A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 5632.
Dinsdag 11 Juli 1911.
VOOr
Buitenland.
51e Jaargang.
U1TSLAG VERKIEZING.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per Irie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Yoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1.321/, en voor
het overige Buitenland 1,65. Men abonneert zich bjj alle Boekhande-
laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Telefoon No. 25. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave
ADVERTENTIEN:
Yoor elken regel meer 0,10.
Van 1 tot 4 regels 0,40. B—
Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prjjs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Van de houding der Fransche regeering jegens
de Duitsche actie in Marokko is nog weinig
bekend geworden. Minister De Selves, die
Zaterdagmorgen uit Nederland te Parijs is terug-
gekeerd heeft in den loop van den dag een
onderhoud gehad met den eerste-Minister over
het Agadir-incident.
Na afloop van dit onderhoud heeft De Selves,
met Jules Cambon, den Franschen gezant te
Berlijn, een gesprek gehad.
In officieuse bladen, zooals de Matin", heet
het nu, dat Cambon naar Berlijn terug zal gaan,
zonder voorstellen van Frankrijk aan de Duitsche
regeering. Wanneer Cambon den Duitschen
Buitenland-Minister spreekt, zal hij hem zijn
beklag doen over het weinig vriendschappeljjk
optreden in Marokko.
Frankrijk heeft geen plan met Duitschland
voorstellen tot verdeeling van Marokko te be-
spreken, zegt de //Matin" verder.
Nu Engeland zoo volkomen partij kiest voor
Frankrijk, voelen de Franschen zich sterk ge-
noeg om de Duitschers voorloopig buiten
Marokko te houden.
Het radicale Engelsche blad //Star" meent,
dat het optreden van Duitschland rechtstreeks
het gevolg is geweest van de Fransche expeditie
naar Fez, die evenmin noodig was als detocht
van Jameson naar Johannesburg, waar vrouwen
en kinderen destijds evenmin gevaar liepen als
de Europeanen te Fez. Volgens de//Star" was
de Fransche expeditie onziunig en onrechtmatig.
Wanneer de Engelsche regeering haar heeft
goedgekeurd, dan treft haar dezelfde blaam.
De Engelsche regeering had er tegen op moeten
komen. Het parlement zal de zaak moeten
onderzoeken.
De geheele twist om Marokko, zegt de i-Star",
is een ellendige, vernederende warboel geworden,
een zucht naar concessies, anders niet. De
verlichte Europeesche staatslieden behooren een
zoo facsoenlijk mogelijke regeling na te streven."
En die //regeling" isverdeeling van
hetMoorenrijk door Frankrijk, Engeland, Duitsch
land en Spanje.
Opnieuw is in de Fransche Kamer een poging
gedaan om de ontslagen spoorwegstakers weer
in dienst te berstellen. De afgevaardigde Colly
stelde in dien geest een motie voor.
Minister Caiilaux verklaarde er zich tegen
en stelde de vertrou wenskwestie. Met 490 tegen
90 stemmen werd de motie-Colly verworpen.
De Kamer had op 14 April onder het vorig
Kabinet een besluit genomen de regeering te
verzoeken al 't mogelijke te toen om de ontsla-
genen weer in dienst terug te brengen. Minister
Dumont had toen de motie aanvaard.
Het Kabinet-Caillaux denkt er anders over
en de Kamer verwierp nu dezelfde motie, om
den nieuwen minister een plezier te doen. Een
dagorde, waarin vertrou wen in de regeering
wordt uitg^sproken, werd daarop met 361 tegen
81 stemmen aangenomen.
Koningin Wilhelmina naar Brussel.
De Independance beige meent te weten, dat
het verblijf van Koningin Wilhelmina te Brussel
bekort zal worden. H. M. zou den 27sten
's avonds of den 28sten 's morgens weer ver-
trekken.
De Parpsche bladen zijn zeer ingenomen
met de hartelijke ontvangst, die aan president
Fallieres in ons land, met name Amsterdam en
's Gravenhage, is bereid.
Vol lof zijn zij over de wijze, waarop ons
land, gelegen als middelpunt tusschen zoovele
mogendheden, zijn standpunt als onafhankelijke
staat weet te handhaven, alsmede over de groote
waakzaamheid aan den dag gelegd, wanneer
het betreft het bewaren der strikte neutraliteit.
//Nederland, zoo schrijft de Temps, heeft
twee jaar geleden met vaderlandslievende vol-
doening de geboorte van Prinses Juliana begroet
die de toekomst van zijn Vorstenhuis verzekerde.
Het vraagstuk van de opvolging drukte op
't Nederlandsche volk, met in het vooruitzicht de
conflicten, die door een voortblijvendeonzekerheid
zouden kunnen ontstaan. Er was uit de 41
pretendenten nog geen keuze gedaan
De geboorte van Prinses Juliana bracht dus
niet slechts vreugde voor de vorstelijke familie,
doch voor geheel het Nederlandsche volk.
En President Fallieres heeft niet nagelaten
er op te wijzen, dat Frankijk van harte in die
vreugde heeft gedeeld, gelukkig als het was,
z/de toekomst van de dynastie verzekerd te zien
door de geboorte eener Prinses, op Wie zoo
vele verwachtingen rusten."
Verder, na het huldigen in warme bewoor-
dingen van de wederzijdsche vriendschap
heet het
Het zou Frankrijk verbaasd doen staan,
wanneer het edele Nederlandsche volk niet, in
die absolute vrijheid van zijn politiek en zonder
zich aan eenig systeem te binden, zijn wettige
belangen zou weten te handhaven. Diep ge-
troiien is men in Frankrijk, over het enthou-
siasme, waarmede zijn Eerste Burger isontvangen.
Geen twijfel, of deze hartelijkheid is be-
vorderlijk voor de rust in Europa, daar zij
bewijst, hoezeer Nederland weet wat het wil,
noodzakelijk drager van een duurzame orde,
waarvan zijn waakzame vaderlandsliefde een
kostbare garantie is."
Met deze gevoelens richt Frankrijk zijn beste
beste wenschen tot Koningin Wilhelmina, de
Koninklijke Familie en het edele Nederlandsche
volk.
President Fallieres heeft na zijn vertrek van
de Edgar Quinet, aan H. M. de Koningin een
radio-telegram gezonden van den volgenden
inhoud
Mevrouw, ik wil Uw schoone land niet ver-
laten, zonder U nogmaals mijn levendige dank-
baarheid uit te spreken voor de warme ontvangst,
die ik van Uwe Majesteit in haar twee boofd-
steden, Amsterdam en Den Haag, heb onder-
vonden. Ik neem van mijn reis een onver-
getelijke herinnering mee en het is mij een
behoefte Uwe Majesteit, naast mijn eerbiedige
huide, mijn gevoelens van oprechte dankbaarheid
aan te bieden.
(Get.) ARMAND FALLIERES.
De Koningin heeft hierop het volgende ge-
antwoord
Mjjnheer de President, zeer gevoelig voor Uw
beminnelijk telegram, dank ik er U hartelijk
voor. Ik wil U nogmaals de vreugde uitspreken,
die Lw vriendelijk bezoek mij heeft gegeven
en mijn dankbaarheid voor Uw onvergetelijk
verblijf bij Mij. Ik ben zeer gelukkig, dat gij
eene goede herinnering van mijn land hebt
meegenomen.
(Get.) WILHELMINA.
De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft
de havensteden, gelegen in de provincie Napels
en de stad Palermo besmet verklaard wegens
Aziatische cholera.
De Minister van Nijverheid en Handel heeft
zich Zaterdagmorgen naar Amsterdam begevenom
een poging te doen tot bemiddeling in den strijd,
die daar in de haven wordt gevoerd. Alvorens
aan beide partijen zijn bemiddeling aan te bieden,
heeft hij de heeren Post'numa en Hoeber,
voorzitter en bestuurslid van Recht en Plicht,
verzocht, hem te komen spreken. Dit onder
houd had plaats ten raadnuize. De Minister
deelde aan de beide bestuursleden mede, dat
het hem voorkwam, dat door hem bemiddeling
met kan worden aangeboden, indien het niet
vast stond, dat het bestuur, dat namens de
arbeiders bij die bemiddeling zou optreden, vrij
stond ten opzichte van terrorisme en intimidatie,
waarover in de laatste weken in de pers zoo
vele klachten waren openbaar gemaakt, en het
mogelijke wilde doen, ten einde te zorgen, dat
de arbeiders, voor wie zij optreden, zich aan
dergelijke inbreak op de rechtsorde niet
schuldig maakten.
De beide bestuurders verklaarden, dat
hunnerzijds nimmer tot terrorisme of intimidatie
was aangespoord dat ook in het laatste manifest
een bedreiging daar mede niet was bedoeld en
dat zij bereid waren, de arbeiders dringend te
raden, zich te onthouden van alle daden tegen
de openbare orde, ook op grond van hun over-
tuiging, dat daarmede een beeindiging van het
gesehil door bemiddeling in gevaar wordt ge-
bracht.
Na deze verklaring ontvangen te hebben,
heeft de Minister aan de werkgevers en arbeiders
zijn bemiddeling aangeboden.
TER NEUZEN, 10 Juli 1911.
Te Amsterdam is Donderdag geslaagd voor
het semi-arts-examen de heer C. J. M. van Rompu
van Ter Neuzen.
Gisteren avond had alhier een voetbal-
wedstrijd plaats tusschen een lltal jonge spelers
tegen een dito elftal van Sas van Gent. Daarbij
was tamelijk belangstelling. De jongens weer-
den zich over en weer uitermate, en bleken
zich zeer vlug te kunnen verplaatsen. Het
Ter NeuzeDsche elftal was echter dat uit Sas
van Gent verre de baas. Bij de rust was de
stand 3-0 en bij het eind 8-0 ten voordeele van
het Ter Neuzensche elftal.
Als Zeeuwsche gemeenten, waar het in-
gevolge artikel 19, 2de lid, der muntwet 1901
geoorloofd is, vreemde munten in betaling te
geven, worden o. a. aangewezen Cadzand, Re-
tranchement, Eede, Aardenburg, St. Kruis,
IJzendijke, Biervliet, Philippine, Sas van Gent,
Westdorpe, Zuiddorpe, Axel, Overslag, Koewacht,
St. Jansteen, Clinge, Hulst, Graauw en Langen-
dam.
Te Axel wordt morgen, Dinsdag 11 Juli,
vanwege de vereeniging van hengstenhouders
en paardenfokkers Vooruitgang is ons streven"
aldaar, eene veulenkeuring gehouden. Daarvoor
zijn veulens van zeer gunstig bekende hengsten
uit de omgeving aangegeven, naar we vernemen
tot een getal van 72 stuks. Deze keuring be-
looft voor de belangsfellenden in de fokkerij
zeer interessant te zijn.
Be WilbrorduskerJc te Hulst.
Op 8 Augustus zal het stadje Hulst in
Zeeuwsch-Vlaanderen de eer van een bezoek
hebben van een 400tal leden der Federation
archeologique et historique de Belgique,
welke haar 22e congres van 510 Augustus
te> Mechelen houdt.
Bij die gelegenheid zullen verschillende
historiacbe gebouwen van Hulst bezocht worden
en o. a. de Wilbrorduskerk, de eenige misschien
in Nederland, die gemeensckappelijk door
Protestanten en Katholieken, ieder voor een
gedeelte wordt gebruikt.
In opdracht van de Ned. Herv. gemeente
heeft Ds. L. M. de Boer eene geschiedenis der
kerk samengesteld, gedeeltelijk ontleend aan de
Beschryvinge van de Stadt Hulst door Borge-
meester Jacob van Lansberghe, Anno 1685, welke
aan de leden der Belgische vereeniging zal
worden aangeboden.
Wij ontleenen er het volgende aan
De eerste kerk in Hulst was een kapel, aan
St. Petrus gewijd, welke door de Noormannen
verwoest en door Robert de Vries hersteld werd.
De tegenwoordige kerk, aan St. Wilbrordus
gewijd, dateert van voor 1270. In 1468 is
tengevolge van het hemelvuur de kerk met
bijna de geheele stad en verscheiden hofsteden
in den onmiddellijken omtrek afgebrand. In
1562 was er een dergelijk onheil. De bliksem
sloeg in den toren, en niet alleen deze en het
dak der kerk, maar ook het klooster van de
Observanten en 160 huizen werden in de asch
gelegd. Daarbjj bleef het niet. In 1663 sloeg
de bliksem wederom in den toren, die tot dicht
bij de kerk werd vernield, terwijl ook het hout-
werk en het dak van het koor en de kapellen
verbrandde. Al de klokken en het uurwerk
smolten, behalve de uurklok, die viel en op
het kerkhof tereeht kwam. Hoewel gloeiende
vonken en brandend hout alom in de stad neer-
kwamen, zoodat de kruitmagazijnen met natte
zeilen moesten bedekt worden, is het mogen
gelukken de brand tot de kerk te bepalen.
In 1665 begon men met den herbouw van den
toren, en de geheele kerkbouw was in 1686
gereed. Voor den tweeden brand (in 1562)
waren er in de kerk vele grafteekenen, o. a.
die van markgraaf Albert van Baden, gesneu-
veld in dienst van Maximiliaan van Oostenrijk
in 1488. De monumenten schijnen bij dien
brand vernield te zijn.
Aan bovenstaande mededeelingen uit de
kroniek van Jacob van Lansberghe, voegt Ds.
De Boer het volgende toe
Toen in 1795 Zeeuwsch-Vlaanderen aan
Frankrijk werd afgestaan, verlieten vele Protes-
tantsche families de stad en vele Katholieke
vestigden er zich, zoodat weldra de Katholieken
de overhand kregen. Een tweede gevolg der
inlijving was dat de tractementen, door de
Bataafsche Republiek aan de drie predikanten
toegekend, werden ingetrokken, terwijl ook de
kerkelijke goederen in dien troebelen tijd
weinig opbrachten. Gelukkig werden al spoedig
twee predikanten naar elders beroepen en
alleen Ds. Leendert Geene bleef. Eerst in
1814, toen Zeeuwsch-Vlaanderen weer bij Neder- r
land kwam, kreeg deze zijn rijkstractement
terug. In 1806 schreef Napoleon een brief aan
kerkeraad en kerkbestuur te Hulst en vroeg
om een deel der kerk, die toch te groot was
voor de verkleinde Protestantsche gemeente, te
willen afstaan aan de R.-Kath. parochie, wipr
kapel te klein was geworden, en eveneens om
de kerkelijke en diaconale goederen tusschen
de twee gezindten te verdeelen. Zulk een ver-
zoek was natuurlijk een bevel en er werd dus
aan voldaan. De Protestanten behielden de
zoogenaamde Preekkerk en de consistoriekamer
met de daaraan grenzende gedeelten van het
vroegere kerkhof, terwijl het overige aan de
Katholieken werd toebedeeld. De drie bogen
onder den toren en de beide zijschepen werden
dichtgemetseld met dubbele muren en opgevuld
met turf, zoodat men elkander wederzijds niet
kon hindereu.
Gelukkig bracht de verdeeling van kerk en
kerkelijke en diaconale goederen geen onaaDge-
name verhouding tusschen Protestanten en
Katholieken teweeg. Men leefde als volgelingen
van een Heiland vriendschappelijk bijeen
en hield voortaan zijn eerediensten onder
hetzelfde dak en bij overeenkomst op dezelfde
uren, terwijl de R.-Kath. gemeente de verplichting
op zich nam tot het laten luiden der klok voor
de bijeenroeping der gemeenten ter godsdienst-
oefeningen. Zoo is het tot dezen dag gebleven.
Ds. De Boer deelt over het Protestantsche
gedeelte van het gebouw nog het volgende mede
Vroeger waren aan den ingang der z.g.
Preekkerk twee zij muren zichtbaar, blijkbaar
bestemd voor een portiek, dat echter nooit
voltooid is. In 1841 zijn ze afgebroken en men
vond toen in het muurwerk in een hollen steen
drie muntstukjes een zilveren Franschen stuiiter
van Lodewijk XII, ter waarde van 4 mijten
Vlaamsch (5 centen), vermoedelijk geslagen
tusschen 1499 en 1515, en twee koperen munten,
blijkbaar van Luxemburg, een waarde hebbend
van twee mijten en geslagen omstreeks 1500.
Waarschijnlijk heeft men het plan tot bouw
van de portiek niet kunnen volvoeren om ver
schillende rampen, die stad en omstreken troffen,
watersnood in 1511, 1528 en 1532, en een op
pest gelijkende ziekte in 1528.
In de Protestantsche kerk is prachtig be-
sneden houtwerk, vooral aan den kansel, en ook
zeer goed Vlaamsch snijwerk aan doophek en
TEH JfElMSCiE COIIBAST.
Olt bind Ye.achyn< fflaandag-, Wvenadag- en l'rijdavavonil, mtlgemnderd op Feeitdagen blj de l'bin» P. J. VAM OK I1IBK, te Aeneen.
Burgemeester en Wethoudera der gemeente TER
NEDZEN maken bekend, dat een afschrift van het
proces-verbaal vermeldende den uitalag der op 7 Juli
1911 gehouden stemming ter verkiezing van vier leden
van den Gemeenteraad, is aangeplakt en voor een ieder
ter Gemeente-secretarie ter inzage ligt.
Ter Neuzen, 7 Juli 1911.
Burgemeester en Wethonders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
A. P. DE VOS, Lo. Secretaris.