Tsr NsuzsnschG Courant Zaterdag 30 September 1911. No. 5667. BIjAD. Buitenland. rechtszaken. Arrondissements-lteclitbank te Middelburg. Gemeenteraad van Ter Neuzen. VAN die eea op den hebben, op den afraden De provincie Uit Rome komt geen enkel bericht aangaande bet optreden van Italie inzake Iripoli. De Italiaansche regeering is zoo geheimzinnig mogelijk met haar plannen jegens lurkije en telegraaf- en tefooneenauur zorgen, dat er van militaire maatregelen niets uitlekt. Het wemelt van elkaar tegensprekende sen- satiebericbten. Yooral Duitsche bladen we ton van de oorlogsmaatregelen van Italie en I urkije bet fiine mee te deelen. De pantserscbepen »Napoii ,/Roma" en ,/Victorio Emanuele" zijn voor de stad Tripoli aangekomen en kruisen op de hooge zee. Te Palermo heerscht groote geestdnlt, en staan 30.000 man gereed om naar 1 ripoli scheep te gaan. Op Sicilie is totaal 80.000 man ge- mobiliseerd. Het a Berl. Tbl." meldt dat in twee moskeeen in Stamboel de hodja's tegen de vreemdelingen, vooral tegen de ltalianen, predikten. Zeker is het, dat het mindere volk in Konstan- tinopel onrustig begint te worden. Zoo zip in Galata ophitsers aan bet werk geweest, die veel biival vonden. In een bioskooptheater in Pera kwatu het bp de vertooning van Italiaansche manoeuvrebeelden tot een spektakel, waarbp een Europeaan, dien men voor een Italiaan hield een pak ransel kreeg. Het iromscbe toeval wi de, dat het een Engelschman was. De terugslag, overijld gewapend optreden van Italie inwendigeu toestand in I urkpe moet is niet te voorzien. leder, die de rust Balkan wenscht. moet Italie dringend stappen tegen Tripoli te ondernemen. Tripoli aan het in het begin van zijn 'ontwikkeling staande Turksche rijk te ont- rukken, beteekent de tegenwoordige regeering en met haar alle moderne elementen te vernietigen, zegt het blad. Maar juist daarora schijnt het de mogendheden te doen te zijn. De Jong-Turksche regeering streeft naar de oplossing van de Oostersche kwestie in dezen zin, dat zij niet uit Europa willen ver- dreven worden, maar in Europa een sterk, on- aantastbaar Turksch rijk willen stichten. He! plan van de verdeeling van Turkije onder Rusland, Oostenrijk, Engeland en Italie is door de Jong- Tnrken verijdeld. Daar.om dragen de mogend heden den Jong-Turken den haat van de bedrogen veroveraars toe. Daarom laten zij Italie zpn plan doordrijven orn eenstukvan 1 urkije deanoods met geweld machtig te worden. De Turken zitten echter niet stil. Zij hebben de hulp van Oostenrijk en Duitschland inge- De buitengewone ministerraad heeft voor het geval Italie, tegen de verwachting in, toch tracht om Tripoli te bezetten. o. a. het volgende besloten lo. in Tripoli tot op den laatsten man tegen italie te vechten 2o. alle ltalianen uit Turkije te verbaunen 3o. aan de ltalianen in Turkjje de capitulatierechten te ontnemen. Verder is ook een besluit genomen over militaire transporten, dat echter streng ge- heim gehouden werd. Boycot van Italiaansche goederen staat ook op het program, als de Tripoii-expeditie door- gaat. Maar Turkije wil Italie alle reden voor een gewapend optreden ontnemen. In ambtelijke kringen te Konstantinopel wordt verklaard, dat het \abinet alle concessies, die mogelijk zijn, aan Italie zal doen, onder voorwaarde dat de eigenliefde van Turkije ten minste voor het uiterljjk gespaard blijve. Op 4 October komt het Turksche Parlement bpeen. Een der Turksche transportschepen, de ,/Torna", is te Tripoli aangekomen, met een gering aantal soldaten aan boord, met wapenen, levensmiddelen en gerst. De Italiaansche oorlog- schepen badden geen bevel het schip te nemen. Als teeken van naderend onheil wordt gemeld dat de halve Italiaansche kolonie van Tripoli de vlucht genomen heeft, terwijl de acbterge- blevenen geacht worden in gevaar te verkeeren voor Turksche gewelddaden. De Turksche overheid zou aan de Italiaan sche inwoners te verstaan gegeven hebben, dat er gjjzelaars vastgehouden zullen worden als er een oorlog uitbreekt. Dientengevolge is er een uittocht van ltalianen begonuen. De ,Temps" meldt, dat de Ottomaansche vloot te Beiroet, aan de Syrische kust, bevel gekregen heeft onmiddellijk naar Konstantinopel terug te keeren. De laatste Duitsche berichten uit Konstanti nopel zeggen dat er besprekingen over de eischen van Italie aan den gang zijn. De Itali aansche zaakgelastigde hield een bespreking met den grootvizier. Gisteravond was er te Konstantinopel een buitengewone ministerraad. De Jong-Turksche bewindhebbers zouden den toestand donker in- zien. Een Engelsche kruiser zou van Malta naar Cyrena'ika onderweg zijn, om ingeval van een Italiaansche bezetting, op Barkade, Oostelijke kust van Tripoli, de Engelsche vlag te hgschen. Nu Turkije bedreigd wordt, zijn de Gne- ken wakker 'geworden en nemen militaire maat regelen aan de grens. Ook de Turksche grens- troepen zijn versterkt. Op die" wijze ligt er weer brandstof geuoeg opgestapeld. Te Tripoli zijn al oorlogscorres- pondenten aangekomen Evenals in de Marokko-kwestie weten de diplomaten te Brussel reeds nu hoe de Iri- poli-aflaire zal afloopen. Het geschil is vol- gens de Brusselsche opvatting, in principe ge- regeld. Maar men herinnert zich dat men on- langs te Brussel zoo stellig wist dat er oorlog zou komen, dat de Belgische regeering aan het Maar de oorlog kwam mobiliseeren ging. niet. De Kamerverkiezingen in Zweden, die voor de eerste maal na invoering van evenredige ver- tegenwoordiging op den grondslag van algemeen kiesrecht gehouden worden, naderen haar einde. Van de 230 te vervullen zetels zijn 204 uitslagen bekend. De rechterzijde verkreeg 61, de linker- zijde 87 en de soeiaal-demokraten 56 zetels. De conservatieve regeering zal moeten wijken voor een liberaal bewind, vermoedelijk ondei Staafl. De Rechtbank heeft in haar zitting van 29 Sept. de volgende vonnissen uitgesproken. P. C. B., oud 26 j., schipper te Baalhoek CHontenisse), is wegens mishandeling veroord. tot 10 boete of 10 dagen hecht. A. V., oud 16 j. zonder beroep te Driewegen (Biervliet), is wegens als voren veroord. tot 7 boete of 14 dagen tuchtschool. 1. A. M. W., oud 18 j., 2. M. A. R., oud 16 j., 8. A. de V., oud 14 j., 4. L. M., oud 13 j., alien veldarbeiders te Axel. De eerste ver- oordeeld tot 5 boete of 5 dageu hecht. de tweede tot 1 maand tuchtschool, de derde en vierde ieder tot 3,50 boete of 1 week tucht school. J. A., oud 19 j.. rietdekker te Koewacht, is wegens het dooden van een andermans dier, veroord. tot 15 boete of 15 dagen hecht. A. S., oud 28 j., werkman te Hontenisse, is wegens beleediging van een ambtenaar, verooid. tot 10 boete of 10 d. hecht. A. d. M„ oud 27 j., arbeider te Stekene, is wegens alsvoren veroord. tot 14 dagen gevang. ,1. V., oud 22 j., schilaer te Antwerpen, ge- detineerd te Middelburg, is wegens verduistering veroord. tot 9 maanden gevangenisstraf, met in minderingbrenging der prev. hecht. De officier van justitie bij de rechtbank te Amsterdam heeft hooger beroep aangeteekend tegen het vrijsprekend vonnis van den boot- werker F., tegen wien 3 jaar werd geeischt, beklaagd van schieten op militairen tijdens de staking. Vergadering van Donderdag 28 Sept. 1911. Voorzitter de heer A. Visser, wethouder. Verder aanwezig de heeren Dees, Wieland, Moggre, Scheele, Drost, De Feijter, De Bruijne, Donze, Eijke en Van liorssum Waalkes. Afwezig de heeren De Jager en Lensen. De Voorzitter opent de vergadering en deelt mede dat de burgemeester, hoewel deze tot sprekers genoegen voor- uitgaat, nog niet zoover hersteld is dat liij de vergadering kan leiden, waarom spreker die taak nog moet vervullen. Daarna worden gelezen de notulen der voorgaande ver gadering, welke worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt inede dat de heer Lensen heeft bericht wegens uitstedigheid de vergadering van heden niet te kunnen bijwonen. Op verzoek van den benoeinden gemeente-secretans die gaarne de vergadering wilde bijwonen om eenigszins op de hoogte der zaken te komen wenscht de Voorzitter eene verandering te maken in de volgorde der agenda en stelt allereerst aan de orde 1. Beeedigen Gemeente-Secretaris. De Voorzitter verzoekt den waarnemenden secretaris den heer L. C. Wabeke de vergadering binnen te leiden waaraan deze voldoet. De heer Wabeke legt in handen van den Voorzitter de vereischte eeden af. De Voorzitter wenscht den heer Wabeke van harte geluk met zijne benoeming tot secretaris dezer gemeente, welke betrekking hij binnen enkele dagen hoopt te bekleeden. Hij hoopt dat het hem gegeven moge worden, dit belangrijk ambt vele jaren te vervullen tot genoegen van den gemeenteraad, van Burg, en Weth. en van de ingezetenen van Ter Neuzen. Steeds zal hij, naar spreker kan verzekeren, kunnen rekenen op de welwillendheid en steun, zoowel van den Gemeenteraad als van het Dag. Best, terwijl de ambtenaren ter secretarie, waar dit noodig mocht zijn, steeds bereid zullen zijn den secretaris met hunne hulp en voorlichting terzijde te staan, om de hem opgelegde taak te verlichten en te veraangenamen. De heer Wabeke verkrijgt hierna het woord en begint met de hoop uit te spreken dat de burgemeester, de Voorzitter dezer vergadering, spoedig hersteld moge zijn en in staat om zijn ambt te bekleeden. Voorts brengt hij allereerst dank aan den Raad voor het in hem ge- stelde vertrouwen, inzonderheid aan hen die hebben ge- meend hunne stem op hem te moeten uitbrengen. Hij brengt verder dank aan Burg, en Weth. die hem voor eene benoeming hebben aanbevolen en aan de heeren die het college daarvoor van advies hebben gediend. Hij hoopt een trouw ambtenaar te zijn en alles te doen wat mogelijk is om zijne betrekking zoo goed mogelijk te vervullen. Hij is overtuigd dat er, vooral in eene ge meente als deze, veel van hem zal vereischt worden. Hij beveelt zich echter aan in de medewerkirig van den Raad, van Burgemeester en Wethouders, den waarnemenden gemeente-secretaris en de overige ambtenaren ter secre tarie, met welke alien hij hoopt een aangenamen werk- kring te zullen hebben. Deze woorden worden met applaus door de leden be- groet. 2. Ingekomen stukken. hEen schrijven van L. C. Wabeke, waarin deze, onder dankbetuiging voor het in hem gestelde vertrouwen bericht dat hij de benoeming tot secretaris dezer gemeente aanneemt. Aangenomen voor kennisgeving. b. Een schrijven van het bestuur der scherpschutters- vereeniging »Voor Vaderland en Koning' waarin dit zijn hartelijken dank betuigt voor de door den Raad aan de vereeniging geschonken medaille ter gelegenheid van haren juhileum-wedstrijd. Aangenomen voor kennisgeving. c. Door den Voorzitter wordt overgelegd het proces- verbaal van de door Burg, en Weth. op 22 September 1911 ten kantore van den gemeente-ontvanger gehouden kasopneming, waarbij is gebleken dat over het dienstjaar 1911 was ontvangen eene som van 60,274,331 en uit- gegeven eene som van f 52,200,761, zoodat meer is ont vangen dan uitgegeven eene som van f 8073,57. Het goed slot der rekening over 1910, dat nog niet op de loopende begrooting is gebracht bedraagt 4707,02, zoodat ir. kas moest zijn 12780,59, overeenkomende met de vertoonde gelden. Aangenomen voor kennisgeving. d. Een schrijven van Gedep. Staten van Zeeland, dd. 1 Sept. 4911, waarin wordt bericht dat dit college in ver- band met de werken die dit betreft zijne goedkeuring niet kan hechten aan het ingezonden raadsbesluit van 25 Aug. 11. tot het aangaan eener geldleening van f 19000, daar een termijn van 38 jaar voor de aflossing daarvan te lang is en naar hunne meening op ten hoogste 25 jaren behoort te worden gesteld. Naar aanleiding van dit schrijven stellen Burg, en Weth. voor het genomen besluit aldus te wijzigen dat de eerste 24 jaar f 750 zal worden afgelost en het laatste jaar f 1000. De heer Wieland vraagt, in verband met de wijze waarop aangevangen is kunnen worden met het dempen der haven, of het nog wel noodig is 19000 te leenen. De Voorzitter zou de som maar op hetzelfde bedrag willen houden, men kan later altijd zien hoe het loopt en er mag ook meer dan het aangegeven bedrag worden afgelost. De heer Wieland zou toch, als er maar 16000 noodig is, geen 19000 willen leenen. De Voorzitter kan verzekeren dat Burg, en Weth. er vooreerst nog niet toe zullen overgaan om het geheele bedrag te leenen, dat zal in elk geval maar worden opge- nomen naar de behoefte, en als met minder kan worden volstaan zal het voile bedrag niet worden opgenomen. De heer Drost vraagt of er geen kleine leeningsbedragen zijn tegen hooge rente, die dan misschien nu zouden kunnen worden geconverteerd. De Voorzitter meent dat dit niet het geval is de meeste lesningen zijn opgenomen tegen eene billijke rente, er is er slechts een tegen eene rente van 4| procent. De heer Wieland merkt op dat men die uit nood tegen die rente heeft moeten sluiten, er was anders geen geld te krijgen. De heer Drost merkt op dat er nog eene leening van 5,65 procent staat. De heer Wieland wijst er op dat in die rente tevens de atlossing begrepen is toen heeft men die leening ook niet anders kunnen sluiten en daar zit men nu aan vastdie moet nog 9 jaar duren eer het is afgelost, wat misschien velen niet meer zullen beleven. Met genoegen heeft spreker gezien dat in de begrooting is voorgesteld een der kleine leeningen geheel afte lossen dat spaart administratie. Het voorstel van Burg, en Weth. om de leening ad j 19000 allosbaar te stellen in 25 jaar, de eerste 24 jaar elk jaar 750 en het 25ste jaar 1000, wordt aangenomen met algemeene stemmen. e. Een adres van G. Meulenberg te Ter Neuzen waarin deze te kennen geeft, dat hij op een perceel bouwland kadastraal in deze gemeente bekend sectie K no. 96 ge- legen in den Vlooswijkpolder eene bergplaats voor uien wenscht te bouwen dat genoemde bergplaats zal worden gebouwd in hout op steenen voetmuur en met pannen gedekt, dat volgens ingezonden en daarna door Burg, en Weth. dezer gemeente, goedgekeurde plannen, de berg plaats zou worden gebouwd op 20 M. afstand van de wo oing bewoond door P. den Dikken, dat bij nader onder- zoek van den grond evenwel is gebleken dat deze voor een gedeelte zeer moerassig is en alzoo ongeschikt om daarop te bouwen. Reden waarom hij den Raad zeer beleefd verzoekt aan hem afwijking van art. 19 (2e alinea) van de bouwver- ordering toe te staan, en aan hem vergunning te ver- leenen tot het bouwen van genoemde bergplaats op 10 Meter afstand van de aangrenzende woning. De Voorzitter herinnert dat art. 19 der bouwverordening verbiedt in de kommen van de gemeente de buitenwanden van een gebouw geheel of voor een gedeelte te vervaar- digen van hout, riet of van andere licht brandbare stolfen of een gebouw met deze licht brandbare stoffen te bedekken. Nu zegt de tweede alinea dat deze bepaling buiten de kommen alleen geldt voor woningen en voor alle gebouwen op minder dan 20 M. afstand van andere gebouwen ver- wijderd, terwijl de derde alinea zegt dat de Raad in bijzondere gevallen afwijking kan toestaan. Burg, en Weth. zien geen bezwaar in toestaan van het gevraagde verzoek en stellen daarom voor aldus te besluiten. De heer Drost heeft, met het oog op de toekomst bezwaar dp toestemming onvoorwaardelijk te verleenen. De Voorzitter merkt op dat het werkelijk noodig is het verzoek van adressant in te willigen, want wanneer deze op 20 M. afstand van de woning van Den Dikken moet blijven komt hij in een moerassigen bodem, waarop niet gebouwd kan worden. De heer Drost wil dit volstrekt niet betwisten. maar heeft alleen het oog op de toekomst. Zooals dat terrein tusschen het oude kanaal en den nieuwen arm daar nu ligt kan als het ware voor het bouwen alles worden toe- gestaan, maar men weet nooit welke toestand het daar later worden kan, daar zou zich een nieuwe kom kunnen ontwikkelen, waardoor toestanden als die door het ver leenen van de onderhavige vergunning ontstaan minder gewenscht zouden zijn. Hij zou daarom aan de vergunning willen verbinden dat deze tot wederopzeggens verleend wordt. De Voorzitter ziet geen bezwaar om die voorwaarde in de bepalingen waarop de vergunning zal worden verleend op te nemen, waarna de gevraagde vergunning z. h. s. wordt verleend. f. Een adres van W. Bedet en 46 anderen alien be- woners van de Donze-Visserstraat, Tholensstraat, Ver- bindingstraat, Dekkerstraat, Klaassenstraat, Nieuwediep- straat, welke er op wijzen 1. dat naar aanleiding van hun adres, behandeld in de vergadering van 17 Juni 1909 tot hiertoe geen stappen zijn gedaan, die tot uitvoering jvan hun verzoek leiden konden, 2. dat het zich echter liet aanzien volgens de toen gehoudene bespreking, de Raad hun denkbeeld niet af- keerig was, te meer daar bedoelde leiding dienstbaar zou kunnen zijn voor toevoer van zuiver water voor de brandweer, 3. dat wel is waar de gelegenheid open staat om in de vluchthaven aan de behoefte van water te voorzienmaar dat de trap aldaar niet van gevaar ontbloot is, en naar hun bescheiden meening de put zal worden gedempt als het kalf verdronken is, 4. dat deze zomer duidelijk heeft bewezen dat een waterleiding hoog noodig is voor dagelijksch gebruik, in achl nemende dat velen onzer zich moeten behelpen met te kleine regenbakken. Weshalve zij beleefd den Raad nogmaals verzoeken het daarheen te willen leiden, dat in de behoefte van een waterleiding wordt voorzien, in den zin zooals in boven- genoemd adres gevraagd is, of zooals de Raad het best geschikt voorkomt. De Voorzitter erkent dat in het jaar 1909 inderdaad door den Raad in beginsel is besloten tot het maken eener waterleiding voor toevoer van kanaalwater ten dienste der bewoners, voornamelijk van de in het adres aange geven straten en ook voor het gebruik van de brandweer. Het lag toen echter in de bedoeling om met de buizen aan te°sluiten aan die van de electrische centrale, welke van uit het kanaal is aangelegd. Daarvoor was het echter noodig dat de centrale grootere buizen legde en alvorens dit kon gedaan worden moest zij vergunning vragen aan Waterstaatdie vergunning was steeds niet verkregen, zoodat ook van uitvoering van het door de gemeente voor- genomen plan niets kon komen. Nu dezer dagen pas is, naar spreker heeft gehoord, die vergunning gekomen, zoodat dan nu tot uitvoering van het plan zal kunnen worden overgegaan. De grootere buizen zijn door de centrale echter nog niet gelegd. De heer Waalkes deelt mede dat de directeur der elec trische centrale hem heeft verklaard dat er geen kwestie van zal kunnen zijn dat de gemeente met hare buizen zou aansluiten aan die der centrale. De Voorzitter zegt dat de directeur dan thans anders spreekt dan vroeger en roept daarvoor de getuigenis van den heer Wieland. De heer Wieland bevestigt, dat de directeur vroeger bij een bezoek van de Commissie van Fabricage, heeft te kennen gegeven dat de leiding van de gemeente zou kunnen aansluiten aan die van de centrale; hij heeft toen aan de bezoekers nog een en ander laten zien, o.m. een fonteintje, en zeide alleen dat er dan eerst grootere buizen moesten gelegd worden. De heer Waalkes herhaalt dat de directeur hem thans pertinent verklaard heeft dat er van deze aansluiting absoluut geen sprake kon zijn. De Voorzitter blijft er bij dat deze vroeger heeft gezegd dat er, wat hem betreft, geen bezwaar tegen aansluiting aan de buizen der centrale bestondnatuurlijk moest het definitief gevraagd worden aan de directie te Amsterdam. Dan zal het, gehoord de mededeeling van den heer Waalkes, noodig zijn nog eens opnieuw met den directeur te spreken. Mocht dan werkelijk blijken dat er bezwaar gemaakt wordt, dan zou de gemeente zelf aan den Rijks Waterstaat vergunning behooren te vragen voor het maken der leiding. Spreker vraagtvindt de Raad goed dat dit geschiedt. De heer Drost vraagt of het de bedoeling is om later in elk geval toch nog met een plan voor de waterleiding in den Raad te komen. De Voorzitter antwoordt bevestigend. De heer Drost zou dan maar liever met een besluit willen wachten tot dit plan er is en door den Raad kan beoordeeld wordendan is het bekend wat de kosten kunnen zijn. De Voorzitter deelt mede dat er al eens een plan is opgemaakt, maar dat is toen blijven liggen in afwachting van de goedkeuring op het verzoek der centrale om grootere buizen te mogen leggen: Nu de centrale die goedkeuring heeft verkregen zou dan vanwege de gemeente ook aan haar vergunning moeten gevraagd worden. De heer Eijke vraagt of dat nog wel noodig is, als die vergunning vroeger reeds is verleend. De Voorzitter merkt op dat dit slechts eene mondelinge toezegging was. De heer DrostEn was die wel geldig De heer Eijke zou, als er niet kan aangesloten worden bij de centrale vanwege de gemeente zelf willen vragen om buizen te leggen van uit het kanaal. De heer Dees vraagt of de Raad dan kan goedkeuren dat Burg, en Weth indien geen aansluiting bij de centrale kan worden verkregen, zich wenden tot den rijkswater- staat om voor de gemeente de noodige vergunning te bekomen die buizen van uit het kanaal te leggen. De Voorzitter meent dat daartegen geen bezwaar kan bestaan. De heer Dees merkt op dat hij de zaak zoodanig wenscht beschouwd te zien dat, wanneer de Raad zich voor het doen der aanvraag verklaart, hij zich voorneemt die buizen ook werkelijk te leggen. De heer Eijke kan zich daarmede wel vereenigen. De Voorzitter dacht ook dat daaromtrent geen verschil van meening meer was. De heer Dees meent aan enkele uitlatingen op te merken dat er leden zijn die ook nog over eene andere oplossing denken en die misschien het oog hebben op het water dat uit de leiding onder door de Schelde moet komen. Hij heeft de pertinente vraag gesteld omdat hij het over- bodig werk acht dat men vergunning gaat vragen aan den WTaterstaat als de mogelijkheid nog- open blijft dat de buizen niet zouden worden gelegd. De heer Wieland wijst er op dat deze leiding alleen kan dienen voor schuur- en spoelwater. De VoorzitterEn voor de brandweer. De heer Drost wil gaarne medewerken tot het maken van eene geschikte waterleiding voor kanaalwater maar wil er op wijzen dat, wanneer dit eene zaak moet zijn die veel geld kost, het zeker overweging zal verdienen om in het stadium waarin de watervoorziening voor Zeeuwsch- Vlaanderen tegenwoordig verkeert, zich niet te overhaasten en eens af te zien. We kunnen toch zegt spreker op het oogenblik niet voorzien of we niet zoo lichtzinnig zullen zijn om bij de besproken groote waterleiding aan te sluiten en dan is het ongewenscht om nu nog voor een andere waterleiding een groot bedrag uit te geven. De heer Eijke merkt op dat de heer Weijerman, die hier over die waterleiding sprak, zeide het misschien nog wel 40 jaren zou duren eer die waterleiding tot stand kwam en hij zou toch bezwaar maken om de menschen die al van 1909 op de leiding wachten, nog langer te laten wachten want hij acht in dezen ook dat ze eigenlijk geen dag langer kunnen wachten »geen dag en geen nacht"! De heer Drost ziet in dat wachten zoo geen bezwaar, men zegt hier in Ter Neuzen van zoovele zaken het is vroeger altijd zoo geweest het kan nog wel wat wachten dat dit ook met deze leiding wel het geval zal kunnen zijn, hij zou in elk geval eerst willen weten wat de kosten zullen zijn. De Voorzitter wijst er op dat de bedoeling van aan sluiting aan de buizen der centrale wasbesparing van kosten, omdat het der gemeente heel wat meer zal kosten wanneer de buizen van uit het kanaal moeten worden gelegd. Dan moet ook aan den Rijks waterstaat worden gevraagd om kanaalwater te mogen gebruiken en hoewel daartegen met den tegenwoordigen waterstand misschien wel bezwaar zou worden gemaakt, dat zal toch altijd niet zoo zijn en de vergunning wel worden verleend, vooral ook omdat het de bedoeling is daarvan gebruik te maken voor de brandweer. De heer Wieland zou gaarne zien dat de leiding vanaf de poterne (Vluchthaven) kon worden gemaakt, dan kon die ook worden benut om modder uit de riolen naar zee te spuien. De Voorzitter vraagt den heer Drost wat deze omtrent deze zaak wenscht. De heer DrostNadere voorstellen met raming van kosten. De heer Wieland Ja, we zouden eerst eens kunnen terug- gaan naar den heer Van der Lubbe, om nog eens over die aansluiting aan de buizen der centrale te spreken. De Voorzitter: En wanneer dan blijkt dat het niet mag, zullen we plannen indienen om het zelf te doen. De heer Drost: Dan weten we dus voor we besluiten, wat het zal kosten

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1911 | | pagina 9