AI g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
v o o r
Zeenwsch-Vlaaaderei.
Uitloting Geldlesningen.
Geldleening.
Donderdag 21 September 1911
No. 5663.
51e Jaargang.
geldleening groot 4000,
Binnenland.
FEU1LLET0N.
IN DEN D00D VEREENIGD.
ABONNEMENT:
Telefoon No. 25. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
~RTHIE3Xj_A.XD.%
ESSCHE COMAST.
Men abonneebt zicb bjj alle Boekhande-
Per Irie maanden binnen Ter Neuzen f 1, Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32^/, en voor
het overige Buitenland f 1,65.
Laars, Postdirecteuren en Brievenbushonders.
j. UK UK SASiBB. te *er Menaen
ADVEETENTIENi
Van 1 tot 4 rebels f 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
de
■lit M»»l verschijnt Maamlaje-, Wi.«nHdaK- en Vr nitKeann<lerd op FeeiitdaKen ItlJ de Tlrmt*
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter kermis van belanghebbenden dat in hunne
vergadering van heden zija uitgeloot
a. het aandeel no. 8 in de geldleening groot 5000
aangegaan in 1901
b. de aandeelen nos. 36, 47 en 3S in de geldleening
groot 6500,aangegaan in 1905 en
c. de aandeelen nos. 70 en 65 in de geldleening
groot 17500,—, aangegaan in 1906.
Deze aandeelen zijn aflosbaar op 1 October 1911, ten
kantore van den Ontvanger dezer gemeente en wat die
onder c betreft uok bij de Amsterdamsche Bank te
Amsterdam en bij Julius Oppenlieim's Bank te
G row ing en
Ter Neuzen, 18 September 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. VISSER, L°. Burgemeester.
A. P. DE VOS, L°. Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van ZAAMSLAG
maken bekend, dat inschrijvingen naar de
ten behoeve van den schoolbouw, bij hen kunnen
ingeleverd worden voor I October a. s.
Inlichtingen te bekomen ter Secretarie.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOH. DE FE1JTER.
De Secretaris,
J. STOLE Lzn.
De opening van de sitting der
Staten-Generaal.
Dinsdagnamiddag bad de opening der nieuwe
zitting van de Staten-Generaal plaats door
een commissie, bestaande uit de Ministers.
Zij hadden zich daartoe op de gebruikelijke
wijze naar de Gotisehe zaal begeven, waar zij
werden ontvangen en binnengeleid door een
commissie van ontvangst uit de beide Kamers.
De Minister van Binnenlandsche Zaken hield
namens H. M. de Konigin de volgende toespraak
Mijne Heeren
De Koningin heeft ons opgedragen deze
zitting der Staten-Generaal te openen.
Onze betrekkingen met de andere mogend-
heden zijn van den meest vriendschappelijken
Een oogenblik later zaten wij met ons drieen
bij de oude lui aan tafel, en Jacob had een bord
gortepap voor zicb; maar bij sprak bijna geen
woord en bleef met den lepel in de hand naar
Eduarda staren. Nu en dan wierp zij hem een
lachenden blik toe, en het kwam mij voor, dat
ze zich vroolijk maakte over zijn verlegen-
heid.
z/Joban heeft »mij verteld, dat ge voor dokter
studeert," zeide zij, om hem moed in te spreken.
„0, wat moet dat moeilijk zijn en wat zal het
lang duren voor men knap genoeg is om zijn
examen te kunnen doen."
//Het heeft mij tenminste moeite genoeg ge-
kost," antwoordde Jacob deemoedig //maar nu
moet ik er doorkomen."
//O, gij bezit moed en wilskracht. Gij houdt
onafgebroken uw eene doel in het oog en niets
kan u verhinderen het te bereiken.''
z/Daar kan ik niet erg op roemen," was
Jacob's antwoord. »Velen, die tegelijk met mij
hun studien begonnen, zijn al eenige jaren ge-
vestigd, en ik ben nog maar altijd student."
i/O, dat is maar nederigheid, mijnheer Horse-
van
aard. Kan 1910 voor land en tuinbouw ovtV
het algemeen tot de gunstige jaren worden
gerekend, zoo is te vreezen dat 1911, tengevolge
van de buitengewone droogte en het heerschen
van het mond- en klauwzeer voor verschillende
takken van het bedvijf een verre van gunstig
resultaat zal opleveren.
Handel en Nijverheid bleven zich in het
afgeloopenjaar over het algemeen op bevredigeode
wijze ontwikkelen. het seheepvaartverkeer nam
opnieuw in niet onbelangrijke mate toe, terwjjl
ook de resultaten, met het reederijbedrijf
behaald, verbeterden.
De uitkomsten van de verschillende takken
visscherij zijn, beboudens enkele belang-
rijke uitzonderingen, niet zeer bevredigend.
In Oost-lndie valt in ruime mate te wijzen
op welvaart en voorspoed.
Tegen de epidemische ziekten, welke in
sommige streken de bevolking bedreigen, werd
doortastend opgetreden.
Bezwaren, ondervonden bij de uitvoering van
het grenstractaat van 1904 met Portugal,
hebben tot eenige spanning op het eiland
Timor geleid, waardoor de noodzakelijkheid
zich deed gevoelen tot krachtig optreden ter
beseherming van onze onderdanen in het om-
liggend grensgebied.
Burgerlijke en militaire landsdienaren, zoo
hier te lande als in de kolonien, vervullen
hunne taak op lofwaardige wijze.
Dank zij het ruim vloeien van 's rijks mid-
delen luat de financieele toestand des lauds zich
eenigszins gunstiger aanzien dan ten vorige
jare. Duurzame versterking der middelen,
waartoe ontwerpen zijn ingediend, blijft echter
dringend noodzakelijk, zoowel tot herstel van
het evenwicht tusschen de uitgaven eD de ont-
vangsten als met het oog op onvermijdelijke
nieuwe uitgaven, waaronder die voor de kost-
bare maatregelen op sociaal gebied, welke aan-
hangig zijn.
Dit zittingsjaar zal van groot gewicht kunnen
zijn door de behandeling van de bij u aanhangige
wetsvoorstellen, waarbij van uwe krachtsinspan-
ning en toewijding ongetwijfeld veel zal worden
geeischt.
Ook andere onderwerpen van wetgeving blijven
de aandacbt eischen.
Eene wettelijke regeling inzake de pensio
neering van gemeentelijke ambtenaren en van
hunne weduwen en weezen is in bewerking.
Wetsvoordrachten worden in gereedheid ge
braeht tot regeling van het levensverzekerings-
bedrijf en tot techniscbe herziening van de
woning- en van de leerplichtwet.
Aan de •bevordering van het tot stand komen
van spoorweglijnen voor het locale verkeer en
croft. De knapsten zijn altijd het nederigst.
En als gij eenmaal uw eindexamen hebt afge-
legd, welk een heerlijke loopbaan ligt er dan
voor u open lijdenden te troosten en de
menschhfeid tot nut te zijn."
De goede, eerlijke Jacob zat bij deze woorden
op zijn stoel te draaien.
Ik vrees, dat ik niet zulke hooge verwach-
tingen koester," antwoordde hij nederig. //Ik
doe het om mijns vaders zaak te kunnen over-
nemen en een bestaan te hebben. Als ik de
menschen help, steek ik tegelijkertijd de hand
uit om een kroon in ontvangst te nemen."
ffHoe oprecht en waarheidlievend zijt gij!"
riep ze bewonderenden zoo ging zij voort,
hem alle mogelijke deugden toeschrijvende en zijn
woorden geheel anders uitleggende dan hij ze
bedoelde. Ik kende sedert lang die manier om
iemand den geest op te winden. Voor zijn be-
zoek nog was afgeloopen, had zij den armen
Jacob het hoold op hoi gebracht door haar
sehoonheid en innemende vriendelijkheid. En
ik, dwaas, was blijde, dat hij zoo met haar
ingenomen was.
z/Hoe vindt ge haar, Jacob?" vroeg ik,
toen we buiten waren. wis zii niet verruk-
kelijk?"
aflk heb nog nooit zoo'n vrouw gezien," riep
hij opgewonden.
uWij gaan samen trouwen," hernam ik.
aan de verbetering van wegen naar de tegen-
woordige eischen zal bijzondere aandacht worden
gewijd.
Ontwerpen zullen u worden aangeboden in
verband met de regeling van de pensioen-aan-
spraken van bet spoorwegpersoneel.
Uwe medewerking zal worden gevraagd om
de particuliere locale telefoonexploitatie door
rijksexploitatie te vervangen.
Een wetsontwerp bedoelende verkrijging door
landarbeiders van land met woning in eigen-
dom of van los land in pacht, zal worden in
gediend.
Wetsontwerpen tot herziening van de jacht-
wet en van de regeling van het landbouw- en
veeartsenijkundigonderwijs zijn in bewerking.
Een wetsontwerp ter verzekering van ar-
beiders tegen geldelijke gevolgen van beroeps-
ziekten zal u bereiken.
Maatregelen worden beraamd tot verbetering
van den financieelen en economischen toestand
van Suriname.
In voorbereiding is eene hervorming van de
politie-rechtspraak in Nederlandscb-Indie.
Een wetsontwerp zal u worden aangeboden
tot wijziging van artikel 3 van het reglement
op het beleid der regeering van Nederlandsch-
lndie.
Moge op uw veelomvattenden arbeid Gods
zegen rusten.
In naam der Koningin verklaren wij de ge-
wone zitting der Staten-Generaal te zijn geopend.
de kiesrecht-
orde waren
en
Na de vereenigde zitting der beide Kamers
der Staten-Generaal vergaderden de Kamers nog
kort afzonderlijk.
In de vergadering der Tweede Kamer bood de
Minister van Financien de Staats-begrooting
voor 1912 aan.
Op de voordracht voor het voorzitterschap
werden vervolgens gebracht successievelijk de
heeren Van Bylandt, Van Nispen tot Sevenaer
Drucker.
In de vergadering der Eerste Kamer werden
de geloofsbrieven van het nieuw gekozen lid,
prof. Bavinck, onderzocht. Tot toelating van
den heer Bavinck werd besloten, en deze werd
daarop, tegelijk met de heeren van Deventer
en Zijlma, ge'instalieerd.
De voorzitter, zich tot de Kamer wendende,
vervolgens te hopen dat deze zich met
gepaste voortvarendheid aan de haar toever-
trouwde zaken zou wijdefl.
Daarna bracht de voorzitter een woord van
diepgevoelde hulde aan de nagedachtenis van
Mr. J. C. de Marez Oyens, oud-lid der Eerste
Kamer.
Deze rede werd staande aangehoord.
zei
De gisteren ter gelegenheid van de opening
der Staten-Generaal te 's Gravenhage gehouden
kiesrechtbetooging verwekte reeds vroeg in den
morgen drukte aan het station, door het arn-
veeren van de betoogers van buiten, die door
de aanwezige commissarissen van orde, alien
met roode bloemen in het linker knoopsgat,
werden ontvangen.
De treinen braehten tal van vreemdelingen
aan, waaronder ook velen die er met precies
uitzagen alsof zij kwamen kiesrechtbetoogen.
Een deel van de drukte wendde zich naar
't Binnenhof om daar de stoet met de fraaie
hofrijtuigen te zien, maar het grootste deel
nam zijn weg naar de Indische buurt, waar op
het terrein aan den Raamweg
optocht werd gevormd.
Volgens de commissarissen van
daar ten laatste een 20,000 menschen bijeen.
In den stoet gingen 592 banieren mede by een
700tal deputaties uit het geheele land. De
regeling was goed voorbereid.
Te 12 ure werd door den Voorzitter van het
Partjjbestuur, den heer Vliegen, de kiesrechtdag
geopend verklaard, waarna van verschillende
tribune's werd gesproken door de heeren Troelstra,
-Hugenholtz, Schaper, Ter Laan, Helsdingen en
Duns en na een pauze, afgewisseld door mnziek,
door Henri Polak, Mendels, Wibaut, Heleen
Ankersmit, Oudegeest, Hermans en Hegeraat.
De opstelling van den stoet begon om kwart
voor 2 uur om te 3 ure te vertrekken.
Aan het hoofd gingeD acht banieren van de
S. D. A. P., het partjjbestuur, Kamerfractie, en
het comite van aetie.
Daarna volgden 4 open rijtuigen met de
adressen en de 317.000 handteekeningen, verpakt
in 98 zwarte doozen, beplakt met etiquetten
der districten.
Begeleid door politie te paard en te voet
bereikte de stoet, waarin een aantal muziek-
korpsen, en 600 banieren die meegedragen
werden, het Buitenhof. Het voorbijtrekken
duurde ruim een half uur.
De Kamerleden en het partijbestuur begaven
zich op het Binnenhof. De stoet die daar met
mocht passeeren trok verder naar het ministerie
Binnenlandsche Zaken. Daar vervoegde
zich bij den portier. Deze zeide: //Zet
hier de doozen maar neer," en de inhoud van
de vier rijtuigen werd toen van hand tot hand
doorgegeven en opgestapeld door de heeren
Duys, Oudegeest, Vliegen, Van der Goes, Wi
baut en anderen. Er werd een lotografie van
genomen. TT
De heer Schaper zeide tot den portierny
als de minister, u is
verlegen
De pijp viel hem bij dit gezegde uit den mond
en hij bleef mij als wezenloos aanstaren. Hij
raapte die op en ging heen, zonder een woord
verder te spreken. Ik verwachtte, dat hij nog
eens zou omzien, maar hij deed het niet. Met
loomen tred liep hij over de heide, het hoold
op de borst gezonken.
Eduarda zorgde wel, dat ik aan hem bleef
denken. Zij deed mij allerlei vragen hoe hij
als jongen was, of hij dapper en sterk was,
welke meisjes hij zooal kende, enz. Er kwam
bijna geen einde aan haar vragen.
's Avonds hoorde ik iets van hem, dat mij
minder aangenaam was. Mij a vader kwam thuis
en vertelde, dat Jacob Horsecroft den ganschen
namiddag smoordronken was geweest en in dien
toestand naar West-House was gegaan om met
den kampioen van de Zigeuners te vechten.
Mijn vader bad hem op den straatweg ontmoet.
Hij seheen woedend te zijn en beleedigdeieder,
die hem tegenkwam. ,-/ A Is bij op die manier
zijn weg wil zoeken, zal hij het niet ver brengen,"
zei de oude man hoofdschuddend.
Eduarda lachte over het geval en ik lachte
met haar, ofschoon ik eigenlijk het grappige
er van niet kon inzien.
Een dag of wat later ontmoette ik Jacob op den
weg naar Corriemuir. Hij geleek in het gehee
niet meer op den grooten, goedigen Jacob, die
's morgens na zijn terugkomst een bord gortepap
van
men
kunt het net zoo
een beleeld man."
goed
bij ons had gegeten. Hij liep zonder boord en
zonder das, zijn vest hing open, zjjn haar hing
verward om zijn hoofd, en zijn gezicht was rood
en gezwollen, evenals van iemand, die den vongen
avond te veel heeft gedronken. Hij had een
dikken stob in de hand, waarmee hij aanhoudend
onder de struiken sloeg.
,/Wel Jacob, zei ik, „hoe is het?
Hij antwoordde niet en keek mij aan, evenals
vroeger op school, wanneer ik hem op een
verkeerde bandelwijze wees en hij tocb zijn
ongelijk niet wilde bekennen. Met een zwaaienden
gang liep hij mij voorbij, al maar door met
zijn stok naar den grond slaande.
Het speet mij erg, hem in dien toestand aan
te treffen. Ik begreep natuurlijk heel goed, hoe
de vork in de steel zat. Hij was op Eduarda
verliefd geworden en kon de gedachte niet ver-
dragen, dat zij mij zou toebehooren. Arme kerel
Maar het was toch mijn schuld niet. Wie
weet of ik in zijn plaats niet evenzoo was
geweest. Vroeger zou het mijn begrip te boven
gegaan zijn, dat een meisje het hoofd van een
sterken man zoo op hoi kan brengen, maar nu
was ik daaromtrent beter op de hoogte.
Veertien dagen lang zag of hoorde ik
niets meer van Jacob Horsecroft. Toen kwam
die Donderdag, waarop mijn levensloop een an
dere richting nam.
^Wordt vervolgd).