Gemengde berichtem.
Het houden van hoenders.
De ramp te Darijs.
Dinsdagmorgen om zeven uur vroeg de
Fransche Minister-president Monis, die nog
altijd niet vernomen had, dat de Minister van
Oorlog te Issy-les-Moulineaux gedood was, hoe
het met Berteaux ging. De heer Roques,
Monis' chef de cabinet, antwoordde //tout est
fini," phet is met hem gedaan." De ontroering
van den Minister-president was zeer hevig.
Terwijl tranen hem in de oogen kwamen, her-
haalde hij verscheidene keeren aclitereen //arme
vriend, arme vriend Maar na eenige oogen-
blikken werd Monis weer zichzelf en hjj zeide
aan Roques wij moeten onshaasten een nieuwen
titularis te benoemen.
door met fijnen smaak, slechten groei, geringe handels-
waarde of anderszins weinig opbrengen, de eigenamr doet
ze niet licht meer uit om ze door betere te vervangen.
00 gebeurt bet nog al dikwijls, dat menige plek gronds
in turn of boomgaard wel met talrijke boomen is beplant,
doch waarvan de opbrengst niet groot is. Men doe dus
eerst eene goede keuze door te onderzoeken, welke vruchten
de meeste handelswaarde hebben, de meest gewilde zijn,
net best m de streek tieren. Van de juiste keuze der
soorten hangt in de toekomst bet geldelijk voordeel
grootendeels af.
Ook bij eigen gebruik is men met de beste vruchtsoort
het voordeeligst af.
Toeh zien velen meestal op tegen eenige uitgaven om
jonge boomen met goede vruchtsoort aan te schaffen.
Vaak gebeurt het, dai zij liever eenige minderwaardige
boomen voor een luttel prijsje aanschaffen dan degelijke
waar voor wat meerder geld. Dat is verkeerd.
Is eenmaal de soort bepaald, dan eische men vrucht-
boomen met gladde stammen, zonder wonden ook niet
met onvolledig vergroeide wondeplekken uit de enting
ovepgebleven met flinke gezonde, niet ingedroogde
wortels en ongerimpelde takjes.
Niet op schrale gronden moeten vruchtboomen geplant
wordenze rekken er een kwijnend leven en leveren
onder de gunstigste omstandigheden nogmaar een schralen
oogst. Ook niet in verloren hoekjeswaar de toevoer
van lucht en licht onvoldoende is of onbeschutteterreinen
geheel open voor Nooder- en Westerwinden. Neen de
vruchtboomen eischen een geschikten, vruchtbaren, goed
iosgemaakten bodejn waarin de wortels zich onbelemmerd
kunnen uitbreiden om het voedsel te vinden noodig tot
het vormen van bout en vooral het voortbrengen van
vruchten. Hoe dieper de grond is losgemaakt en hoe
grooter de losgemaakte ruimte is, waarin het wortelstelsel
des booms zich kan uitbreiden, des te meerdere zekerheid
bestaat, dat de boom welig en vruchtdragend zal groeien.
l)e geschiktste tijd voor het planten is de naherfst, dan
heeft men de meeste zekerheid, dat de jonge boompjes
waanslaan wat men volstrekt niet heeft in het voorjaar.
Boompjes in het najaar geplant zijn altijd ver voor. Waar
de grond zeer nat is en de bodem veel van grond-
water heeft te lijden, daar natuurlijk moet men van de
nood een deugd maken en in het voorjaar planten.
Bij het planten der jonge boomen moeten de wortels
zorgvuldig worden nagezien, waar zij gekneusd zijn moeten
de worteldeelen worden afgesneden, zoodanig dat de snij-
vlakte glad en niet groot zijn. Yerkeerd is het de jonge
boomen in pas gemesten grond te poten, wijl het nadeeligen
invloed uitoefent op de wortelvezels en wortelharen, die er
mede in aanraking komen. Tevens zorge men de wortels
in het plantgat naar alle richtingen uit te spreiden en ze
met lossen fijnen, grond te bedekken. Nauwkeurig heeft
men toe te zien, dat de voet van den stam niet te diep
in den grond komein geen geval dieper dan hij vroeger
heeft gestaan beter is het zelfsvooral wanneer de grond
zeer vochtig is, dat hij niet zoover in den bodem, maar
op een kleine verhevenheid staat.
Onnoodig zou het zijn op te merken, dat de vruchtboomen
goede ruimte moeten hebben met voldoenden toevoer van
licht, lucht en warmte, zonder welke ook zij niet in al
hunnen rijkdom kunnen gedijen, ware het niet, dat er
zoo dikwijls tegen gezondigd wordt.
\eeltijds plant men de jonge boompjes te dicht opeen.
De eerste jaren valt dit wel niet in 't oogdoch later als
de boom een llinke kroon ontwikkelt en zijne takken naar
alle zijden tracht uit te breiden, dan merkt men het
helaas te laat op. Opeengedrongen vruchtboomen
moeten noodzakelijk lijden omdat ze elkaar het noodige
licht en zonnewarmte benemen. Door vakmannen wordt
een onderlinge afstand van 8 tot 10 Meters voor appel-
en pereboomen noodig geacht. Ook keuren zij het af op
plaatsen, waar appel- of pereboomen gestaan hebben weder
soortgelijke boomen te planten, zonder den ondergrond
door nieuwe te vervangen.
Staan de vruchtboomen in bouwland, dan is het ook
niet raadzaam den grond onder de boomen te beplanten.
Zij hebben voor de vruchtvoortbrenging zoo veel voedsel
noodig dat zij eer grond eischen, waarover zij alleen
beschikken kunnen.
t Best is het ze geregeld, liefst jaarlijks te bemesten.
Nu is het vooral goed dien mest ook vloeibaren aan
te brengen niet zoozeer in de onmiddellijke nabijheid van
den stam, maar op een afstand van ongeveer een Meter.
Daardoor komt hij beter en spoediger bij de voornaamste
voedingsorganen.
In het bovenstaande zijn zoowat de hoofdzaken samen
gevat, vvaarop de landbouwer en fruitteler heeft te letten,
wil hij eenige zekerheid hebben, dat hij in eigenlijken en
liguurlijken zin vruchten van zijn arbeid zal plukken.
Doch natuurlijk heeft hij nog met vele andere, niet minder
belangrijke zaken rekening te houden.
Hij heeft bijvoorbeeld te letten op het snoeien; den
boom zoo maar te laten opgroeien zonder door bekwame
hand hem als het ware te leiden, ware handelen als een
vader, die zijn kind in geheel zijn doen en laten geheel
vrij laat,
\erder zij hij op zijne hoede voor rupsen en schadelijke
insecten door de stammen te zuiveren en de nesten te
vernielen. En thans voorloopig genoeg.
Hoe meer men overtuigd wordt, dat de vruchtboomen
een zorgzame hand niet kunnen missen, des te meer
voordeel zal men er van kunnen trekken.
De kippenhouderij is ten onzent meest een bijbedrijf
van den landbouwer en als zoodanig uitgeoefeud lang
niet onvoordeelig. Bij goede huisvesting, zorgvuldige
verpleging, doelmatige voedeiing en zorg voor tijdige
bloedverversching geeft het houden van hoenders. in
verhouding tot de ilaaraan verbonden moeite en uitgave
een vrij belangrijke winst.
wanneer dit aan anderen het leven zou kosten".
//Gij hebt gelijk, miss. Vergeef het mij
//Luister, Donald!" ging Oapitola voort. „Hier
zijn duizend dollars in goud. Het is de prijs,
die op uw hoofd gesteld was en die ik gekregen
heb, omdat men uwe gevangenneming aan mij
te danken heeft. [ndien 't u gelukt, waaraan
ik niet twijtel, te ontsnappen, ga dan naar den
grooten olm achter den molen aan de Duivels-
greppel. Daar zult gij mijn ponny vinden, mijn
braven Gyp. Hij is een goed looper. Zorg
zoodra mogelijk de kust te bereiken en ga van
daar naar een ander land. En nu nog een ver-
zoek, Mac Donald Maak een goed gebruik
van de vrijheid, die u geboden wordt. Voor
iedere misdaad die gij in't vervolg begaat, draag
ik de verantwoordelij kheid. Vaarwel Ik hoor
de wachters Vaarwel, Donald God helpe u."
De bandiet zonk voor Capitola op de knieen
en kuste de zoom van haar kleed. Tranen,
wellicht de eerste in zijn leven, rolden over
zijne wangen en met bevende stem fluisterde
hi] //Miss, gij hebt mij niet alleen het leven,
maar ook mijne ziel gered
Met een stommen groet verliet het meisje nu
de eel van den gevangene.
De bewaker, die geduldig buiten gewacht en
mets gehoord of gezien had, omdat het in de
Zij die gewend zijn aanteekening te houden omtrent
bet bedrijf kunnen het bevestigen en met cijfers aan-
toonen. Zoo keek landbouwer Vooruit dezer dagen
nog eens zijne boekhouding na en liet het oog gaan
over de afdeeling eieropbrengst. Van Paschen tot Au
gustus had hij van 18 stuks kippen 1436 eieren geno-
teerd. Jammer is het, dat niet altoos, of laten wij het
vrij zeggen, maar heel weinig de gewenschte zorg wordt
gedragen, allerminst wat betreft een oordeelkundige
teeltkeus.
Voor verbetering van ons inlandsch hoen door kruising
met andere rassen wordt door velen niets gedaan
hoogstens haalt men voor bloedverversching al eens
een haan bij vrlend of buur, wiens ras al evenzeer is
achteruitgegaan als bet zijne.
Onze boerenkip heeft vele goede eigenschappen ze legt
vrij goed en is tegen koude tamelijk gehard. Als vleesch-
kip heeft ze echter minder groote waardeook is ze
dikwijls broedsch.
Kruising met andere rassen is daarom gewenscht.
Men stelle zich echter niet voor, daardoor het lang
gezochte .wonderhoen'' te verkrijgen, dat alle goede
eigenschappen van leg- en vleeschkip in zich vereenigt
en bovendien gehardheid tegen ons klimaat aan geringe
broedschheid paart.
Wie het boofdzakelijk om de eierproductie te doen is,
wie daarom hoenders wil hebben, welke vele en groote
eieren leggen, ook in den tijd dat deze het duurst zijn
zooals in het najaar en den winter, hij moet daartoe
geen geheel vreemde rassen invoeren, die hier in ons
klimaat dikwijls spoedig hunne goede eigenschappen
verliezen en bij onoordeelkundige behandeling ontaarden.
Beter handelt men door de beste exemplaren van eigen
hoenders, d. w. z. dezulke, waarvan met eenige zekerheid
kan worden verondersteld dat zij geen bloedvan
vreemde rassen in de aderen hebben, te kruisen met
Leghorns, Minorca's of Andalusiers. De beste der ge-
wonnen kuikens, die door lichaamsbouw en later door
het leggen van vele en groote eieren uitmunten, gebruikt
men weder ais materiaal bij de voortgezette teelt.
Over de genoemde rassen voige bier eene korte prak-
tische bespreking.
Leghorns worden ook wel Italianen genoemd. Men
diene ze echter te onderscheiden van de in den handel
voorkomende Italiaansche ieghoenders.
Leghorns behooren n.l. tot een ander ras, waaraan men
ook wel den naam geeft van geperfectioneerde Italianen.
Ze zijn afkomstig uit de Italiaansche stad Livorno
(Engelsch Leghorn), vanwaar een scheepskapitein ze in
1835 medenam naar Amerika. Veredeld werden ze
later weer in Europa ingevoerd.
Als legkip heeft de Leghorn groote waarde. Ze ont
wikkelt zich spoedig, iegt bij goede verzorging reeds op
den leeftijd van 4 a 5 maanden, geeft goede eieren en
is weinig broedsch. Ze is slank en fraai gebouwd.
Jammer dat haar kam in den winter licht bevriest.
De Amerikanen leggen zich in de laatste jaren er veel
op toe rozekammige Leghorns te kweeken oorspronkelijk
is de kam koraalrood,
De Minorca's en de Andalusiers vormen de beide rood-
wangige Spaansche rassen. De laatste zijn waarscbijnlijk
ontstaan door kruising van zwarte en witte Minorca's.
De Minorca's leggen niet zooveel eieren als de boven-
besproken Leghorns, maar zijn toch uitnemende legsters
en sierlijk van bouw. Ze zijn zelden broedsch: de
kuikens ontwikkelen zich snel. Dit ras is mede, niet
zoo schuw ais de Leghorns zijn en daarom voor op-
slititing beter geschikt.
Daar ook de Minorca's gevoelige kammen hebben,
moet men voor kruising iaagkammige boerenkippen
nemen.
De beste broedtijd is AprilMei.
De Andalusiers leggen groote, gladde, sneeuwwitte
eieren, broeden niet en verdragen ook de opsluiting
goed. De kuikens zijn mede in ons klimaat gemakke-
lijk groot te brengen. Ongetwijfeid zijn de Andalusiers
een .bijzonder fijri en mooi ras Door kleurfouten en
misvormen treft men evenwel dikwijls zeer leelijke
exemplaren aan,
Kippenfokkers, die meer de vleeschproductie op het
oog hebben moet kruising worden aanbevolen van
boerenkippen bij zorgvuldige keuze natuurlijk
met Iirakma's, Houdans, Dorkings e.a.
De Brakma Pootra's zijn goede winterlegsters, doch
daar zij vaak zeer broedsch zijn, is de eierprodnctie
met groot. Zij leveren sappig vleesch, zijn groot van
stuk en naar verhouding fijn van beenderen.
De Houdans leggen groote eierenbij vrijen uitloop
vooral. Zij zijn als tafelhoenders zeer geschikt. De
kuikens zijn reeds vroeg slachtrijp.
Ook de Dorkings leveren nitstekend vleesch, vooral
borstvleeschals eierlegsters zijn ze echter van weinig
beteekenis.
Door kruising van Dorkings met Houdans krijgt men
vroegnjpe, sterke tafelhoenders.
Donderdagmiddag is tusschen Naarden en
Bussum ietuand door een automobiel aangereden.
Hij was onmiddellijk dood.
Ongelukken. Op een open terrein
tusschen de Yredenbof- en Lambertusstraat te
Rotterdam, was men Woensdagnamiddag bezig
met bet verpiaatsen van een heistelling. In
beide straten stond een man bij touwen tot de
stelling beboorende. Een wagen met stroo
eel donker en er nog een kleine ruimte tusschen de
gevangenis en de gang was, geleidde Capitola,
na beide deuren weer zorgvuldig gegrendeld te
hebben, naar buiten.
z/Zeg aan den sberilf", beval hem dejonge dame,
eer ze op haar paard sprong, waarbij de knecbt
voor de gevangenis wachtte, //dat het mij gelukt
is, Mac Donald tot betere gedaehten te brengen.
Ze zullen verwonderd zijn", voegde ze er on-
deugend bij, welke eene buitengewone uitwer-
king mijn bezoek heeft gehad."
1 oen Capitola in den zadel zat, reed ze tegen
haar gewoonte stapvoets. Ook buiten het dorp
liet ze het paard slechts stappen, want ze wilde
de krachten van bet arme dier voor Mac Donald
sparen.
Aan den molen gekomen, dien zij den bandiet
aangeduid had, hield ze stil en beval den knecht
naar Tip-Top terug te rijden en daar een rijtuig
te halen, wijl ze te vermoeid was om verder te
rijden.
De jonge neger begreep niets van deze zonder-
linge luim zijner jonge meesteres. Vlug reed
hij naar Tip-Top, dat slechts een kwartier van den
molen verwijderd was, waar zij hem wachten
zou.
Zoodra de knecht weg was, leidde onze amazone
haren Gyp onder den grooten olm, waar zij hem
beladen reed door de Lambertusstraat, en om
hem het voortrijden mogelijk te maken, lichtte
de in die straat staande man bet heistelling-
touw op. Op dat oogenblik riep de heibaas
vhalen". De man die in de Vredenhofstraat
stond, trok aan zijn touw, de heistelling verloor
bet evenwicht en sloeg tegen den grond.
Twee broertjes, C. en J. v. d. B., 6en9jaar
oud, en in de Paulus Potterstraat woonacbtig,
werden door de vallende stelling getroffen en
bleven bewusteloos liggen. Het jongste kind
heeft een schedelbreuk gekregen en is naar het
ziekenbuis vervoerd. Zijn toestand is ernstig.
Het andere kind, dat kwetsuren in den rug
bekwam, is aanvankelijk naar de ouderlijke
woning, maar later ook naar het ziekenhuis
gebracbt, waar een der kinderen is overleden.
Onaangename vergissing. Maandag
werd met trein 455, pakmeester de hoofd-
conducteur K., op de lijn 's BoschNijmegen
een koffer vervoerd, welke te Nijmegen werd
afgegeven. Telegrafisch werd van daar gemeld,
dat bij aankomst verschillende gouden sieraden
en juweelen uit den koffer vermist werden.
Onmiddellijk werd de recherche aan 't werk
gezet en o.a. huiszoeking gedaan bij den hoofd-
conducteur K. Het onderzoek leverde niets
op er werd niets gevonden.
Dinsdag kwam evenwel het telegrafisch bericht,
dat gebleken was, dat het goud en de juweelen
zich niet in den koffer hadden bevonden en men
door tusschenkomst van de recherche veront-
schuldigingen aanbood aan den ten onrechte
verdacbten beambte, den pakmeester.
Is hiermede nu alles afgeloopenmoet de
hoofdconducteur, die onder verdenking van dief-
stal zich het onaangename en steeds pijnlijke
vaD een huiszoeking moest getroosten, hiermede
nu maar tevreden zijn
Ons dunkt, dat althans de afzender van bet
telegram moreel verplicht is persoonlijk zijn
verontscbuldigiugen aan te bieden.
(N. A. Ct.)
Toen de spoorwerker B., wonende te
Burgerveen, in de Haarlemmermeer, des avonds
thuis kwam, was zijn vrouw niet aauwezig.
Het bleek spoedig, dat zij met een commensaal,
ook een spoorarbeider, vertrokken was, zeer
waarsehijnlijk naar Duitschland. Voor haar
vertrek had ze eenig buisraad te geldegeraaakt,
zeker voor bet noodige reisgeld. Van hare
kinderen had ze er 5 achtergelaten en het jongste
meegenomen. Zij schijnt reeds eenigen tijd in
ongeoorloofde verhouding met den commensaal
geleefd te hebben. Naar wij vernemen, heeft
zij voor eenige weken pogingen gedaan, om
haar man 's morgens vroeg in den slaap te
worgen, betgeen deze evenwel kon verijdelen.
(0. H. Ct.)
De heer L. H. van Romunde te Utrecht
deelt in zijn proefscbrift over het voedings-
vraagstuk, waarmede bij den graad van doctor
in de geneeskunde heeft gebaald, het volgende
mede over den leetregel der trappisten
//In een hunner kloosters hier te lande wensch
ik den lezer binnen te leiden om hem een
denkbeeld te geven van het private Wen van
den trappist.
'tis 2 uur in den nacht, als het kapelklokje
luidt, en het uur van opstaan wederom is aan-
gebroken. Na even hun handeu en gezicht te
hebben gewasschec, begeven zich de monniken
zwijgend naar de kapel, waar de godsdienstige
plechtigheden tot ongeveer 6 uur duren. Daarna
ontbijt (rnixt genaamd.) vervolgens arbeid, in
den vorm van bandenarbeid of studietegen
9 uur „tusschentijd" tot 93/i, daarna weder
geestelijke oefeningen in de kapel tot 11 uur,
waarna direkt het middagmaal wordt gebruikt.
Van 12—1 is er middagrust en leggen zich de
kloosterlingen te bed, daarna tusschentijd. Om
2 uur begin van den arbeid tot 4,30, daarna
weer tusschentijd tot 5.15, vervolgens kerkelijke
oefeningen. Om 6 uur avondmaal verder gevolgd
door oefeningen in de kapel, waarna de kloos-
vastbond en afscheid van 't trouwe dier nam.
»Gyp, arm dier", zei ze, we moeten scheiden,
hoe lief je mij ook bent. VaartwelHet geldt hier
een menschenleven en in dat geval isaarzelen zonde.
Toen de knecbt met den wagen kwam, staple
Capitola in.
„En uw paard, miss vroeg de neger.
z/Voor vandaag kan het hier overnachten",
hernam 't meisje. //ledereen kent Gyp, en weet,
dat hij mij behoorthet kan geen gevaar, dat
ik hem hier laat. Morgen kunt ge hem halen.
Ik heb hem laag gebonden, zoodat hij grazen
en ook liggen kan."
Tamelijk laat kwam Capitola in't kasteel aan.
Natuurlijk had haar verwijdering en haar lang
uitblijven opzien gewekt. Op de menigvuldige
vragen der huisgenooten, waar ze geweest was,
antwoordde ze lachend
z/Ik ben zoo dwaas. morgen mijne vrijheid
vrijwillig prijs te geven, daarom wilde ik van
daag nog eens een streek naar mijn manier uit-
halen. Vraag mij nu niet verder, anders is
morgen de pret er af."
Daar men Capitola kende, werd haar niets
meer gevraagd. Voor straf gaf Herbert haar
een zoen.
Terzelfdertijdalsditin Warfieldshousegebeurde.
vergaderde de rest van Mac Donald's bende
terlingen naar de slaapzaal gaan om zich tegen
8 aur gekleed ter ruste te begeven.
z/Ziedaar de dagorde van den trappist, een
dagorde die jaar in, jaar nit blijft.
z/Des winters vervalt de middagrust en gaat
men om 7 uur naar bed.
z/Ook is het nog wel vermeldenswaard dat de
trappisten nooit met elkaar mogen spreken, ook
niet met anderen, tenzij met uitdrukkelijk verlof
van hun overste. Mochten zij op een of andere
wijze elkaars hulp noodig hebben, zoo maken
zij dit elkaar door gebaren duidelijk.
„Den tusschentijd, die zij hebben, brengen zij
door met wandelen in de kloostertuinen en
gangen, met lezen of mediteeren. Voor het
overige kunnen zij dien tijd doorbrengen in
een daarvoor bestemd vertrek, het eenige dat
en dan nog alleen maar bij strenge koude
verwarmd wordt.
z/De trappisten krijgen hun maaltijden in 2
porties in potten opgediend. De eerste bevat
de karnemelksche pap, die elken dag dezelfde
is. Soms erwtensoep, bereid met erwten, soep- 1
groenten, water met zout. De tweede portie i
bevat aardappelen, groenten en een lepel botersaus
op sommige dagen olie in plaats van botersaus.
z/Het voornaamste kenmerk der trappisteu-
voeding is wel, dat deze nooit vleesch of visch
bevat en bij de bereiding van botersaus alleen
van dierlijk vet gebruik wordt gemaakt. Het I
eenige dierlijke voedsel is overigens melk. Bij
ziekte kan dispensatie worden verleend, tot
het gebruik van eiereu, zelfs tot vleeschvoeding.
z/Het gewone menu dat deu monniken dagelijks
wordt voorgezet is
Mixt outbijt.
195 gr. brood.
1/3 L. koffie met melk, in verhouding van s/g
koffie en 1/s melk.
Middagmaal.
Karnemelksche pap.
Aardappelen, groenten, 130 gr. botersaus.
Brood ad libitum.
Fruit.
J/a L. bier of koffie met melk.
Avondmaal.
Bruine boonen (Zaterdagavond rijstepap).
Brood ad libitum.
Olie en azijn.
Kaas of fruit.
1/i L. bier of koffie met melk.
Als verzachting van zijn eerste voorschrift
in zake den leeftijd voor de eerste communie,
heeft de Paus de bisschoppen gemachtigd, den
leeftijd voor de eerste H. communie vast te
stellen overeenkomstig de algemeene levens-
omstandigheden en gebruiken van hun dioces.
Lu Duitschland zou het zeer rnoeiliik zfin tnt
den leeftijd van 7 jaar af te dalen. zooals de
Paus eerst had aanbevolen daar hebben de
bisschoppen eenparig besloten, voor 1912 den
leeftijd op 11 en vanaf 1913 deu leeftijd voor
de eerste communie op 10 jaar te stellen.
Nu het bezoek van den geneesheer bood
Antoine Monis zijn vader verscheidene benoe-
mingen en besluiten, o. a. ook een wet over
de iiegratenis op staatskosten van Berteaux, ter
teekening aan. Opnieuw werd Monis hevig
bewogen en snikken beletten hem gedurende
eenige oogenblikken te spreken. Met tranen
in de oogen herinnerde Monis er aan, dat hij
Zaterdagavond zich nog te zamen met. Berteaux
bevond aan een feestmaal door de vereeniging
van Spoorwegbeambten aangeboden en hoe
levendig Berteaux toen door de Cheminots
werd toegejuicht.
Monis' toestand gaat goed vooruit. Het
bulletin, Dinsdagmorgen door zijn geneesheeren
ge,publiceerd, luidde //Een rustige nacht, geen
complicaties". Des namiddags ontving Monis
Cruppi en Delcasse, die hem over de troebelen
weder in de heksenkeuken van de oude Hat
om tweeerlei redenen vooreerst namelijk om de
oude Hat te begraven, die verleden nacht ge-
storven was, en tweedens om te beslissen of
ze een nieuwen chet zouden kiezen ot de bende
ontbinden, die reeds een tiende eeuw bestaan had.
Nadat ze bet stoffelijk overschot der oude
Hat begraven hadden, volgde een drinkgelag
tot besluit.
Het ontbrak noch aan wijn, noch aan jenever
en eenige rauwe hammen versierden den disch
toch was de stemming der aanwezigen eenigs-
zius gedrukt, want 't was waar, dat deze slechte
menschen het lot van hun opperhoofd zeer ter
harte ging.
(Wordt vervolgd.)