Landbouwberichten. den stempel eener gezelligheid, eener voorname gezelligheid. eene gezelligheid van goeden huize, die mij weldadig heeft aangedaan. Zelfs ons luidruchtig volk, onze Noordergascons. wist zijne uitbundigheid te bedaren tot eene warme. maar eerbiedige genegenheid. Ik ken ket Hollandsche volk niet zoo goed maar stel me voor, dat Koningin Wilhelmina zich hier als onder hare onderdanen moet heb- ben bevonden, zoo goed heeft het populus bruxellensis zich op de hoogte, op de toonhoogte van de Koningin der Nederlanden weten testellen. Gelukkig de volkeren, die vorsten hebben als deze jonge Koningin, die zonder ander vertoon dan den glimlach barer schitterende tanden, haar volk weet op te voeren tot haren beminnelijken adel en die zulken gemoedstoestand ook bij anderen te verwekken weet alleen door hare aanwezigheid.... En daarom, o Kaaskop, wensch ik u nogmaals geluk Ik deel u dit kort gesprek mee, o lezer, omdat ik weet dat het op uauwkeurige wijze weergeeft wat velen hier voelen. En trouwens, de karakteristiek van de drie Staatshoofden, die ons kwamen bezoeken en van dat bezoek zelf is onmiskenbaar juist. Daarom dan ook wilde ik het u niet onthouden. Aangaande het officieele bezoek van H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik aan de stad Utrecht o^Donderdag 3 Aug., vernemen wij dat het Kon. echtpaar zich per auto vanaf Soestdijk naar de greus van Utrecht zal begeven. Hofnjtuigen staan gereed en langs de Museumlaan, wordt gereden naar het Stad- huis, dat van binnen en buiten is versierd met groen enz. Te 11 uur heeft daar de ontvangst plaats door het Gemeentebestuur. Na afloop wordt gereden naar de zilverfabriek van de firma Begeer op de Oude Gracht en van daar naar het Museum van Kunst en Wetenschappen, waar Koningin en Prins met 80 genoodigden zullen aanzitten aan een lunch. Te half 3 volgt een rijtoer naar de Volksbuurten van Wiik C. Dan bezoekt het kon. Echtpaar nog nee Y)<5jaflij<lersgesticht, het Paushuis enz. en vertrekt te 5 uur per auto naar Soestdijk. Naar de //Tel." meedeelt, zal over eenige weken het rapport inzake de grondwetsherzie- ning verscbijnen. Omtrent het kiesrecht zou de meerderheid der commissie zich hebben verklaard voor een kiesrecht te geven aan alle 25jarige mannelijke landgenooten, die in hun eigen onderhoud voorzien. Van eenigen stap in de richting van vrou- wenkiesrecht, wil de meerderheid der commis sie niets weten, zij acht de uitbreiding van het mannenkiesrecht reeds zoo vergaande als, bij den tegenwoordigen ontwikkelingsgraad van het Nederlandsche volk, mogelijk is. Vanwege het Haagsch Correspondentiebureau is een bericht aan de pers gezonden waarin dit bericht wordt weersproken. De Tel. houdt echter het bericht staande en zegt dat de openbaarmaking van het rapport haar in het gelgk zal stellen. TER NEUZEN, 31 Juli 1911. Hedennamiddag werd alhier door Burg, en Weth. aanbesteed het verrichten van verfwerk aan de gebouwen en andere gemeente-eigen- domhSfeh "fn de kom, gedurende 1911. Hiervoor werd ingeschreven door de heeren A. van Duijse voor f 407,50, J. R. Platteeuw voor 381, Alph. Guilliet voor f 374,50 en 0. F. C. de Pauw voor 374. Gisterenavond werd in den tuin der ,/Buiten-Societeit" alhier een concert gegeven door de harmonie //St. George", directeur de heer Verstraeten, van Eecloo. Het was na de warme dagen in den tuin een aangenaam zitje, het was zelfs op het tijdstip van den aanvang van het concert niet te warm voor een wanaeling daarheen, het concertgevende gezelschap geniet een goeden naam en toch wij vreezen dat de vereering voor de muziekkunst van //Ad." die het concert der vorige week beschreef opnieuw een en wellicht nog grooteren du w heeft gekregen. Het bezoek kon nog niet druk genoemd worden ondanks het optreden van geeerde profeten uit den vreemde. Hieruit zou af te leiden vallen indien er geen andere oorzaken zijn dat de waardeering van de muziekkunst aan het tanen is. Wat daarvan ook zg, de in den tuin aan- wezigen konden genieten op verschillende wijze, niet het minst door de manier waarop z/St. George" het programma uitvoerde, waar- mede het gezelschap dan ook algemeen succes ihoogstte. Naar wij vernemen zal dit gezelschap in het laatst van dit seizoen alhier nog een concert geven. Het ongeluk bij Neer. Over het ongeluk, dat Vrijdag bij Neer aan de Maas gebeurd is, vernemen wij nog, dat het eskadron, onder commando van ritmeester Neuman, waartoe de twee verdronken miliciens behoorden, te paard de Maas zou overtrekken. De voorzorgsmaatregelen waren genomen. De veerman had een diepte opgegeven van 1.10 M. tot 1.50 M. en zelf had men ook nog gepeild. Bovendien zou een roeibootje volgen. Toen echter een peleton huzaren, onder luit. baron Van Wassenaer, in het midden van de Maas was, bemerkte men, dat de paarden weg- zonken en dus waarschijnlijk op drijfzand terecht waren gekomen. De luitenant kon al zwemmende met het paard aan den teugel den oever bereiken, zoo ook vijf miliciens. Twee miliciens evenwel, H. uit Hontenisse, (dus niet uit Clinge, zooals ons werd geseind), en Van R., uit Berkel, verdronkenook een paard kwam om. Een wachtmeester, die onder zijn paard was gegleden, kon nog gered en, be- wusteloos, in het bootje aan den kant gebracht worden. De oefeningen werden dadelijk gestaakt. De troep was zeer onder den indruk van het ongeval. Zaamslag. Heden werd alhier door den notaris Dregmans geveild het heerenhuis, van wijlen den heer P. J. Wortman. Hiervan werd, gecombineerd met de tuin. kooper de heer Jac. Dieleman Pz. voq^ 852Q. Mede werd geveild het huis vroeger be- woond door mevr. de wed. E. H. Wortman. Hiervan werden koopsters de tegenwoordige bewoonsters, de Gezusters Riemens voor 3090. Zaamslag. Ds. R. Hamming alhier, heeft zijn beroep naar de Gereformeerde kerk A te Groningen aangenomen. Westdorpe. Heden gingen eenige jongens van ongeveer twaalf jaar oud baden in de Canis- vlietkreek alhier. Zekere A. de Hulsters waagde zich hierbij te ver en kwam terecht in een put, waardoor hij voor het oog zijner makkertjes in de diepte verdween, en niet meer te zien was. De andere kinderen vluchtten verschrikt weg. Na eenige oogenblikken kwam gelukkig J. Gilissen daar langs gefietst. Toen hem eenigszins duidelijk was gemaakt dat er een onder water was, begaf hij zich terstond met de kleeren aan in 't water en haalde weldra den drenkeling op 't droge. Na een heele tijd werken kwam hij weer bij en zoo liep dit ongeval nog goed af. St. Jansteen, 31 Juli. Yrijdagnatniddag zette de vrouw van J. B. alhier haar kind een oogen- blik alleen teneinde hare werkzaamheden te volbrengen. Tijdens hare afwezigheid was een haan op het kind toegekomen en pikte op tijd van eenige oogenblikken enkele diepe wonden op het hoofdje en in de wangen. Gelukkig dat de oogjes van het kind bleven gespaard. Zaterdagnamiddag hield zekere J. deBotzich bezig met een dissel een stuk hout te bewerken. OngeJukkiglijk sprong het gereedschap uit den balk en drong met kracht in zijn voet. Zoodat het werktuig een centimeter diepte het been indrong. Spoedig werd geneeskundige bulp verschaft en den man per voertuig huis- waarts gebracht. De ongevallenverzekering zal den toestand wel verzachten. Clinge, 30 Juli. Heden droeg de WelEerw. heer Jos. Colsen in onze parochiekerk zijne eerste H. Mis op. De kerk was voor deze gelegenheid prachtig versierd en ook buiten de kerk waren versieringen aangebracht. Het Zang- koor gaf eene zeer goed geiukte uitvoering van eene muziekmis van Haller. Des avonds bracht het muziekkorpsWeldoen door Vermaak" den jongen priester eene sere nade, waarbij de heer P. A. Smet als voor- zitter hem in welgekozen woorden naraens de vereeniging gelukwenschte. Het is zeker niet alledaagsch, ja, misschien wel zeer zeldzaam, dat binnen enkele weken drie personen uit eene parochie als Clinge, die nog geen 2000 zielen telt, hunne eerste H. Mis hebben gedaan. Het zijn de Eerw. Heeren, A. Smet, J. Weemaes en Jos. Colsen. Ylissingen. Bij de jongste periodieke ver- kiezing voor den gemeenteraad alhier werd o. a. gekozen het eerste sociaal-democratisch lid, de heer G. F. Lindeijer. Een paar dagen na zgne verkiezing ontving de heer Lindeijer een schrijven van den burgemeester. waarin deze bezwaar maakt tegen het afgeven van eene Verklaring getuigende dat de gekozene op den dag waarop de uitslag der verkiezing werd vastgesteld in- gezetene was, zooals art. 17 der Gemeentewet dit voorschrijft. En wel op grond dat de heer Lindeijer eerst op 30 Juli 1910 in de bevolkings- registers werd ingeschreven terwijl hij op 18 Juli 1911 gekozen werd tot raadslid. Als de heer L. het bewijs kan leveren, dat hij althans vanaf 18 Juli 1910 zijn woonplaats binnen de gemeente heeft gehad, zou de burge meester bereid zijn alsnog bedoelde verklaring af te geven. Volgens de //Baanbreker," het door den heer Lindeijer geredigeerde weekblad, verklaarde de burgemeester in een onderhoud, dat hij van meening is, dat art. 19 der Gemeentewet, waarin als een der vereischten om lid van den raad te kunnen zijn, wordt genoemd, dat men ge durende de laatste twaalf maanden zijn woonplaats in de gemeente heeft gehad, ook van toepassing is op art. 17. De heer Lindeger meent dat dit niet het geval is en beroept zich hierbij op hetgeen Prof. Mr. J. Oppenheim in zijn //Gemeenterecht" betreffende deze zaak zegt. Prof. Oppenheim komt tot de conclusie dat het ontbreken van genoemde verklaring geen reden is om iemand uit den raad te werenals blijkt, dat hij gedurende het jaar dat met het aanvangen van het lid- maatschap verstrijkt, woonplaats binnen de gemeente heeft gehad. Mocht de burgemeester blijven weigeren de verklaring af te geven, dan zal de heer Lindeijer zijn andere stukken toch inzenden, opdat de raad in deze uitspraak doet. Uiiegweek te Viissingen. Zaterdag deed Van Bussel te Viissingen vijf vluchten voor den prijs van f 75, uitgeloofd voor den aviateur die de meeste vluchten volgens een aangegeven route zou doen. Mulder vloog 4 maal, doch drie er van waren niet geldig. Van Bussel viel dus de uitgeloofde pigs ten deel. Zondag, den laatsten dag der vliegweek alhier is ook goed geslaagd. Te zes uur werden de drie machines buiten den hangar gebracht en om kwart over zes steeg Van Bussel op met zijn monoplan. Na twee minuten daalde hij echter weer, omdat er nog te veel wind stond. Later matigde de wind zich echter en om 7.10 ging Van Bussel en 7.11 Mulder met zijn biplan weer op. Eerstgenoemde daalde na 7 en Mulder na 3 minuten. Nog een maal steeg Van Bussel op met als passagier den heer Jac. Janssen, ditmaal duurde de vlucht 6 minuten, terwijl Mulder nog een maal 5 minuten vloog. Mulder outving een krans van eenige jeugdige vrieiiden en vriendinnen, terwijl ieder der aviateurs, Mulder, Van Bussel en Van den Burg een krans kregen van de Nederlandsche vlieg- vereenigiug en het comite. Deze laatste vliegenier had den eersten dag defect aan zijn machine gekregen en was de heele week gedoemd geweest beneden te blijven. En ook gisteren geiukte het hem niet on danks al zijn pogingen de motor goed te doen aanslaan, en op te stijgen voor het officieele sluitingsuur, 8 uur. Even later echter waagde hij het er op en had de voldoening, dat althans nog enkelen hem een vlucht van 2 minuten zagen maken. Van Bussel outving nog een prijs voor de langste vlucht en een voor het nemen van den kortsten aanloop, deze laatste wilt hij echter aan Van den Burg afstaan. RECHTSZAKEN. De Hooge Raad heeft Vrijdag uitspraak ge daan in de zaak van I. B., dienstbode te Amster dam, en P. R., lossen workman aldaar, door het gerechtshof te Amsterdam veroordeeld tot resp. 15 en 12 jaar gevangenisstraf wegens poging tot diefstal, voorafgegaan door geweld, gepleegd op mevrouw Winia in hare woning aan de Nic. Witsenkade te Amsterdam, tenge- volge van welk geweld (overgieting met kokend water) genoemde dame is overleden in welke zaak, behalve door de beide veroordeelden ook cassatie was aangeteekend door den procureur- generaal te Amsterdam, die meeude dat het feit had moeten zgn gequalificeerd als zware mishandeling, gepleegd met voorbedachte rade, den dood tengevolge hebbende. Zoowel de cassatieberoepen van de beide veroordeelden als dat van den procureur-generaal werden verworpen. Hooi en Hooibroei. Veewerbetes*imj.ig 9l9J0(,P! Dat hooi door het broeien beter wordt, was reeds lang bekend het wordt smakelijker, geuriger en murwer, waardoor de verteerbaarheid toeneemt. Het broeien van 't hooi, vooral tot bruin hooi, is te vergelijken bij het koken onzer spijzen. Hooi dat behoorlijk broeit, moet een warmte ontwik- kelen van minstens 600 Celsius. Alleen bij deze warmte worden de sehimmelsporen gedood. Toen het droge gras of klaver nog buiten op het veld was hadden deze sehimmelsporen zich er reeds aangehecht Dergelijke sporen zweven altijd en bijna overal in de lucht, vallen hier of daar op neer en wachten op een gesclnkt oogen- blik om zich te ontwikkelen in een vochtige en warme omgeving. De schimmels planten zich snel voortIt sporen met een voer hooi in den hooiberg gebracht, kunnen al het hooi van zoo'n wagenvracht doen be- schimmelen als de omstandigheden slechts gunstig zijn. Krijgt men geen broei in't hooi, dan ontwikkelen deze schimmels zich spoedig, omdat samengeperst hooi altijd vochtigheid afgeeft. Nog sneller zullen de schimmels zich ontwikkelen, als men een lichte broeiing in hooi krijgt, waardoor een warmte van even boven de 30' Celsius wordt ontwikkeld. Bij zoo'n temperatuur cint- wikkelt zich alles wat leeft zeer snel. t Is dus beter in 'tgeheel geen broei in het hooi te hebben, dar. een '"fie! beste'iVt, als 't hooi snel beginf te Broeien, door de temperatuur spoedig boven de 500 C komt. Dan kunnen zich nocb sehimmelsporennoch meikzuur- of rottingsbacterien ontwikkelen men krijgt dan geen bederf in het hooi. Bruinkleuring treedt in bij een temperatuur yan 7 en hooger. Komt de temperatuur boven 850 tot .00 C. dun begint het hooi te verkolen, dat is het wordt zwai t en alsdan gaat er veel verloren. Het zwart worden van hooi toch is verbranding, een verbranding zonder vlam of rook doordat geen voldoende zuurstof toetieedt. Door die verbranding gaan e, natuurlijk veel e.w.tstoffen, zetmeel en celstof verloren. Wat er van.het£ooi w* blijft is door de sterke broenng zeer voedzaamcnsmak| tevens, zoodat het vee ook het zwart gebroeide hooi "CSlS'X'bij M broeien ..n lhooi -e. g.; wenscht. Het broeien verloopt het gunstigst als het hooi 's winters lichtbruin voor den dag komt. Door het hooi te belasten, bijvb. met ongedorscht graan begint de temperatuur snel te dalen. Hoe zwaarder de belasting is, des te meer koelt het hooivak af. Oogen- schijnlijk lijkt dit vreemd en velen zullen dan ook het tegendeel verwacht hebben. Door sterke drukking wordt het hooi samengeperst. Toezending van lucht is dan zoo goed als niet meer mogelijk en daarmee houdt het broeien op voor 'tgrootste gedeelte Deze methode wordt ook toegepast bij het persen van zoet persvoeder. In sommige landbouwstreken wordt een klamp hooi dikwijls bedekt met gerst of haver, tot zoolang 'dat het vak in de schuur vol i9. Door die zware drukking houdt de broei spoedig op. Het omzetten van hooi kan dikwijls zonder bezwaar geschieden. Maar het kan ook nadeelig werken. Het is maar de kwestie of men na het omzetten ook weer de noodige warmte in het hooi krijgt, waardoor't leven en ontwikkelen van schimmels onmogelijk wordt ge maakt. Krijgt men geen broei meer in 'thooi, dan is er kans, dat het hooi voor een aanzienlijk deel ver- schimmelt en dat door de ontwikkeiing der melkzuur- bacterien een deel van het zetmeel OthgeZet wordt in melkzuur. Men krijgt daardoorschimmeligen eenigszins zuur hooi. In elken hooiberg of hooihoop houdt het broeien mettertijd op, zoodat in den nazomer het hooi koud wordt. Toch zullen zich in zoo'n hooiberg of hoop geen schimmels ontwikkelen; ze zijn immers door de hooge broeiwarmte gedood en in het dicht samenge- geperste hooi kunnen geen nieuwe sehimmelsporen doordringen. Bij het omzetten is daartoe evenwel kans. Gemakkelijk is het nu te begrijpen, waarom hooi, dat in eene dunne laag op den zolder licht, altijd begint te schimmelen en muf wordt. Het zetten van hooi in' hoopen, 't zij in een berg of in de schuur, is dus eigenlijk niets anders dan het verduurzamen van levensmiddelen. Men doodt in beide gevallen alle bederf veroorzakende kiemen en houdt door afsluiting van de buitenlucht nieuwe kiemen van allerlei schimmels op een afstand. Als het hooi broeit door eigen sappen, krijgt men, na het omzetten meestal Vdf de noodige broeiing in den hoop terug. Broeit hetUllbtii door aanwezigheid van regenwater, dan is diVdikwijls niet het geval en dan begint de nieuwe hoop niet zelden te schimmelen. Het hooi heeft dan door uittering eigen sappen grootendeels verloren. Dikwijls wordt gemeend, dat hooibroei een gevolg is van de werking van een bepaalde soort bacterieen het is echter niels anders dan een zuiver scheikundig proces. In Denemarken wordt veel bruin hooi bereid. Daartoe wordt het gras versch gemaaid, doch geheel vrij van dauw en regenwater op kleine hoopjes gezet, waardoor het zoo sterk begint te broeien, dat het bruin wordt. Na de sterkste broeiing worden deze hoopjes tot een grooten hoop opgezet, waarin de noodige broeiing terugkeert. Wijl nog altijd in ons land het grootste deel der bevoiking in landbouw en veeteelt zijn levensonderhoud vind, is het voorzeker een verblijdend feit, dat in onzen tijd zeer veel zorg gewjjd wordt aan de verbetering van landbouw en veeteelt, tengevolge waarvan de rnaat- schappelijke welvaart zeer wordt bevorderd. Van regeeringswege zoowel als van landbouwvereenigingen en particulieren wordt zeer veel in het werk gesteld om verbeteringen aan te brengen en blijft het bij po gingen niet alleen. Door het houden van tentoon9tellingen en veekeu- riugen. het uitloven van prijzen en premien als anders- zins tracht men ook ons rundvee te verbeteren. En duidelijk merkt men die verbetering op van het manne- lijk fozvee. Deze toont zich het best op de jaarlijksche siierenkeuringen in de verschillende provincies gchouden. Heeft dit voorzeker zijn groot nut, niet ongepast zal het zijn er aanstonds bij te voegen, dat men niet overal en in gelijke mate let op de verbetering van het vrouweliJU fokvee. En wil men slagen in het pogen ons rundvee meer nog te verbeteren, dan moet ook daarop, en met het minst, het oog gericht zijn. Velen hebben dan ook bezwaren tegen de richting van de tegenwoordige veekeuringen. Volgens hen schijnt het of men er slechts op uit is om maar lundvee te fokken van een sierlijken zooveel mogelijk volmaakten lichaamsbouw. Bij de keuringen geldt hoofdzakelijk het puntensteUel. Daarbij wordt vooral gelet op lichaamsbouw en algemeen voorkomen, het overige schijnt meer bijzaak. 'tis voorzeker niet tegen te spreken dat voor den hanuel en de vetmesterij een flinke ontwikkeiing en een schoone vorm zeer gewenschten van veel beteekenis zijn. Doch laat men eens wat meer letten op de prak- tijk. Deze stelt toch ook hare eischen Vragen wij slechts Waarom houdt men melkvee llet antwoord zal luideu Wel de opbrengst van melk en boter. 1 lr, ,Jk Weluu, wat moet dan het streven zijn Melkkoeten te verkrijgen, die veel melk geven en wel van een hoog ^GdDk bekend is het hoofdbestanddeel der melk water,' en wel voor ongeveer 85 tot 90 proc., waarin verschillende stoffen al9 suiker, kaasstof e. a. opgelost zijn. In dat water zweven uiterst kleine, voor het bioote oog onzichtbare vetbolletjes, in 66n enkelen liter wel meer dan millioenen. Ami-die vetbolleqes dankt de melk mede haar ondoorschijnende kleur, hoe vetter zij is, des te blanker of witter is zij ook. En wijl de vetbolletjes lichter zijn dan de vloeistof, waarin zij zweven,'komen zij, als de melk rustig bhjtt staan, naar de oppervlakte en vormen dan een laag room. De dikte dezer roomlaag hangt natuurlijk af van het vetgehalte der melk. En zou het nu niet voordeeliger zijn dat men oot meer nog werkzaam was om melkkoeien te verkiijgen die een ruime hoeveelMd melk, ''ijk aan vetgehalte geven. 'tis de meening van velen dat men in die richting nog wel wat verder kon gaan. 11 oe daartoe te geiaken Men moest op onze veestallen algemeen melkregisters bijhouden en trachten juist te weten te komen, welke hoeveellieid melk elke koe jaarlijks oplevert en van welk vetgehalte die melk is. Want de onwaarheid van de meening als zou de melk van koeien, die veel melk ffeven een laag vetgehalte bezitten is herkaaldelijk door proeven aangetoond en bij verschillende veehouders ge- bleken Trouwens het is op verschillende joterfabiieken waar geregeld melkonderzoek geschiedt, zeer dikwijls gebleken, dat er zelfs bij kleine leveranciers melkkoeien ziin die bij gewone voeding wel degelijk \eel melk ople'veren van hoog vetgehalte. Die dieren waren met altijd pracht-exemplaren, soms verre van dat. lioch zouden vele van zulke koeien met veel en vet- rijke melk niet evenzeer een plaat9je in n stamboe kunnen verdicnen al haperde er dan ook hael wa aan den lichaamsbouw en het algemeen voorkomen Zulke dieren moet men als fokdieren behouden. De gewone veehouder, het is waar, komt er n om eeregeld de melk zijner koeien te meten en op te teeke^ien. Toch komt ook daarin reeds veel verbetenn^. Kleine moeite is het trouwens toch ook maar en t is in het eigen belang. En hoe weinig veehouders zijn er nog, die het vetgehalte der melk van elke koe nagaan. Wenachelijk ware dat zulks algemeen geschiedde. Daartoe is het voldoende eenige roommeters aan te schaffen. Dat zijn eenvoudige met kostb«re cihndtsr- vormige glazen buizen, waarop een verdeelde 18 ingegHft. Door de melk der verschillende koeien, die nagenoeg gelijktijdig gemolken zijn in de roommeters te eieten en de glazen een tijd rustig te laten staan, kan men de dikte der roomlagen boven in de glazen vergeHjken en zien welke koeien de vetste melk geven.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1911 | | pagina 2