Landbouwberichten.
den stempel eener gezelligheid, eener voorname
gezelligheid. eene gezelligheid van goeden
huize, die mij weldadig heeft aangedaan. Zelfs
ons luidruchtig volk, onze Noordergascons.
wist zijne uitbundigheid te bedaren tot eene
warme. maar eerbiedige genegenheid.
Ik ken ket Hollandsche volk niet zoo goed
maar stel me voor, dat Koningin Wilhelmina
zich hier als onder hare onderdanen moet heb-
ben bevonden, zoo goed heeft het populus
bruxellensis zich op de hoogte, op de toonhoogte
van de Koningin der Nederlanden weten testellen.
Gelukkig de volkeren, die vorsten hebben als
deze jonge Koningin, die zonder ander vertoon
dan den glimlach barer schitterende tanden, haar
volk weet op te voeren tot haren beminnelijken
adel en die zulken gemoedstoestand ook bij
anderen te verwekken weet alleen door hare
aanwezigheid.... En daarom, o Kaaskop, wensch
ik u nogmaals geluk
Ik deel u dit kort gesprek mee, o lezer,
omdat ik weet dat het op uauwkeurige wijze
weergeeft wat velen hier voelen. En trouwens,
de karakteristiek van de drie Staatshoofden, die
ons kwamen bezoeken en van dat bezoek zelf
is onmiskenbaar juist. Daarom dan ook wilde
ik het u niet onthouden.
Aangaande het officieele bezoek van H. M.
de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik aan
de stad Utrecht o^Donderdag 3 Aug., vernemen
wij dat het Kon. echtpaar zich per auto
vanaf Soestdijk naar de greus van Utrecht zal
begeven. Hofnjtuigen staan gereed en langs
de Museumlaan, wordt gereden naar het Stad-
huis, dat van binnen en buiten is versierd met
groen enz. Te 11 uur heeft daar de ontvangst
plaats door het Gemeentebestuur. Na afloop
wordt gereden naar de zilverfabriek van de
firma Begeer op de Oude Gracht en van daar
naar het Museum van Kunst en Wetenschappen,
waar Koningin en Prins met 80 genoodigden
zullen aanzitten aan een lunch. Te half 3
volgt een rijtoer naar de Volksbuurten van
Wiik C. Dan bezoekt het kon. Echtpaar nog
nee Y)<5jaflij<lersgesticht, het Paushuis enz. en
vertrekt te 5 uur per auto naar Soestdijk.
Naar de //Tel." meedeelt, zal over eenige
weken het rapport inzake de grondwetsherzie-
ning verscbijnen. Omtrent het kiesrecht zou de
meerderheid der commissie zich hebben verklaard
voor een kiesrecht te geven aan alle 25jarige
mannelijke landgenooten, die in hun eigen
onderhoud voorzien.
Van eenigen stap in de richting van vrou-
wenkiesrecht, wil de meerderheid der commis
sie niets weten, zij acht de uitbreiding van het
mannenkiesrecht reeds zoo vergaande als, bij
den tegenwoordigen ontwikkelingsgraad van het
Nederlandsche volk, mogelijk is.
Vanwege het Haagsch Correspondentiebureau
is een bericht aan de pers gezonden waarin dit
bericht wordt weersproken.
De Tel. houdt echter het bericht staande en
zegt dat de openbaarmaking van het rapport
haar in het gelgk zal stellen.
TER NEUZEN, 31 Juli 1911.
Hedennamiddag werd alhier door Burg, en
Weth. aanbesteed het verrichten van verfwerk
aan de gebouwen en andere gemeente-eigen-
domhSfeh "fn de kom, gedurende 1911.
Hiervoor werd ingeschreven door de heeren
A. van Duijse voor f 407,50, J. R. Platteeuw
voor 381, Alph. Guilliet voor f 374,50 en
0. F. C. de Pauw voor 374.
Gisterenavond werd in den tuin der
,/Buiten-Societeit" alhier een concert gegeven
door de harmonie //St. George", directeur de
heer Verstraeten, van Eecloo.
Het was na de warme dagen in den tuin
een aangenaam zitje, het was zelfs op het
tijdstip van den aanvang van het concert niet
te warm voor een wanaeling daarheen, het
concertgevende gezelschap geniet een goeden
naam en toch wij vreezen dat de vereering
voor de muziekkunst van //Ad." die het
concert der vorige week beschreef opnieuw een
en wellicht nog grooteren du w heeft gekregen.
Het bezoek kon nog niet druk genoemd
worden ondanks het optreden van geeerde
profeten uit den vreemde.
Hieruit zou af te leiden vallen indien er
geen andere oorzaken zijn dat de waardeering
van de muziekkunst aan het tanen is.
Wat daarvan ook zg, de in den tuin aan-
wezigen konden genieten op verschillende
wijze, niet het minst door de manier waarop
z/St. George" het programma uitvoerde, waar-
mede het gezelschap dan ook algemeen succes
ihoogstte.
Naar wij vernemen zal dit gezelschap in het
laatst van dit seizoen alhier nog een concert
geven.
Het ongeluk bij Neer.
Over het ongeluk, dat Vrijdag bij Neer aan
de Maas gebeurd is, vernemen wij nog, dat
het eskadron, onder commando van ritmeester
Neuman, waartoe de twee verdronken miliciens
behoorden, te paard de Maas zou overtrekken.
De voorzorgsmaatregelen waren genomen. De
veerman had een diepte opgegeven van 1.10 M.
tot 1.50 M. en zelf had men ook nog gepeild.
Bovendien zou een roeibootje volgen.
Toen echter een peleton huzaren, onder luit.
baron Van Wassenaer, in het midden van de
Maas was, bemerkte men, dat de paarden weg-
zonken en dus waarschijnlijk op drijfzand
terecht waren gekomen. De luitenant kon al
zwemmende met het paard aan den teugel den
oever bereiken, zoo ook vijf miliciens. Twee
miliciens evenwel, H. uit Hontenisse, (dus niet
uit Clinge, zooals ons werd geseind), en Van
R., uit Berkel, verdronkenook een paard
kwam om. Een wachtmeester, die onder zijn
paard was gegleden, kon nog gered en, be-
wusteloos, in het bootje aan den kant gebracht
worden.
De oefeningen werden dadelijk gestaakt. De
troep was zeer onder den indruk van het ongeval.
Zaamslag. Heden werd alhier door den
notaris Dregmans geveild het heerenhuis, van
wijlen den heer P. J. Wortman.
Hiervan werd, gecombineerd met de tuin.
kooper de heer Jac. Dieleman Pz. voq^ 852Q.
Mede werd geveild het huis vroeger be-
woond door mevr. de wed. E. H. Wortman.
Hiervan werden koopsters de tegenwoordige
bewoonsters, de Gezusters Riemens voor 3090.
Zaamslag. Ds. R. Hamming alhier, heeft
zijn beroep naar de Gereformeerde kerk A te
Groningen aangenomen.
Westdorpe. Heden gingen eenige jongens
van ongeveer twaalf jaar oud baden in de Canis-
vlietkreek alhier.
Zekere A. de Hulsters waagde zich hierbij te
ver en kwam terecht in een put, waardoor hij
voor het oog zijner makkertjes in de diepte
verdween, en niet meer te zien was. De andere
kinderen vluchtten verschrikt weg. Na eenige
oogenblikken kwam gelukkig J. Gilissen daar
langs gefietst. Toen hem eenigszins duidelijk
was gemaakt dat er een onder water was, begaf hij
zich terstond met de kleeren aan in 't water
en haalde weldra den drenkeling op 't droge.
Na een heele tijd werken kwam hij weer bij
en zoo liep dit ongeval nog goed af.
St. Jansteen, 31 Juli. Yrijdagnatniddag zette
de vrouw van J. B. alhier haar kind een oogen-
blik alleen teneinde hare werkzaamheden te
volbrengen. Tijdens hare afwezigheid was een
haan op het kind toegekomen en pikte op tijd
van eenige oogenblikken enkele diepe wonden
op het hoofdje en in de wangen.
Gelukkig dat de oogjes van het kind bleven
gespaard.
Zaterdagnamiddag hield zekere J. deBotzich
bezig met een dissel een stuk hout te bewerken.
OngeJukkiglijk sprong het gereedschap uit
den balk en drong met kracht in zijn voet.
Zoodat het werktuig een centimeter diepte
het been indrong. Spoedig werd geneeskundige
bulp verschaft en den man per voertuig huis-
waarts gebracht. De ongevallenverzekering zal
den toestand wel verzachten.
Clinge, 30 Juli. Heden droeg de WelEerw.
heer Jos. Colsen in onze parochiekerk zijne
eerste H. Mis op. De kerk was voor deze
gelegenheid prachtig versierd en ook buiten de
kerk waren versieringen aangebracht. Het Zang-
koor gaf eene zeer goed geiukte uitvoering van
eene muziekmis van Haller.
Des avonds bracht het muziekkorpsWeldoen
door Vermaak" den jongen priester eene sere
nade, waarbij de heer P. A. Smet als voor-
zitter hem in welgekozen woorden naraens de
vereeniging gelukwenschte.
Het is zeker niet alledaagsch, ja, misschien
wel zeer zeldzaam, dat binnen enkele weken
drie personen uit eene parochie als Clinge, die
nog geen 2000 zielen telt, hunne eerste H. Mis
hebben gedaan. Het zijn de Eerw. Heeren,
A. Smet, J. Weemaes en Jos. Colsen.
Ylissingen. Bij de jongste periodieke ver-
kiezing voor den gemeenteraad alhier werd o. a.
gekozen het eerste sociaal-democratisch lid, de
heer G. F. Lindeijer. Een paar dagen na zgne
verkiezing ontving de heer Lindeijer een schrijven
van den burgemeester. waarin deze bezwaar
maakt tegen het afgeven van eene Verklaring
getuigende dat de gekozene op den dag waarop
de uitslag der verkiezing werd vastgesteld in-
gezetene was, zooals art. 17 der Gemeentewet
dit voorschrijft. En wel op grond dat de heer
Lindeijer eerst op 30 Juli 1910 in de bevolkings-
registers werd ingeschreven terwijl hij op 18
Juli 1911 gekozen werd tot raadslid.
Als de heer L. het bewijs kan leveren, dat
hij althans vanaf 18 Juli 1910 zijn woonplaats
binnen de gemeente heeft gehad, zou de burge
meester bereid zijn alsnog bedoelde verklaring
af te geven.
Volgens de //Baanbreker," het door den heer
Lindeijer geredigeerde weekblad, verklaarde de
burgemeester in een onderhoud, dat hij van
meening is, dat art. 19 der Gemeentewet, waarin
als een der vereischten om lid van den raad
te kunnen zijn, wordt genoemd, dat men ge
durende de laatste twaalf maanden zijn woonplaats
in de gemeente heeft gehad, ook van toepassing
is op art. 17.
De heer Lindeger meent dat dit niet het geval
is en beroept zich hierbij op hetgeen Prof. Mr.
J. Oppenheim in zijn //Gemeenterecht" betreffende
deze zaak zegt. Prof. Oppenheim komt tot de
conclusie dat het ontbreken van genoemde
verklaring geen reden is om iemand uit den
raad te werenals blijkt, dat hij gedurende
het jaar dat met het aanvangen van het lid-
maatschap verstrijkt, woonplaats binnen de
gemeente heeft gehad.
Mocht de burgemeester blijven weigeren de
verklaring af te geven, dan zal de heer Lindeijer
zijn andere stukken toch inzenden, opdat de raad
in deze uitspraak doet.
Uiiegweek te Viissingen.
Zaterdag deed Van Bussel te Viissingen vijf
vluchten voor den prijs van f 75, uitgeloofd
voor den aviateur die de meeste vluchten volgens
een aangegeven route zou doen. Mulder vloog
4 maal, doch drie er van waren niet geldig.
Van Bussel viel dus de uitgeloofde pigs
ten deel.
Zondag, den laatsten dag der vliegweek alhier
is ook goed geslaagd. Te zes uur werden de
drie machines buiten den hangar gebracht en
om kwart over zes steeg Van Bussel op met
zijn monoplan. Na twee minuten daalde hij
echter weer, omdat er nog te veel wind stond.
Later matigde de wind zich echter en om
7.10 ging Van Bussel en 7.11 Mulder met zijn
biplan weer op. Eerstgenoemde daalde na 7 en
Mulder na 3 minuten.
Nog een maal steeg Van Bussel op met als
passagier den heer Jac. Janssen, ditmaal duurde
de vlucht 6 minuten, terwijl Mulder nog een
maal 5 minuten vloog.
Mulder outving een krans van eenige jeugdige
vrieiiden en vriendinnen, terwijl ieder der
aviateurs, Mulder, Van Bussel en Van den Burg
een krans kregen van de Nederlandsche vlieg-
vereenigiug en het comite.
Deze laatste vliegenier had den eersten dag
defect aan zijn machine gekregen en was de
heele week gedoemd geweest beneden te blijven.
En ook gisteren geiukte het hem niet on
danks al zijn pogingen de motor goed te
doen aanslaan, en op te stijgen voor het officieele
sluitingsuur, 8 uur. Even later echter waagde
hij het er op en had de voldoening, dat althans
nog enkelen hem een vlucht van 2 minuten
zagen maken.
Van Bussel outving nog een prijs voor de
langste vlucht en een voor het nemen van den
kortsten aanloop, deze laatste wilt hij echter
aan Van den Burg afstaan.
RECHTSZAKEN.
De Hooge Raad heeft Vrijdag uitspraak ge
daan in de zaak van I. B., dienstbode te Amster
dam, en P. R., lossen workman aldaar, door
het gerechtshof te Amsterdam veroordeeld tot
resp. 15 en 12 jaar gevangenisstraf wegens
poging tot diefstal, voorafgegaan door geweld,
gepleegd op mevrouw Winia in hare woning
aan de Nic. Witsenkade te Amsterdam, tenge-
volge van welk geweld (overgieting met kokend
water) genoemde dame is overleden in welke
zaak, behalve door de beide veroordeelden ook
cassatie was aangeteekend door den procureur-
generaal te Amsterdam, die meeude dat het
feit had moeten zgn gequalificeerd als zware
mishandeling, gepleegd met voorbedachte rade,
den dood tengevolge hebbende.
Zoowel de cassatieberoepen van de beide
veroordeelden als dat van den procureur-generaal
werden verworpen.
Hooi en Hooibroei.
Veewerbetes*imj.ig 9l9J0(,P!
Dat hooi door het broeien beter wordt, was reeds
lang bekend het wordt smakelijker, geuriger en murwer,
waardoor de verteerbaarheid toeneemt. Het broeien van
't hooi, vooral tot bruin hooi, is te vergelijken bij het
koken onzer spijzen.
Hooi dat behoorlijk broeit, moet een warmte ontwik-
kelen van minstens 600 Celsius. Alleen bij deze warmte
worden de sehimmelsporen gedood. Toen het droge
gras of klaver nog buiten op het veld was hadden deze
sehimmelsporen zich er reeds aangehecht Dergelijke
sporen zweven altijd en bijna overal in de lucht, vallen
hier of daar op neer en wachten op een gesclnkt oogen-
blik om zich te ontwikkelen in een vochtige en warme
omgeving. De schimmels planten zich snel voortIt
sporen met een voer hooi in den hooiberg gebracht,
kunnen al het hooi van zoo'n wagenvracht doen be-
schimmelen als de omstandigheden slechts gunstig zijn.
Krijgt men geen broei in't hooi, dan ontwikkelen deze
schimmels zich spoedig, omdat samengeperst hooi altijd
vochtigheid afgeeft. Nog sneller zullen de schimmels
zich ontwikkelen, als men een lichte broeiing in
hooi krijgt, waardoor een warmte van even boven de 30'
Celsius wordt ontwikkeld. Bij zoo'n temperatuur cint-
wikkelt zich alles wat leeft zeer snel. t Is dus beter in
'tgeheel geen broei in het hooi te hebben, dar. een
'"fie! beste'iVt, als 't hooi snel beginf te Broeien,
door de temperatuur spoedig boven de 500 C komt.
Dan kunnen zich nocb sehimmelsporennoch meikzuur-
of rottingsbacterien ontwikkelen men krijgt dan geen
bederf in het hooi.
Bruinkleuring treedt in bij een temperatuur yan 7
en hooger. Komt de temperatuur boven 850 tot .00 C.
dun begint het hooi te verkolen, dat is het wordt zwai t
en alsdan gaat er veel verloren. Het zwart worden van
hooi toch is verbranding, een verbranding zonder vlam
of rook doordat geen voldoende zuurstof toetieedt. Door
die verbranding gaan e, natuurlijk veel e.w.tstoffen,
zetmeel en celstof verloren. Wat er van.het£ooi w*
blijft is door de sterke broenng zeer voedzaamcnsmak|
tevens, zoodat het vee ook het zwart gebroeide hooi
"CSlS'X'bij M broeien ..n lhooi -e. g.;
wenscht. Het broeien verloopt het gunstigst als het hooi
's winters lichtbruin voor den dag komt.
Door het hooi te belasten, bijvb. met ongedorscht graan
begint de temperatuur snel te dalen. Hoe zwaarder de
belasting is, des te meer koelt het hooivak af. Oogen-
schijnlijk lijkt dit vreemd en velen zullen dan ook het
tegendeel verwacht hebben.
Door sterke drukking wordt het hooi samengeperst.
Toezending van lucht is dan zoo goed als niet meer
mogelijk en daarmee houdt het broeien op voor 'tgrootste
gedeelte Deze methode wordt ook toegepast bij het
persen van zoet persvoeder.
In sommige landbouwstreken wordt een klamp hooi
dikwijls bedekt met gerst of haver, tot zoolang 'dat het
vak in de schuur vol i9. Door die zware drukking houdt
de broei spoedig op.
Het omzetten van hooi kan dikwijls zonder bezwaar
geschieden. Maar het kan ook nadeelig werken. Het
is maar de kwestie of men na het omzetten ook weer
de noodige warmte in het hooi krijgt, waardoor't leven
en ontwikkelen van schimmels onmogelijk wordt ge
maakt. Krijgt men geen broei meer in 'thooi, dan is
er kans, dat het hooi voor een aanzienlijk deel ver-
schimmelt en dat door de ontwikkeiing der melkzuur-
bacterien een deel van het zetmeel OthgeZet wordt in
melkzuur. Men krijgt daardoorschimmeligen eenigszins
zuur hooi.
In elken hooiberg of hooihoop houdt het broeien
mettertijd op, zoodat in den nazomer het hooi koud
wordt. Toch zullen zich in zoo'n hooiberg of hoop
geen schimmels ontwikkelen; ze zijn immers door de
hooge broeiwarmte gedood en in het dicht samenge-
geperste hooi kunnen geen nieuwe sehimmelsporen
doordringen. Bij het omzetten is daartoe evenwel kans.
Gemakkelijk is het nu te begrijpen, waarom hooi, dat
in eene dunne laag op den zolder licht, altijd begint te
schimmelen en muf wordt.
Het zetten van hooi in' hoopen, 't zij in een berg of
in de schuur, is dus eigenlijk niets anders dan het
verduurzamen van levensmiddelen. Men doodt in beide
gevallen alle bederf veroorzakende kiemen en houdt
door afsluiting van de buitenlucht nieuwe kiemen van
allerlei schimmels op een afstand.
Als het hooi broeit door eigen sappen, krijgt men, na
het omzetten meestal Vdf de noodige broeiing in den
hoop terug. Broeit hetUllbtii door aanwezigheid van
regenwater, dan is diVdikwijls niet het geval en dan
begint de nieuwe hoop niet zelden te schimmelen. Het
hooi heeft dan door uittering eigen sappen grootendeels
verloren.
Dikwijls wordt gemeend, dat hooibroei een gevolg
is van de werking van een bepaalde soort bacterieen
het is echter niels anders dan een zuiver scheikundig
proces.
In Denemarken wordt veel bruin hooi bereid. Daartoe
wordt het gras versch gemaaid, doch geheel vrij van
dauw en regenwater op kleine hoopjes gezet, waardoor
het zoo sterk begint te broeien, dat het bruin wordt.
Na de sterkste broeiing worden deze hoopjes tot een
grooten hoop opgezet, waarin de noodige broeiing
terugkeert.
Wijl nog altijd in ons land het grootste deel der
bevoiking in landbouw en veeteelt zijn levensonderhoud
vind, is het voorzeker een verblijdend feit, dat in onzen
tijd zeer veel zorg gewjjd wordt aan de verbetering van
landbouw en veeteelt, tengevolge waarvan de rnaat-
schappelijke welvaart zeer wordt bevorderd. Van
regeeringswege zoowel als van landbouwvereenigingen
en particulieren wordt zeer veel in het werk gesteld
om verbeteringen aan te brengen en blijft het bij po
gingen niet alleen.
Door het houden van tentoon9tellingen en veekeu-
riugen. het uitloven van prijzen en premien als anders-
zins tracht men ook ons rundvee te verbeteren. En
duidelijk merkt men die verbetering op van het manne-
lijk fozvee. Deze toont zich het best op de jaarlijksche
siierenkeuringen in de verschillende provincies gchouden.
Heeft dit voorzeker zijn groot nut, niet ongepast zal
het zijn er aanstonds bij te voegen, dat men niet overal en
in gelijke mate let op de verbetering van het vrouweliJU
fokvee. En wil men slagen in het pogen ons rundvee
meer nog te verbeteren, dan moet ook daarop, en met
het minst, het oog gericht zijn.
Velen hebben dan ook bezwaren tegen de richting
van de tegenwoordige veekeuringen. Volgens hen
schijnt het of men er slechts op uit is om maar lundvee
te fokken van een sierlijken zooveel mogelijk volmaakten
lichaamsbouw. Bij de keuringen geldt hoofdzakelijk
het puntensteUel. Daarbij wordt vooral gelet op
lichaamsbouw en algemeen voorkomen, het overige
schijnt meer bijzaak.
'tis voorzeker niet tegen te spreken dat voor den
hanuel en de vetmesterij een flinke ontwikkeiing en
een schoone vorm zeer gewenschten van veel beteekenis
zijn. Doch laat men eens wat meer letten op de prak-
tijk. Deze stelt toch ook hare eischen
Vragen wij slechts Waarom houdt men melkvee
llet antwoord zal luideu Wel de opbrengst van
melk en boter. 1 lr, ,Jk
Weluu, wat moet dan het streven zijn Melkkoeten
te verkrijgen, die veel melk geven en wel van een hoog
^GdDk bekend is het hoofdbestanddeel der melk
water,' en wel voor ongeveer 85 tot 90 proc., waarin
verschillende stoffen al9 suiker, kaasstof e. a. opgelost
zijn. In dat water zweven uiterst kleine, voor het
bioote oog onzichtbare vetbolletjes, in 66n enkelen liter
wel meer dan millioenen. Ami-die vetbolleqes dankt
de melk mede haar ondoorschijnende kleur, hoe vetter
zij is, des te blanker of witter is zij ook. En wijl de
vetbolletjes lichter zijn dan de vloeistof, waarin zij
zweven,'komen zij, als de melk rustig bhjtt staan, naar
de oppervlakte en vormen dan een laag room. De
dikte dezer roomlaag hangt natuurlijk af van het
vetgehalte der melk.
En zou het nu niet voordeeliger zijn dat men oot
meer nog werkzaam was om melkkoeien te verkiijgen
die een ruime hoeveelMd melk, ''ijk aan vetgehalte
geven. 'tis de meening van velen dat men in die richting
nog wel wat verder kon gaan.
11 oe daartoe te geiaken
Men moest op onze veestallen algemeen melkregisters
bijhouden en trachten juist te weten te komen, welke
hoeveellieid melk elke koe jaarlijks oplevert en van welk
vetgehalte die melk is. Want de onwaarheid van de
meening als zou de melk van koeien, die veel melk
ffeven een laag vetgehalte bezitten is herkaaldelijk door
proeven aangetoond en bij verschillende veehouders ge-
bleken Trouwens het is op verschillende joterfabiieken
waar geregeld melkonderzoek geschiedt, zeer dikwijls
gebleken, dat er zelfs bij kleine leveranciers melkkoeien
ziin die bij gewone voeding wel degelijk \eel melk
ople'veren van hoog vetgehalte. Die dieren waren met
altijd pracht-exemplaren, soms verre van dat.
lioch zouden vele van zulke koeien met veel en vet-
rijke melk niet evenzeer een plaat9je in n stamboe
kunnen verdicnen al haperde er dan ook hael wa aan
den lichaamsbouw en het algemeen voorkomen Zulke
dieren moet men als fokdieren behouden.
De gewone veehouder, het is waar, komt er n
om eeregeld de melk zijner koeien te meten en op te
teeke^ien. Toch komt ook daarin reeds veel verbetenn^.
Kleine moeite is het trouwens toch ook maar en t is
in het eigen belang. En hoe weinig veehouders zijn
er nog, die het vetgehalte der melk van elke koe nagaan.
Wenachelijk ware dat zulks algemeen geschiedde.
Daartoe is het voldoende eenige roommeters aan te
schaffen. Dat zijn eenvoudige met kostb«re cihndtsr-
vormige glazen buizen, waarop een verdeelde 18
ingegHft. Door de melk der verschillende koeien, die
nagenoeg gelijktijdig gemolken zijn in de roommeters
te eieten en de glazen een tijd rustig te laten staan,
kan men de dikte der roomlagen boven in de glazen
vergeHjken en zien welke koeien de vetste melk geven.