A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaaideren.
ovmwnwnrB ia stbkd.
No. 5587.
KIEZERSLIJST.
Donderdag 23 Maart 1911.
51e Jaarganp;.
Binnenland.
FEUILLETON.
ABONNEMENT:
Per Irie inaanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postYoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika f 1,321/s en voor
bet overige Buitenland 1,65. Men abonneert zich bp alle Boekhande-
laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
ADVERTENTIENi
Van 1 tot 4 regels 0,40. Yoor elken regel meer 0,10.
Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prjjs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Telefoon No. 2 5.
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
BBBSTE BLJLZD.
tweede: kamer.
Vergadering van Dinsdag.
Arbeidswet.
De heeren Schaper, Treub, Van Vliet en De
Wijkerslooth hebben eenige amendementen in-
gediend.
Het eerste amendement strekt tot beperking
van de bevoegdheid van districtshoofd tot het
verleenen van vergunningen (tot afwijking van de
bepalingen omtrent arbeidsduur en van jeugdige
personen en vrouwen).
Het tweede amendement beoogt om in het
zesde lid van art. 6 in plaats van ,/bedrijfs-
arbeid" te lezen ,,arbeid".
Dat zesde lid luidt//Jeugdige personen en
vrouwen mogen gedurende de in dit artikel be-
doelde rusttijden niet verblijven op een besloten
plaats, waar alsdan bedrijfsarbeid wordt verricht."
De voorstellers van het amendement achten
de uitdrukking //bedrijfsarbeid" onzeker.
Het derde en laatste amendement strekt om
ten aanzien van de wijze van bekendmaking van
den tekst der gewijzigde wet de tot dusver ge-
bruikelijke wijze van handelen te volgen.
A an de orde zijn heden de artikelen
Bij artikel 1 wat onder arbeid wordt ver-
staan in den zin der wet en de uitzonderingen
licht de heer Hugenholtz een amendement-
Schaper toe, om de veenderijen onder de wet
te doen vallen. In de veenderijen heeft een
verschrikkelijk afjakker-sjsteem plaats. En het
werk is zeer zwaar. Daarbij kornt ook veel
kinderarbeid voor. Zulk werk is voor vrouwen
en jeugdige personen veel te zwaar de kinderen
komen daarbij te kort aan nachtrustde ge-
zondheid der gehuwde vrouwen lijdt er onder.
Spr. bestrijdt vervolgens de bezwaren, tegen
z/De schande," fluisterde hij, „dit kwelt mij
nog meer dan de gedachte aan den dood. Arme
moeder zuchtte hij, ,en Clara Clara, mijne
schoone bruid. Beiden zullen voortaan mijn
naam niet meer zonder blozen uitspreken, zonder
zich over mij te schamen
//T raverse, hoe kuut ge uwe goede moeder en
Clara zoo verkeerd beoordeelen," viel Herbert
zjjn vriend in de rede. „Zij zouden over u
blozen en zich uwer schamen, omdat je het
oiler werd van een ellendeling? Neen, neen, ze
zullen u beweenen, maar nooit over je blozen.
Irouwens, 't zal zoover niet komen.
Er bestaat nog gerechtigheid onder de zon
men zal inzien, dat gij bezweekt tengevolge
van overspanning en dan mag kapitein Lenoir
zich in acht nemen. De generaal heeft mij ver-
zekerd, dat hij strenge verantwoording van hem
zal eischen".
z/Ge weet, Herbert", ging Traverse voort,
"h°e van begin af vanwege den kapitein alles
weid in t werk gesteld om mij tot wanhoop
zijn amendement geopperd, hoofdzakelijk hierop
neerkomende, dat deze zaak afzonderlijk zou.
dienen te worden geregeld.
De heer Rosssingh bestrijdt het amendement,
omdat de bescherming van den veenarbeid niet
diende opgenomen in deze wet, maar in een
regeling van het landbouwbedrijf. Spr. betoogt,
dat de vrouwen- en kinderarbeid in de veenen
door het amendement toch niet zal worden
beperkt.
Spr. vraagt den Minister, mede te deelen op
welke argumenten hij van opvatting veranderd
is ten aanzien der veranderingen, welke hij
thans wel in de wet wil opnemen. Een af-
zonderlijke regeling der veenderijen is gewenscht,
en daarbij dient een verbod van kinderarbeid
opgenomen.
Door aanneming van het amendement om
bet verbod van kinderarbeid uit te breiden, zal
veel meer bereikt worden dan door opneming
der veenderij in de wet.
De heer Lieftinck sluit zich volkomen bij
dit betoog aan, er op wijzeud dat men in de
veenderij, evenals in den landbouw, soms hard
moet werken, en dan weder weken lang niets
kan uitvoeren, al naar gelang van het weer.
Ook de heer Pollema geeft den Minister in
overweging, bet amendement niet over te nemen,
maar met een afzonderlijke regeling te komen.
De Minister van Landbouw zet vervolgens
uiteen, dat hij de uitzondering voor de veenderij
niet kan handhaven, omdat hij niet kan aantoonen
dat die uitzondering noodzakeljjk is. Het tegen-
deel is hem gebleken door een enquete van den
directeur-generaal van den Arbeid in de veen-
streken. De Kamer kan gerust de veenderijen
in de wet opnemenimmers de grenzen der
Arbeidswet zijn voor de regeling van den veen
arbeid niet te nauw.
Na replieken neemt de Minister het amende
ment over. Een daarop ingediend amendement-
Liettinck om de oude redactie weder te herstellen
werd verworpen met 39 tegen 19 stemmen, en
artikel 1 goedgekeurd. De veenderij is dus in
de wet opgenomen.
Een amendement-Schaper c.s. op artikel 2bis
strekkende om de bescherming der jeugdige
personen van 17 op 18 jaar uit te breiden,
wordt toegelicht door den heer Duys, met een
beroep op het ontwerp-Arbeidswet van Minister
Ruys van Beerenbroek, en op het buitenland,
alsmede op het oordeel der vakorganisaties.
De technische mogelijkheid om den leeftjjd op
18 jaar te brengen, staat absoluut vast.
De Minister ontraadt het amendement, omdat
men in deze materie geleidelijk en behoedzaam
moet te werk gaan.
De heer Aalberse wenscht, liever dan in dit
artikel met een sprong den beschermden leeftijd
van 16 op 18 jaar te brengen, de Kroon de
en vertwijfeling te brengen hoe hij en zijn
werktuig, mijn eigen officier, mij beleedigden
om eene beleediging van mijn kant uit te
lokken."
//Traverse, ik begrijp je wel, liever hadt ge
de straf verdiend door den kapitein te belee-
digen, dan door op uw post te slapen. Doch
in t eerste geval waart ge onredbaar verloren,
terwijl er nu nog hoop bestaat. Dat ge die
beleedigingen geduldig gedragen hebt, wordt
zeker in aanmerking genomen. Vertel mij nu
eens breedvoerig uwe lotgevallen der vpf laatste
dagen. Ik behoef je natuurlijk niet te zeggen,
dat ik uwe verdediging op mij zal nemen en
dat ik daarvoor alles nauwkeurig weten moet."
z/Goede, edele vriendfluisterde Traverse
met een dankbaren blik. „ik vrees, dat ge te
vergeefs moeite zult doen. Doch weten moet
ge alles, opdat ge mij zult kunnen verdedigen
bij mijne moeder en Clara. Luister dus."
Traverse droogde zijne tranen en begon alles
te verhalen, wat hij sedert Zondag had moeten
doen.
Op wacht, patrouille maken, ordonnaricedienst,
dat alles volgde elkaar op. In vijf dagen had
hij geen zes uur geslapen. Dat hij bezwijken
moest, was te voorzien, 't was nog een wonder,
dat hij niet eerder uitgeput was. //Groote God
J bevoegdheid te geven, personen beneden de 18
jaar van bepaalde werkzaamheden uit te sluiten.
Hij dient een amendement daartoe in op ar
tikel V.
De Minister verklaart, daartegen minder be-
zwaar te hebben, omdat het zich aanpast bij
de wet.
De heer Goeman Borgesius verklaart zijner-
zijds, met voile overtuiging te zullen stemmen
voor het amendement-Duys, aangezien men vol-
strekt niet minder jeugdige personen in dienst
zal nemen, indien zij ook na hun 17e jaar be-
schermd blijven.
Na repliek van den Minister, maakt de heer
Van Idsinga een opmerking van redactioneelen
aard.
Het amendement-Schaper (om den bescherm
den leeftijd van 17 op 18 jaar te brengen)
wordt daarop verworpen met 42 tegen 30
stemmenhet amendement Aalberse om de be
voegdheid hiertoe voor bepaalden arbeid aan
de Kroon te geven, wordt zonder stemming
aangenomen.
Bij art. 3 (arbeidsverbod voor een kind be
neden 13 jaar of nog leerplichtig kind) ver-
dedigt de heer Ter Laan een amendement om
het arbeidsverbod te brengen op 14 jaar, vooral
in het belang der lichamelijke, geestelijke en
Zfdelijke ontwikkeling van het kind.
Kinderarbeid bevordert lage loonen. Verbod
daarvan tot het 14e jaar is in het belang van
het voortgezet onderwijs. Desnoods geve men
den ouders het door bun kinderen gedorven
loon als schadeloosstelling.
TER NEUZEN, 22 Maart 1911.
In de gisterenavond gehouden vergadering
van de vOranje-vereeniging" alhier, bleek dat
er over het afgeloopen jaar een tekort was van
ruim 6.
De heer M. de Bruijne, die aan de beurt
van aftreding was als bestuurslid, verzocht
wegens zijn aanstaand vertrek naar elders niet
meer in aanmerking te komen. In diens plaats
werd benoemd de heer C. N. van Dijke.
Besloten werd om een propaganda-avond te
houden bij gelegenheid van den jaardag van
H. M. de Koningin, tot het aanwerven van leden.
Heden werd alhier in het //Hotel Centraal"
door den notaris J. A. Dregmans, ten verzoeke
van Corns, van de Wege geveild een woonhuis
en erf, te Ter Neuzen, Baandijk, groot 82
centiaren.
Het geveilde werd opgehouden op f 300.
Gisteren slaagde te 's Gravenhage voor
het examen in de nuttige handwerken o.m. mej.
J. S. Nijssen van Sluiskil.
riep Herbert, toen zijn jonge vriend geeindigd
had. //Welk een tyrannieWelk een onge-
hoorde willekeur
//Mijn vriend", ging Traverse voort, ffvaak
leed ik honger en dorst, koude en hitte, maar
niets is zoo erg als dat men niet kan slapen.
Dit is eene kwelling, waarvan men krankzinnig
zou kunnen worden."
„Ik geloof je, arme Traverse, maar vertel
verder, hebben ze je werkelijk slapend gevonden
Moest men aan u schudden, eer je wakker werd,
zooals Zuten zei
H Ja, zoo was het. Ik had razende hoofdpijn,
het bloed schoot mij naar het hoofd, mijn hart
klopte hoorbaar en toen werd ik op post ge-
bracht. Nauwelijks stond ik er tien minuten of ik
kreeg een gevoel alsof ik moest sterven. Ik kneep
mij in de armen om wakker te blijven, ik liep
als iemand die dronken is. Eindelijk ontviel
mij het geweer ik wilde het oprapen, doch nu
zonk ik zelf neer en sloot de oogen. Hoelang
ik gelegen heb, weet ik niet. Plotseling werd
ik hevig vastgegrepen, ik meende den kapitein
voor mij te zien met nog andere officieren, die
druk samen spraken, doch ik verstond niets.
Als een automaat werd ik hierheen gevoerd.
waar ik weer insliep en door akelige droomen
gekweld werd, tot dat ik u hier bjj mij vond."
De heer Mr. B. J. H. van Blaricum is
Maandag als kantonrechter te Hulstgeiustalleerd.
Te Hengstdijk werd Zondagavond circa
half elf de vrouw van C. van B., wier man
niet thuis was, gewekt door leven aan het
winkelraam.
Toen zij den winkel binnentrad zag ze juist
eene hand terugtrekken door de ruit, waaruit
een stuk was gesneden. Eenige winkelwaren,
voor het raam uitgestald, waren verdwenen.
Met een politiehond is een onderzoek ingesteld
naar den brutalen dief, doch nog zonder gevolg.
De woning ligt aan den hoofdweg van het dorp.
De gezondheidstoestand van Mr. P. C. J.
Hennequin te Aardenburg, oud-lid der Tweede
Kamer en oud-lid der Staten van Zeeland, is
van dien aard, dat hij zijn kamer niet meer kan
verlaten. Als gevolg hiervan zal de heer Hen
nequin de weinige openbare betrekkingen, die
hij thans nog bekleed, neerleggen.
Tot deskundigen bij de in April en Mei
a.s. te houden acte-examens lager onderwijs te
Middelburg, zijn benoemd
voor lezen en Nederlandsche taal, de heeren
M. M. Blankert en W. H. Hasselbach te Mid
delburg, C. de Kok te Oosterland en P. Lands
man te Vlissingen
voor rekenen, de heeren H. Jongepier en R.
van der Welle te Middelburg;
voor teekenen en schrijven, de heeren H. R.
Karstel te Zuiddorpe en J. Vreeken te Middel
burg
voor aardrijkskunde, de heeren H. Boogaards
te Kerkwerve en H. Koelmans te Ter Neuzen;
voor geschiedenis, de heeren P. van der Have
te Zierikzee en A. Kok te Zaamslag
voor kennis der natuur, de heeren S. de Graaf
te Zierikzee, F. Mays te Wilhelminadorp, J.
de Meyer te Schoondijke en A. de Smidt te
Middelburg
7oor onderwijs en opvoeding, de heeren J. G.
Nijk te Middelburg en J. E. van der Slikke te
Vlissingen
voor zang, de heeren A. Lijsen te Middelburg
en A. F. Wisse te Breskens
voor vrije en ordeoefeningen der gymnastiek,
mejufirouw A. S. Beugel en W. de Graaf te
Middelburgen
voor nuttige handwerken, de dames M. J. de
Haan te Middelburg en W. P. Bal te Tholen.
Zaamslag. Dinsdagavond bracht het muziek-
gezelschap „De Volbarding" een serenade aan
den nieuw benoemden burgemeester den heer
Job. de Feijter. Door den voorzitter werden na-
mens de werkende- en bestuursleden hartelijke
woorden van gelukwensch gesproken en zeide
de heer De Feijter het zeer op prijs te stellen
dat deze ovatie hem werd gebracht waarna hij
den wensch uitsprak dat de vereeniging steeds
moge bloeien en ook hij daartoe steeds het
zijne zal bijdragen.
Het prachtige weer bracht er veel toe bij
z/Ja, ja", fluisterde Herbert, //hun plan was
sluw overlegd en nu verheugen zij zich onge-
twijfeld over den goeden uitslag, doch houd
moed, Traverse Ze kunnen nog geen victorie
kraaien, we moeten de hoop nog niet opgeven,
je bent nog te redden
z/Hoe zou ik zoo iets durven hopen, Herbert
Ik weet dat de krijgsraad geen genade kent, de
soldaat moet onbepaald gehoorzamen en wanneer
hij daartoe te zwak is en op zijn post inslaapt.
volgt een onteerende doodstraf, die zijne nage-
dachtenis nog brandmerkt. O, moeder
O, Clara waarom sneuvelde ik niet bij Veracruz V
Waarom ben ik aan dat moorddadig gevecht
ontsnapt Alleen om schande over u te brengen."
m Wanhoop niet", vermaande de majoor. //Uw
toestand is zoo hachelijk niet als gij u voorstelt.
Men zal op de omstandigheden letten, Traverse,
dat is zeker. Gij zult rechtvaardige rechters
vinden en al kwara 't tot het uiterste, dan zal
de generaal uw vonnis niet bekrachtigen."
(Wordt vervolgd).
TER \E(7<E.\N('HE (MEANT.
■Bit tilwil vemchljnt W ueuailag. en Vrljdamavoinl. ■ilgeiondrrd op r<.«atdni(en. by de Klrint. I". A. MM 1»K RAIBE te Tee STeuxen.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter kennis, dat van 23 Maart tot en met 21
April aanstaande op de secretarie voor een ieder ter
inzage zijn nedergelegd
a. de lijst van Kiezers van leden der Tweede
Kumer van de Staten-Generaal, van de Provin
cial Staten en van den Raad
b. alphalietische lijsten van hen, die van de kiezers-
lijst zijn AFGEVOERD en ran hen die daarop
zijn GEBRACHT
alsmede, dat die lijsten, tegen betaling der
kosten verkrijgbaar zijn.
Ter Neuzen, 22 Maart 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.