik
in de keuken kwamen. Hij had ze den vorigen
avond niet gezien en bp de kennismaking had ik
groote moeite om mijn lachen in te houden.
V ant iu plaats van haar op onze eenvoudige
Schotsche manier toe te knikken, zette hij zijn
rechterbeen vooruit, boog zijn rug als een
spartelende visch en legde de hand op het hart.
Het leek mij erg bespotteljjk. Mijn moeder
zag hem verbaasd aan, want zij dacht, dat hij
haar voor den gek wilde houden. Maar Eduarda
scheen zich dadeljjk in de zaak te kunnen
schikken. Zjj maakte opeens een neiging zoo
diep, dat ik niet anders dacht, ot zij zou op
den keukenvloer blijven zitten.
Dat ging echter beter dan ik dachtlicht
als een veertje rees zij weer overeind, en alien
gingen wij vervolgens op onze stoelen zitten
en begonnen het ontbjjt te gebruiken.
Burgemeester en Wethouders der
gemeente ZAA.MSLAG maken bekend
dat op Woensdag den 18 October
aanstaande des namiddags te 2 uren, de ge-
legenbeid zal zijn opengesteld tot kostelooze
vaccinatie, en revaccinatie, van de inge-
zerenen die zich daartoe ten gemeentehuize
kunnen aanmelden.
Zaamslag, 12 October 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOH. DE FEIJTER, Burgemeester.
J. STOLK Lz., Secretaris.
Be Itaiiaansch-Turksche oorlog.
Het totale gebrek aan oorlogsnieuws en de
nieuwe aanvraag van Turkije om bemiddeling
der mogendheden (de derde maal dat de Porte
zulk een beroep doet) brengen velen in de
meening, dat nu spoedig het einde van den
oorlog te wachten is. De //Matin" meent te
weten, dat Duitschland een pressie op zijn
bondgenoot Italie zal uitoefenen om den vrede
te herstellen. De grondslag voor de Duitsche
bemiddeling is de erkenning door Italie van
het oppergezag van den Sultan in Tripoli.
Sedert het begin der vijandelijkheden was
slag om met
Als Jacob Horsecrott of ik
Die man had een verbazenden
vrouwen om te gaan.
zoo iets geprobeerd hadden, zou het ons erg mal
gestaau hebben en de meisjes badden ons bepaald
uitgelachen. Maar hem ging alles zoo eenvoudig
en gemakkelijk at en hij wist daarbij zoo goed
zijn woord te doen, dat men niet kon nalaten
naar hem te luisteren. Als hij tegen moeder
of Eduarda sprak en dat deed hij dikwijls
maakte hij telkens een buiging, vergezeld
van een dankbaren blik, alsof het een groote
goedheid van haar was, naar hem te willen
luisterenen het antwoord ving hij op met
een gezicht, alsof hij elk harer woorden voor
eeuwig in zjjn geheugen wilde prenten. En
toch was er in al zijn deemoedigheid iets, het-
welk mij deed vermoeden, dat hij alleen voor
haar zoo zachtmoedig was, maar dat hij tegen-
over anderen stuursch genoeg zou kunnen zijn.
Mat mijn moeder aangaat, die was weldra ge-
heel met hem ingenomen, en binnen een half
uur had zij hem al onze familie-aangelegenheden
verteld, waaronder dingen, die ik haar nog
nooit had hooren noemen. Zij sprak met hem
over den dood van mijn broeder Rob, en
de tranen stonden hem in de oogen hem,
die ons voor een oogenblik zonder de minste
aandoening had verteld, datjhrj eens drieduizend
man had zien doodhongeren. Eduarda sprak
niet veel, maar zag den vreemdeling nu en
Italie bereid met Turkije op de volgeDde voor-
waarden te onderhandelen
Turkije stemt toe in de ltaliaansche bezetting
van TripoliItaliS erkent het oppergezag van
Turkije Italie zal eeu scbadeloosstelling betalen.
Op den grondslag van erkenning der souve-
reiniteit van den Sultan zullen ook de Jong-
Turken met Italie willen onderhandelen, vooral
omdat het vooruitzicht op een schadeloosstelling
in baar geld den Turken, of zij oud of jong
zijn, steeds als muziek in de ooren klinkt.
Wij gaan dus naar den rrede Maar er
is in die berekening een faktor vergeten, die
wel eens meer verwaarloosd werd, hetgeen later
bleek ten nadeele van hen, die //buiten den
waard" rekenden. Zal de Tripolitaansche be-
volking in het binnenland geneigd zijn haar
grond aan de Italianen af te staan en boven
dien belasting aan de overweldigers op te brengen.
Dat de bevolking van Noord-Afrika niet ge
makkelijk te onderwerpen is blijkt wel uit de
vergeefsche pogingen, die de Spanjaarden nog
dezer dagen deden om ten zuiden van Melilla
door te dringen. Steeds worden zij met be-
bluede koppen teruggedreven.
De Tripolitanen zijn van hetzelfde ontembare
ras als de inboorlingen van Marokko. Daarom
wordt den Italianen, indien zij in het binnen
land willen doordringen, hetzelfde debacle voor-
speld als de Spanjaarden in Noord-Marokko.
De inboorlingen van Tripoli zijn de Senoessi,
een Mohammedaansche sekte, in 't midden der
vorige eeuw ontstaan. Zij stelt zich tot taak
de //zuivering van den Islam" en bestrijding
van de Christenen staat natuurlijk allereerst op
het program. De Senoessi zijn bijzonder felle
Islam-verdedigers, die altijd gereed zijn om de
Christenen den heiligen oorlog te verklaren.
Volgens aan de Porte verstrekte mededeelin-
gen heeft de Sjeik der Senoessi in Tripoli den
heiligen oorlog tegen de Italianen afgekondigd.
Daar kunnen dus de Italianen nog plezier van
beleven
Brj stukjes wordt er iets van den aanval op
Tripoli bekend. Zoo bv. *dat de ltaliaansche
landingstroepen bij vergissing op elkaar ge-
schoten hebben. Een matroos werd gedood.
Des nachts doet de Turksche ruiterij aaD-
vallen op de ltaliaansche troepen. De hootd-
macht der Turken is te Vehara, op 10 KM.
van Tripoli.
Een ltaliaansche kompagnie, die naar Vehara
oprukte, zag zich gedwongen terug te wij ken
voor den tegenstand der Turksche troepen en
der inlandsche bevolking.
Elken dag worden door de Turksche ruiterij
en ongeregelde Arabische ruiterij aanvallen op
de verschanste ltaliaansche voorposten onder-
dan op een zonderlinge wijze aan, en hij deed
hetzelfde ten opzichte van haar.
Toen het ontbijt was afgeloopen en hij naar
zijn kamer was gegaan, haalde mijn vader acht
goudstukken voor den dag en legde ze op tafel.
ffWat zeg je daar wel van, vrouw vroeg hij.
z/Dus heb je de zwarte rammen toch verkocht?"
ffWel neen, dat is voor een maand kostgeld
van Johan's vriend. Zooveel krijgen we nu
alle vier weken".
z/Maar dat is waarlijk te veel," zei mijn moeder
hoofdschuddend. //En vooral nu die arme beer
zoo in het ongeluk is geraakt, moesten we zoo
veel geld niet aannemen".
z/Kom, kom," sprak mijn vader, //hij kan het
best missen met zijn tasch vol goud. En hij
heeft bet zelf aangeboden."
(/Op dat geld kan geen zegen rusten," hernam
mijn moeder.
z/Maar vrouw, ik geloof waarlijk dat die
vreemdeling met mooie praatjes u bet hoofd
heelemaal op hoi heeft gebracht."
z/Het zou een geluk zijn, als andere mannen
wat van zijn manieren wilden overnemen." ant
woordde mijn moeder en dat was de eerste keer
in mijn leven, dat ik haar mijn vader hoorde
tegenspreken.
(Wordt vervolgd).
COFRAlfT.
Uit blBd verHTlilj n« WdeindBg. en Vtrijdtairavond, ■ilgezonderd up t'eeatiiuiien Itij de Kir in h 1*. 3VAX I»K liS'BK. te 'fei HfewKeH.
l-n tm
De Burgemeester van TER NEUZEN
vestigt, met het oog op het heerschende
inund- en kltt.wzerr, de aandacht
del' ingezeteneri op de wenstheHjkheid in het belang
der volksgezondheid de melk voor het gebrnik tekoken.
Ter Neuzen, den 10 October 1911.
De Burgemeester voornoemd,
A. VISSER, L°. Burgemeester.
Burgemeester en Wethoudersder gemeente TER NEUZEN,
brengen ter voldoening aan art. 138 der Militiewet 1901,
bij deze ter kennis, van wie het aangaat, dat de lotelingen
der lichting van 1912 en de lotelingen bestemd ter aan-
vulling der lichting van 1911, die verlangen bij de WKMt-
MII.ITIK te dienen, worden uitgenoodigd zich voor
I »«veinlier eentkumeude bij hen, Burgemeester
en Wethouders, aan te meiden of te doen opgeven ter
Gemeente-Secretarie te Ter Neuzen; totwelkeaanmelding
of opgave elken werkdag van O uur voormiddags tot B uur
namiddag, en meer bijzonder op Dinsdag den 24 October
i91i, des voormiddags te Iff uren, te dier plaatse gelegen-
heid zal zijn.
Voor indeeling bij de Zeemilitie komen uitsluitend in
aanmerking de lotelingen, die ter volledige oefening worden
ingelijfd. Voorts moeten zij een beroep uitoefenen of
eene positie bekleeden, als is aangegeven in onderstaande
Lijst.
Zeevarenden. A. Stuurlieden, stuurmansleerlingen, ma-
trozen, lichtmatrozen en jongens op koopvaardijschepen
van de groote en kleine vaart en op zeesleepbooten.
Stuurlieden, schippers en verdere opvarenden van
loodsvaartuigen, tonnenleggers en jachten.
Diepzeevisschers en Noordzeekustvisschers.
Leerlingen van zeevaartscholen.
Binnenschippers B. Stuurlieden, schippers en schippers-
knechts van Rijnschepen, aken, tjalken en andere
vaartuigen.
Stuurlieden, matrozen, schippers en schippersknechts
van passagiers- en sleepbooten op binnenwateren.
Z uiderzeevisschers.
Visschers op Zeeuwsche wateren en op de groote
rivieren.
Mossel- en oestervisschers.
Schuitenvoerders, vletterlieden en veerlieden.
Smedenstokers, machinisten en fjankwerkers. C.
Machinisten en machinist-leerlingen op schepen en
vaartuigen. bij spoor- of tramwegen en op fabrieken
en andere inrichtingen.
Stokers als boven.
Machinedrijvers (hieronder begrepen drijvers van
motorbooten en automobielen).
Smeden en smid-bankwerkers.
Machine-bankwerkers en gewone bankwerkers,
(hieronder ook te verstaan rijwielherstellers).
Werktuigmakers.
Kolentremmers.
Metaalbewerkers (hieronder te verstaan koperslagers,
ketelmakers, vijlenkappers en voorslagers).
Electriciens.
Studenten in de werktuigkunde of in de electro-
tec hniek.
Leerlingen van de Kweekschool voor machinisten
te Amsterdam of van een cursus voor machinisten.
Overige beroepen. D. Telegralisten (hieronder ook te
verstaan radio-telegrafisten).
Scheepsbeschieters.
Scheepstirnmerlieden (scheepmakers).
E. Koek-, brood- en banketbakkers of -knechts.
Koks en koksmaats, hetzij aan boord van schepen
of vaartuigen, hetzij aan den wal.
F.
Koffiehuis- en hotelbedienden.
Hofmeesters en kellners op schepen of booten.
G. Ziekenverplegers.
Barbiers.
Apothekersbedienden.
Studenten in de geneeskunde of in de artsenij-
bereidkunde.
II. Personeel van Rijks werven.
N.B. De personen, genoemd onder A, B en D, komen
allereerst in aanmerking voor inlijving als zeemilicien-
matroos.
De personen, genoemd onder C, komen allereerst
in aanmerking voor inlijving als zeemilicien-stoker.
De personen, genoemd onder E, komen in aanmerking
voot; inlijving als zeemilicien-kok.
De personen, genoemd onder F, komen in aanmdrking
voor inlijving als zeemilicien-Hofmeester.
De personen, genoemd onder G, komen in aanmerking
voor inlijving als zeemilicien-ziekenverpleger.
De personen, genoemd onder H, komen in aanmerking
voor inlijving als zeemilicien-matroos of -stokeral
naar mate van het beroep, dat zij uitoefenen.
Hierbij wordt het volgende bekend gemaakt:
1o. De lotelingen kunnen bij de aangifte voor de zee
militie opgeven of zij, in geval van aanwijzing voor den
dienst ter zee, zouden wenschen te worden afgeleverd
en in werkelijken dienst gesteld in het tijdvak van 1 tot
15 Maart van het volgend jaar, dan wel of zij er de
voorkeur aan zouden geven om, zonder opkomst ter afleve-
ring in genoemd tijdvak, in het genot van verlof te worden
gesteld tot in de eerste helft van Augustus van genoemd
jaar.
Met hunnen aldus kenbaar gemaakten wensch zal zoo-
veel mogelijk rekening worden gehouden. Zij mogen
echter indachlig zijn, dat de loteling, die zich eenmaal
voor indeeling bij de zeemilitie heeft aangemeld of doen
opgeven en bij het hierna onder 2o. bedoelde onderzoek
voor den dienst ter zee is geschikt bevonden, zich niet
zal kunnen terugtrekken voor de zeemilitie, zoo hij moeht
worden bestemd voor indienststelling op een ander tijdstip
dan waarvoor hij zich bij voorkeur heeft opgegeven.
2o. De lotelingen, die een beroep uitoefenen of eene
positie bekleeden als is aangegeven in bovenstaande Lijst
en zich tijdig op de bierboven omschreven wijze voor den
dienst ter zee hebben aangemeld of bebben doen opgeven
zullen voor hunne ailevering worden onderworpen aan
een onderzoek naar hunne geschiktheid voor inlijving bij
de zeemilitie.
Dit onderzoek zal plaats hebben in het tijdvak van
1 tot SS Januari aantlaaude.
leder der hiervoren bedoelde lotelingen zal mededeeling
ontvangen van dag, uur en plaats, waarop bedoeld onder
zoek voor hem zal geschieden.
Heeft bedoeld onderzoek niet plaats in de gemeente,
waar de loteling woonplaats heeft of verblijf houdt, dan
komen de kosten zijner reis ten laste van 's Rijks kas en
wordt hem bovendien voor de kosten van het verblijf in
de gemeente van onderzoek een bedrag van een gulden
1,uitbetaald.
De lotelingen, die voor inlijving ter volledige oefening
zijn bestemd en ten gevolge van den uitslag van het
onderzoek voor den dienst ter zee worden aangewezen,
ontvangen hiervan zoodra mogelijk bericht. Dit bericht
houdt tevens in de mededeeling, of zij reeds in het tijdvak
van 1 tot 15 Maart van het volgende jaar zullen worden
afgeleverd, om alsdan dadelijk voor eerste oefening in
werkelijken dienst te blijven, dan wel of zij bestemd zijn
om, zonder opkomst ter ailevering in genoemd tijdvak, in
de eerste helft van Augustus van dat jaar in werkelijken
dienst te komen.
3e. Een bewijs van militaire bekwaamheid en lichame-
Ljke geoelendheid geeft geen aanspraak en verhoogt even-
min de kans op plaatsing bij de zeemilitie.
De aandacht van de lotelingen wordt nog gevestigd op
art. 116 der Militiewet 1901, luidende als volgt
»De bij de militie te land ingelijfden worden niet tot
het aangaan van eene verbintenis voor de buitenlandsche
zijn
zeevaart toegelaten, zonder sciiriftelijke toestemming van
wege onzen Minister van Oorlog.
Lie toestemming wordt in gewone tijden niet geweigerd
aan de lotelingen, die reeds voor hunne inlijving bij de
militie hun beroep van de buitenlandsche zeevaart maakten
en die zich overeenkomstig art. 138 voor de zeemilitie
hebben aangeboden, doch daarbij niet hebben kunnen
worden aangenomen.
Ter Neuzen, den 9 October 1911.
Burgemeester en Wethouders,
A. VISSER, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Om de reis kosteloos te kunnen volbrengen, zullen
voor de lotelingen, die zich voor de zeemilitie hebben
aangemeld of doen opgeven, door het BUREAU DEB
ZEEMILITIE te WILLEMSOORD bij den brief, waarbij
zij voor bedoeld onderzoek worden opgeroepen, worden
gevoegd de noodige vervoerbewijzen, waardoor zij op kosten
van het Rijk kunnen reizen naar de gemeente, waar het
onderzoek zal plaats hebben. Opdat echter deze beschei-
den werkelijk in handen komen van hen, voor wie zij
bestemd zijn, is het noodig, dat de lotelingen, die ver-
huizen nadat zij zich ter Gemeente-Secretarie voor de
zeemilitie hebben aangemeld of doen opgeven, zonder
verwijl van hun nieuw adres per gefrankeerden brief op
duidelijke en volledige wijze meededeeling doen aan ge
noemd Bureau, met opgave van den datum, waarop het
nieuwe adres is ingegaan of nog zal ingaan. Geschiedl
de verhuizing naar eene andere Gemeente en heeft de
loteling de noodige vervoerbewijzen reeds ontvangen, dan
zend hij bij evenbedoelde mededeeling de ontvangen be-
wijzen terug, waarna hem nieuwe vervoerbewijzen zullen
worden toegezonden.