Advert entien. H. VERHOEVEN. - Ter Heuzen. - HnlsL Gemeenteraad van Axel. Zoo de Heere wil en hij leeft, hoopt onze geliefde Vader, Behuwd- en Grootvader, GELEIN TAN DE VOORDE, op Maandag 11 September, zyn 80sten geboor- tedag te herdenken. Dat hij nog lang moge gespaard blijven is de wensch van Alle zijne dierbare Kinderen*. Zaamslag (Veer). Behuwd- en Kleinkinderen. Galanterien. - Huishoudelijke Artikelen. GlasPorcelein-, Aardewerk en gros. Winkeliers en kooplieden bezoektonze magazijnen. U vindt er steeds een ruime sorteering aan concurreerende prijzen. bouwen der woriing van den heer Lensen, in die omgeving, weer gebleken is. dat het zand dat daar in den bodem aanwezig is, van een heel andere sarnenstelling is dan het zeezand het is veel fijner en dat zand schijnt het ver- inogen te bezitten het kanaalwater te zuiveren, en dus werkt als een fdter. Ilet komt dan ook raeer voor dat de bodem, door zijne chemische sarnenstelling, zekere stoffen achterhoudt. De heer Drost merkt op dat een eii ander door een nauwkeurig deskundig onderzoek zou behooren te worden iiitgemaakt. De heer De Jager waardeert alle pogingen die worden voorgesteld om te voorzien in de behoefte aan water, maar vraagt of het niet verstandiger is om nu niet te hard van stal te loopen en eens af te wachten wat de alhier over acht dagen in zake het aanleggen eener drink- waterleiding te houden vergadering zal opleveren. Moge- lijk heeft die vergadering wel tengevolge dat degemeente wordt aangesloten bij de voor de geheele streek te maken waterleiding. De heer Drost wijst er op dat er alles voor te zeggen is om eene poging aan te wenden tot het verkrijgen eener waterleiding op eigen terrein waarvoor de gemeente niet zulke zware overeenkomsten behoeft aan te gaan, als voor de groote waterleiding het geval zal zijn. De heer Waalkes geeft te kennen, dat natuurlijk maat- regelen zouden moeten worden getrolfen, dat de ijsbaan niet zon worden verontreinigd. Do heer Lensen zou wenschen dat direct begonnen werd met uitvoering te geven aan het plan van den heer Eijkedat komt hem zeer gewenscht voordat kan direct voorzien in de behoefte aan drinkwater en dat is noodig, want wat dat putje betreft dat de gemeente daar nu bezit langs den weg naar de slachtplaats spreker heeft er gisteren eens een kijkje genomen, maar het water uit dien open put komt hem allorminst voldoende rein voor om geschikt te zijn als drinkwater, en die put is te groot om die te overdekken. Hij zou dus het plan van den heer Eijke terstond willen uitvoeren en er geen 14 dagen mede wachten, want als het eenmaal gaat regenen zal er van al die andere mooie plannen voor watervoorziening waarschijnlijk wel niet veel meer komen. De Voorzitter Hoe wenscht de heer Eijke dan dat plan uitgevoerd te zien De heer EijkeEerst een wel maken en dan daarin een Northonpomp slaan. De Voorzitter kan dat denkbeeld wel goedkeuren, want hij vreest dat een Northonpomp alleen niet terstond vol doende water zal kunnen leveren. Hij zou direct werk kunnen maken van het vragen der noodige vergunning aan Gedep. Staten. De Voorzitter wil nog onder het oog brengen, waar zooeven gesproken werd over het onder water zetten van de ijsbaan. dat de begraafplaats in de nabijheid van de ijsbaan gelegen is. Zou het niet mogelijk zijn dat het water der ijsbaan daardoor wordt verontreinigd De begraafplaats ligt niet zooveel hooger en het water uitde ijsbaan zal dus ook daarin doordringen. De heer Waalkes merkt op dat de begraafplaats heele- maal aan den achterkant ligt en nog een eind van de ijsbaan af. In elk geval is aan het water uit de wel van bet ziekenhuis nog nimmer gebleken dat dit door stoffen van de begraafplaats verontreinigd was. De heer Moggre merkt op dat de toestand toch niet zou veranderen, want nu staat de ijsbaan toch ook elken winter onder water. Het eenige verschil zou zijn dat het nu voortdurend werd. De Voorzitter stemt toe, dat ook zou kunnen onderzocht worden of het door hem geopperde bezwaar bestaat. De heer Scheele vraagt of de ijsbaan wel zal kunnen blijven bestaan, als tot het slechten der vesting wordt overgegaan. De heer Waalkes vermeent dat in dat geval de gemeente, vooral wanneer dat terrein werd aangewend voor water voorziening, toch wel de voorkeur van koop zou krijgen. De Voorzitter is bereid beide genoemde punten te onderzoeken en dan deswege verslag nit te brengen. De heer Dees zou toch willen weten wat de" Raad eigenlijk wenscht opdat later aan Burg, en Weth. geen verwijt zou kunnen worden gemaakt, dat ze niet goed hebben gehandeld. Plaatst men een wel en een pomp, .zooals de heer Eijke voorstelt, dan is de brandweer nog niet geholpen en dat zou hij toch ook gaarne zien. De heer Lensen meent dat, wanneer uitvoering van het plan van den heer Eijke wordt aangenomen, dit tegelijk kan dienen voor het begin van een proef of daar veel en goed water te krijgen is. De heer Drost zou ook wenschen dat Burg, en Weth. onmiddellijk pogingen aanwendden om het door den heer Eijke bedoelde terrein voor de gemeente te krijgen en zoodra ze dat hadden, overgingen tot het plaatsen van een welput, maar dat verder ernstige proeven zouden worden genomen om na te gaan of daar in de omgeving, wanneer kanaalwater op de ijsbaan gezet wordt, drinkwater in groote hoeveelheid is te verkrijgen. De heer Wieland wil wel waarschuwen dat de nabijheid van de begraafplaats zeker een bezwaar zal zijn om daar een betrouwbare plaats voor het trekken van drinkwater te maken. Hij herinnert zich nog goed dat, nndat in het jaar 1849 de begraafplaats op het Zwaantje werd ge- sloten, en die grond voor tuingrond bewerkt, het later wel meer dan BO jaar duurde eer men een kool of een krop sla daarop geteeld, kon verkoopen. Het idee dat het water in de ijsbaan langs het kerkhof spoelt en dan later als drinkwater zou worden gebezigd, vindt hij wel wat bezwarend. Hij voor zich zou er althans niet van gediend zijn. De heer Drost vindt dat nog niet zoo erg als het idee bij vele woningen de regenbak en de beerput zeer dicht bij elkaar liggen. De heer Wieland wijst er op dat dit, wanneer ze althans niet defect zijn, goed afgesloten bakken zijn. Maar aan het kerkhof is het heel wat anders. Daar loopt een sloot langs, daar moet men dan eens in kijken en denken dat die sloot uitmondt in de ijsbaan en het daarin staande water dus verontreinigt. De heer Drost voert hiertegen aan dat dan eene wyzigmg in het terrein zou moeten worden gemaakt, zoodanig dat die sloot niet in de ijsbaan uitmondt. De heer De Feijter merkt op dat dit thans ook niet het geval is. De sloot heeft afwatering langs ondergrondsche buizen, buitenom de ijsbaan. De heer Dees vraagt of de Raad er geen genoegen mede zou kunnen nemen dat begonnen werd met het graven van een put; dan zou kunnen beproefd worden die goed af te sluiten en er zou toch een pomp op geplaatst kunnen worden op die wijze zou dan tevens voorzien worden in de behoefte van de brandweer. Spreker heeft gezien dat van wege den Rijkswaterstaat ook al getracht wordt water te verkrijgen bij de woningen aan de nieuwe sluis, door het graven van putten langs den weg. De heer De Jager raadt omzichtigheid aanhij vindt het goed dat getracht wordt de menschen te helpen, maar wijst er op dat, als men de een helpt, men het ook de ander moet doen. Zoo herinnert hij er aan, dat de Raad indertijd ook nag leens besloten heeft tot het maken eener leiding voor aanvoer van water uit het kanaal ten behoeve van de bewoners der Tholensstraat, Donze-Visser- straat en aangrenzende, ook om daarvan gebruik te maken bij eventueelen brand. Tot de uitvoering van dat besluit is het echter nog niet gekomen, nu heeft hij vernomen dat de bewoners dier straten voornemens zijn den gemeente- raad binnenkort weer eens aan dat besluit te herinneren. De Voorzitter erkent dat de Raad in beginsel besloten heeft tot het leggen eener buizenleidinghet was echter de bedoeling dan aan te sluiten aan de buizen der eiec- trische centrale, die dan echter eerst vergunning moest verkrijgen voor het leggen van grootere buizen dan ze nu heeft. Die vergunning is nog niet bekomen, zoodat nog niet tot uitvoering van het plan kan worden overgegaan. "Komt die vergunning, dan zullen terstond verdere maat- regelen voor de uitvoering worden genomen. dat De heer Waalkes wijst naar aanleiding van het door den heer Wieland geopperde bezwaar nog op Arnhem, alle vuil uit de riolen der stad in de rivier wordt geloosd, doch een uurtje beneden de stad bemerkt men daarvan aan het water niet meer het minst, en al het vuil van zoo'n groote stad beteekent toch ook nogal iets. De heer Wieland blijft het toch een afkeerwekkend denkbeeld vinden om te trachten het drinkwater daar uit den grond te halen bij de begraafplaats. De heer De Feijter merkt op dat men in de ijsbaan, by de Leeuwtjes, aan den Provincialen weg een put zou kunnen graven en het water van het andere eind met buizen daarheen leiden, dan kwam het heelemaal niet met de begraafplaats in aanraking. De heer Waalkes: De ijsbaan zou ook voor een deel kunnen worden afgedamd, dan hield men een grooter bassin en daarin zou het kanaalwater met buizen worden gevoerd. Maar dat is iets wat later kan worden over- wogen. De heer Eijke geeft te kennen dat, wanneer, zooals de heer Dees wenscht, terstond zou worden overgegaan tot het graven van een put waarvan ook de brandweer nut kan trekken, het door hem besproken terrein daarvoor te klein isdat kan men niet doen in den berm van den wegdan zou men wel een stuk grond noodig hebben van de wed. A. Dekker. De heer Wieland acht het ook goed dat wat gedaan zal worden, want wat het putje betrett van de gemeente waar de menschen nu water uit halen, dat ziet er alles- behalve zuiver uit. Als het is om te wasschen of iets dergolijks, en dan is het wat anders, maar voor drinkwater men moet het hem niet kwalijk nemen, maar dat is maarEvenwel, de volgende week is het ver gadering en dan besluit de Raad misschien wel om aan te sluiten bij den watertoren. De heer Waalkes: Maar misschien kunnen wij ons goedkooper helpen dan door aansluiting aan die groote leiding. De heer Moggre zou toch ook liever zien dat terstond een put werd gemaakt die ook tevens dienen kan voor gebruik door de brandweer. De heer Eijke herhaalt dat,men dan zou moeten trachten particulier terrein te krijgen en hij kan niet zoo in eens zeggen waar men dat zou kunnen bekornen. I)e heer Lensen blijft van meening dat aanneming van het voorstel van den heer Eijke het meest aanbevelens- waardig is om in den dadelijken nood te voorzien. Verschillende leden verklaren het daarmee wel eens te zijn. waarop met algemeene stemmen dat voorstel wordt aangenomen. De heer Lensen wijst er nog op dat dan, hij heeft daarop misschien bij de gehouden besprekingen niet vol doende gewezen, het putje langs den weg naar de slacht plaats, wel vervallen kan, want dat is een vuile put. De Voorzitter stemt dat toe. De heer Waalkes meent dat dan verder ook een proef zou kunnen worden genomen zooals door den heer Drost voorgesteldnaar hij vermeent komt het water met 15 November op de ijsbaan en dan kan het onderzoek worden ingesteld. De Voorzitter acht dat dan daarop kan worden terug- gekomen; inmiddels heeft dan ook de vergadering voor de waterleiding plaats gehad. e. De heer De Bruijne vraagt of ook niet op eene dergelijke manier zou kunnen worden voorzien in de be hoefte voor Driewegen. Op de vraag of hij een terrein weet antwoordt spreker ontkennend, men zal daar op particulier terrein terecht moeten kunnen. Naar aanleiding van eene vraag of het ook daar niet den berm van den Provincialen weg zou kunnen ge- schieden deelt de heer Eijke mede dat de bermen van den weg daar ook particulier eigendom zijnde provincie bezit maar een paar kleine perceeltjes. De heer Drost vraagt of er naar de meening van den heer De Bruijne geen particulier zou zijn die voor zoo een zaak van algemeen belang terrein zou willen afstaan. De heer De Bruijne denkt dat dit wel het geval zal zijn. De Voorzitter zou maar eens willen beginnen met de wel aan de Kerkhotlaan en dan kan ondertusschen ook te Driewegen eens worden uitgezien om na te gaan wat daar kan gedaan worden. De heer Wieland vraagt hoe of het is met dat putje op het land in gebruik bij den heer De Bruijne. De heer De Bruijne antwoordt dat dit gedeeltelijk ge- dempt is het is jammer dat de eigenaren, de familie Van Son, geen toestemming wilden verleenen om dat voor brandput in te richten, want dat was een uitnemende waterput. De Voorzitter zegt nogmaals toe, dat een onderzoek zal worden ingesteld om na te gaan hoe ook Driewegen kan worden geholpen. f. De heer Wieland vraagt, naar aanleiding van de door den heer Drost bij den aanvang der zitting gemaakte opmerking aangaande het niet aflossen dier f 950, of het zijne bedoeling was dat nog op de rekening van 1910 te brengen. Spreker zou er maar overheen willen stappen, want anders krimpt het groot overschot weer aanmer- kelijk in. De heer Drost antwoordt, dat hij alleen in het licht wilde stellen dat den 22 Maart 1910 door den Raad met algemeene stemmen een besluit is genomen, dat niet is uitgevoerd. De heer Wieland noemt het dan wat anders, maar ineent ook overigens dat de Raad wel wat hard van stal is ge- loopen om tot zoo'n hoogen alios te besluiten. We moeten, zegt hij, toch ook wat voor onze nazaten overlaten. De heer De Jager merkt op dat de Raad tot het doen van die hoogere allossing besloot om te zorgen dat de beerruiming Over eenige jaren zich zelf zou kunnen be- druipen. De heer Drost noemt dat onjuist en herinnert er aan dat de Raad tot het doen van die extra-allossing van f 950 besloot omdat, volgens berekening, men binnen 10 jaar weer zou staan voor het aanschaflien van nieuw materieel, daar het oude dan versleten zal zijn en de Raad gezegd heeft dan moeten we zorgen dat het oude betaald is als we het nieuwe moeten aansehalTen. Het den 22 Maart 1910 met algemeene stemmen genomen besluit sprak wel degelijk op de rekening over 1910, daarop had die extra allossing bij suppletoire begrooting moeten gebracht worden en dat is niet geschied eu hij eene oppervlakkige beschouwing van de begrooting voor 1912 is aan spreker gebleken dat die extra-allossing daar weer niet op is gebrachtdat is in strijd met het door den Raad genomen besluit. De heer WielandAh 1 nu gaat me een licht op. De heer DrostDe begrooting voor 1912 is nu niet aan de orde, maar ik breng dat nu in het debat naar aanleiding van de gestelde vraag over die allossing op de rekening over 1910. Een feit is het dat die niet gebeurd is en dat het volgens het raadsbesluit had moeten ge schieden. De heer Wieland Dan had dat besluit dus terug- werkende kracht Maar het geld is toch zeker niet zoek gemaakt De Voorzitter vraagt of de commissie, belast geweest met het onderzoek der rekening, er niets van heeft op- gemerkt De heer Moggrd antwoordt dat het bij het nazien der rekening aan de aandaeht der commissie ontgaan is. Het is natuurlijk op de rekening van invloed geweest; het bedrag van de allossingen is minder en het saldo hooger. De Commissie was echter voornemens er bij de behande- ling der begrooting voor 1912 op te wijzen. g. De heer De Bruijne vraagt nog of, wanneer van wege de gemeente water naar Driewegen zal worden ge bracht, dit dan tijdig per omroeper of op andere wijze zal worden kenbaar gemaakt. De Voorzitter zegt daarvoor te zullen zorgen. Daarna sluit de Voorzitter de vergadering. Vergadering van Dinsdag 5 Sept. 1911. Voorzitter de heer J. Huizinga, burgemeester. Aanwezig de heeren Lamaitre, Kruijsse, Van Driel, Oggel, Dregmans, F. Dekker, Dieleman, P. Dekker, Smies, De Feijter en Wolfert. Na opening der vergadering komt aan de orde 1Beeediging raadsleden. De herkozen leden, de heeren Lamaitre, Dregmans, F. Dekker en het gekozen lid de heer J. de Feijter Lz. leggen in handen van den Voorzitter de vereischte eeden af. De Voorzitter wenscht de heeren geluk met hunne be- noeming en hoopt dat zij gelegenlieid zullen hebben met de overige leden samen te werken tot bevordering van de belangen der gemeente en verzoekt de heeren plaats te nemen, waaraan zij voldoen. Ilierna geschiedt voorlezing van de notulen der voor- gaande. De heer Oggel vraagt hoe het komt dat is vergeten in de notulen te vermelden dat de Wethouders bezwaar maakten tegen die motie (van den heer De Feijter). De Voorzitter geeft toe dat zulks is vergeten te ver melden en vraagt of een der heeren bezwaar maakt tegen die aanvulling. Niemand aanmerking makend wordt aldus z. h. s. be sloten. 2. Mededeeling van ingekomen stukken. a. Een schrijven van de gezondheids commissie te Ter Neuzen betrelfende drinkwater-voorziening voor Zeeuwsch- Vlaanderen, waarin wordt gewezen op het groote nut eener drinkwaterleiding, waaromtrent de commissie zich heeft gewend tot de Staatscommissie voor drinkwater- vobrziening. Daar het moeilijk is schriftelijk alle voordeelen van het verkrijgen eener drinkwaterleiding uiteen te zetten besloot de Gezondheidscommissie op voorstel van Dr. Jenny Weijer- man, secretaris dier staatscommissie, eene poging te doen, om de verschillende gemeentebesturen tot het houden eener vergadering bijeen te roepen, op welke vergadering het nut der waterleiding meer in den breede kan worden uiteengezet, belangstellenden gewenschteinlichtingen kunnen verkrijgen, teneinde zich een meer juist oordeel omtrent de zaak te vortnen en wat wel zeer belangrijk mag genoemd worden, kunnen hooren op welke wijze de begeerde waterleiding is tot stand te brengen, zonder dat daarmede voor de betrokken gemeenten fmancieele offers gepaard gaan. De heer Weijerman heeft zich bereid verklaard over te komen, teneinde op die vergaderingen tegenwoordig te zijn, mits niet al te veel van zijn tijd werd gevergd, wijl zijn drukke ambtsbezigheden dit niet toelaten. De Gezondheidscommissie stelt daarom voor eene ver- gidering te beleggen te Ter Neuzen voor de gemeenten Ter Neuzen, Hoek en Zaamslag, te Axel voor Axel, Zuid- Irpei-en Overslag en te Sas van Gent voor Sas van Gent, /cstdorpe en Philippine en zag op die vergaderingen gaarne zoo mogelijk de betrokken gemeenteraden voltallig bijeenkomen. De Gezondheidscommissie doet een beroep op de mede- werking van het gemeentebestuur wijl zoo groote belangen met deze zaak gemoeid zijn en verzoekt de leden van den Raad uit te noodigen die vergadering te willen bij- wonen op Dinsdag 12 September e. k. Blijkens een nader schrijven van de Gezondheidscom missie zal de vergadering alhier worden gehouden te 1 ure, ten gemeentehuize. De Voorzitter noodigt in verband hiermede de raadsleden uit daarbij tegenwoordig te zijn en stelt voor het schrijven voor kennisgeving aan te nemen. Aldus besloten. b. Een adres van Corn. Wissel en 11 andere bewoners van het gehucht Steenovens welke, ter voorziening van hunne dringende behoefte aan drinkwater vrageu het aldaar van gemeentewege plaatsen eener pomp of het maken van een welput. De bewoners dier buurt kunnen daar thans geen ander water bekomen dan uit putten waar dagelijks vee in gedreven wordt. Adressanten geven nog te kennen dat er, wanneer de Raad hun verzoek zou willen inwilligen bewoners zijn die daarvoor gratis den noodigen grond zouden willen afstaan. De Voorzitter stelt voor dit schrijven aan te houden tot de vaststelling der gemeentebegrooting, waartoe z. h. s. Wordt besloten. c. Proces-verbaal van de door Burg, en Weth. op 4 Sept. 11. ten kantore van den gemeente-ontvanger gehouden kasopname, waarbij alles in orde werd bevonden. Er was in kas f 6961,22. Aangenomen voor kennisgeving. 3. Benoemen Wethouder. De Voorzitter stelt aan de orde de verkiezing van een wethouder, noodig ingevolge het periodieke aftreden van den heer Lamaitre (als raadslid-wethouder). Op verzoek van den Voorzitter formeeren de heeren Oggel, Kruijsse en an Uriel het stembureau en gaat men over tot stemming. Bij de eerste stemming verkrijgen de heeren Lamaitre en Smies ieder 5 stemmen. terwijl 1 briefje bianco is, zoodat niemand de meerderheid heeft en overgegaan wordt tot een tweede vrije stemming waarvan de uitslag is dat herkozen wordt de heer Lamaitre met 6 stemmen. De heer Smies heeft 5 stemmen op zich vereemgd. De VoorzitterMag ik van den beer Lamaitre ver- nerrien of hij de benoeming aanneemt? De heer Lamaitre Jawel, mijnheer de Voorzitter. De Voorzitter: Ik dank u wel voor uwe welwillendheid. De heer Lamaitre dankt de heeren die hunne stem op hem hebben uitgebracht voor het in hem gestelde ver- trouwen en zal trachten werkzaam te zijn in het belang der gemeente. De Voorzitter dankt voor deze woorden. 4. Omvraag. a De heer Smies: Gaarne zou ik de aandaeht van Burg. en Weth. willen vestigen op het huis van den heer C. van Tatenhove aan de route, dat zal worden afgebroken en waarin zich eene goede wel bevindt, die thans vlak aan den weg zal vallen. Zou het niet in het belang der ge meente zijn dat zij het eigendom van die wel verkreeg De geheele buurt haalt daaruit water en het zou jammer zijn wanneer zij werd gedempt. De Voorzitter zegt dank voor die mededeeling daar dit aan het Dag. Bestuur niet bekend was. Er zal hiervan werk worden gemaakt daar het vooral in dezen tijd uit- komt hoe noodig het water is. b. De heer Oggel zegt dat de heer Boogaart gewezen heeft op het rumoer en gevaar dat ontstaat doordat de jongens op het bordes van den brandput spelen. Hij zou in overweging willen geven om dat bordes beter af te sluiten en de noodige herstellingeu er aan te doen verrichten, zoodanig dat de kinderen er niet meer op kunnen. De Voorzitter Ik denk dat de Raad myn gevoelen wel zal deelen wie hiervan de oorzaak is. Ik kan u wel mededeelen dat tot tweemaal toe dat hek is dichtgespijkerd en dat de menschen het weder losbraken. Zaterdag nog ontdekte ik dat de planken waren doorge- zaagd, die toegang geven tot het hekje. Daar wij hier niet geheel onbekend zyn behoef ik geen namen te noemen om te zeggen wie dat doet. Het zit hem echter alleen in den paal waaraan het hekje is bevestigd, daar het andere nog goed is. Wil echter de Raad overgaan tot meerdere uitgaven dan kunnen wij den toestand nog eens goed opnemen. De heer OggelJa, dat zou wel goed zijn. Niemand meer het woord verlangende sluit de Voorzitter de vergadering.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1911 | | pagina 3