Advert entien.
H. VERHOEVEN. - Ter Heuzen. - HnlsL
Gemeenteraad van Axel.
Zoo de Heere wil en hij leeft, hoopt onze
geliefde Vader, Behuwd- en Grootvader,
GELEIN TAN DE VOORDE,
op Maandag 11 September, zyn 80sten geboor-
tedag te herdenken. Dat hij nog lang moge
gespaard blijven is de wensch van
Alle zijne dierbare Kinderen*.
Zaamslag (Veer). Behuwd- en Kleinkinderen.
Galanterien. - Huishoudelijke Artikelen.
GlasPorcelein-, Aardewerk en gros.
Winkeliers en kooplieden bezoektonze
magazijnen. U vindt er steeds een ruime
sorteering aan concurreerende prijzen.
bouwen der woriing van den heer Lensen, in die omgeving,
weer gebleken is. dat het zand dat daar in den bodem
aanwezig is, van een heel andere sarnenstelling is dan het
zeezand het is veel fijner en dat zand schijnt het ver-
inogen te bezitten het kanaalwater te zuiveren, en dus
werkt als een fdter. Ilet komt dan ook raeer voor dat
de bodem, door zijne chemische sarnenstelling, zekere
stoffen achterhoudt.
De heer Drost merkt op dat een eii ander door een
nauwkeurig deskundig onderzoek zou behooren te worden
iiitgemaakt.
De heer De Jager waardeert alle pogingen die worden
voorgesteld om te voorzien in de behoefte aan water,
maar vraagt of het niet verstandiger is om nu niet te
hard van stal te loopen en eens af te wachten wat de
alhier over acht dagen in zake het aanleggen eener drink-
waterleiding te houden vergadering zal opleveren. Moge-
lijk heeft die vergadering wel tengevolge dat degemeente
wordt aangesloten bij de voor de geheele streek te maken
waterleiding.
De heer Drost wijst er op dat er alles voor te zeggen
is om eene poging aan te wenden tot het verkrijgen eener
waterleiding op eigen terrein waarvoor de gemeente niet
zulke zware overeenkomsten behoeft aan te gaan, als voor
de groote waterleiding het geval zal zijn.
De heer Waalkes geeft te kennen, dat natuurlijk maat-
regelen zouden moeten worden getrolfen, dat de ijsbaan
niet zon worden verontreinigd.
Do heer Lensen zou wenschen dat direct begonnen
werd met uitvoering te geven aan het plan van den
heer Eijkedat komt hem zeer gewenscht voordat
kan direct voorzien in de behoefte aan drinkwater en
dat is noodig, want wat dat putje betreft dat de gemeente
daar nu bezit langs den weg naar de slachtplaats
spreker heeft er gisteren eens een kijkje genomen, maar
het water uit dien open put komt hem allorminst voldoende
rein voor om geschikt te zijn als drinkwater, en die put is te
groot om die te overdekken. Hij zou dus het plan van
den heer Eijke terstond willen uitvoeren en er geen 14 dagen
mede wachten, want als het eenmaal gaat regenen zal
er van al die andere mooie plannen voor watervoorziening
waarschijnlijk wel niet veel meer komen.
De Voorzitter Hoe wenscht de heer Eijke dan dat plan
uitgevoerd te zien
De heer EijkeEerst een wel maken en dan daarin
een Northonpomp slaan.
De Voorzitter kan dat denkbeeld wel goedkeuren, want
hij vreest dat een Northonpomp alleen niet terstond vol
doende water zal kunnen leveren. Hij zou direct werk
kunnen maken van het vragen der noodige vergunning
aan Gedep. Staten.
De Voorzitter wil nog onder het oog brengen, waar
zooeven gesproken werd over het onder water zetten van
de ijsbaan. dat de begraafplaats in de nabijheid van de
ijsbaan gelegen is. Zou het niet mogelijk zijn dat het
water der ijsbaan daardoor wordt verontreinigd De
begraafplaats ligt niet zooveel hooger en het water uitde
ijsbaan zal dus ook daarin doordringen.
De heer Waalkes merkt op dat de begraafplaats heele-
maal aan den achterkant ligt en nog een eind van de
ijsbaan af. In elk geval is aan het water uit de wel van
bet ziekenhuis nog nimmer gebleken dat dit door stoffen
van de begraafplaats verontreinigd was.
De heer Moggre merkt op dat de toestand toch niet
zou veranderen, want nu staat de ijsbaan toch ook elken
winter onder water. Het eenige verschil zou zijn dat het
nu voortdurend werd.
De Voorzitter stemt toe, dat ook zou kunnen onderzocht
worden of het door hem geopperde bezwaar bestaat.
De heer Scheele vraagt of de ijsbaan wel zal kunnen
blijven bestaan, als tot het slechten der vesting wordt
overgegaan.
De heer Waalkes vermeent dat in dat geval de gemeente,
vooral wanneer dat terrein werd aangewend voor water
voorziening, toch wel de voorkeur van koop zou krijgen.
De Voorzitter is bereid beide genoemde punten te
onderzoeken en dan deswege verslag nit te brengen.
De heer Dees zou toch willen weten wat de" Raad
eigenlijk wenscht opdat later aan Burg, en Weth. geen
verwijt zou kunnen worden gemaakt, dat ze niet goed
hebben gehandeld. Plaatst men een wel en een pomp,
.zooals de heer Eijke voorstelt, dan is de brandweer nog
niet geholpen en dat zou hij toch ook gaarne zien.
De heer Lensen meent dat, wanneer uitvoering van het
plan van den heer Eijke wordt aangenomen, dit tegelijk
kan dienen voor het begin van een proef of daar veel en
goed water te krijgen is.
De heer Drost zou ook wenschen dat Burg, en Weth.
onmiddellijk pogingen aanwendden om het door den heer
Eijke bedoelde terrein voor de gemeente te krijgen en
zoodra ze dat hadden, overgingen tot het plaatsen van een
welput, maar dat verder ernstige proeven zouden worden
genomen om na te gaan of daar in de omgeving, wanneer
kanaalwater op de ijsbaan gezet wordt, drinkwater in
groote hoeveelheid is te verkrijgen.
De heer Wieland wil wel waarschuwen dat de nabijheid
van de begraafplaats zeker een bezwaar zal zijn om daar
een betrouwbare plaats voor het trekken van drinkwater
te maken. Hij herinnert zich nog goed dat, nndat in
het jaar 1849 de begraafplaats op het Zwaantje werd ge-
sloten, en die grond voor tuingrond bewerkt, het later
wel meer dan BO jaar duurde eer men een kool of een
krop sla daarop geteeld, kon verkoopen. Het idee dat het
water in de ijsbaan langs het kerkhof spoelt en dan later
als drinkwater zou worden gebezigd, vindt hij wel wat
bezwarend. Hij voor zich zou er althans niet van gediend
zijn.
De heer Drost vindt dat nog niet zoo erg als het idee
bij vele woningen de regenbak en de beerput zeer
dicht bij elkaar liggen.
De heer Wieland wijst er op dat dit, wanneer ze althans
niet defect zijn, goed afgesloten bakken zijn. Maar aan
het kerkhof is het heel wat anders. Daar loopt een sloot
langs, daar moet men dan eens in kijken en denken dat
die sloot uitmondt in de ijsbaan en het daarin staande
water dus verontreinigt.
De heer Drost voert hiertegen aan dat dan eene wyzigmg
in het terrein zou moeten worden gemaakt, zoodanig dat
die sloot niet in de ijsbaan uitmondt.
De heer De Feijter merkt op dat dit thans ook niet
het geval is. De sloot heeft afwatering langs ondergrondsche
buizen, buitenom de ijsbaan.
De heer Dees vraagt of de Raad er geen genoegen mede
zou kunnen nemen dat begonnen werd met het graven
van een put; dan zou kunnen beproefd worden die goed
af te sluiten en er zou toch een pomp op geplaatst kunnen
worden op die wijze zou dan tevens voorzien worden in
de behoefte van de brandweer. Spreker heeft gezien dat
van wege den Rijkswaterstaat ook al getracht wordt water
te verkrijgen bij de woningen aan de nieuwe sluis, door
het graven van putten langs den weg.
De heer De Jager raadt omzichtigheid aanhij vindt het
goed dat getracht wordt de menschen te helpen, maar
wijst er op dat, als men de een helpt, men het ook de
ander moet doen. Zoo herinnert hij er aan, dat de Raad
indertijd ook nag leens besloten heeft tot het maken eener
leiding voor aanvoer van water uit het kanaal ten
behoeve van de bewoners der Tholensstraat, Donze-Visser-
straat en aangrenzende, ook om daarvan gebruik te maken
bij eventueelen brand. Tot de uitvoering van dat besluit
is het echter nog niet gekomen, nu heeft hij vernomen
dat de bewoners dier straten voornemens zijn den gemeente-
raad binnenkort weer eens aan dat besluit te herinneren.
De Voorzitter erkent dat de Raad in beginsel besloten
heeft tot het leggen eener buizenleidinghet was echter
de bedoeling dan aan te sluiten aan de buizen der eiec-
trische centrale, die dan echter eerst vergunning moest
verkrijgen voor het leggen van grootere buizen dan ze nu
heeft. Die vergunning is nog niet bekomen, zoodat nog
niet tot uitvoering van het plan kan worden overgegaan.
"Komt die vergunning, dan zullen terstond verdere maat-
regelen voor de uitvoering worden genomen.
dat
De heer Waalkes wijst naar aanleiding van het door
den heer Wieland geopperde bezwaar nog op Arnhem,
alle vuil uit de riolen der stad in de rivier wordt
geloosd, doch een uurtje beneden de stad bemerkt men
daarvan aan het water niet meer het minst, en al het
vuil van zoo'n groote stad beteekent toch ook nogal iets.
De heer Wieland blijft het toch een afkeerwekkend
denkbeeld vinden om te trachten het drinkwater daar uit
den grond te halen bij de begraafplaats.
De heer De Feijter merkt op dat men in de ijsbaan, by
de Leeuwtjes, aan den Provincialen weg een put zou kunnen
graven en het water van het andere eind met buizen
daarheen leiden, dan kwam het heelemaal niet met de
begraafplaats in aanraking.
De heer Waalkes: De ijsbaan zou ook voor een deel
kunnen worden afgedamd, dan hield men een grooter
bassin en daarin zou het kanaalwater met buizen worden
gevoerd. Maar dat is iets wat later kan worden over-
wogen.
De heer Eijke geeft te kennen dat, wanneer, zooals de
heer Dees wenscht, terstond zou worden overgegaan tot
het graven van een put waarvan ook de brandweer nut
kan trekken, het door hem besproken terrein daarvoor
te klein isdat kan men niet doen in den berm van den
wegdan zou men wel een stuk grond noodig hebben
van de wed. A. Dekker.
De heer Wieland acht het ook goed dat wat gedaan
zal worden, want wat het putje betrett van de gemeente
waar de menschen nu water uit halen, dat ziet er alles-
behalve zuiver uit. Als het is om te wasschen of iets
dergolijks, en dan is het wat anders, maar voor drinkwater
men moet het hem niet kwalijk nemen, maar dat is
maarEvenwel, de volgende week is het ver
gadering en dan besluit de Raad misschien wel om aan
te sluiten bij den watertoren.
De heer Waalkes: Maar misschien kunnen wij ons
goedkooper helpen dan door aansluiting aan die groote
leiding.
De heer Moggre zou toch ook liever zien dat terstond
een put werd gemaakt die ook tevens dienen kan voor
gebruik door de brandweer.
De heer Eijke herhaalt dat,men dan zou moeten trachten
particulier terrein te krijgen en hij kan niet zoo in eens
zeggen waar men dat zou kunnen bekornen.
I)e heer Lensen blijft van meening dat aanneming van
het voorstel van den heer Eijke het meest aanbevelens-
waardig is om in den dadelijken nood te voorzien.
Verschillende leden verklaren het daarmee wel eens te
zijn. waarop met algemeene stemmen dat voorstel wordt
aangenomen.
De heer Lensen wijst er nog op dat dan, hij heeft
daarop misschien bij de gehouden besprekingen niet vol
doende gewezen, het putje langs den weg naar de slacht
plaats, wel vervallen kan, want dat is een vuile put.
De Voorzitter stemt dat toe.
De heer Waalkes meent dat dan verder ook een proef
zou kunnen worden genomen zooals door den heer Drost
voorgesteldnaar hij vermeent komt het water met
15 November op de ijsbaan en dan kan het onderzoek
worden ingesteld.
De Voorzitter acht dat dan daarop kan worden terug-
gekomen; inmiddels heeft dan ook de vergadering voor
de waterleiding plaats gehad.
e. De heer De Bruijne vraagt of ook niet op eene
dergelijke manier zou kunnen worden voorzien in de be
hoefte voor Driewegen.
Op de vraag of hij een terrein weet antwoordt spreker
ontkennend, men zal daar op particulier terrein terecht
moeten kunnen.
Naar aanleiding van eene vraag of het ook daar niet
den berm van den Provincialen weg zou kunnen ge-
schieden deelt de heer Eijke mede dat de bermen van den
weg daar ook particulier eigendom zijnde provincie
bezit maar een paar kleine perceeltjes.
De heer Drost vraagt of er naar de meening van den
heer De Bruijne geen particulier zou zijn die voor zoo
een zaak van algemeen belang terrein zou willen afstaan.
De heer De Bruijne denkt dat dit wel het geval zal zijn.
De Voorzitter zou maar eens willen beginnen met de
wel aan de Kerkhotlaan en dan kan ondertusschen ook te
Driewegen eens worden uitgezien om na te gaan wat daar
kan gedaan worden.
De heer Wieland vraagt hoe of het is met dat putje op
het land in gebruik bij den heer De Bruijne.
De heer De Bruijne antwoordt dat dit gedeeltelijk ge-
dempt is het is jammer dat de eigenaren, de familie Van
Son, geen toestemming wilden verleenen om dat voor
brandput in te richten, want dat was een uitnemende
waterput.
De Voorzitter zegt nogmaals toe, dat een onderzoek zal
worden ingesteld om na te gaan hoe ook Driewegen kan
worden geholpen.
f. De heer Wieland vraagt, naar aanleiding van de
door den heer Drost bij den aanvang der zitting gemaakte
opmerking aangaande het niet aflossen dier f 950, of het
zijne bedoeling was dat nog op de rekening van 1910 te
brengen. Spreker zou er maar overheen willen stappen,
want anders krimpt het groot overschot weer aanmer-
kelijk in.
De heer Drost antwoordt, dat hij alleen in het licht
wilde stellen dat den 22 Maart 1910 door den Raad met
algemeene stemmen een besluit is genomen, dat niet is
uitgevoerd.
De heer Wieland noemt het dan wat anders, maar ineent
ook overigens dat de Raad wel wat hard van stal is ge-
loopen om tot zoo'n hoogen alios te besluiten. We moeten,
zegt hij, toch ook wat voor onze nazaten overlaten.
De heer De Jager merkt op dat de Raad tot het doen
van die hoogere allossing besloot om te zorgen dat de
beerruiming Over eenige jaren zich zelf zou kunnen be-
druipen.
De heer Drost noemt dat onjuist en herinnert er aan
dat de Raad tot het doen van die extra-allossing van
f 950 besloot omdat, volgens berekening, men binnen 10
jaar weer zou staan voor het aanschaflien van nieuw
materieel, daar het oude dan versleten zal zijn en de Raad
gezegd heeft dan moeten we zorgen dat het oude betaald
is als we het nieuwe moeten aansehalTen.
Het den 22 Maart 1910 met algemeene stemmen genomen
besluit sprak wel degelijk op de rekening over 1910,
daarop had die extra allossing bij suppletoire begrooting
moeten gebracht worden en dat is niet geschied eu hij
eene oppervlakkige beschouwing van de begrooting voor
1912 is aan spreker gebleken dat die extra-allossing daar
weer niet op is gebrachtdat is in strijd met het door
den Raad genomen besluit.
De heer WielandAh 1 nu gaat me een licht op.
De heer DrostDe begrooting voor 1912 is nu niet
aan de orde, maar ik breng dat nu in het debat naar
aanleiding van de gestelde vraag over die allossing op de
rekening over 1910. Een feit is het dat die niet gebeurd
is en dat het volgens het raadsbesluit had moeten ge
schieden.
De heer Wieland Dan had dat besluit dus terug-
werkende kracht Maar het geld is toch zeker niet zoek
gemaakt
De Voorzitter vraagt of de commissie, belast geweest
met het onderzoek der rekening, er niets van heeft op-
gemerkt
De heer Moggrd antwoordt dat het bij het nazien der
rekening aan de aandaeht der commissie ontgaan is. Het
is natuurlijk op de rekening van invloed geweest; het
bedrag van de allossingen is minder en het saldo hooger.
De Commissie was echter voornemens er bij de behande-
ling der begrooting voor 1912 op te wijzen.
g. De heer De Bruijne vraagt nog of, wanneer van
wege de gemeente water naar Driewegen zal worden ge
bracht, dit dan tijdig per omroeper of op andere wijze
zal worden kenbaar gemaakt.
De Voorzitter zegt daarvoor te zullen zorgen.
Daarna sluit de Voorzitter de vergadering.
Vergadering van Dinsdag 5 Sept. 1911.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burgemeester.
Aanwezig de heeren Lamaitre, Kruijsse, Van Driel,
Oggel, Dregmans, F. Dekker, Dieleman, P. Dekker, Smies,
De Feijter en Wolfert.
Na opening der vergadering komt aan de orde
1Beeediging raadsleden.
De herkozen leden, de heeren Lamaitre, Dregmans, F.
Dekker en het gekozen lid de heer J. de Feijter Lz.
leggen in handen van den Voorzitter de vereischte eeden af.
De Voorzitter wenscht de heeren geluk met hunne be-
noeming en hoopt dat zij gelegenlieid zullen hebben
met de overige leden samen te werken tot bevordering
van de belangen der gemeente en verzoekt de heeren
plaats te nemen, waaraan zij voldoen.
Ilierna geschiedt voorlezing van de notulen der voor-
gaande.
De heer Oggel vraagt hoe het komt dat is vergeten in
de notulen te vermelden dat de Wethouders bezwaar
maakten tegen die motie (van den heer De Feijter).
De Voorzitter geeft toe dat zulks is vergeten te ver
melden en vraagt of een der heeren bezwaar maakt tegen
die aanvulling.
Niemand aanmerking makend wordt aldus z. h. s. be
sloten.
2. Mededeeling van ingekomen stukken.
a. Een schrijven van de gezondheids commissie te Ter
Neuzen betrelfende drinkwater-voorziening voor Zeeuwsch-
Vlaanderen, waarin wordt gewezen op het groote nut
eener drinkwaterleiding, waaromtrent de commissie zich
heeft gewend tot de Staatscommissie voor drinkwater-
vobrziening.
Daar het moeilijk is schriftelijk alle voordeelen van het
verkrijgen eener drinkwaterleiding uiteen te zetten besloot
de Gezondheidscommissie op voorstel van Dr. Jenny Weijer-
man, secretaris dier staatscommissie, eene poging te doen,
om de verschillende gemeentebesturen tot het houden eener
vergadering bijeen te roepen, op welke vergadering het nut
der waterleiding meer in den breede kan worden uiteengezet,
belangstellenden gewenschteinlichtingen kunnen verkrijgen,
teneinde zich een meer juist oordeel omtrent de zaak te vortnen
en wat wel zeer belangrijk mag genoemd worden, kunnen
hooren op welke wijze de begeerde waterleiding is tot
stand te brengen, zonder dat daarmede voor de betrokken
gemeenten fmancieele offers gepaard gaan.
De heer Weijerman heeft zich bereid verklaard over te
komen, teneinde op die vergaderingen tegenwoordig te zijn,
mits niet al te veel van zijn tijd werd gevergd, wijl zijn
drukke ambtsbezigheden dit niet toelaten.
De Gezondheidscommissie stelt daarom voor eene ver-
gidering te beleggen te Ter Neuzen voor de gemeenten
Ter Neuzen, Hoek en Zaamslag, te Axel voor Axel, Zuid-
Irpei-en Overslag en te Sas van Gent voor Sas van Gent,
/cstdorpe en Philippine en zag op die vergaderingen
gaarne zoo mogelijk de betrokken gemeenteraden voltallig
bijeenkomen.
De Gezondheidscommissie doet een beroep op de mede-
werking van het gemeentebestuur wijl zoo groote belangen
met deze zaak gemoeid zijn en verzoekt de leden van
den Raad uit te noodigen die vergadering te willen bij-
wonen op Dinsdag 12 September e. k.
Blijkens een nader schrijven van de Gezondheidscom
missie zal de vergadering alhier worden gehouden te 1 ure,
ten gemeentehuize.
De Voorzitter noodigt in verband hiermede de raadsleden
uit daarbij tegenwoordig te zijn en stelt voor het schrijven
voor kennisgeving aan te nemen.
Aldus besloten.
b. Een adres van Corn. Wissel en 11 andere bewoners
van het gehucht Steenovens welke, ter voorziening van
hunne dringende behoefte aan drinkwater vrageu het
aldaar van gemeentewege plaatsen eener pomp of het
maken van een welput. De bewoners dier buurt kunnen
daar thans geen ander water bekomen dan uit putten
waar dagelijks vee in gedreven wordt. Adressanten
geven nog te kennen dat er, wanneer de Raad hun verzoek
zou willen inwilligen bewoners zijn die daarvoor gratis
den noodigen grond zouden willen afstaan.
De Voorzitter stelt voor dit schrijven aan te houden
tot de vaststelling der gemeentebegrooting, waartoe z. h. s.
Wordt besloten.
c. Proces-verbaal van de door Burg, en Weth. op 4
Sept. 11. ten kantore van den gemeente-ontvanger gehouden
kasopname, waarbij alles in orde werd bevonden. Er
was in kas f 6961,22.
Aangenomen voor kennisgeving.
3. Benoemen Wethouder.
De Voorzitter stelt aan de orde de verkiezing van een
wethouder, noodig ingevolge het periodieke aftreden van
den heer Lamaitre (als raadslid-wethouder).
Op verzoek van den Voorzitter formeeren de heeren
Oggel, Kruijsse en an Uriel het stembureau en gaat
men over tot stemming.
Bij de eerste stemming verkrijgen de heeren Lamaitre
en Smies ieder 5 stemmen. terwijl 1 briefje bianco is,
zoodat niemand de meerderheid heeft en overgegaan wordt
tot een tweede vrije stemming waarvan de uitslag is dat
herkozen wordt de heer Lamaitre met 6 stemmen.
De heer Smies heeft 5 stemmen op zich vereemgd.
De VoorzitterMag ik van den beer Lamaitre ver-
nerrien of hij de benoeming aanneemt?
De heer Lamaitre Jawel, mijnheer de Voorzitter.
De Voorzitter: Ik dank u wel voor uwe welwillendheid.
De heer Lamaitre dankt de heeren die hunne stem op
hem hebben uitgebracht voor het in hem gestelde ver-
trouwen en zal trachten werkzaam te zijn in het belang
der gemeente.
De Voorzitter dankt voor deze woorden.
4. Omvraag.
a De heer Smies: Gaarne zou ik de aandaeht van
Burg. en Weth. willen vestigen op het huis van den heer
C. van Tatenhove aan de route, dat zal worden afgebroken
en waarin zich eene goede wel bevindt, die thans vlak aan
den weg zal vallen. Zou het niet in het belang der ge
meente zijn dat zij het eigendom van die wel verkreeg
De geheele buurt haalt daaruit water en het zou jammer
zijn wanneer zij werd gedempt.
De Voorzitter zegt dank voor die mededeeling daar dit
aan het Dag. Bestuur niet bekend was. Er zal hiervan
werk worden gemaakt daar het vooral in dezen tijd uit-
komt hoe noodig het water is.
b. De heer Oggel zegt dat de heer Boogaart gewezen
heeft op het rumoer en gevaar dat ontstaat doordat de
jongens op het bordes van den brandput spelen.
Hij zou in overweging willen geven om dat bordes beter
af te sluiten en de noodige herstellingeu er aan te doen
verrichten, zoodanig dat de kinderen er niet meer op
kunnen.
De Voorzitter Ik denk dat de Raad myn gevoelen wel
zal deelen wie hiervan de oorzaak is.
Ik kan u wel mededeelen dat tot tweemaal toe dat hek
is dichtgespijkerd en dat de menschen het weder losbraken.
Zaterdag nog ontdekte ik dat de planken waren doorge-
zaagd, die toegang geven tot het hekje.
Daar wij hier niet geheel onbekend zyn behoef ik geen
namen te noemen om te zeggen wie dat doet. Het zit hem
echter alleen in den paal waaraan het hekje is bevestigd,
daar het andere nog goed is.
Wil echter de Raad overgaan tot meerdere uitgaven dan
kunnen wij den toestand nog eens goed opnemen.
De heer OggelJa, dat zou wel goed zijn.
Niemand meer het woord verlangende sluit de Voorzitter
de vergadering.