Tsr SsuzenschB Courant
Donderdag 28 September 1911. No. 5666.
T"SA7"ZE3ZEi3ZDIEl ZBXj-A.ID.
Gemeenteraad van Axel.
VAN
Vergadering van Dinsdag 20 Sept. 1911.
Voorz.itter de heer J. Huizinga burgemeester
Aanwezig de heeren Lamaitre, Kruxjsse, Van Uriel, Oggel,
Dregmans, F. Dekker, Dieleman, Smies, De l ey ter en
Wolfert.
Afwezig de heer P. Dekker.
Na opening der vergadering worden de notulen der
voorgaande gelezen en goedgekeurd.
Daarna stelt de Voorzitter aan de orde
t. Mededeeling van ingekomen stukken.
a. Een missive van Gedep. Staten van Zeeland, d.d.
15 Sept. 1911, waarnevens wordt toegezonden een besluit
van dat college waarbij eene reclame van P. A. Ueene
tegen zijnen aanslag in den hoofdehjken omslag ongegron
wordt verklaard.
Aangenomen voor kennisgeving.
S Af- en overschrijving in gemeentebegrooting 191 I.
De Voorzitter stelt namens "Burg. en Weth. voor m de
becrootimv voor 1911 af te schrijven van de onvoorziene
uitgaven waarover alleen met goedkeunng van Gedep.
Staten kan worden beschikt 50, over te schryven op
den post kadastrale stukken 25 en teruggaaf van be-
lasting 25.
Aangenomen z. h. s.
Vaststellen beg rooting Algemeen Burger lijk Arm-
bestuur voor 1902.
Namens de Commissie van onderzoek, bestaande nit de
heeren Oggel, Dregmans en P. Dekker wordt door den
heer Oggel rapport uitgebracht. llij deelt mede dat de
commissie bij den ontvanger mlichtingen heeft mgewon-
nen en door haar geen aanmerkingen of bezwaren
maakt worden, waarom zij voorstelt de begrooting
te keuren op een eindcijfer van 4b00, de subsidie
gemeente geraaind op 4020.
Overeenkomstig dit advies wordt deze begrooting goed
gekeurd z. h. s.
4. Vaststellen begrooting gemeentegasfabriekvoorlVl'2.
Door Burg, en Weth. wordt overgelegd eene begrooting
voor de gemeentegasfabriek, voor het jaar 1012, op een
eindcijfer van /11,930. Daarbij is geraamd eene levering
van 10,000 Ma. muntgas a 9 cent, 55,000 M lndustrie-
en kookgas a 7 cent en 55,000 M». lichtgas a 8 cent,
(onder dit laatste de levering voor de straatverlichting
De° lieer Smies merkt op dat deze begrooting tocli geheel
op lospe gegevens is gebaseerd en niet op een vasten
basis berust.
De Voorzitter erkent zulks, de begrooting is geheel op-
gemaakt op vermoedens. In verband ecliter met de
inlichtingen, die van elders zijn verkregen en het aantal
aansluitiugen, dat nu reeds ineer dan 200 bedraagt, is de
begrooting zooals die thans is opgemaakt naar het oordeel
van Burg, en Weth. volkomen gewettigd. Zekerheid kan
natuurlijk niet worden gegeven, rnaar de begrooting is
opgemaakt naar den omvang dien het bedrijf thans kan
verwacht worden te zullen hebben.
Do begrooting wordt hierna goedgekeurd z. h. s.
5. Vaststellen gemeentebegrooting voor 1912.
De Voorzitter stelt aan de orde de behandeling der
gemeentebegrooting voor 1912 en geeft gelegenheld tot
bet houden van algemeene beschouwingen, waartoe nie-
mand het verlangen te kennen geeft.
Daarop deelt de Voorzitter mede dat naar aanleiding
van in de afdeelingen gemaakte opmerkingen eene lyst
is opgemaakt van ambachtslieden die in aanmerking
voor presentiegeld uitgetrokken som moet worden uitgekeerd
aan de I eden naar gelang van het aantal vergader.ngen
dat door lien word bijgewoond.
De heer Kruijsse voegt hieraan nog toe dat het
bedoeling van Burg, en Weth. ook geweest is om zoo
mogelijk eene regeling te maken overeenkomstig de door
den heer Smiesbedoelde. En dan achten zij een bedrap
van 150 noodig, gerekend op 1, per lid en per verga
dering en een twaalftal vergaderingen per jaar. Aan de
afwezigen zou die 1 niet worden uitgekeerd, wat echter
van de 150 overbleef zou ten goede komen aan de
gemeentekas. Evengoed hadden Burg, en Weii. een am er
bedrag in de verordening kunnen zetten, het noodiDe
bedrag regelt zich dan toch naar de omstandigheden, of
er veel of weinig vergaderingen zijn en of z.y al ot met
door een groot getal leden worden bijgewoond.
Bij den post onderhoud, schoonhouden enz. van hege-
meentehuis 350 vraagt de heer Oggel of de tafel voor
de raadzaal, die blijkens de memorie van toelichtin0 uit
getrokken is, is vervallen.
Voorzitter antwoordt bevestigend, doch liuro- eu
wenschen het bedrag van 350 toch te behouden,
De
Weth
van de
daar de 50 oorspronkelijk voor de vermeuwing
tafel geraamd, dan voor iets anders, b.v. voor herstellingen
aan de secretarie kunnen ten goede komen. otn.k„n
De post voor drukwerk, aankoop van gedrukte stukken
enz. is, na de besprekingen in de afdeelingen door Burg-
en Weth. van 650 teruggebracht tot t oOO, in verband
is afgezien van het aanschamm eener scnnjl-
ge-
;oed
der
kunnen komen voor het verrichten van herstellingswerken
voor de gemeente(timmerlieden, metselaars, schildersenz.).
Een persoon is daarop geschrapt, die te kennen gal voor
het verrichten dier werkzaamheden niet in aanmerking
te willen komen.
Nog kail worden medegedeeld dat Burg, en Weth. omtrent
den duiker die over het kanaal zal moeten worden gemaakt,
met den eigenaar der gronden van het plaatje, den heer
Missu te Zaanislag, hebben geconfereerd. Het college vmdt
echter vcoralsnog geen aanleiding om tot het doen van
een voorstel daaromtrent over te gaan. Wanneer het later
noodig mocht blijken zal de ltaad worden uitgenoodigd
eene beslissing te nemen.
Vervolgens wordt overgegaan met de artikelsgewijze
behandeling der begrooting, beginnende met de uitgaven.
De tieer Smies maakt aanmerking op den post jaar-
wedden en presentiegelden van de wethouders J 300,
zijnde 100 hooger geraamd. Wanneer hij de begrooting
voor 1912 nagaat staat de gemeente voor zware uitgaven
en kan hij daarotn geen vrijheid vinden mee te gaan met
een voorstel tot verhooging van de jaarwedden der wet
houders, evenmin als van het presentiegeld voor de leden
van den Kaad.
De Voorzitter verzoekt die 2 posten gescheiden te houden.
De heer F. Dekker vraagt of de wethouders die ver
hooging gevraagd hebben.
De Voorzitter antwoordt dat de begrooting alvorens m
de vergadering van Burg, en Weth. te worden behandeld
door den Burgemeester en den Secretaris administratief
in concept wordt gebracht. Daarbij was ditmaal de jaar-
wedde der wethouders 190 hooger geraamd oindat
dit ons zegt spreker billijk voorkwam. Het werk
van de wethouders is zeer toegenomen. De vergaderingen
gedijen uit tot soms vier per week en het salaris kan
daarom naar onze meening niet langer zoo blijven. De
wethouders hebben daarvan bij de behandeling niets ge-
ze"d ze wilden geheel aan den Kaad overlaten daarover
te°beslissen; verhooging is door hen nimmer gevraagd.
Ik wil volstrekt niet beweren dat met het nu voorgestelde
het maximum reeds is bereikt, dat mag nog geen be-
looning heeten voor het werk dat verricht moet worden
en de belangrijke verantwoordelijkheid die het college
tegenover den ltaad heeft, maar een aanvankelijke ver
hooging is toch noodzakelijk.
Nu gaat het ook niet aan dat de Raad zou gaan uitmeten
de verdiensten van de Weth. en ik ben van meening dat
de pieteit meebrengt dat men maar overgaat tot stemmen
zonder over die punt nader te gaan wikken en wegen.
Het voorstel van den heer Smies, om de jaarwedden
der Wethouders onveranderd te behouden en den post dus
met 100 te verminderen, wordt aangenomen met 5 tegen
3 stemmen. Voor stemmen de heeren De Feijter, Smies,
F Dekker, Dregmans en Wolfert; tegen stemmen de
heeren Dieleman, Oggel en Van Driel. De Weth. de
heeren Lamaitre en Kruijsse onthouden zich van stemmen.
Daarna wordt het voorstel van den heer Smies om het
presentiegeld voor de leden van den ltaad uit te trekken
op 100 evenals voor het loopende jaar en dus den post
met f 50 te verminderen, aangenomen met G tegen i
stemmen; voor stemmen de heeren De feijter, Smies,
F. Dekker, Dregmans, Oggel en Wolfert; tegen stemmen
de heeren Dieleman, Van Driel, Kruijsse en Lamaitre.
De heer Smies wil thans nog te kennen geven dat, toen
hij het pesentiegeld voor de raadsleden in de commissoriale
vergadering ter sprake heeft gebracht, het zijne bedoeling
was om aan elk lid een vast bedrag per vergadering toe
te kennen, doch het deel van hen die met ter vergadering
aanwezig waren niet aan de overige leden uit te keeren
doch in de gemeentekas te houden.
De Voorzitter merkt op dat dit niet zal kunnen in ver
band met daarvoor in deze provincie naar het schijnt door
Gedep. Staten uitgevaardigde voorschriften, waarbij de
waarmede
Bij den post »Kosten uitreiken aanslagbiljetten J 15
vraagt de heer Oggel of die post niet zou kunnen ver
vallen en de aanslagbiljetten uitgereikt door den bode;
er is nu een binnen- en een buitenbode zoodat deze dit
naar zijne meening best zouden kunnen doen.
De Voorzitter deelt mede dat dit eene kwestie is die
den gemeente-ontvanger aangaatvolgens zijne iustructie
mac hij voor het uitreiken der aanslagbiljetten 1 cent
per° stuk in rekening brengen. Hij mag dat zelf doen,
maar hij mag het ook aan een ander opdragen en wanneer
hij dit door een ander gemeente-arnbtenaar in diens njen
tijd laat verrichten, kan daartegen geen bezwaar worden
gemaakt. Verandering zou in deze dus alleen inogelijk
zijn wanneer verandering werd gemaakt in de iustructie
van den ontvanger.
Bij den post voor de straatverlichting deelt de vooi-
zitter naar aanleiding van besprekingen in de afdeelingen
inede dat Burg, en Weth. het plaatsen van een lantaarn
aan de Axelsche Sassing in hunne aandacht zullen houden.
De heer Smies vraagt naar de oorzaak der styging van
den post voor de straatverlichting van J 52o tot HJUU.
De Voorzitter deelt mede dat uit dien post ook moeten
worden betaald de kosten der straatverlichting voor Spui
en de Sassing en vervolgens moet voor de verlichting in
de kom worden betaald aan de gastabriek. Volgens de
nieuwe regeling wordt de verlichting aanmerkelijk nitge-
breid. Wanneer men nu verder nagaat dat de post
jaarwedden der beambten met 200 is vermniderd,. is de
werkelijke verhooging niet zoo groot en bedraagt deze m
werkelijkheid slechts f 275.
De post reinigingsdienst is uitgetrokken op J looO, zynde
/I300 hooger dan het loopende jaar, met het oog op eene
voorziening in de beerruiming.
De Voorzitter stelt namens het Dag. Best, voor dat de
Raad thans uitspreekt de noodzakelijkheid om tot eene
voorziening in het ruimen van beer over te gaan, zonder
op dit oogenblik vast te stellen welk stelsel daarvoor zal
worden aangenomen, doch dat eene commissie van 3 leden
zal worden benoemd om een onderzoek in te stellen en
daarna voorstellen te doen.
De heer Oggel.kan daar wel mee medegaan, maar meent
dat dan de posfin de begrooting nog niet zou behoeven
te worden opgenomen.
Ook de heer F. Dekker zou dat bedrag maar willen
schrappen.
De Voorzitter merkt op datde som dan zou moeten gesplitst
worden en dat er in elk geval 250 zou moeten blijven
staan die noodig zijn .voor de straatreiniging. Hij geefi
overigens in overweging het uitgetrokken bedrag te laten
staan, daar dit dan gemakkelijk is, als de regeling moet
worden ingevoerd, dan is geen af-en overschrijving noodig.
En wordt de regeling niet ingevoerd dan kunnen Burg,
en Weth. toch niet zonder nadere inachtiging van den
Raad over het bedrag beschikken.
Na nog enkele opmerkingen wordt het voorstel van Burg,
en Weth. z. h. s. aangenomen en goedgevonden dat de
post op de begrooting onveranderd behouden blijft.
De Voorzitter merkt nog op dat, ingeval de uitgaven
voor beerruiming hier geschrapt werden de betrekkelijke
ontvangpost onder de ontvangsten ook zou behooren te
worden geschrapt.
De heer Dekker vraagt nog inlichtingen omtrent de
kosten uitgetrokken voor vervoer van haardasch.
De Voorzitter deelt mede dat die kosten veroorzaakt
worden door het huren van een man met wagenenpaard
die de vuilnis wat verder buiten de gemeente vervoerd.
Onder den post onderhoud van open bare gebouwenenz.
is ook /300 uitgetrokken voor de muziektent.
De heer Smies maakt tegen dezen post bezwaarhij
vraagt wat zijn Burg, en Weth. daarmede van plan
De Voorzitter deelt mede dat Burg, en Weth. oorspronkelij k
plan hadden voor te stellen eene kleine reparatie aan de
tent te doen en deze te laten schilderen, de kosten daarvan
werden geraamd op plus minus f 175. Later hebben
Burg, en Weth. overwogen dat de tent voor de toekomst
wel "wat klein is en dat het daarom aanbeveling verdiende
deze, eer verfwerk werd uitgevoerd, te vergrooten, daar,
wanneer later die vergrooting beslist noodzakelyk bleek,
het nu verrichte werk dan waardeloos zou zijn. Er is
daarop aan den gemeente-opzichter gevraagd eene begrooting
op te maken van eene vergrooting der tent met 75 cJd.
in tiet rond. Deze raamde dan de totale kosten op 300.
Dit bedrag is dus niet zooveel hooger, omdat een deel
daarvan, b. v. het maken van den voet, door een der
gemeente-werklieden kan worden verricht.
De heer Smies merkt naar aanleiding hiervan op dat
nu opeens wordt gezegd dat de tent te klein is, maar
vroeger heeft men het er altijd mee gedaan. Hij acht
het voldoende als er nu een 160 of 175 aan reparatie
wordt uitgegeven, dan kan de tent nog jaren meegaan en
later kan men altijd verder zien. Er moeten groote
uitgaven gedaan worden en daarom heeft hij bezwaar, nu
de tent pas aan de gemeente is overgegaan, daarvoor
terstond zooveel geld uit te geven.
De Voorzitter stemt toe dat de tent, wanneer die wordt
gerepareerd, nog jaren kan blijven staan, inaar wijst er
op dat nu, zonder bezwaar voor de financien, de tent
goed in orde kan worden gemaakt en daarom acht hij
het een goed beleid dit nu te doen.
Niemand kan voorzien of, wanneer in 1914 vergrooting
van de muziektent niet rneer zou kunnen uitblijven, er
dan geld zou zijn om dat werk uit te voeren, terwijl het
nu uit te geven bedrag dan ook voor een deel waardeloos
wordt gemaakt.
Het vorig jaar is het ziekenhuis in orde gemaakt. Laat
men het nu de muziektent doen en een ander jaar kan
weer iets anders onderhanden worden genomen. Als rnen
deugdelijke reparaties die zonder bezwaar kunnen uitge
voerd worden maar steeds blijft uitstellen, loopt men op
den duur vast, dan komt men op zekeren tijd voor de
noodzakelijkheid alles op eens te moeten aanpakken. Met
wat meer over te houden op den sluitpost der begrooting,
de onvoorziene uitgaven, is men niet vooruit, wel met
het in evenwicht houden van de uitgaven en inkomsten
en dat verkrijgt men door het doen van alle gewenschte
uitgaven, die kunnen geschieden zonder dat daarvoor de
belastingen moeten worden verzwaard. Als er belasting-
verhooging mee gepaard ging zouden Burg, en Weth.
zeker niet met dit voorstel gekomen zijn.
De heer Smies merkt op dat de Voorzitter van niet ver-
hoogen der belastingen spreekt, maar de hoofdelijke
omslag is toch /400 hooger uitgetrokken?
De Voorzitter wijst er op dat dit onjuist is; hetzelfde
bedrag als voor het loopende jaar wordt voorgesteld.
De heer Smies meent dat in elk geval, wanneer die
gelden dan beschikbaar zijn, die op andere plaatsen in
Axel wel nuttiger te besteden zijn dan voor de muziektent
op de Markt. Er zijn straten die hard verbetering noodig
hebben en daarvoor zou hij eerst willen zorgen.
De Voorzitter verklaart nog dat Burg, en Weth. in deze
nu - niet zooveel waarde hechten aan aanneming van liun
voorstel, zij zijn echter van meening dat het nu ge-
makkelijker kan gemaakt worden, omdat de uitgaaf kan
geschieden zonder verhooging van belasting en dat het
niet te zeggen zal zijn of dit ook zal kunnen geschieden
wanneer men later eenmaal genoodzaakt zal worden hierin
te voorzien. Het betreft nu maar een verschil van 125.
Het voorstel van den heer Smies, om de muziektent alleen
te repareeren en den post dus met f 25 te verminderen,
wordt aangenomen met 6 tegen 4 stemmen; voor stemmen
de heeren De Feijter, Wolfert, Oggel, Dregmans, F. Dekker
en Smiestegen stemmen de heeren Lamaitre, Kruijsse,
Van Driel en Dieleman.
De heer Oggel zou nu die vrijgekomen 125 willen
overbrengen op den post voor onderhoud van straten,
pleinen, markten enz. Daarvoor kan dat geld goed gebruikt
worden de Oosterstraat is niet te passeeren zonder levens-
gevaar.
De Voorzitter betoogt dat die straat met f 125 nog met
atdoende te verbeteren is, daarvoor kan weinig meer ge
daan worden dan er wat meer zand in gebracht. Dan
blijft het echter nog een slechte straat omdat de steenen
niet deugen. Als men die afdoende wilde verbeteren zou
men de heele Nieuwstraat moeten uitbreken en bestraten
met scoria-brics en klinkerpaden ter weerszijden en ge-
bruiken de uitkomende steenen voor de Oosterstraat.
Dap had men althans een afdoende verbetering, maar die
kan voor 125 niet tot stand worden gebracht. Voor
f 25 kan men wel al heel wat zand in een straat brengen.
De heer Oggel acht dat de Oosterstraat en ook de
Nieuwstraat dringend verbeterd dienen te worden. Wat
de opmerking van den Voorzitter aangaat omtrent de
slechte steenen in de Oosterstraat is hij van meening dat
eene goede verbetering zou kunnen worden verkregen
wanneer de straat maar eens door goede straatmakers
herlegd werd.
De Voorzitter stemt toe wat de heer Oggel omtrent de
dringende noodzakelijkheid van verbetering betoogt, maar
moet hem verder onder het oog brengen dat hij met zijn
voorstel zijn doel niet bereikt, aangezien met een bedrag
van f 125 geen verbetering is te maken die afdoende is.
De steenen deugen niet, de fout ligt niet bij de straat
makers, want de Oosterstraat is door bekwame vaklui
bestraat. De beperkte middelen der gemeente laten niet
toe thans een afdoende verbetering voor te stellen en uit
te voeren.
De Gentschevaartstraat is een straat die niet door vaklui
is gemaakt en die ligt ook slecht. Spreker, evenals de
andere leden van het Dag. Best., ergeren zich daar ook
aan en die zal ook moeten worden verbeterd. Het Dag.
Best, wenscht echter., als het met een voorstel te dezer
zake afkomt iets voor te stellen dat afdoende is, waar
men iets aan heeft. Of de Raad nu die f 125 op dezen
onderhoudspost wil brengen dan wel verplaatseu naar de
onvoorziene uitgaven, is echter het zelfde.
De heer Dieleman vraagt of door de Oosterstraat ook
gasbuizen gelegd worden.
De Voorzitter antwoordt bevestigend.
De heer Oggel merkt op dat die straat daar niet van
verbetert, integendeel.
De heer Dieleman bedoelt dit ook niet, maar meent dat
het dan beter was met verbetering der bestrating te
wachten tot de te graven gleuf voor het leggen der buizen
weer wat gezakt is.
De heer Oggel is van gevoelen dat de toestand der
Oosterstraat zoo slecht is dat men die geen twee jaren
meer kan laten liggen.
Het voorstel van den heer Oggel, om den post voor
onderhoud van straten enz. met 125 te verhoogen wordt
nu aangenomen met algemeene stemmen.
Bij den post voor onderhoud van riolen, slooten, putten,
waterleidingen, pompen enz. brengt de Voorzitter in be
handeling een verzoek van de bewoners der Steenovens
om het plaatsen van een welput en het in deze vergadering
gedaan verzoek tot het plaatsen van een pomp.
Spreker deelt mede dat bij het indienen dezer begrooting
geen gelden voor die werken zijn uitgetrokken.
De heer Smies acht het plaatsen eener pomp in de
Nieuwstraat van gemeentewege niet noodigvelen der
daar wonenden hebben achter hunne woning een welput,
die dat niet hebben, moeten dar, maar naar de pomp
in de Noordstraat gaan. Ook tegen het maken van een
welput aan de Steenovens heeft hij bezwaardat is nu
zoo hard niet meer noodig, daar de regen nu gekomen is,
en als men begon om dat verzoek in te willigen, waar
zou dan het eind zijn Dan werd het een plaatsen van
welputteu tot in het oneindige, daar dan iedere buurt
waar gebouwen staan met een verzoek zal komen.
De heer Oggel is het met dit betoog niet eens. Er staan
op verschillende punten van Axel pompen van gemeentewege
en nu meent hij dat, als er een nieuwe buurt bijkomt,
de gemeente verplicht is ook die buurt te helpen, daar
alle inwoners evenveel rechten hebben. Met het oog
daarop is hij ook voor inwilliging van het verzoek van
de bewoners der Steenovens. De menschen hebben te
kennen gegeven dat ze zelf een put willen gravende
kosten zouden dus voor de gemeente zoo groot niet zijn,
daar dan alleen de put moet worden opgemetseld en dit
door de gemeente zelf kan geschieden, daar deze, zooals
zooeven gehoord is, over een goeden metselaar kan be
schikken.
Spreker meent dat men alien of niemand moet helpen.
De bestaande pompen in de stad kosten heel wat aan
onderhoud, komt er nu een in de Nieuwstraat bij dan
zal er weer minder aan de andere getrokken worden en
dan is wellicht het onderhoud daarvan voordeeliger
De heer F. Dekker is ook voor inwilliging der verzoeken
op verschillende punten van Axel staan pompen en dus
kan er ook wel een in de Nieuwstraat gezet worden.
Wat de Steenovens aangaat, daar is veel watergebrek.
Gedurende 6 weken hebben de menschen zich daar moeten
behelpen met water uit een putje waarin ook dagelijks
vee werd gedreven en dat gelegen was onder de gemeente
n17b in <lno nrol ilmrolii I; aQnlpidinor nm (Hp
Zaamslag. Er is dus wel degelijk aanleiding om die
menschen ook van gemeentewege te helpenhet maken
van een welput zou ten hoogste een f 50 kosten en de
menschen hebben recht op hulp evengoed als de bewoners
van de kom
De Voorzitter verklaart dat Burg, en Weth. het ook
gewenscht achten in deze een afwachtende houding aan
te nemen naar aanleiding van de aanhangige plannen
voor watervoorziening in Zeeuwsch-Ylaanderen,
Niet onmogelijk is het toch dat de gemeente besluit
aan te sluiten aan eene te leggen waterleiding en wordt
op afdoende wijze in de behoefte aan drinkwater voorzien
Er is ook nog een tweede reden waarom Burg, en Weth
niet zijn overgegaan tot het doen van een voorstel tot het
plaatsen van een pomp in de Nieuwstraat, n.l. omdat de
menschen dan gaan zullen zondigen op het kwaad te veel
te rekenen op hulp der gemeente en maar gaan nalaten
het plaatsen van een welput bij hunne woningen, wat
anderen wel doen en waardoor hulp vanwege de gemeente
overbodig wordt. Bovendien gaat het niet aan om voor
de Nieuwstraat te doen, wat bij Raadsbesluit voor de
Wat de Steenovens aangaat, daar staat de zaak eenigszins
anders. De directe nood is daar echter ook voorbij,
vanmorgen heeft het weer geregend en het is te verwachten
dat daar dezen winter geen nood meer zal bestaan. Als
later bij het leggen der waterleiding blijkt dat de Steen
ovens niet worden aangesloten kan nog altijd worden
overgegaan tot het nemen van maatregelen om te helpen.
Spreker is het echter eens met den heer Smies dat, als
vandaag wordt overgegaan tot het nemen van een beslnit
om aan de Steenovens een welput te maken er binnen
acht dagen ook een verzoek is van Schapenbout, dan be-
reidt men den weg voor veel zulke verzoeken.
De heer Oggel meent dat dit dan altijd nog kan worden
afgewacht. Voor de Nieuwstraat en voor de Steenovens
is het nu eenmaal al gevraagd.
De heer Kruijsse zou wel kunnen instemmen met het
denkbeeld om nu reeds over te gaan tot het plaatsen van
een pomp in de Nieuwstraat en het maken van een welput
aan de Steenovens, maar dan zou hij nog verder willen
gaan en overal pompen of putten willen maken waar dit
noodig kan zijn, zonder eerst te wachten dat verzoeken
daartoe inkomen. Hij zou dan bv. ook een put willen
maken op de Margaret, waar ook veel gebrek is en een
pomp plaatsen aan het Buitenwegje, want dat die daar
hard noodig is is voldoende gebleken toen de gemeente
een put heeft laten maken op het terrein voor de gas-
fabriek, want sedert die put er is komen de menschen
van het Buitenwegje daar alien water uithalen. Wanneer
de Raad overgaat om op die wijze de zaak aan te pakken
de voorziening te maken zonder dat er eerst verzoeken
komen, is het een maatregel waar hij trotsch op kan zijn.
Als men van meening is dat hulp moet verleend worden
in den waternood moet men dat op de eene plaats zoowel
doen als op de andere.
De heer Dieleman merkt op dat het op Schapenbout
ook noodig zou zijn.
De heer Van Driel noemt de Kijkuit, daar moet men
zich behelpen met een pomp van de spoorwegmaatschappij.
De heer Lamaitre acht het voor Spui ook noodig.
De heer Dekker meent dat al die plaatsen nog wel
eenig verschil maken met de Steenovens, waar de menschen
zelfs buiten de gemeente moeten gaan om een weinig
water te kunnen bekomen.
De heer Oggel betoogt dat de heer Kruijsse wel wat
te ver gaat. Al is het ook dat men overtuigd is van de
noodzakelijkheid van het aanbrengen van voorziening, dan
bewijst dat nog niet dat men al dat werk tegelijk moet
uitvoeren. Er wordt nu door Burg, en Weth. voorgesteld
om de Markt te rioleeren, maar er zullen toch nog wel
meer plaatsen zijn waar dat noodig en gewenscht is. Toch
wordt niet voorgesteld om dat nu allemaal tegelijk te doen.
De heer Kruijsse meent dat de rioleering en het plaatsen
van pompen of welputten wel eenig verschil maakt.
Wanneer hier geconstateerd wordt dat er op verschillende
plaatsen gebrek is aan water en dat de gemeente daarin
moet tegemoet komen behoort in dien dadelijken nood
overal te worden voorzien.
De Voorzitter geeft den heer Oggel in overweging zijn
voorstel in te trekken en Burg, en Weth. in de gelegen-
heid te stellen om, wanneer mocht blijken dat nog gebrek
aan water blijft bestaan, er bij den Raad op terug te
komen en voorstellen tot voorziening te doen, waarbij dan
kan worden overwogen op welke plaatsen dat zal be
hooren te geschieden.
De heer Oggel voldoet aan het verzoek van den Voorzitter,
in de verwachting dat Burg, en Weth. deze zaak dan niet
uit het oog zullen verliezen en als het noodig is maat
regelen zullen nemen.
De heer Oggel vestigt vervolgens de aandacht op den
post voor rioleering vandeMaikt. Die staat onder gewoon
onderhoud, maar dat is toch eigenlijk nieuw werk Hij
maakt ook wel eenig bezwaar tegen die niet zoo nood-
zakelijke uitgaaf van f 450 voor de Markt, waar nog geen
50 kan gevonden worden voor een dringend noodigen
welput.
De heer Smies maakt ook bezwaar tegen dezen post
wanneer die zou worden toegestaan zou eerder een slechteren
toestand geschapen worden, want er is nu een goede alloop
voor het water en als de Markt j uist op het lage gedeelte
gerioleerd wordt, zou men, zooals dat op andere plaatsen na
het maken van rioleering is gezien, kunnen krijgen over-
stroomde straten in tijden van regenbuien. Het is bovendien
een werk dat nog veel geld kost en daarom is hij er tegen.
De heer F. Dekker is het daarmede geheel eens hij
acht het een overbodig werk.
De Voorzitter begint met het laatste te weerspreken.
Overbodig is het werk nietmen komt er mede in een
beteren toestand. Het is om te komen tot een beteren
toestand van rioleering en bestrating en wanneer het
regelmatig verbeteren van dien toestand kan geschieden
uit de gevvone uitgaven ishetaanbevelenswaardigdattedoen.
Het vorig jaar is gemaakt de rioleering bij Haaktoen
waren er ook velen die dat een overbodig werk noemden,
maar er is nu ruimschoots gebleken dat het eene heele goede
verbetering is geweest. Er zijn zoo nog een paar punten
waar dergelijke verbetering behoort te worden gemaakt.
Is de rioleering dan in orde zoo zou over twee jaar vol
doende geld vrijkomen om rente en allossing te dekken
van kapitaal te leenen voor afdoende verbetering der
bestrating. Het behoorlijk in orde maken der bestrating
is een zaak die veel geld vordert, daarmede kan men nu
niet ilink vooruit en daarom is het beter om af te maken
wat men wel kan.
Wat betreft de opmerking dat het leggen eener riolee
ring aanleiding zou geven tot overstrooming der straten
bij regenbuien merkt spreker op dat Burg, en Weth. niet
hardleersch zijn. Bij het maken der eerste rioleeringen
is gebleken dat die niet voldeden en dat zich toestanden
voordeden als door den heer Smies geschetst, maar men
heeft voordeel gedaan met de bij het leggen dier riolen
opgedane ervaring en door de ontvangputten voortaan op
eene andere plaats te leggen dan daarbij is geschied zal
het overstroomen der straten worden voorkomen.
Spreker zou er bepaald prijs op stellen dat de Raad het
voorstel tot rioleering van de Markt aannam.
De heer Smies zou het hiervoor uitgetrokken geld
willen besteden aan verbetering van de Oosterstraat; dat
komt hem meer nuttig en noodig voor dan het rioleeren
van de Markt, dat kan nog wel wat wachten.
De Voorzitter moet ook thans weer opmerken dat voor
dat bedrag de Oosterstraat niet afdoende kan gemaakt
worden, daarvoor zijn nieuwe steenen noodig. Geschiedt
dit niet dan wordt niet bereikt wat men wenscht.
De heer Smies noemt het in de Oosterstraat een ver-
schrikkelijken toestandmen is daar nu bezig met kolen
te lossen, maar de menschen kunnen er niet passeeren
en moeten er achterom heen gaan. De toestand van de
Markt is toch nog wel te houden zooals die is.
De heer Lamaitre voelt toch ook wel wat voor het
betoog van den heer Smies. Hij berekent dat met het
hier beschikbare bedrag en andere vrijkomende gelden
ongeveer f 1200 beschikbaar zou kunnen komen en daarvoor
kan dan toch al wat gedaan worden, het zou dan echter
noodig zijn dat ook wat aan de Dreef gedaan werd want
die ligt even slecht als de Oosterstraat.
De heer Smies heeft zich al eens de vraag gesteld of
het niet gewenscht zou zijn de Nieuwstraat te bestraten
met klinkers en de steenen van daar te brengen naar de
Oosterstraat.
De Voorzitter meent dat dit iets is dat kan worden
overwogen. Hij geeft daarom in overweging den post rio
leering te verminderen met f 400 en die te brengen naar
den post voor onvoorziene uitgaven en dan Burg, en Weth.
uit te noodigen omtrent verbetering der bestrating nadere
voorstellen te doen. Een post van 50 behoort te blijven
staan omdat toch aan brandputten en dergelijke allicht
eenig werk moet geschieden voor het schoonhouden.
De heer De Feijter vraagt of Burg, en Weth. dan bij
het doen van voorstellen tot verbetering der bestrating
rekening zullen houden met het verzoek van het bestuur
der Christelijke school in de Nieuwstraat over het voor
het onderwijs hinderlijke rumoer door het daar voorbij-
rijden van wagens.
De Voorzitter zegt dit toe, de Raad zal dan bovendien
in de gelegenheid worden gesteld om over elk gedeelte
straat afzonderlijk te beslissen.
Z. h. s. wordt alsnu besloten overeenkomstig het voor
stel van den Voorzitter, waardoor het voorstel tot riolee
ring der Markt vervalt.
Als nieuwe post is op de begrooting gebracht eene subsidie
van f 100 voor de avondvakteekenschool te Axel.