Gemengde berichten.
Handelsberichten.
Wanneer iemand drie jaren geleden ver-
teld zou hebben, dat het mogeljjk was, genoeg
petroleum in een vestjeszak te dragen om van
Louden naar Brighton of van Berlijn naar
Brandenburg te automobielen, dan zou men
hem hebben uitgelachen en teen de Daily
Express" in November j.l. meedeelde, dat het
gemakkelijk was, petroleum als vaste stof te
vervaardigen, werd ook deze mededeeling zelfs
door wetenschappelijke bladen nog belachelijk
genoemd. Toch is 't waar men is er in ge-
slaagd, vaste petroleum te vervaardigen. De
uitvinding, zegt de „Erankf. Ztg." maakt het
mogelijk, met eeu auto 2000 KM. af te leggen
zonder stoppen, terwijl de petroleumvoorraad
in een pak wordt meegenomen.
Een partij schaak, die 37 uren duurde
werd te Weenen gespeeld tusschen de schaak-
meesters graaf Orsini en Tennenbauw. Zij be
gonnen Zaterdagmiddag en speelden voort tot
Maandagmorgen 4 uur. Slechts Zondagavond
om 7 uur namen zij een uur rust. Zelfs de honger
werd door hun hartstocht voor het spel tot
zwijgen gebracht, want zij gebruikten al dien
tijd niets dan eenige koppen koffie. Voort-
durend hadden zij belangstellende kijkers en
toen, na circa 1500 zetten, Tennenbauw zijn
tegenpartij mat zette, werd hem een geestdriftige
ovatie gebracht.
Een Engelsche marine-officier heeft een
methode uitgedacht, waardoor de kommandant
van een schip, veilig gezeten in zijn gepantserde
verblijfplaats, zelf de kanonnen kan richten en
afvuren. t Eenige, dat er voor de kanonniers
te doen overblijft, is 't laden.
Als men dat nu ook nog draadloos kan doen,
dan kan tenslotte de oorlog worden gcvoerd
door schepen zonder benianning, beshmrd door
den generalen staf uit zijn kantoor aan d>-n wal.
Te New-York stierf op hoogen lee ftijd
een lersch landbouwer. die lezen nock schiijven
kon. Hij liet een erfenis van een millioen
dollar na In 1S60 kwam hij in Amerika, en
kocht een boerderij, welke hij later voor 300,000
dollar kon verkoopen.
Hulst, 13 Maart 1911.
De heer DrostHet voorstel strekt ook om slechts
tot de oprichting over te gaan indien het Rijk de subsidie
verleent; eer met den bouw en de inrichting wordt
begonnen zullen we bet dus zwart op wit hebben.
Krijgen we bet niet dan vervalt vanzelf het voornemen.
De heer Lensen merkt op dat het aan het spreken
van den heer Van de Ree leek alsof hij voor een ge-
meentelijke H. B. S. zou zijn, indien men van de rijks-
subsidie verzekerd was.
De heer Van de Ree wijst er op dat men het eerste
deel van zijn betoog, het principieele, in het oog moet
houdende heer Lensen haalt het laatste aan, het
financieele; dat is ook wel een bezwaar, maar het eerste
is toch de hoofdzaak.
Hij zou het beter achten, eerst eens af te wachten
hoe de pogingen van particuliere zijde zullen uitloopen.
Die bijzondere school zou ook van gemeentewege met
eene subsidie van een paar duizend gulden kunnen
worden gesteund, als men denkt er dat dan toch voor
te kunnen uitgevendes te gemakkelijker zal het
comitd voor eene bijzondere H. B. S. kunnen slagen, als
ze zoodanigen steun kreeg.
De heer Wieland wijst er op dat, waar al herhaaldelijk
is gezegd dat het eerste hesluit met algemeene stemmen
is genomen, hij in die vergadering niet is tegenwoordig
geweest en hij dus aan het nemen van dat voorstel in
het geheel niet hceft medegewerkt. Hij is er heelemaal
niet bij en wil er ook niet aan medewerken. Hij ziet
maar op die 101 reclames tegen den hoofdelijken omslag,
waaronder er zijn die geen daglicht mogen zien. Als
het lage aanslagen betreft kail hij aannemen dat het de
menschen bezwaart als ze wat te hoog zijngezet, maar
als het menschen betreft met een drie a vier duizend
fulden inkomen, dan begiijpt spreker niet hoe die lieden
unnen reclameeren als ze misschien eens een 100
hooger zijn aangeslagen dan werkelijk zou behooren.
Wat verwachtingen heeft men met zulke cijfers en ge-
vallen voor oogen van de menschen die de belastingen
moeten opbrengen waaruit de kosten voor die school
uit moeten bestreden worden Die feiten spreken toch
Of, vraagt hij, hebben jullie daar geen erg in
De heer Visser: De Raad weet toch zeer goed dat
er bij die reclames veel ongewettigde zijn, men kan
daar niet op aan; er zijn menschen die uit gewoonte
reclameeren en er zijn weer anderen die reclameeren
uit vrees hooger te zullen gezet worden als ze met
reclameeren. En wat de draagkraclit der ingezetenen
betreft, het is toch bekend dat zonder verhooging van
het percentage, dit heel wat extra kon worden afgelost.
De heer Wieland merkt op dat dit geen kunst is,
wanneer het percentage van de helling wordt verhoogd,
dat moet men dan om de kosten eener H. B. S. te be-
strijden ook weer maar doen, dan loopt het zoo niet
in het oog. Overigens heeft spreker tegen die methode
van aanslaan geen bezwaar; hij heeft het ook reeds
meermalen gezegd, dat de menschen er geen bezwaar
tegen hebben dat hun aanslag wat hooger is, als bun
inkomen maar niet hooger geschat wordt.
Naur aanleiding van opmerkingen dat het percentage
van den hoofdelijken omslag niet verhoogd is zegt de
heer Wieland dat het hem voor den gecst staat dat het
tarief in de laatste jaren al tweemaal gewijzigd en
verhoogd is.
De heer Visser meent dat dit niet het geval is.
De heer Scheele weet er van dat het eenmaul geheel
gewijzigd is.
De voorzitter wijst er op dat het percentage alleen
voor de hoogste aanslagen is veranderd en dat het niet
hooger gaat dan 4 44 procent.
De heer Wieland heeft daar tegen geen bezwaar,
maar meende er op te moeten wijzen, naar aanleiding
van hetgeen bier in het midden werd gebracht, dat
het percentage*al eens verhoogd is.
De Voorzitter verklaart heelemaal tegen uitstel eener
beslissiDg te zijn, omdat van uitstel afstel zou kunnen
komen. Er is bepaald haast bij het nemen eener be-
8lissing, daar de inspeeteur van het Middeibaar Onder-
wijs Maandag a.s. in deze streek komt en, als het
voorstel wordt jaangenomen, voornemens is Dinsdag
hier te komen om verder over de zaak te spreken. Er
is nu een kans op het verkrijgen eener groote subsidie,
die later niet meer bestaat en dan kan er ook geen
sprake meer zijn van het oprichten eener gemeentelijke
H. B. S., daar de kosten dan voor de gemeente te hoog
zouden worden en zeer moeilijk te betalen zouden zijn.
Vele ingezetenen zullen van het oprichten eener H. B. S.
voordeel genieten, door de werkzaamheden die deze
inrichting tengevoige zal hebben op een of andere wijze.
De neringdoenden zullen er van profiteeren, het personeel,
de leeraren, moeter. wonen, er zullen jongelui die school-
gaan een kosthuis noodig hebben, zoodat er op ver-
schillende wijze voordeelen van terug komen.
Daarbij moet men toch steeds niet uit het oog verliezen,
dat de tijd niet ver af kan zijn dat de gemeente tot het
oprichten eener H. B.S. gedwongen kan worden en dan
geheel en al de kosten moet dragen, terwijl men emu
met eene verhooging van den hoofdelijken omslag vud
124 pCt. kan komen.
De heer Van de Ree: Dat zal wel 20procent worden.
De Voorzitter: U kunt evengoed zeggen 25.
De heer DrostOf 100.
De Voorzitter betoogt dat men in aanmerking moet
nemen dat de voordeelen van zoodanige inrichting alge-
meen zijn. Dat de gemeentefinancien van Goes en
Zierikzee daardoor vroeger zoo gedrukt zouden geworden
zijn, daarvan is hem niets bekend. In elk geval profi-
teerde daarvan heel de omgeving van die gemeenten en
dat heeft het Rijk ook ingezien, door die scholen tot
zich te nemen.
Van het uitstellen eener beslissing kan naar spreker
meent op dit oogenblik geen sprake zijnindien de
Raad hier eene H. B. S. wenscht, moet thans het hesluit
daarvoor worden genomen.
De heer Van de Ree is van meening dat er, met de
gegevens waarover de Raad nu kan beschikken, geen
besluit kan genomen worden; die gegevens zijn onvol-
doende en als men nu toch tot het nemen van een
besluit Overgaat zegt hij wordt er comedie ge-
speeld. Al de cijfers die genoemd zijn berusten op een
misschien.
De Voorzitter: Noem u dan andere cijfers.
De heer Van de Ree verklaart dat niet te kunnen
maar wijst er toch nogmaals op dat het vorige jaar
omtrent de H. B. S. te Vlissingen heel andere cijfers
werden genoemd
De Voorzitter wijst er op dat de in de raming genoemde
cijfers, wat het oprichten en inrichten van de school
betreft, vrijwel vaststaan en ook goed te ramen zijn.
Het eenige cijfer waar men een slag in moet slaan is
de opbrengst van het schoolgeld en dat bedrag is ge-
raamfl op 2400. Het salaris van de leeraren is ge-
raamd op 12,000 en dan moet geen vergelijking
gemaakt worden met het van Vlissingen genoemde
cijfer van 28,000, want daarin zijn alle salarissen
besrepen, voor andere inrichtingen. Het bedrag van
het salaris dat daar betaald wordt voor de lessen aan
de H. B. S. bedraagt 12,240.
Het bouwen der school heeft daar gekost ruim
43 000, welk bedrag over 2 jaren werd verdeeld, omdat
een gebouw moest veranderd worden.
De overige ui'gaven voor onderhoud, verlichting, ver-
warming. schoonhouden enz. berusten op de ervaring
in de praktijk opgedaan. J
De heer Visser vraagt den heer Van de Ree wie naar
zijue meening comedie spelen.
De heer Drost: Het comite!(?)
De heer Visser. Dan is het nog erger, om zulk een
beschuldiging uit te spreken want die heeren kunnen
iich hier niet verdedigen.
De heer Van de Ree verklaart geen genoegen te
kunnen nemen met de uitgesproken misschiens en
laarop in een zoo gewichtige zaak als deze geen besluit
te kunnen nemen. Zoo aangaande de subsidie, eerst
als het zwart op wit staat dat de Minister die geven
zal, kan hij het aannemen.
De heer DrostDan redeneert u verkeerd, en daarop
is al meer gewezon, want er wordt niet met de stichting
doorgegaan, indien de subsidie van minstens 10.000
niet verleend wordl, dat gebeurt dus in geen geval
voor het gemeentebestuur dat zwart op wit heeft. En
wanneer u dat niet begrijpen wilt, dan vervalt u zelf in
comediespel, wat trouwens een groot woord is, dat
niets beteekent.
De heer Van de Ree: En als de Minister dat bedrag
geeft, zal de gemeente dat dan ook na de nieuwe regeling
van de subsidieering van het Hooger Onderwiis bliiven
houden
De heer Drost: We dienen d^iaromtrent af te wachten
wat de Minister ons antwoorden zal.
De heer Van de Ree: Het is gevaarlijk, want het
zou toch nog al vreernd zijn dat de Minister juist alleen
aan Ter Neuzen zoo'n hooge subsidie zou willen toestaan.
De heer Drost Er werd onlangs in de courant ge-
schreven dat het wel leek alsof Ter Neuzen sliep, en
ik geloof dat, als we nu niet deze gelegenheid aangrijpen
om alhier eene H. B. S. te krijgen, we de slaapmuts
wel geheel over de*ooren kunnenitrekken.
De heer Wieland is het daarmede niet eens.
De heer Drost: Dat dacht ik wel.
De heer Wieland: Het is voor mij gelijk aan een
vergiftkast.
De heer Moggr6 Ik zie er in eene opkomst voor de
plaats.
De heer Wieland Ik zou er niet tegen zijn als de
toestanden anders waren, maar ik zie maar op die
101 reclamanten.
l)e Voorzitter wil nog eens even een voorbeeld aan-
halen, wat het gevestigd hebben van zoodanige inrichting
voor de gemeente beteekent. De heer Wieland zal wel
even als de andere leden dezer dagen in de courant
gelezen hebben dat de zetel van het landweer district
van Ter Neuzen naar Vlissingen is overgebracht. Weet
men nu wat daarvan de oorzaak is? Alleen de om-
standigheid dat hier of in de omgeving geen inrichting
voor middeibaar onderwijs is gevestigd en dat daarom
geen commandant geneigd bevonden werd hier te
komen wonen. Spreker zegt dit nu niet omdat hij
dat inwonen van zoo'n commandant van beteekenis
acht en het opkomen van de landweer zal nog wel
hier geschieden, maar het is toch teekenend. Ambte-
naren met kinderen die middeibaar onderwijs noodig
hebben trachten steeds ten spoedigste hier uit de om
geving weg te komen. Als de gemeente eenmaal zoo'n
inrichting bezit is integendeel de mogelijkheid niet
uitgesloten dat zich hier personen vestigen, in plaats
dat ze, zooals nu geschiedt, weggaan. Spreker weet
nog een geval van een persoon die naar een andere
streek ging wonen maar te kennen gaf dat hij zich
alhier zou gevestigd hebben als er een II. B S. was geweest.
Zoo zullen er wel meerdere gevallen zijn. Spreker
kan den Raad daarom niet genoeg aanbeveten, zorgt
dat er alhier een H. B. S. komt.
De heer De Bruijne aarzelt niet te erkennen dat het
in de gemeente gevestigd hebben van zoodanige school
voor velen voordeelig is, maar zou toch nog eens wil
len afwachten of het comite voor de bijzondere H. B. S.
niet kan slagen; er bestaat dun alle kans dat de door
haar te stichten school ook hier zou gebouwd worden,
zoodat de gemeente dan daarvan toch de voordeelen
zou genieten, zonder er uitgaven voor te moeten doen.
De Voorzitter: Behalve dat men, zooals uit het zoo-
even door den heer Van de Ree gesprokene valt af te
leiden dat men voornemens is van de gemeente subsidie
te vragen. De heer Van de Ree sprak zelfs wel van
2000.
De heer Visser: En dan zouden we zelf nog niets
over de school te zeggen hebben.
De heer Van de Ree: Dat de Raad zeggenschap
heeft over eene gemeentelijke H. B. S. is juist eeu argu
ment om daartegen te zijn, dat komt juist voort uithet
beginsel. Wanneer de school door eene vereeniging
wordt opgericht hebben degenen die er belang in stei-
len, die er aan meebetalen, ook medezeggenschap en
dat is veel beter dan bij eene gemeentelijke instelling,
waar alleen de Raad, een beperkt aantai personen dus,
recht van medespreken heeft.
Ik vind het nogal kras om dezen last op de schouders
van alle belastingbetalende ingezetenen te ieggen, terwijl
maar zeer weinigen er van zullen kunnen genieten.
Wordt de school duor particulieren gebouwd dan betalen
zij die er gebruik van maken of die er belang in stellen.
De Voorzitter wil er nog de aandacht op vestigen,
dat de heer Van de Ree de vrees heeft uitgesproken
dat de aan die H. B. S. te benoemen leeraren hier een
gevaarlijke strooming in onze plaats en omgeving zouden
verwekken, in verband met de richting die de leeraren
zijn toegedaan. Daarmede werd zeker bedoeld dat er
leeraren aan die school zouden komen, die de sociaal-
democratische ideeen aanhangen. Maar dat heeft de
Raad zelf in handenspreker gelooft niet dat een der
raadsleden verbreiding van die beginselen geweuscht
acht, en de Raadsleden kunnen dat op dit punt zelf
voorkomen, door personen die aanhangers zijn van die
partij, niet te benoemen. Zooiets is toch bij het in winnen
van informaties, gemakkelijk genoeg te weten te komen.
Op het oogenblik staan de liberale en anti-revolutio-
naire partij in den Raad gelijk, doch het is zeer goed
mogelijk dat in de naaste toekomst de antirev. partij
weer in de meerderheid is en die heeft dan de benoe-
ming van leeraren geheel in handen. Hoe men op dit
oogenblik ook nog pogingen aan wendl voor het oprichten
eener bijzondere H. B. 8., spreker meent dat de Raad
op dit oogenblik behoort te besluiten tot de oprichting,
om te zorgen dat de school hier komt.
De heer De Bruijne vraagt als er eene gemeentelijke
H. B. S. wordt opgericht, in hoeverre de Raad dan recht
van medespreken heeft over den gang der zaken.
De Voorzitter deelt mede dat dan door den Raad ook
eene schoolcommissie kan benoemd worden, die op de
school den gang der zaken kan nagaan en van hare
bevindingen aan den Raad verslag uitbrengen er, ook,
als zij aanmerkingen heeft voorstellen in overweging
kan geven om verandering aan te brengen.
De heer Lensen merkt op dut art. 21 der wet op het
Middeibaar onderwijs zegt:
fVoor burgerscholen, hoogere burgerscholen of land-
bouwscholen, door provincien, gemeenten of bijzondere
personen, met of zonder Rijkssubsidie tot stand ge
bracht, kan het plan van inrichting van onderwijs,
zooals het aan de verplichte scholen en de Rijksscholen
in artt. 13, 16, 17 en 20 is voorgeschreven, naar de
omstandigheden gewijzigd, ingekrompen of uitgebreid
worden."
De heer Drost kan niet nalaten nog eene opmerking
te maken naar aanleiding van de meermalen in het
debat ter sprake gebrachte omstandigheid, dat de kansen
voor het oprichten eener Christelijke H. B S. weer beter
zouden staan. Het heeft n 1. al de aandacht getrokken
dat die pogingen zijn aangevangen toen de Raad blijk
gaf van in deze richting iets te willen doen en als er
dan hier in den Raad niets meer van eenige werking
bleek zonken die plannen voor eene bijzondere II. B. S.
ook weer, om er, gehoord de personen die er bij be-
trokken zijn, weer beter voor te staan, zoodra er sprake
van was dat de Raad ook weer een stapje verder zou
gaan. Dit maakt op spreker den indruk dat die plannen
alleen tijdelijk op touw worden gezet om de pogingen
die door den gemeenteraad worden aangewend, tegen
te werken. Hij meent dat de leden zich daardoor niet
van het goede spoor mogen laten brengen.
De heer De Bruijne zou dat zeer afkeurenswaardig
vindenhij heeft tie plannen voor het oprichten van
eene bijzondere H. B. S. steeds als ernstig heschouwd.
De heer V an de ReeIk kan niet anders zeggen,
dan dat de belangstelling voor het oprichten eener Gbr.
H. B.S. in de vier aangrenzende gemeenten. Ter Neuzen,
Axel, Zaamslag en Hoek, stijgende is en dat de kansen
op welslagen zeer gunstig zijn. Ik kan echter ook niet
zwart op wit geven, dat de school er komt maar zou
het toch raadzaam achten dat nog eens wat werd ge-
wacht, om uit te zien hoe die pogingen atloopen. Dat
eene andere gemeente ons inmiddels voor zal zijn be-
hoeven we niet te dnchten, want ik kan niet aannemen
dat er in de Raad van Axel eene meerderheid voor zou
te vinden zijn. Als men nagaat dat de hoofdelijke
omslag daar met 40 procent zou moeten worden ver
hoogd, is het toch niet te verwachten dat men er aan
zal durven beginnen.
Voor deze gemeente zou de verhooging 124, wat
misschien 20 procenten, wordt bedragen, en uit die cijfers
kan men zien, dat er eigenlijk op eene andere wijze
moet gewerkt worden, dat zoo iets moet uitgaan van
particulieren, want men zal liever vrijwillig f 50 geven,
dan gedwongen J 124, omdat men dan voor de bijdrage,
die men geeit, recht van medezeggenschap krijgt.
De heer Dees betoogt dat de heer Van de Ree, toen
hij het had over den geringen steun dien het comitd
voor het oprichten eener Chr. H. B. S. ondervindt, ten
onrechte daarbij heeft gewezen op het oprichten van
vereenigingen voor het aankoopen van een hengst,
waarvoor het geld steeds spoedig bijeen is. Dat betreft
toch een geheel andere zaak, dat is van een dadelijk
practisch nut voor de deelnemers en dus een individu-
eele zaak.
Wat nu de gemeentelijke II. B.S. betreft, spreker zou
niet de vrijmoedigheid hebben aan dat plan steun te
verleenen, wanneer hij niet zoo overtuigd was van de
noodzakelijkheid der oprichting en het nut dat deze in
het algemeen voor de gemeente kan afwerpen.
Dat de invloed van eene openbare II. B. S. ten kwade
op de ontwikkeling der leerlingen en het openbare,
maatschappelijke leven zoo groot zou zijn, kan hij maar
moeilijk aannemen. Integendeel, van eeneopenbare
H. B.S. kunnen de kinderen van alle ingezetenen gebruik
maken, wat niet het geval is wanneer eene bijzondere
Christelijke II. B. S. zou worden opgericht. Wel zouden
de vrijzinnigen vermoedeijk nog zoo geen bezwaar hebben
daar hunne kinderen te zenden, maar het zou toch wel
een bezwaar zijn voor de Katholieken, die hunne
kinderen niet kunnen laten deelnemen aan het dog-
matisch onderwijs.
De heer Van de Ree wil nog even antwoorden dat hij
terecht heeft gewezen op vereenigingen voor het aan
koopen vao een hengst, en dergelijke landbouwver-
eenigingen, want dat zijn vereenigingen die bestaan uit
een complex van personen en bevordering van de alge
meene maatschappelijke welvaart ten doel hebben.
Evenzoo zal ook de stichting eener vereeniging voor
het oprichten eener H. B. S. bevorderlijk zijn aan de
algemeene welvaart.
Het spijt spreker dat de heer Dees, die zelf twee zoons
op de H. B. S heeft gezonden, niet heeft bemerkt den
nadeeligen invloed die het openbaar onderwijs op hunne
ontwikkeling heefthij begrijpt dat niet, want die invloed
is groot, grooter dan men Oenkt en veel erger dan op
de lagere scholen.
De heer Dees Waar hebt u dan school gegaan
De heer Van de Ree: Op de H. B. S. te Middelburg,
maar op mij heeft het geen invloed ten kwade gehad.
Doch juist doordat hij daar ter school heeft gegaan,
kent hij den nadeeligen invloed zoo goed. Het zit in
de richting die aau het onderwijs gegeven wordt en
men merkt het zelfs op bij vakken, waarvan men er
in het minst erg in hebben zou, dat er eene bepaalde
richting uit blijken zal.
Wanneer de heer Dees de boeken zijner zoons eens
wil inzien, zal dit hem wel duidelijk worden, in elk
geval zou het aan spreker weinig moeite kosten, hem
van de waarheid van zijn bewering te overtuigen. Zie
ook maar naar de overzijde van den Brakman daar is
ook eene openbare onderwijsinrichting voor opleiding
van jongelui, en het gevaar dat daarin schuilt is duide
lijk meikbaar bij hen, die daar ziju opgeleid.
Hoe hooger het onderwijs, hoe gevaarlijker het wordt.
Afgescheiden daarvan acht ik de oprichting eener
gemeentelijke H. B. S. een waagstuk om financieele
redenen. De heer Dees heeft wel aan zijn stem vast-
geknoopt de voorwaarde dat het schoolgeld op f 100
moet worden bepaald, maar men weet hoe dat gaat, na
verloop van enkele jaren wordt dat weer verminderd.
Zooiets heeft men niet te verwachten bij het oprichten
eener bijzondere II. B. S.
Het spijt mij, dat de heer Dees de katholieke be-
volking in het debat heeft gebracht, hij had daarover
liever gezwegen, daar de ervaring leert dat die voor de
opleiding hunner kinderen geen gebruik maken van de
openbare H. B. S. (waar ze groot gelijk in hebben) maar
die deze zenden naar een of ander pensionaat.
De Voorzitter: Omdat er hier geen inrichting voor
hooger onderwijs in de omgeving was en zij hunne
kinderen, wanneer ze die toch naar elders moeten sturen,
natuurlijk liever bij geloofsgenooten zenden.
De heer Dees stemt met de woorden van den Voor
zitter in.
De heer Moggre moet verklaren dat hij bepaald niet
wist dat er zooveel gevaar besloten lag in het onderwijs
gegeven door de leeraren der openbare H.B. scholen.
De heer Van de Ree: Ik kan wel een staaltje mede-
deelen, men zal er misschien om lachen, maar het is
toch teekenend. Toen ik in Middelburg schoolging,
was er een leeraar die van de redeneering uitging dat
de menschen eigenlijk niet bestaan. Nu vraag ik, wat
moet men verwachten van iemand die er zulke stel-
lingen op na houdt.
De Voorzitter Men moet maar eens een prik in arm
of been geven, dan zal men wel voelen dat men bestaat.
Enkele leden achten de zaak voldoende besproken,
verdere discussie onvruchtbaar en verzoeken te stemmen.
De heer Drost vraagt of het voorstel van Burg. er.
Weth. nu nog moet aangevuld worden.
De Voorzitter: Ja, met het door den heer Dees
voorgestelde.
De heer Dees merkt op geen voorstel te hebben gedaan,
doch alleen te hebben gezegd dat bij zijn stem aan het
voorstel zal geven, wanneer daarin bepaald wordt dat
het schoolgeld minstens 100 zal bedragen.
De Voorzitter wijst er op dat er nu geen verordening
op het schoolgeld kan gemaakt worden, maar acht het
toch ook geen bezwaar dat dit later geschiedt, want
naar hij meent te bemerken is de meerderheid van den
Raad daar voor.
De heer Dees waarschuwt dat, wanneer het schoolgeld
niet in het besluit omschreven wordt, hij zal tegen-
stern men.
De heer LensenMaar is u dan niet voldoende
gewaarborgd, wanneer de meerderheid van den Raad
verklaart met uw wensch aangaande het schoolgeld in
te stemmen.
De heer Van de Ree: Het kan er evengoed uitblijveu,
want, het geeft toch geen waarborg tegen de toekomst.
De Voorzitter: Wanneer later uit alles zou blijken
dat het teveel was, zou er ook volstrekt geen bezwaar
tegen zijn om het ie verminderen.
Het voorstel wordt nu, nadat daaromtrent nog enkele
opmerkingen gemaakt zijn, geformuleerd als volgt:
De Raad der gemeente Ter Neuzen,
besluit, in afwijking van zijn desbetreffend besluit
van 11 Augustus 1910, op te richten eene Hoogere
Burgerschool met 3jarigen cursus, n.l. het derde, vierde
en vijfde leerjaar, onder voorwaarde dat van Rijks-
wege jaarlijks minstens 10.000 subsidie wordt ver
leend en dat een schoolgeld zal worden geheven van
minstens 100 per leerling en per jaar.
De heer Van de Ree vraagt of er ook niets van het
M.U.L. O. en de daarvoor vanwege de gemeente ten
koste te leggen subsidie moet vermeld worden.
De Voorzitter acht dit onnoodig.
De heer De Bruijne vraagt of hij beslist moet
stemmen.
De Voorzitter antwoordt bevestigend.
Het voorstel wordt aangenomen met 7 tegen 5 stemmen.
Voor stemmen de heeren Donze, Visser, Dees, Moggre,
Drost, Lensen en De Feijter; tegen stemmen de heeren
Van de Ree, De Bruijne, Wieland, De Jager en Scheele.
Benoeming Stembureaux.
De Voorzitter vestigt de aandacht op de te houden
verkiezing voor een lid van den gemeenteraad, om te
voorkomen dat voor het benoemen van de stembureaux
eene afzonderlijke vergadering zou moeten worden
uitgeschreven geeft hij in overweging thans nog tot
het benoemen daarvan over te gaan.
Met algemeene stemmen worden de stembureaux
daarna samengesteld als volgt:
Stemdistrict I (Raadzaal): Voorzitter de Burgemeester,
pi. ver v. voorzitter A. Visser, leden A. H. Donze, J. J.
de Jager, pl.verv. leden J. van de Ree, G Wieland.
Stemdistrict II (Sluiskil): Voorzitter D. .J. Dees, pl.verv.
voorzitter J. Risseeuw, leden A. P. de Vos, Th. L. A.
van de Bilt, pl.verv. leden J. Vermeulen. A. Kooman.
Stemdistrict III (Java): Voorzitter J. de Feijter, pl.verv.
voorzitter A. Moggrd, leden_S. van Rees, D. Tolhoek,
pl.verv. leden, J. de Bruijne, A. J. Tazelaar.
Omvraag.
a. De heer Wieland merkt op dat door de Commissie
van Fabricage was gewezen op den slechten toestand
van eene heining aan het station; daarvoor is toen 80
op de begrooting gebrucht, maar de heining is nog niet
verbeterd.
De, Voorzitter en ook de heer De JagvtV verklaren dat
de heer Wieland abuis heeft, in zooverre hij meent dat
er gelden voor herstelling zijn uitgetrokken. Daarover
is wel gesproken, maar het is er niet van gekomen en
er zou beproefd worden met oud materiaal de heining
aan de sloot bij den heer Koevoets wat op te knappen.
De heer Wieland wijst er op dat hem gebleken is
dat die heining er onooglijk uitziet.
De Voorzitter zegt toe dat hier eens nader naar gezicn
zal worden.
I». De heer De Jager vraagt of de opril van den
Coegors- naar den Pierssenspolder te Sluiskil, waarvoor
f 150 op de begrooting was uitgetrokken, reeds gelegd
is. Hij heeft wel opgemerkt dat de weg bovendijks
wat verbeterd is, maar de opril lag er toch nog niet.
De Voorzitter erkent dat dit werk nog niet is geschied
en dit kan ook niet gebeuren, omdat men dan te dicht
bij de huisjes moet komen. N u nauwkeurig werd opge-
meten, met het doel met het werk aan te vangen, bleek
dat dit een onoverkomelijk bezwaar was.
c. De heer De Jager vraagt hoe het staat met het
plan voor het dempen der haven.
De Voorzitter deelt mede dat de ingenieur het plan
heeft gekregen en dat deze dit aan de administratie der
Domeinen heeft overgegeven. Nader is er bij het ge
meentebestuur nog niets van vernomen.
De heer De Jager zou het zeer gewenscht achten als
het werk dezen zomer kon worden uitgevoerd.
De Voorzitter is het daarmede eens zoodra het plan
terug ontvangen en goedgekeurd is, zullen maatregelen
worden genomen om met de uitvoering van het werk
te kunnen aanvangen.
Hierna wordt de vergadering geslotBn.
M\ddenprijs per 100 K. G. Tarwe f 9 10, Rogge J 6,80.
Wintergerst f 9,Zomergerst 8, ">0, Haver f 1,— Erwten
f l5fWitte hoonen 18,Bruino boonen 14,
Duivenboooen /10,25, Paardenboonen /9,25,Boekweit/
Lijnznad Koolzaad Aardappels 6,
Boter per kilo f 1,35.
Eicren per 26 stuks f 0,85.
Ter weekmarkt waren aangevoerd 2 stuks rundvee en
12 varkens, waarvan verkocht 0 stuks rundvee en 5 varkens.