Tsr NsuzsnschG Courant
Zaterdag 30 September 1911.
No. 5667.
BIjAD.
Buitenland.
rechtszaken.
Arrondissements-lteclitbank te Middelburg.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
VAN
die eea
op den
hebben,
op den
afraden
De provincie
Uit Rome komt geen enkel bericht aangaande
bet optreden van Italie inzake Iripoli.
De Italiaansche regeering is zoo geheimzinnig
mogelijk met haar plannen jegens lurkije en
telegraaf- en tefooneenauur zorgen, dat er van
militaire maatregelen niets uitlekt.
Het wemelt van elkaar tegensprekende sen-
satiebericbten. Yooral Duitsche bladen we ton van
de oorlogsmaatregelen van Italie en I urkije bet
fiine mee te deelen. De pantserscbepen »Napoii
,/Roma" en ,/Victorio Emanuele" zijn voor de
stad Tripoli aangekomen en kruisen op de hooge
zee. Te Palermo heerscht groote geestdnlt, en
staan 30.000 man gereed om naar 1 ripoli scheep
te gaan. Op Sicilie is totaal 80.000 man ge-
mobiliseerd.
Het a Berl. Tbl." meldt dat in twee moskeeen
in Stamboel de hodja's tegen de vreemdelingen,
vooral tegen de ltalianen, predikten.
Zeker is het, dat het mindere volk in Konstan-
tinopel onrustig begint te worden. Zoo zip in
Galata ophitsers aan bet werk geweest, die veel
biival vonden. In een bioskooptheater in Pera
kwatu het bp de vertooning van Italiaansche
manoeuvrebeelden tot een spektakel, waarbp een
Europeaan, dien men voor een Italiaan hield
een pak ransel kreeg. Het iromscbe toeval wi de,
dat het een Engelschman was. De terugslag,
overijld gewapend optreden van Italie
inwendigeu toestand in I urkpe moet
is niet te voorzien. leder, die de rust
Balkan wenscht. moet Italie dringend
stappen tegen Tripoli te ondernemen.
Tripoli aan het in het begin van
zijn 'ontwikkeling staande Turksche rijk te ont-
rukken, beteekent de tegenwoordige regeering
en met haar alle moderne elementen te vernietigen,
zegt het blad.
Maar juist daarora schijnt het de mogendheden
te doen te zijn. De Jong-Turksche regeering
streeft naar de oplossing van de Oostersche kwestie
in dezen zin, dat zij niet uit Europa willen ver-
dreven worden, maar in Europa een sterk, on-
aantastbaar Turksch rijk willen stichten. He!
plan van de verdeeling van Turkije onder Rusland,
Oostenrijk, Engeland en Italie is door de Jong-
Tnrken verijdeld. Daar.om dragen de mogend
heden den Jong-Turken den haat van de bedrogen
veroveraars toe. Daarom laten zij Italie zpn
plan doordrijven orn eenstukvan 1 urkije deanoods
met geweld machtig te worden.
De Turken zitten echter niet stil. Zij hebben
de hulp van Oostenrijk en Duitschland inge-
De buitengewone ministerraad heeft voor het
geval Italie, tegen de verwachting in, toch
tracht om Tripoli te bezetten. o. a. het volgende
besloten lo. in Tripoli tot op den laatsten man
tegen italie te vechten 2o. alle ltalianen uit
Turkije te verbaunen 3o. aan de ltalianen in
Turkjje de capitulatierechten te ontnemen.
Verder is ook een besluit genomen over
militaire transporten, dat echter streng ge-
heim gehouden werd.
Boycot van Italiaansche goederen staat ook
op het program, als de Tripoii-expeditie door-
gaat.
Maar Turkije wil Italie alle reden voor een
gewapend optreden ontnemen. In ambtelijke
kringen te Konstantinopel wordt verklaard, dat
het \abinet alle concessies, die mogelijk zijn,
aan Italie zal doen, onder voorwaarde dat de
eigenliefde van Turkije ten minste voor het
uiterljjk gespaard blijve.
Op 4 October komt het Turksche Parlement
bpeen.
Een der Turksche transportschepen, de
,/Torna", is te Tripoli aangekomen, met een
gering aantal soldaten aan boord, met wapenen,
levensmiddelen en gerst. De Italiaansche oorlog-
schepen badden geen bevel het schip te nemen.
Als teeken van naderend onheil wordt gemeld
dat de halve Italiaansche kolonie van Tripoli
de vlucht genomen heeft, terwijl de acbterge-
blevenen geacht worden in gevaar te verkeeren
voor Turksche gewelddaden.
De Turksche overheid zou aan de Italiaan
sche inwoners te verstaan gegeven hebben, dat
er gjjzelaars vastgehouden zullen worden als
er een oorlog uitbreekt. Dientengevolge is er
een uittocht van ltalianen begonuen.
De ,Temps" meldt, dat de Ottomaansche
vloot te Beiroet, aan de Syrische kust, bevel
gekregen heeft onmiddellijk naar Konstantinopel
terug te keeren.
De laatste Duitsche berichten uit Konstanti
nopel zeggen dat er besprekingen over de
eischen van Italie aan den gang zijn. De Itali
aansche zaakgelastigde hield een bespreking
met den grootvizier.
Gisteravond was er te Konstantinopel een
buitengewone ministerraad. De Jong-Turksche
bewindhebbers zouden den toestand donker in-
zien.
Een Engelsche kruiser zou van Malta naar
Cyrena'ika onderweg zijn, om ingeval van een
Italiaansche bezetting, op Barkade, Oostelijke
kust van Tripoli, de Engelsche vlag te hgschen.
Nu Turkije bedreigd wordt, zijn de Gne-
ken wakker 'geworden en nemen militaire maat
regelen aan de grens. Ook de Turksche grens-
troepen zijn versterkt.
Op die" wijze ligt er weer brandstof geuoeg
opgestapeld. Te Tripoli zijn al oorlogscorres-
pondenten aangekomen
Evenals in de Marokko-kwestie weten de
diplomaten te Brussel reeds nu hoe de Iri-
poli-aflaire zal afloopen. Het geschil is vol-
gens de Brusselsche opvatting, in principe ge-
regeld. Maar men herinnert zich dat men on-
langs te Brussel zoo stellig wist dat er oorlog
zou komen, dat de Belgische regeering aan het
Maar
de oorlog kwam
mobiliseeren ging.
niet.
De Kamerverkiezingen in Zweden, die voor
de eerste maal na invoering van evenredige ver-
tegenwoordiging op den grondslag van algemeen
kiesrecht gehouden worden, naderen haar einde.
Van de 230 te vervullen zetels zijn 204 uitslagen
bekend. De rechterzijde verkreeg 61, de linker-
zijde 87 en de soeiaal-demokraten 56 zetels.
De conservatieve regeering zal moeten wijken
voor een liberaal bewind, vermoedelijk ondei
Staafl.
De Rechtbank heeft in haar zitting van 29
Sept. de volgende vonnissen uitgesproken.
P. C. B., oud 26 j., schipper te Baalhoek
CHontenisse), is wegens mishandeling veroord.
tot 10 boete of 10 dagen hecht.
A. V., oud 16 j. zonder beroep te Driewegen
(Biervliet), is wegens als voren veroord. tot
7 boete of 14 dagen tuchtschool.
1. A. M. W., oud 18 j., 2. M. A. R., oud
16 j., 8. A. de V., oud 14 j., 4. L. M., oud
13 j., alien veldarbeiders te Axel. De eerste ver-
oordeeld tot 5 boete of 5 dageu hecht. de
tweede tot 1 maand tuchtschool, de derde en
vierde ieder tot 3,50 boete of 1 week tucht
school.
J. A., oud 19 j.. rietdekker te Koewacht, is
wegens het dooden van een andermans dier,
veroord. tot 15 boete of 15 dagen hecht.
A. S., oud 28 j., werkman te Hontenisse, is
wegens beleediging van een ambtenaar, verooid.
tot 10 boete of 10 d. hecht.
A. d. M„ oud 27 j., arbeider te Stekene, is
wegens alsvoren veroord. tot 14 dagen gevang.
,1. V., oud 22 j., schilaer te Antwerpen, ge-
detineerd te Middelburg, is wegens verduistering
veroord. tot 9 maanden gevangenisstraf, met
in minderingbrenging der prev. hecht.
De officier van justitie bij de rechtbank te
Amsterdam heeft hooger beroep aangeteekend
tegen het vrijsprekend vonnis van den boot-
werker F., tegen wien 3 jaar werd geeischt,
beklaagd van schieten op militairen tijdens de
staking.
Vergadering van Donderdag 28 Sept. 1911.
Voorzitter de heer A. Visser, wethouder.
Verder aanwezig de heeren Dees, Wieland, Moggre,
Scheele, Drost, De Feijter, De Bruijne, Donze, Eijke en
Van liorssum Waalkes.
Afwezig de heeren De Jager en Lensen.
De Voorzitter opent de vergadering en deelt mede dat
de burgemeester, hoewel deze tot sprekers genoegen voor-
uitgaat, nog niet zoover hersteld is dat liij de vergadering
kan leiden, waarom spreker die taak nog moet vervullen.
Daarna worden gelezen de notulen der voorgaande ver
gadering, welke worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt inede dat de heer Lensen heeft
bericht wegens uitstedigheid de vergadering van heden
niet te kunnen bijwonen.
Op verzoek van den benoeinden gemeente-secretans
die gaarne de vergadering wilde bijwonen om eenigszins
op de hoogte der zaken te komen wenscht de Voorzitter
eene verandering te maken in de volgorde der agenda
en stelt allereerst aan de orde
1. Beeedigen Gemeente-Secretaris.
De Voorzitter verzoekt den waarnemenden secretaris
den heer L. C. Wabeke de vergadering binnen te leiden
waaraan deze voldoet.
De heer Wabeke legt in handen van den Voorzitter de
vereischte eeden af.
De Voorzitter wenscht den heer Wabeke van harte geluk
met zijne benoeming tot secretaris dezer gemeente, welke
betrekking hij binnen enkele dagen hoopt te bekleeden.
Hij hoopt dat het hem gegeven moge worden, dit
belangrijk ambt vele jaren te vervullen tot genoegen
van den gemeenteraad, van Burg, en Weth. en van de
ingezetenen van Ter Neuzen.
Steeds zal hij, naar spreker kan verzekeren, kunnen
rekenen op de welwillendheid en steun, zoowel van den
Gemeenteraad als van het Dag. Best, terwijl de ambtenaren
ter secretarie, waar dit noodig mocht zijn, steeds bereid
zullen zijn den secretaris met hunne hulp en voorlichting
terzijde te staan, om de hem opgelegde taak te verlichten
en te veraangenamen.
De heer Wabeke verkrijgt hierna het woord en begint
met de hoop uit te spreken dat de burgemeester, de
Voorzitter dezer vergadering, spoedig hersteld moge zijn
en in staat om zijn ambt te bekleeden. Voorts brengt
hij allereerst dank aan den Raad voor het in hem ge-
stelde vertrouwen, inzonderheid aan hen die hebben ge-
meend hunne stem op hem te moeten uitbrengen. Hij
brengt verder dank aan Burg, en Weth. die hem voor
eene benoeming hebben aanbevolen en aan de heeren die
het college daarvoor van advies hebben gediend.
Hij hoopt een trouw ambtenaar te zijn en alles te doen
wat mogelijk is om zijne betrekking zoo goed mogelijk te
vervullen. Hij is overtuigd dat er, vooral in eene ge
meente als deze, veel van hem zal vereischt worden. Hij
beveelt zich echter aan in de medewerkirig van den Raad,
van Burgemeester en Wethouders, den waarnemenden
gemeente-secretaris en de overige ambtenaren ter secre
tarie, met welke alien hij hoopt een aangenamen werk-
kring te zullen hebben.
Deze woorden worden met applaus door de leden be-
groet.
2. Ingekomen stukken.
hEen schrijven van L. C. Wabeke, waarin deze,
onder dankbetuiging voor het in hem gestelde vertrouwen
bericht dat hij de benoeming tot secretaris dezer gemeente
aanneemt.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Een schrijven van het bestuur der scherpschutters-
vereeniging »Voor Vaderland en Koning' waarin dit zijn
hartelijken dank betuigt voor de door den Raad aan de
vereeniging geschonken medaille ter gelegenheid van
haren juhileum-wedstrijd.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Door den Voorzitter wordt overgelegd het proces-
verbaal van de door Burg, en Weth. op 22 September
1911 ten kantore van den gemeente-ontvanger gehouden
kasopneming, waarbij is gebleken dat over het dienstjaar
1911 was ontvangen eene som van 60,274,331 en uit-
gegeven eene som van f 52,200,761, zoodat meer is ont
vangen dan uitgegeven eene som van f 8073,57. Het
goed slot der rekening over 1910, dat nog niet op de
loopende begrooting is gebracht bedraagt 4707,02, zoodat
ir. kas moest zijn 12780,59, overeenkomende met de
vertoonde gelden.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Een schrijven van Gedep. Staten van Zeeland, dd.
1 Sept. 4911, waarin wordt bericht dat dit college in ver-
band met de werken die dit betreft zijne goedkeuring
niet kan hechten aan het ingezonden raadsbesluit van 25
Aug. 11. tot het aangaan eener geldleening van f 19000,
daar een termijn van 38 jaar voor de aflossing daarvan te
lang is en naar hunne meening op ten hoogste 25 jaren
behoort te worden gesteld.
Naar aanleiding van dit schrijven stellen Burg, en
Weth. voor het genomen besluit aldus te wijzigen dat de
eerste 24 jaar f 750 zal worden afgelost en het laatste
jaar f 1000.
De heer Wieland vraagt, in verband met de wijze waarop
aangevangen is kunnen worden met het dempen der
haven, of het nog wel noodig is 19000 te leenen.
De Voorzitter zou de som maar op hetzelfde bedrag
willen houden, men kan later altijd zien hoe het loopt
en er mag ook meer dan het aangegeven bedrag worden
afgelost.
De heer Wieland zou toch, als er maar 16000 noodig
is, geen 19000 willen leenen.
De Voorzitter kan verzekeren dat Burg, en Weth. er
vooreerst nog niet toe zullen overgaan om het geheele
bedrag te leenen, dat zal in elk geval maar worden opge-
nomen naar de behoefte, en als met minder kan worden
volstaan zal het voile bedrag niet worden opgenomen.
De heer Drost vraagt of er geen kleine leeningsbedragen
zijn tegen hooge rente, die dan misschien nu zouden
kunnen worden geconverteerd.
De Voorzitter meent dat dit niet het geval is de meeste
lesningen zijn opgenomen tegen eene billijke rente, er is
er slechts een tegen eene rente van 4| procent.
De heer Wieland merkt op dat men die uit nood tegen
die rente heeft moeten sluiten, er was anders geen geld
te krijgen.
De heer Drost merkt op dat er nog eene leening van
5,65 procent staat.
De heer Wieland wijst er op dat in die rente tevens de
atlossing begrepen is toen heeft men die leening ook niet
anders kunnen sluiten en daar zit men nu aan vastdie
moet nog 9 jaar duren eer het is afgelost, wat misschien
velen niet meer zullen beleven.
Met genoegen heeft spreker gezien dat in de begrooting
is voorgesteld een der kleine leeningen geheel afte lossen
dat spaart administratie.
Het voorstel van Burg, en Weth. om de leening ad
j 19000 allosbaar te stellen in 25 jaar, de eerste 24 jaar
elk jaar 750 en het 25ste jaar 1000, wordt aangenomen
met algemeene stemmen.
e. Een adres van G. Meulenberg te Ter Neuzen waarin
deze te kennen geeft, dat hij op een perceel bouwland
kadastraal in deze gemeente bekend sectie K no. 96 ge-
legen in den Vlooswijkpolder eene bergplaats voor uien
wenscht te bouwen dat genoemde bergplaats zal worden
gebouwd in hout op steenen voetmuur en met pannen
gedekt, dat volgens ingezonden en daarna door Burg, en
Weth. dezer gemeente, goedgekeurde plannen, de berg
plaats zou worden gebouwd op 20 M. afstand van de wo
oing bewoond door P. den Dikken, dat bij nader onder-
zoek van den grond evenwel is gebleken dat deze voor
een gedeelte zeer moerassig is en alzoo ongeschikt om
daarop te bouwen.
Reden waarom hij den Raad zeer beleefd verzoekt aan
hem afwijking van art. 19 (2e alinea) van de bouwver-
ordering toe te staan, en aan hem vergunning te ver-
leenen tot het bouwen van genoemde bergplaats op 10
Meter afstand van de aangrenzende woning.
De Voorzitter herinnert dat art. 19 der bouwverordening
verbiedt in de kommen van de gemeente de buitenwanden
van een gebouw geheel of voor een gedeelte te vervaar-
digen van hout, riet of van andere licht brandbare
stolfen of een gebouw met deze licht brandbare stoffen te
bedekken.
Nu zegt de tweede alinea dat deze bepaling buiten de
kommen alleen geldt voor woningen en voor alle gebouwen
op minder dan 20 M. afstand van andere gebouwen ver-
wijderd, terwijl de derde alinea zegt dat de Raad in
bijzondere gevallen afwijking kan toestaan.
Burg, en Weth. zien geen bezwaar in toestaan van het
gevraagde verzoek en stellen daarom voor aldus te besluiten.
De heer Drost heeft, met het oog op de toekomst bezwaar
dp toestemming onvoorwaardelijk te verleenen.
De Voorzitter merkt op dat het werkelijk noodig is het
verzoek van adressant in te willigen, want wanneer
deze op 20 M. afstand van de woning van Den Dikken
moet blijven komt hij in een moerassigen bodem, waarop
niet gebouwd kan worden.
De heer Drost wil dit volstrekt niet betwisten. maar
heeft alleen het oog op de toekomst. Zooals dat terrein
tusschen het oude kanaal en den nieuwen arm daar nu
ligt kan als het ware voor het bouwen alles worden toe-
gestaan, maar men weet nooit welke toestand het daar
later worden kan, daar zou zich een nieuwe kom kunnen
ontwikkelen, waardoor toestanden als die door het ver
leenen van de onderhavige vergunning ontstaan minder
gewenscht zouden zijn. Hij zou daarom aan de vergunning
willen verbinden dat deze tot wederopzeggens verleend
wordt.
De Voorzitter ziet geen bezwaar om die voorwaarde in
de bepalingen waarop de vergunning zal worden verleend
op te nemen, waarna de gevraagde vergunning z. h. s.
wordt verleend.
f. Een adres van W. Bedet en 46 anderen alien be-
woners van de Donze-Visserstraat, Tholensstraat, Ver-
bindingstraat, Dekkerstraat, Klaassenstraat, Nieuwediep-
straat, welke er op wijzen
1. dat naar aanleiding van hun adres, behandeld in de
vergadering van 17 Juni 1909 tot hiertoe geen stappen
zijn gedaan, die tot uitvoering jvan hun verzoek leiden
konden,
2. dat het zich echter liet aanzien volgens de toen
gehoudene bespreking, de Raad hun denkbeeld niet af-
keerig was, te meer daar bedoelde leiding dienstbaar zou
kunnen zijn voor toevoer van zuiver water voor de
brandweer,
3. dat wel is waar de gelegenheid open staat om in de
vluchthaven aan de behoefte van water te voorzienmaar
dat de trap aldaar niet van gevaar ontbloot is, en naar
hun bescheiden meening de put zal worden gedempt als
het kalf verdronken is,
4. dat deze zomer duidelijk heeft bewezen dat een
waterleiding hoog noodig is voor dagelijksch gebruik, in achl
nemende dat velen onzer zich moeten behelpen met te
kleine regenbakken.
Weshalve zij beleefd den Raad nogmaals verzoeken het
daarheen te willen leiden, dat in de behoefte van een
waterleiding wordt voorzien, in den zin zooals in boven-
genoemd adres gevraagd is, of zooals de Raad het best
geschikt voorkomt.
De Voorzitter erkent dat in het jaar 1909 inderdaad
door den Raad in beginsel is besloten tot het maken eener
waterleiding voor toevoer van kanaalwater ten dienste
der bewoners, voornamelijk van de in het adres aange
geven straten en ook voor het gebruik van de brandweer.
Het lag toen echter in de bedoeling om met de buizen
aan te°sluiten aan die van de electrische centrale, welke
van uit het kanaal is aangelegd. Daarvoor was het echter
noodig dat de centrale grootere buizen legde en alvorens
dit kon gedaan worden moest zij vergunning vragen aan
Waterstaatdie vergunning was steeds niet verkregen,
zoodat ook van uitvoering van het door de gemeente voor-
genomen plan niets kon komen. Nu dezer dagen pas is, naar
spreker heeft gehoord, die vergunning gekomen, zoodat
dan nu tot uitvoering van het plan zal kunnen worden
overgegaan. De grootere buizen zijn door de centrale
echter nog niet gelegd.
De heer Waalkes deelt mede dat de directeur der elec
trische centrale hem heeft verklaard dat er geen kwestie
van zal kunnen zijn dat de gemeente met hare buizen
zou aansluiten aan die der centrale.
De Voorzitter zegt dat de directeur dan thans anders
spreekt dan vroeger en roept daarvoor de getuigenis van
den heer Wieland.
De heer Wieland bevestigt, dat de directeur vroeger
bij een bezoek van de Commissie van Fabricage, heeft te
kennen gegeven dat de leiding van de gemeente zou
kunnen aansluiten aan die van de centrale; hij heeft toen
aan de bezoekers nog een en ander laten zien, o.m. een
fonteintje, en zeide alleen dat er dan eerst grootere buizen
moesten gelegd worden.
De heer Waalkes herhaalt dat de directeur hem thans
pertinent verklaard heeft dat er van deze aansluiting
absoluut geen sprake kon zijn.
De Voorzitter blijft er bij dat deze vroeger heeft gezegd
dat er, wat hem betreft, geen bezwaar tegen aansluiting
aan de buizen der centrale bestondnatuurlijk moest het
definitief gevraagd worden aan de directie te Amsterdam.
Dan zal het, gehoord de mededeeling van den heer
Waalkes, noodig zijn nog eens opnieuw met den directeur
te spreken. Mocht dan werkelijk blijken dat er bezwaar
gemaakt wordt, dan zou de gemeente zelf aan den Rijks
Waterstaat vergunning behooren te vragen voor het maken
der leiding. Spreker vraagtvindt de Raad goed dat
dit geschiedt.
De heer Drost vraagt of het de bedoeling is om later
in elk geval toch nog met een plan voor de waterleiding
in den Raad te komen.
De Voorzitter antwoordt bevestigend.
De heer Drost zou dan maar liever met een besluit
willen wachten tot dit plan er is en door den Raad kan
beoordeeld wordendan is het bekend wat de kosten
kunnen zijn.
De Voorzitter deelt mede dat er al eens een plan is
opgemaakt, maar dat is toen blijven liggen in afwachting
van de goedkeuring op het verzoek der centrale om
grootere buizen te mogen leggen:
Nu de centrale die goedkeuring heeft verkregen zou
dan vanwege de gemeente ook aan haar vergunning
moeten gevraagd worden.
De heer Eijke vraagt of dat nog wel noodig is, als die
vergunning vroeger reeds is verleend.
De Voorzitter merkt op dat dit slechts eene mondelinge
toezegging was.
De heer DrostEn was die wel geldig
De heer Eijke zou, als er niet kan aangesloten
worden bij de centrale vanwege de gemeente zelf willen
vragen om buizen te leggen van uit het kanaal.
De heer Dees vraagt of de Raad dan kan goedkeuren
dat Burg, en Weth indien geen aansluiting bij de centrale
kan worden verkregen, zich wenden tot den rijkswater-
staat om voor de gemeente de noodige vergunning te
bekomen die buizen van uit het kanaal te leggen.
De Voorzitter meent dat daartegen geen bezwaar kan
bestaan.
De heer Dees merkt op dat hij de zaak zoodanig wenscht
beschouwd te zien dat, wanneer de Raad zich voor het
doen der aanvraag verklaart, hij zich voorneemt die buizen
ook werkelijk te leggen.
De heer Eijke kan zich daarmede wel vereenigen.
De Voorzitter dacht ook dat daaromtrent geen verschil
van meening meer was.
De heer Dees meent aan enkele uitlatingen op te merken
dat er leden zijn die ook nog over eene andere oplossing
denken en die misschien het oog hebben op het water
dat uit de leiding onder door de Schelde moet komen.
Hij heeft de pertinente vraag gesteld omdat hij het over-
bodig werk acht dat men vergunning gaat vragen aan den
WTaterstaat als de mogelijkheid nog- open blijft dat de
buizen niet zouden worden gelegd.
De heer Wieland wijst er op dat deze leiding alleen kan
dienen voor schuur- en spoelwater.
De VoorzitterEn voor de brandweer.
De heer Drost wil gaarne medewerken tot het maken
van eene geschikte waterleiding voor kanaalwater maar
wil er op wijzen dat, wanneer dit eene zaak moet zijn
die veel geld kost, het zeker overweging zal verdienen om
in het stadium waarin de watervoorziening voor Zeeuwsch-
Vlaanderen tegenwoordig verkeert, zich niet te overhaasten
en eens af te zien. We kunnen toch zegt spreker
op het oogenblik niet voorzien of we niet zoo lichtzinnig
zullen zijn om bij de besproken groote waterleiding aan
te sluiten en dan is het ongewenscht om nu nog voor
een andere waterleiding een groot bedrag uit te geven.
De heer Eijke merkt op dat de heer Weijerman, die
hier over die waterleiding sprak, zeide het misschien nog
wel 40 jaren zou duren eer die waterleiding tot stand
kwam en hij zou toch bezwaar maken om de menschen
die al van 1909 op de leiding wachten, nog langer te laten
wachten want hij acht in dezen ook dat ze eigenlijk geen
dag langer kunnen wachten »geen dag en geen nacht"!
De heer Drost ziet in dat wachten zoo geen bezwaar,
men zegt hier in Ter Neuzen van zoovele zaken het is
vroeger altijd zoo geweest het kan nog wel wat wachten
dat dit ook met deze leiding wel het geval zal kunnen
zijn, hij zou in elk geval eerst willen weten wat de kosten
zullen zijn.
De Voorzitter wijst er op dat de bedoeling van aan
sluiting aan de buizen der centrale wasbesparing van
kosten, omdat het der gemeente heel wat meer zal kosten
wanneer de buizen van uit het kanaal moeten worden
gelegd. Dan moet ook aan den Rijks waterstaat worden
gevraagd om kanaalwater te mogen gebruiken en hoewel
daartegen met den tegenwoordigen waterstand misschien
wel bezwaar zou worden gemaakt, dat zal toch altijd niet
zoo zijn en de vergunning wel worden verleend, vooral ook
omdat het de bedoeling is daarvan gebruik te maken
voor de brandweer.
De heer Wieland zou gaarne zien dat de leiding vanaf
de poterne (Vluchthaven) kon worden gemaakt, dan kon
die ook worden benut om modder uit de riolen naar zee
te spuien.
De Voorzitter vraagt den heer Drost wat deze omtrent
deze zaak wenscht.
De heer DrostNadere voorstellen met raming van
kosten.
De heer Wieland Ja, we zouden eerst eens kunnen terug-
gaan naar den heer Van der Lubbe, om nog eens over
die aansluiting aan de buizen der centrale te spreken.
De Voorzitter: En wanneer dan blijkt dat het niet mag,
zullen we plannen indienen om het zelf te doen.
De heer Drost: Dan weten we dus voor we besluiten,
wat het zal kosten