A I g e m e e n ieuws- en Advertentieblad U voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Bekendmaking. No. 5654. Donderdag 31 Augustus 1911 51e Jaargang. FEU1LLET0N. IN DEN DOOD VEREENIGD. Telefoon No. 25. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave TER NEUZEN, 30 Augustus 1911. Koninginnedag. 4) ter no SSCHE saits <4 ABONNEMENT: Per Irie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32V, ef yoor het overige Buitenland 1,65. Men abonneert zicb bp alle Boekhande- laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders. A D V RTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prps slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. ult blad veMChlJnt Mattndnw-> Woeosdag- en Vrijdagavoml, ■Itgeiooflerd opFeeitdageD *»1J de Firm* J. ltK 1 Burgemeester en Wethoudera van TER NEUZEN brengen ter kennis van belanghebbenden dat de levering der geneesmiddelen enz„ ten behoeve der armen, van af J September 1911, tijdelijk is opgedragen aan den potheker A. J. KLAASSEN alhier. Ter Neuzen, 30 Augustas 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, D. J. DEES, L° Burgemeester. A. P. DE VOS, L° Secretaris. Met ingang van 1 October 1911 is de ingenieur van den Rijkswaterstaat der 3de kl. J. P. Walland, tbans dienstdoende op het bureel van den inspecteur-generaal in de 2de inspectie, ter standplaats 's Gravenhage, gesteld onder de bevelen van den hoofdingenieur-directeur in de 1 lde directie, ten einde dienst te doen als arron- dissements-ingenieur in het arrondissement Ter Neuzen van die directie, ter standplaats Ter Neuzen. Bij Kon. besluit zijn benoemd tot gezworene van den Van Dunnepolder, Th. M. J. de Clerck, te IJzendijke tot gezworene van den Paulinapolder, J. P. van Hoeve, te Biervliet tot gezworene van den Clarapolder, P. F. Geeraert te IJzendijke. 31 Aug. Oranje. Vlaggengewapper. Militair vertoon. Volksfeest. Deze dag is een ware nationale feestaag geworden. Op dezen dag toont bet Nederlandscbe volk, hoe het mede- leeft met zijn geliefde Vorstin. Ook ik, in Oranjestemming, sloeg op den vooravond van den verjaardag aan het rijnien en bied den lezers de proeve 'k Wensch, Norland's dierb're Koningin, Als Vrouween leven in reine min Als Moederde zoetste oudervreugd "Van Juliana, haar dierbaar wicht en grootgeneugt! Als Koningin: om zoo voort te gaen Op de reeds ingeslagen baeu, Opdat zij, Nederland ter eere, Ons lang, gelukkig mag regeeren. Haar klink' de schoonste heilwensch tegen »God schenke U, Zijn ruimsten zegen Tot heil van 't dierbaar Vaderland." Ad. In dien tijd gaf ik niets om meisjes en ik kon mij eigenlijk niet begrijpen, wat zij op de wereld deden. Voor zoover ik ze had leeren kennen, waren het hulpbehoevende schepseltjes, die van vechten en klimmen en vogelnestjes zoeken niet het minste idee hadden en nog geen steen konden serpen, zonder op de bespotte- lijkste manier met haar armen door de lucht te zwaaien. Spelbrekbris waren het, die we maar liefst zoo ver mogelijk van ons af' zagen. Toen Dicht Eduarda op West-Inch kwam logeeren, was ik daar volstrekt niet blijde mee. Zij was elf jaar oud, lang en mager, met groote donkere oogen en rare manieren. Soms kon zij uren lang met den mond half open, voor zich uit zitten te staren, net of zij lets heel bijzonders zag. Ging ik dan acbter haar staan om naar hetzelfde punt te zien, dan bemerkte ik niets dan de drinkbakken voor het vee of het linnen, dat op de lijnen hing te drogen. Liepen wij over de heide of langs het strand, dan riep zij telkens //Hoe heerlijk, hoe mooinet of het een schilderstuk was. Van spelletjes hield zij in het geheel niet. Een enkele keer haalde ik haar over om krijgertje of verstoppertje te spelen. Maar er was geen aardigheid aan want in drie sprongen had ik haar beet, en mij kon zij nooit //krijgen", ofschoon ze met meer drukte en beweging kwam aanloopen dan Bij Kon. besluit van 3 Aug. 1.1. is in- gevolge de Burgerlpke pensioenwet aan den heer J. Jansen, commissaris der loodsen, tevens ont- vanger der loodsgelden, alhier, een pensioen verleend van 875. Een paard met rijtuig, eenige heeren en bijna de geheele gemeentelijke politiemacht hielden gister in den laten avond en een groot deel van den nacht een groote massa volk op de been. 't Was gisteren alhier vergadering geweest van de vereeniging van burgemeesters, secre- tarissen en ontvangers in Oostelijk-Zeeuwsch Vlaanderen, welke gevolgd was door een ge- meenschappelijken maaltijd. Het gros der deelnemers was reeds vertrokken en ten laatste zouden ook burgemeester, secretaris en ontvauger van eeu aaugrenzende gemeente in het rijtuig van eerstgenoemden huiswaarts keeren. De handelingen van den tweede, die reeds geruimen tpa in het rijtuig zat, hadden op de Markt reeds een heele oploop veroorzaakt en toen eindelijk het gezelschap compleet was maakte de inspecteur van politie bezwaar hen te laten vertrekken, daar bij den burgemeester niet in staat verklaarde het rijtuig te besturen en eeu vertrek dus gevaar opleverde voor de veiligheid van het verkeer en ook van de inzittenden. Dit had een ver van lieflijke woordenwisse- ling van de zijde van den voornoemden secretaris tengevolge. Eindelijk gaf de inspecteur vergunning tot vertrek, mits door de straten alhier stapvoets zou worden geredenter verzekering daar- van liepen agenten terzijde van het paard. In de Noordstraat schijnt echter de secretaris het paard met de zweep te hebben doen kennis maken, waardoor dit doorschoot en als 't ware hollend doordraafde echter zoodanig, dat tot bewondering van deskundigen de bestuurder het langs den z.g. Schotsehen hoek langs den Arsenaalweg in de goede richting in de Nieuwstraat wist te leiden. Daar werd het rijtuig door de gemeentepolitie weer staande gehouden en de secretaris die in onbekookte termen zich over die aanhouding uitliet, op order van den inspecteur onder heftig verzet uit het rijtuig gesleurd, naar het politiebureau gevoerd en daar in het cachot opgesloten. De burgemeester werd uitgenoodigd uit te stappen en nadat deze daaraan voldaan had tien jongens te zamen. Zei ik tegen haar, dat ze nergens voor deugde en dat haar vader dwaas was, zooveel geld voor haar uit te geven, dan begon ze te schreien, noemde mij een leelijken jongen en zei, dat ze nog dienzelfden avond naar huis ging. Maar nog geen vijf minuten later was zij het alweer vergeten. Het zonder- lingst vond ik nog van haar, dat ze mij altijd naliep en nog al van mij scheen te houden. Maar het duurde niet lang of ik bespeurde, dat er ook nog wel wat goeds aan haar was. Zij gaf mij nu en dan een dubbeltje, zoodat ik er eens vier tegelijk op zak had, en zij kon heel mooi sproakjes vertellen. Daar hield ik veel van, en ik leerde spoedig het middel kennen om haar aan den gang te krijgen. Ze was. namelijk erg bang voor kikvorschen dreigde ik haar, er een iif» haar hals te zullen stoppen als zij geen geschiedenisje vertelde, dan begon ze spoedig en eenmaal aan het v'ertellen, kon ze bijna niet uitscheiden. Het was werkelijk alierbelangrijkst te ver- nemen, wat haar al zoo was overkomen. Er was, zoo vertelde zij mij, eenmaal een Siciliaansche roover bij haar geweest, die haar beloofd had, dat hp over vijf jaar met een schip vol goud zou terugkomen en haar tot zijn vrouw nemen. En ook een dolende ridder, die haar een ring had gegeven, welken hij later zou terugeischen. Zij liet mij den ring zien, die veel gelijkenis had met onze koperen ringen aan de bedgordijnen maar zij beweerde, dat de hare van zuiver goud was. Ik vroeg haar, wat de ridder wel zou doen als hij den roover ontmoette, en zij ant- woordde, dat de ridder den roover het hoofd af werd hij ook door een agent naar het politie bureau geleid. Enkele particulieren werden gerequireerd om het paard en rijtuig naar de afspanning op de Markt te brengen en het paard daar op stal te zetten. In die verrichtingen schijnt het rijtuig averij te hebben beloopen. Na eenigen tijd gaf een belangstellende order om het paard in te spannen en reed daarmede, ondanks het verbod van den inspecteur van politie, naar het politiebureau om den meer- genoemden gemeente-ontvanger aan zijne reis- genooten te helpen. Nadat voornoemde be langstellende zich had verantwoordelijk gesteld voor een vertrouwbaar koetsier werd nu de burgemeester vrijgelaten. In zijn rijtuig stap- pende nam hij zonder eenig protest de leidsels over en constateerde terstond de beschadiging van zijn rijtuig. Hp wilde echter niet vertrekken zonder zijn secretaris, doch de inspecteur was ondanks alle vertoogen niet te bewegen dezen vrij te laten voor den volgenden morgen. Na lang dralen en nadat het middernachtelijk uur reeds lang verstreken was, aanvaardde de burgemeester met den ontvanger den tochrt naar huis en toen was ook de rust in de straten geheel weergekeerd. Een paar uur later werd ook de gearresteerde secretaris in de gelegenheid gesteld de thuisreis te aanvaarden. Voor de betrokkenen voorwaar een onaan- ,;euaam slot van een feestvergadering. De raad voor de scheepvaart te Amsterdam heeft gisteren een onderzoek ingesteld inzake het gedeeltelijk verliezen van den deklast door het stoomschip Harald, kapitein L. Veldman, reederij A. C. Lensen, beiden te Ter Neuzen. Blijkens de door den kapitein voor den raad afgelegde verklaring, had hij te St. Petersburg hout met deklast geladen voor New-Castle. Het laden was geschied door Russisch werkvolk. Aan dek waren gegoten ijzeren potten, waarin de stutten konden worden geplaatst. De deklast was achter 12Y3 en voor 12 voet hoog. Het schip had een certificaat voor de houtvaart. Den 10 Juli werd St. Petersburg verlaten alles was behoorlijk gestuwd. Spoedig nadat men in de Noordzee was gekomen, stak een krachtige wind op, die toenam tot een hooge, moeilijke zee, waardoor het schip veel water overboord kreeg. zou slaan. Ik begreep niet, wat die menschen toch voor bijzonders aan haar zagen. Op haar reis naar West-Inch was zij weer door een ver- momden prins gevolgd, vervolgde zij. //floe wist gij, dat het een prins was vroeg ik. Ja, dat had zij aan zijn vermomming gezien. Op een anderen dag deelde zij mij mede, dat haar vader een raadsel had bedacht, en dat hij van plan was dat in de courant te zetten. Wie het raden kon, zou de helft van zijn vermogen hebben en zijn dochter bovendien. Ik zei, dat ik nog al vlug in het oplossen van raadsels was en dat zij het mij dus moest zenden als het in qe courant kwam. Nu wilde zij weten, wat ik rjiet haar doen zou als ik won. Ik antwoordde, cjafcrik h&ar bij crpbnbare veiling zou verkoopen 6n de opbrengst in mijn zak steken. Vreemd dien avond verkoos ze niets meer te vertellen, zelfs mijn dreigement met den kikvorsch was tevergeefs. Tijdens nicht Eduarda bij ons logeerde, was Jacob Horsecroft op school. Hij kwam juist thuis, toen zij vertrokken was. Ik herinner me nog hoe verwonderd ik was over de belang- stelling, die hij ten opzichte van haar aan den dag legde. Ilij vroeg mij onder anderen, of zij mooi was, en toen ik antwoordde dat ik daar niet zoo op gelet had, noemde hij mij een ezel en zei, dat ik later wel beter uit mijn oogen zou leeren kijken, als ik wat ouder was. Maar spoedig hadden wij weer andere dingen in het hoofd en weldra had ik nicht Eduarda geheel vergeten. Op een goeden dag kwam zij evenwel terug en maakte zich zonder slag of stoot van mijn leven meester. Den 16 Juli kwam in den namiddag een zware zee opzetten, waardoor het schip slagzij maakte aan stuurboord, een deel van de achter- lading sloeg weg. Een van de masten knapte af en bleef schuin hangeneen gedeelte van de reeling en van de kajuit ging mede overboord. De machine werd onmiddellijk stopgezet om op te klaren. Met den overhangenden mast is de Tyne ingevaren. Verschillende leden van den Raad betwijlelden of de lading en stuwage wel in orde geweest zpn nu gebleken is, dat ze niet tegen wat ruw weer hebben gekund. Uit de officieele cijfers blijkt, dat de windkracht 7 en niet, gelpk de kapitein opgeeft, 8 of 9 is geweest. De Raad zal later uitspraak doen. Te Philippine is Maandag een hoogaars, liggende in de haven, geheel verbrand. Dit is nu het tweede geval van dien aard binnen korten tijd. Het vaartuig was tegen brandscbade ver- zekerd en behoorde toe aan E. Bral. In den nacht van Zondag op Maandag 11. is te St. Jansteen (Heikant) afgebrand het arbeidershuisje, bewoond door Antoon de Cain we. Met groote moeite wisten de bewoners zich nog te redden. Oorzaak onbekend. Verzeke- riDg dekt de schade. Door Z. D. H. den Bisschop van Breda is bevolen, dat in alle kerken en kapellen van zijn bisdom openbare gebeden zullen gehouden worden ter verkrijging van den regen. Maandagmorgen werd in eene vergadering van den raad van Nieuwvliet het verzoek van den heer Huyghebaert inzake tram Breskens- Sluis met algemeene stemmen ingewilligd. In de Maandagavond te Groede gehouden raadsvergadering werd voor het gewijzigde tramplan van den heer Huyghebaert eene sub- sidie toegestaan van 500 's jaars gedurende 20 jaren met bepaling dat, indien mocht blijken dat dit bedrag niet voldoende mocht zijn om de provinciate subsidie te verkrijgen, het zal worden verhoogd tot zoodanig cijter als noodig zal blijken, mits tot een maximum van 720. Zondagmorgen werd Ds. G. A. van der Hooft, gekomen van Domburg, bevestigd bij de Ned. Herv. Gem. te Overschie door Ds. M. M. den Hertog van 's Gravenhage naar aanleiding van Handelingen 8 35b. Des namiddags deed Het was in 1813. Ik had de school voor goed verlaten en den leeftijd bereikt, waarop men wel eens in den spiegel ziet, of men reeds het begin van een knevel kan bespeuren. De jongensspelen had ik vaarwel gezegd. Daaren- tegen kon ik soms uren in het bosch zitten mijmeren of aan het strand liggende met open mond in de verte staren, juist zooals nicht Eduarda placht te doen. Was ik tot dusver gelukkig en tevreden geweest in het bewustzijn harder te kunnen loopen en verder te kunnen springen dan mijn makkers, thans hechtte ik daaraan geen waarde meer. Liever tunrde ik naar den blauwen hemel daar boven of naar de bewegelijke zee daar bene<jen, met een ver- langen naar iets dat ik zelf niet begreep en veel minder in woorden had kunnen brengen. Ik was veelal afgetrokken, had nu eens buien van drift en dan weer van droefheid, en als mijn goede moeder mij vroeg, wat mij deerde, en mijn vader mij aanspoorde tot geregeld ar- beiden, dan gaf ik soms zulke bittere en harde antwoorden, dat ik er nu spijt van heb. ^JFant zie een man kan meer dan een vrouw, meer daD een kind en meer dan een vriend liefhebben, maar hij heeft slechts een moeder. Laat hp haar dus in eere houden en vriendelijk voor haar zijn, zoolang het hem gegeven is haar te bezitten. Op zekeren dag, toen ik met de schapen van de heide kwam trof ik mijn vader aan met een brief in de hand een zeldzaam ding in ons huis. Naderbp komende, zag ik, dat hij schreide, waarover ik zeer verbaasd was, want ik had altpd gedacht, dat een man niet mocht schreien.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1911 | | pagina 1