Gemengde berichtem. Het houden van hoenders. De ramp te Darijs. Dinsdagmorgen om zeven uur vroeg de Fransche Minister-president Monis, die nog altijd niet vernomen had, dat de Minister van Oorlog te Issy-les-Moulineaux gedood was, hoe het met Berteaux ging. De heer Roques, Monis' chef de cabinet, antwoordde //tout est fini," phet is met hem gedaan." De ontroering van den Minister-president was zeer hevig. Terwijl tranen hem in de oogen kwamen, her- haalde hij verscheidene keeren aclitereen //arme vriend, arme vriend Maar na eenige oogen- blikken werd Monis weer zichzelf en hjj zeide aan Roques wij moeten onshaasten een nieuwen titularis te benoemen. door met fijnen smaak, slechten groei, geringe handels- waarde of anderszins weinig opbrengen, de eigenamr doet ze niet licht meer uit om ze door betere te vervangen. 00 gebeurt bet nog al dikwijls, dat menige plek gronds in turn of boomgaard wel met talrijke boomen is beplant, doch waarvan de opbrengst niet groot is. Men doe dus eerst eene goede keuze door te onderzoeken, welke vruchten de meeste handelswaarde hebben, de meest gewilde zijn, net best m de streek tieren. Van de juiste keuze der soorten hangt in de toekomst bet geldelijk voordeel grootendeels af. Ook bij eigen gebruik is men met de beste vruchtsoort het voordeeligst af. Toeh zien velen meestal op tegen eenige uitgaven om jonge boomen met goede vruchtsoort aan te schaffen. Vaak gebeurt het, dai zij liever eenige minderwaardige boomen voor een luttel prijsje aanschaffen dan degelijke waar voor wat meerder geld. Dat is verkeerd. Is eenmaal de soort bepaald, dan eische men vrucht- boomen met gladde stammen, zonder wonden ook niet met onvolledig vergroeide wondeplekken uit de enting ovepgebleven met flinke gezonde, niet ingedroogde wortels en ongerimpelde takjes. Niet op schrale gronden moeten vruchtboomen geplant wordenze rekken er een kwijnend leven en leveren onder de gunstigste omstandigheden nogmaar een schralen oogst. Ook niet in verloren hoekjeswaar de toevoer van lucht en licht onvoldoende is of onbeschutteterreinen geheel open voor Nooder- en Westerwinden. Neen de vruchtboomen eischen een geschikten, vruchtbaren, goed iosgemaakten bodejn waarin de wortels zich onbelemmerd kunnen uitbreiden om het voedsel te vinden noodig tot het vormen van bout en vooral het voortbrengen van vruchten. Hoe dieper de grond is losgemaakt en hoe grooter de losgemaakte ruimte is, waarin het wortelstelsel des booms zich kan uitbreiden, des te meerdere zekerheid bestaat, dat de boom welig en vruchtdragend zal groeien. l)e geschiktste tijd voor het planten is de naherfst, dan heeft men de meeste zekerheid, dat de jonge boompjes waanslaan wat men volstrekt niet heeft in het voorjaar. Boompjes in het najaar geplant zijn altijd ver voor. Waar de grond zeer nat is en de bodem veel van grond- water heeft te lijden, daar natuurlijk moet men van de nood een deugd maken en in het voorjaar planten. Bij het planten der jonge boomen moeten de wortels zorgvuldig worden nagezien, waar zij gekneusd zijn moeten de worteldeelen worden afgesneden, zoodanig dat de snij- vlakte glad en niet groot zijn. Yerkeerd is het de jonge boomen in pas gemesten grond te poten, wijl het nadeeligen invloed uitoefent op de wortelvezels en wortelharen, die er mede in aanraking komen. Tevens zorge men de wortels in het plantgat naar alle richtingen uit te spreiden en ze met lossen fijnen, grond te bedekken. Nauwkeurig heeft men toe te zien, dat de voet van den stam niet te diep in den grond komein geen geval dieper dan hij vroeger heeft gestaan beter is het zelfsvooral wanneer de grond zeer vochtig is, dat hij niet zoover in den bodem, maar op een kleine verhevenheid staat. Onnoodig zou het zijn op te merken, dat de vruchtboomen goede ruimte moeten hebben met voldoenden toevoer van licht, lucht en warmte, zonder welke ook zij niet in al hunnen rijkdom kunnen gedijen, ware het niet, dat er zoo dikwijls tegen gezondigd wordt. \eeltijds plant men de jonge boompjes te dicht opeen. De eerste jaren valt dit wel niet in 't oogdoch later als de boom een llinke kroon ontwikkelt en zijne takken naar alle zijden tracht uit te breiden, dan merkt men het helaas te laat op. Opeengedrongen vruchtboomen moeten noodzakelijk lijden omdat ze elkaar het noodige licht en zonnewarmte benemen. Door vakmannen wordt een onderlinge afstand van 8 tot 10 Meters voor appel- en pereboomen noodig geacht. Ook keuren zij het af op plaatsen, waar appel- of pereboomen gestaan hebben weder soortgelijke boomen te planten, zonder den ondergrond door nieuwe te vervangen. Staan de vruchtboomen in bouwland, dan is het ook niet raadzaam den grond onder de boomen te beplanten. Zij hebben voor de vruchtvoortbrenging zoo veel voedsel noodig dat zij eer grond eischen, waarover zij alleen beschikken kunnen. t Best is het ze geregeld, liefst jaarlijks te bemesten. Nu is het vooral goed dien mest ook vloeibaren aan te brengen niet zoozeer in de onmiddellijke nabijheid van den stam, maar op een afstand van ongeveer een Meter. Daardoor komt hij beter en spoediger bij de voornaamste voedingsorganen. In het bovenstaande zijn zoowat de hoofdzaken samen gevat, vvaarop de landbouwer en fruitteler heeft te letten, wil hij eenige zekerheid hebben, dat hij in eigenlijken en liguurlijken zin vruchten van zijn arbeid zal plukken. Doch natuurlijk heeft hij nog met vele andere, niet minder belangrijke zaken rekening te houden. Hij heeft bijvoorbeeld te letten op het snoeien; den boom zoo maar te laten opgroeien zonder door bekwame hand hem als het ware te leiden, ware handelen als een vader, die zijn kind in geheel zijn doen en laten geheel vrij laat, \erder zij hij op zijne hoede voor rupsen en schadelijke insecten door de stammen te zuiveren en de nesten te vernielen. En thans voorloopig genoeg. Hoe meer men overtuigd wordt, dat de vruchtboomen een zorgzame hand niet kunnen missen, des te meer voordeel zal men er van kunnen trekken. De kippenhouderij is ten onzent meest een bijbedrijf van den landbouwer en als zoodanig uitgeoefeud lang niet onvoordeelig. Bij goede huisvesting, zorgvuldige verpleging, doelmatige voedeiing en zorg voor tijdige bloedverversching geeft het houden van hoenders. in verhouding tot de ilaaraan verbonden moeite en uitgave een vrij belangrijke winst. wanneer dit aan anderen het leven zou kosten". //Gij hebt gelijk, miss. Vergeef het mij //Luister, Donald!" ging Oapitola voort. „Hier zijn duizend dollars in goud. Het is de prijs, die op uw hoofd gesteld was en die ik gekregen heb, omdat men uwe gevangenneming aan mij te danken heeft. [ndien 't u gelukt, waaraan ik niet twijtel, te ontsnappen, ga dan naar den grooten olm achter den molen aan de Duivels- greppel. Daar zult gij mijn ponny vinden, mijn braven Gyp. Hij is een goed looper. Zorg zoodra mogelijk de kust te bereiken en ga van daar naar een ander land. En nu nog een ver- zoek, Mac Donald Maak een goed gebruik van de vrijheid, die u geboden wordt. Voor iedere misdaad die gij in't vervolg begaat, draag ik de verantwoordelij kheid. Vaarwel Ik hoor de wachters Vaarwel, Donald God helpe u." De bandiet zonk voor Capitola op de knieen en kuste de zoom van haar kleed. Tranen, wellicht de eerste in zijn leven, rolden over zijne wangen en met bevende stem fluisterde hi] //Miss, gij hebt mij niet alleen het leven, maar ook mijne ziel gered Met een stommen groet verliet het meisje nu de eel van den gevangene. De bewaker, die geduldig buiten gewacht en mets gehoord of gezien had, omdat het in de Zij die gewend zijn aanteekening te houden omtrent bet bedrijf kunnen het bevestigen en met cijfers aan- toonen. Zoo keek landbouwer Vooruit dezer dagen nog eens zijne boekhouding na en liet het oog gaan over de afdeeling eieropbrengst. Van Paschen tot Au gustus had hij van 18 stuks kippen 1436 eieren geno- teerd. Jammer is het, dat niet altoos, of laten wij het vrij zeggen, maar heel weinig de gewenschte zorg wordt gedragen, allerminst wat betreft een oordeelkundige teeltkeus. Voor verbetering van ons inlandsch hoen door kruising met andere rassen wordt door velen niets gedaan hoogstens haalt men voor bloedverversching al eens een haan bij vrlend of buur, wiens ras al evenzeer is achteruitgegaan als bet zijne. Onze boerenkip heeft vele goede eigenschappen ze legt vrij goed en is tegen koude tamelijk gehard. Als vleesch- kip heeft ze echter minder groote waardeook is ze dikwijls broedsch. Kruising met andere rassen is daarom gewenscht. Men stelle zich echter niet voor, daardoor het lang gezochte .wonderhoen'' te verkrijgen, dat alle goede eigenschappen van leg- en vleeschkip in zich vereenigt en bovendien gehardheid tegen ons klimaat aan geringe broedschheid paart. Wie het boofdzakelijk om de eierproductie te doen is, wie daarom hoenders wil hebben, welke vele en groote eieren leggen, ook in den tijd dat deze het duurst zijn zooals in het najaar en den winter, hij moet daartoe geen geheel vreemde rassen invoeren, die hier in ons klimaat dikwijls spoedig hunne goede eigenschappen verliezen en bij onoordeelkundige behandeling ontaarden. Beter handelt men door de beste exemplaren van eigen hoenders, d. w. z. dezulke, waarvan met eenige zekerheid kan worden verondersteld dat zij geen bloedvan vreemde rassen in de aderen hebben, te kruisen met Leghorns, Minorca's of Andalusiers. De beste der ge- wonnen kuikens, die door lichaamsbouw en later door het leggen van vele en groote eieren uitmunten, gebruikt men weder ais materiaal bij de voortgezette teelt. Over de genoemde rassen voige bier eene korte prak- tische bespreking. Leghorns worden ook wel Italianen genoemd. Men diene ze echter te onderscheiden van de in den handel voorkomende Italiaansche ieghoenders. Leghorns behooren n.l. tot een ander ras, waaraan men ook wel den naam geeft van geperfectioneerde Italianen. Ze zijn afkomstig uit de Italiaansche stad Livorno (Engelsch Leghorn), vanwaar een scheepskapitein ze in 1835 medenam naar Amerika. Veredeld werden ze later weer in Europa ingevoerd. Als legkip heeft de Leghorn groote waarde. Ze ont wikkelt zich spoedig, iegt bij goede verzorging reeds op den leeftijd van 4 a 5 maanden, geeft goede eieren en is weinig broedsch. Ze is slank en fraai gebouwd. Jammer dat haar kam in den winter licht bevriest. De Amerikanen leggen zich in de laatste jaren er veel op toe rozekammige Leghorns te kweeken oorspronkelijk is de kam koraalrood, De Minorca's en de Andalusiers vormen de beide rood- wangige Spaansche rassen. De laatste zijn waarscbijnlijk ontstaan door kruising van zwarte en witte Minorca's. De Minorca's leggen niet zooveel eieren als de boven- besproken Leghorns, maar zijn toch uitnemende legsters en sierlijk van bouw. Ze zijn zelden broedsch: de kuikens ontwikkelen zich snel. Dit ras is mede, niet zoo schuw ais de Leghorns zijn en daarom voor op- slititing beter geschikt. Daar ook de Minorca's gevoelige kammen hebben, moet men voor kruising iaagkammige boerenkippen nemen. De beste broedtijd is AprilMei. De Andalusiers leggen groote, gladde, sneeuwwitte eieren, broeden niet en verdragen ook de opsluiting goed. De kuikens zijn mede in ons klimaat gemakke- lijk groot te brengen. Ongetwijfeid zijn de Andalusiers een .bijzonder fijri en mooi ras Door kleurfouten en misvormen treft men evenwel dikwijls zeer leelijke exemplaren aan, Kippenfokkers, die meer de vleeschproductie op het oog hebben moet kruising worden aanbevolen van boerenkippen bij zorgvuldige keuze natuurlijk met Iirakma's, Houdans, Dorkings e.a. De Brakma Pootra's zijn goede winterlegsters, doch daar zij vaak zeer broedsch zijn, is de eierprodnctie met groot. Zij leveren sappig vleesch, zijn groot van stuk en naar verhouding fijn van beenderen. De Houdans leggen groote eierenbij vrijen uitloop vooral. Zij zijn als tafelhoenders zeer geschikt. De kuikens zijn reeds vroeg slachtrijp. Ook de Dorkings leveren nitstekend vleesch, vooral borstvleeschals eierlegsters zijn ze echter van weinig beteekenis. Door kruising van Dorkings met Houdans krijgt men vroegnjpe, sterke tafelhoenders. Donderdagmiddag is tusschen Naarden en Bussum ietuand door een automobiel aangereden. Hij was onmiddellijk dood. Ongelukken. Op een open terrein tusschen de Yredenbof- en Lambertusstraat te Rotterdam, was men Woensdagnamiddag bezig met bet verpiaatsen van een heistelling. In beide straten stond een man bij touwen tot de stelling beboorende. Een wagen met stroo eel donker en er nog een kleine ruimte tusschen de gevangenis en de gang was, geleidde Capitola, na beide deuren weer zorgvuldig gegrendeld te hebben, naar buiten. z/Zeg aan den sberilf", beval hem dejonge dame, eer ze op haar paard sprong, waarbij de knecbt voor de gevangenis wachtte, //dat het mij gelukt is, Mac Donald tot betere gedaehten te brengen. Ze zullen verwonderd zijn", voegde ze er on- deugend bij, welke eene buitengewone uitwer- king mijn bezoek heeft gehad." 1 oen Capitola in den zadel zat, reed ze tegen haar gewoonte stapvoets. Ook buiten het dorp liet ze het paard slechts stappen, want ze wilde de krachten van bet arme dier voor Mac Donald sparen. Aan den molen gekomen, dien zij den bandiet aangeduid had, hield ze stil en beval den knecht naar Tip-Top terug te rijden en daar een rijtuig te halen, wijl ze te vermoeid was om verder te rijden. De jonge neger begreep niets van deze zonder- linge luim zijner jonge meesteres. Vlug reed hij naar Tip-Top, dat slechts een kwartier van den molen verwijderd was, waar zij hem wachten zou. Zoodra de knecht weg was, leidde onze amazone haren Gyp onder den grooten olm, waar zij hem beladen reed door de Lambertusstraat, en om hem het voortrijden mogelijk te maken, lichtte de in die straat staande man bet heistelling- touw op. Op dat oogenblik riep de heibaas vhalen". De man die in de Vredenhofstraat stond, trok aan zijn touw, de heistelling verloor bet evenwicht en sloeg tegen den grond. Twee broertjes, C. en J. v. d. B., 6en9jaar oud, en in de Paulus Potterstraat woonacbtig, werden door de vallende stelling getroffen en bleven bewusteloos liggen. Het jongste kind heeft een schedelbreuk gekregen en is naar het ziekenbuis vervoerd. Zijn toestand is ernstig. Het andere kind, dat kwetsuren in den rug bekwam, is aanvankelijk naar de ouderlijke woning, maar later ook naar het ziekenhuis gebracbt, waar een der kinderen is overleden. Onaangename vergissing. Maandag werd met trein 455, pakmeester de hoofd- conducteur K., op de lijn 's BoschNijmegen een koffer vervoerd, welke te Nijmegen werd afgegeven. Telegrafisch werd van daar gemeld, dat bij aankomst verschillende gouden sieraden en juweelen uit den koffer vermist werden. Onmiddellijk werd de recherche aan 't werk gezet en o.a. huiszoeking gedaan bij den hoofd- conducteur K. Het onderzoek leverde niets op er werd niets gevonden. Dinsdag kwam evenwel het telegrafisch bericht, dat gebleken was, dat het goud en de juweelen zich niet in den koffer hadden bevonden en men door tusschenkomst van de recherche veront- schuldigingen aanbood aan den ten onrechte verdacbten beambte, den pakmeester. Is hiermede nu alles afgeloopenmoet de hoofdconducteur, die onder verdenking van dief- stal zich het onaangename en steeds pijnlijke vaD een huiszoeking moest getroosten, hiermede nu maar tevreden zijn Ons dunkt, dat althans de afzender van bet telegram moreel verplicht is persoonlijk zijn verontscbuldigiugen aan te bieden. (N. A. Ct.) Toen de spoorwerker B., wonende te Burgerveen, in de Haarlemmermeer, des avonds thuis kwam, was zijn vrouw niet aauwezig. Het bleek spoedig, dat zij met een commensaal, ook een spoorarbeider, vertrokken was, zeer waarsehijnlijk naar Duitschland. Voor haar vertrek had ze eenig buisraad te geldegeraaakt, zeker voor bet noodige reisgeld. Van hare kinderen had ze er 5 achtergelaten en het jongste meegenomen. Zij schijnt reeds eenigen tijd in ongeoorloofde verhouding met den commensaal geleefd te hebben. Naar wij vernemen, heeft zij voor eenige weken pogingen gedaan, om haar man 's morgens vroeg in den slaap te worgen, betgeen deze evenwel kon verijdelen. (0. H. Ct.) De heer L. H. van Romunde te Utrecht deelt in zijn proefscbrift over het voedings- vraagstuk, waarmede bij den graad van doctor in de geneeskunde heeft gebaald, het volgende mede over den leetregel der trappisten //In een hunner kloosters hier te lande wensch ik den lezer binnen te leiden om hem een denkbeeld te geven van het private Wen van den trappist. 'tis 2 uur in den nacht, als het kapelklokje luidt, en het uur van opstaan wederom is aan- gebroken. Na even hun handeu en gezicht te hebben gewasschec, begeven zich de monniken zwijgend naar de kapel, waar de godsdienstige plechtigheden tot ongeveer 6 uur duren. Daarna ontbijt (rnixt genaamd.) vervolgens arbeid, in den vorm van bandenarbeid of studietegen 9 uur „tusschentijd" tot 93/i, daarna weder geestelijke oefeningen in de kapel tot 11 uur, waarna direkt het middagmaal wordt gebruikt. Van 12—1 is er middagrust en leggen zich de kloosterlingen te bed, daarna tusschentijd. Om 2 uur begin van den arbeid tot 4,30, daarna weer tusschentijd tot 5.15, vervolgens kerkelijke oefeningen. Om 6 uur avondmaal verder gevolgd door oefeningen in de kapel, waarna de kloos- vastbond en afscheid van 't trouwe dier nam. »Gyp, arm dier", zei ze, we moeten scheiden, hoe lief je mij ook bent. VaartwelHet geldt hier een menschenleven en in dat geval isaarzelen zonde. Toen de knecbt met den wagen kwam, staple Capitola in. „En uw paard, miss vroeg de neger. z/Voor vandaag kan het hier overnachten", hernam 't meisje. //ledereen kent Gyp, en weet, dat hij mij behoorthet kan geen gevaar, dat ik hem hier laat. Morgen kunt ge hem halen. Ik heb hem laag gebonden, zoodat hij grazen en ook liggen kan." Tamelijk laat kwam Capitola in't kasteel aan. Natuurlijk had haar verwijdering en haar lang uitblijven opzien gewekt. Op de menigvuldige vragen der huisgenooten, waar ze geweest was, antwoordde ze lachend z/Ik ben zoo dwaas. morgen mijne vrijheid vrijwillig prijs te geven, daarom wilde ik van daag nog eens een streek naar mijn manier uit- halen. Vraag mij nu niet verder, anders is morgen de pret er af." Daar men Capitola kende, werd haar niets meer gevraagd. Voor straf gaf Herbert haar een zoen. Terzelfdertijdalsditin Warfieldshousegebeurde. vergaderde de rest van Mac Donald's bende terlingen naar de slaapzaal gaan om zich tegen 8 aur gekleed ter ruste te begeven. z/Ziedaar de dagorde van den trappist, een dagorde die jaar in, jaar nit blijft. z/Des winters vervalt de middagrust en gaat men om 7 uur naar bed. z/Ook is het nog wel vermeldenswaard dat de trappisten nooit met elkaar mogen spreken, ook niet met anderen, tenzij met uitdrukkelijk verlof van hun overste. Mochten zij op een of andere wijze elkaars hulp noodig hebben, zoo maken zij dit elkaar door gebaren duidelijk. „Den tusschentijd, die zij hebben, brengen zij door met wandelen in de kloostertuinen en gangen, met lezen of mediteeren. Voor het overige kunnen zij dien tijd doorbrengen in een daarvoor bestemd vertrek, het eenige dat en dan nog alleen maar bij strenge koude verwarmd wordt. z/De trappisten krijgen hun maaltijden in 2 porties in potten opgediend. De eerste bevat de karnemelksche pap, die elken dag dezelfde is. Soms erwtensoep, bereid met erwten, soep- 1 groenten, water met zout. De tweede portie i bevat aardappelen, groenten en een lepel botersaus op sommige dagen olie in plaats van botersaus. z/Het voornaamste kenmerk der trappisteu- voeding is wel, dat deze nooit vleesch of visch bevat en bij de bereiding van botersaus alleen van dierlijk vet gebruik wordt gemaakt. Het I eenige dierlijke voedsel is overigens melk. Bij ziekte kan dispensatie worden verleend, tot het gebruik van eiereu, zelfs tot vleeschvoeding. z/Het gewone menu dat deu monniken dagelijks wordt voorgezet is Mixt outbijt. 195 gr. brood. 1/3 L. koffie met melk, in verhouding van s/g koffie en 1/s melk. Middagmaal. Karnemelksche pap. Aardappelen, groenten, 130 gr. botersaus. Brood ad libitum. Fruit. J/a L. bier of koffie met melk. Avondmaal. Bruine boonen (Zaterdagavond rijstepap). Brood ad libitum. Olie en azijn. Kaas of fruit. 1/i L. bier of koffie met melk. Als verzachting van zijn eerste voorschrift in zake den leeftijd voor de eerste communie, heeft de Paus de bisschoppen gemachtigd, den leeftijd voor de eerste H. communie vast te stellen overeenkomstig de algemeene levens- omstandigheden en gebruiken van hun dioces. Lu Duitschland zou het zeer rnoeiliik zfin tnt den leeftijd van 7 jaar af te dalen. zooals de Paus eerst had aanbevolen daar hebben de bisschoppen eenparig besloten, voor 1912 den leeftijd op 11 en vanaf 1913 deu leeftijd voor de eerste communie op 10 jaar te stellen. Nu het bezoek van den geneesheer bood Antoine Monis zijn vader verscheidene benoe- mingen en besluiten, o. a. ook een wet over de iiegratenis op staatskosten van Berteaux, ter teekening aan. Opnieuw werd Monis hevig bewogen en snikken beletten hem gedurende eenige oogenblikken te spreken. Met tranen in de oogen herinnerde Monis er aan, dat hij Zaterdagavond zich nog te zamen met. Berteaux bevond aan een feestmaal door de vereeniging van Spoorwegbeambten aangeboden en hoe levendig Berteaux toen door de Cheminots werd toegejuicht. Monis' toestand gaat goed vooruit. Het bulletin, Dinsdagmorgen door zijn geneesheeren ge,publiceerd, luidde //Een rustige nacht, geen complicaties". Des namiddags ontving Monis Cruppi en Delcasse, die hem over de troebelen weder in de heksenkeuken van de oude Hat om tweeerlei redenen vooreerst namelijk om de oude Hat te begraven, die verleden nacht ge- storven was, en tweedens om te beslissen of ze een nieuwen chet zouden kiezen ot de bende ontbinden, die reeds een tiende eeuw bestaan had. Nadat ze bet stoffelijk overschot der oude Hat begraven hadden, volgde een drinkgelag tot besluit. Het ontbrak noch aan wijn, noch aan jenever en eenige rauwe hammen versierden den disch toch was de stemming der aanwezigen eenigs- zius gedrukt, want 't was waar, dat deze slechte menschen het lot van hun opperhoofd zeer ter harte ging. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1911 | | pagina 6