No. 5573. Ter Neuzensche Courant. Zaterdag 18 Februari 1911. 51' Jaargang. OVERWIHimS NA STBIJD. FEUILLETON. Predikbeurten. Landbouwberichten. a. TWBBDB BL-AJD. TER NEUZEN, 17 Februari 1911. Door de Commissie van den Valweg te Zaamslag is tot secretaris-ontvanger benoemd de heer H. J. van den Ouden te Ter Neuzen. Wij maken belanghebbenden attent op de in dit nummer voorkomende advertentie betrefFende aangifte van leerlingen voor de ambachtsschool te Hulst, waarvoor de gelegen- heid nog open staat tot 20 Februari a. s. In de vergadering van ingelanden van den Hoofdplaat- en Thomaespolder op 14 Febr. jl. is met algemeene stemmen besloten den oud- werkman J. Staelens te Philippine een pensioen van 150 'sjaars toe te kennen. Woensdagavond heeft men te Middelburg een vergadering gehouden, saamgeroepen door eene commissie, bestaande nit de heeren Mr. J. Adriaanse, J. 13. von Bruckeu Fock en J. M. Kakebeeke, ter bespreking van hetgeen zou kunnen worden gedaan tegen de op 1 Februari in werking getreden tolheffing voor automobielen op de wegen in beheer bjj den polder Walcheren. Ruim 40 personen uit verscbillende plaatsen op Walcheren en uit Goes waren aanwezig. Na een vrij langdurige bespreking vermeer- derde men het voorloopig comite met zeven personen. Deze commissie zal zich met requesten wenden tot H. M. de Koningin, de Provinciale Staten van Zeeland en het polderbestuur van Walcheren. Men zal trachten het daarheen te voeren, dat de gelaakte tolheffing geheel afgeschaft wordt of dat deze minder hinderlijk voor het verkeer met automobielen wordt gemaakt. Aan de Staten zal men verzoeken om de bij den polder in beheer zijnde wegen, in beheer bij de provincie te nemen. De commissie zal diligent blijven en zoo mogelijk ook trachten de wegen op Walcheren, welke niet bij den polder in beheer zijn en op welke ook tol geheven wordt, tolvry te maken. Verschillende aanwezigen wezen erop hoe schadelijk de nieuwe tolheffing vooral die op den weg MiddelburgDomburg, waar, op een afstand van 14 K.M., 4 tollen zijn, die den automobilist 1,49 kosten zal werken op het vreemdelingenverkeer. Toen Dr. K. van Cauwenberghe, professor in de geneeskunde aan de floogeschool te Gent, Zaterdag naar Olsene reed om daar met een collega een consult te houden, wilde hij onderweg even teletoneeren en begaf zich daarom naar de openbare telefooncel in het gemeentehuis. Bij deze eel viel hij in het donker van een keldertrap, maar bleek uitwendig niet gekwetst. Beide ge- neesheeren reden samen verder tot plotseling Dr. van Cauwenberghe over pijn in het hoofd klaagde. In den trein begon de dokter uit neus, mond en ooren te bloeden, en bleek na onderzoek dat hij een schedelbreuk had gekregen. Zondagmiddag is de 69jarige professor over- leden. IJzendijke. Dinsdag is door de marechaussee alhier op aanwijzing achter de woning, bewoond door de wed. P., opgegraven het lijkje van een onvoldragen kind van het vrouwelijk geslacht. Genoemde vrouw omtrent deze ontdekking gehoord, verklaarde dat dit het lijkje was van een kind waarvan hare 18jarige dochter den zesden Febr. 1.1. buiten echt was bevallen en dat zij dit aldaar had begraven. Bij een verhoor van de ongehuwde moeder achtte de marechaussee ook termen aanwezig die het vermoeden wettigden dat hier sprake was van abortus en arresteerde daarop nog den- j, zelfden avond te Biervliet de 26jarige land- Herbert liet zijn oom uitwoeden en ook Capi- tola achtte het raadzamer zijnen toorn door opmerkingen, die ze anders wel eens maakte, niet te verhoogen. Eerst als de oude heer rustiger werd, waagde Herbert de reden op te noemen, die hij voor zijne handelwijze gehad. »Gij zult niet miskennen, beste oom," zei hij „dat ik het goed meende. Ware de kapitein aan> wezig geweest, ik zou hem tot de verklaring gedwongen hebben, dat zijne handelwijze een uitvloeisel was van zijn diepen haat en wrok jegens u, waardoor duidelijk de onschuld uwer echtgenoote bewezen was. Eene verzoening tusschen u en mistress Rocke zou stellig ge volgd zijn eene verzoening, beste oom,' voegde Herbert er bij, ffwaarnaar u zoo il u hart niet valsch beoordeel reeds lang verlangt." Herbert had goed gezien. Zelfs op dit oogen blik woelde een bittere smart in de borst van den majoor, die hij tevergeefs poogde te onder drukken of door uitbarsting van toorn te ver bergen. Hij wou niet laten merken, dat bouwersknecht B., minnaar der vrouw. Deze erkende wel tot haar in eene intieme verhouding te hebben gestaan, doch van het voorgevallene niets te weten. Nadat door de alhier gevestigde doktoren de schouwing van het lijkje was yerricht is genoemde B. weder op vrije voeten gesteld. RECHTSZAKEH. Had de rechtbank te Middelburg reeds ber- haaldelijk een zaa"k wegens smaad of beleediging te berecbten, als een gevolg van de wrijving op politiek gebied in het Land van Hulst, ook de heden behandelde zaak tegen J. F. A. M. v. W., kassier te Hulst, was daarvan een ge volg. Hem werd ten laste gelegd dat hij op of omstreeks 17 October in eene vergadering van kiezers P. J. Destombes, een aanhanger van zijn politieken tegenstander, het woord //schoft" heeft toegevoegd. De getuige Destombes verklaarde de woorden /schoft" en //vlegel" goed te hebben gehoord, welke echter ook evengoed in verband met andere woorden kunnen gebruikt zijn. Nog werd als getuige gehoord P. S. van Jole, die in de vergadering aanwezig, in de nabijheid van beklaagde, dezen het woord //schoft" niet heeft hooren bezigen. De woordenwisse- ling tusschen den eersten getuige en beklaagde heeft hij overigens wel gehoord. Het openbaar ministerie vroeg vrijspraak. De verdediger, Mr. P. Dieleman zette de toedracht der zaak nog eens in den breede uiteen en twijfelde er ook niet aan, dat in dezen vrijspraak zal volgen. Voor bovenvermelde rechtbank werd heden ook voortgezet de verleden week aangehouden zaak tegen F. M. D., commies te water teTer Neuzen, beklaagd van het toebrengen eener verwonding aan S. J. Gazan, in den nacht van oude jaar op nieuwe jaar. Na het verhoor van den nu ook aanwezigen getuige G. Hamelink bleef de ambtenaar van het openbaar ministerie bij zijne vordering tot 3 maanden gevangenisstraf. De verdediger, Mr. P. Dieleman, achtte het feit niet bewezen en de verwonding zeer over- dreven. Zondag 19 Februari I9li. weerzien zijner echtgenoote hem diep getroffen en in zijn hart gevoelens had gewekt, die hij lang verstikt meende en waartegen zijne kop- pigheid zich vergeefs verzette. #Bah", riep hij op zijn gewonen ruwen toon, doch zijne stem beefde eenigszins, „wat weet jij van de gevoelens van mijn hart. Bekommetf je over je eigen hart en niet om't mijne, want 't is eene ondankbare zaak den vredestichter te willen spelen, als men van de onverzoenbaarheid der partijen overtuigd is." „Doch ik ben van 'c tegendeel overtuigd", her- vatte Herbert warm. ,,Ik weet, dat mistress Rocke u nog altijd bemint. Zoo vaak ze mij over u sprak, bewees dit ieder woord. Geen verwijt over de geleden smart, geen klacht over de geleden smaad, geen klacht over de ellende, die zij twintig lange jaren verduurd heeft, kwam over hare lippen. //Mijn echtgenoot moest zoo over mij denken, de schijn was tegen mij," daarmede verontschuldigde zij de hardheid, die zij ondervond van uwen kant." //O, zij wist altijd de zachte, de toegevende te spelen," hernaiu de majoor. //Dit alles is list en bedrog, alles berekende huichelarij en juist daarom haat ik haar //Een gedwongen haat, beste oom", viel hem Herbert in de rede, //en die verdwijnen zal, zoodra men u de bewijzen van de onschuld uwer vrouw levert." De bestrijding der tuberculose. Algemeene opmerkingen. Zorgvuldige afzondering van aan open tuberculose lijdende dieren. Frissche luclit, licht en reinheid in den stal brengen gezondheid en kracht. Bedompte, donkere, vuile stallen bevorderen de ontwik- keling van ziektekiemen, maken zwakke, kraehtelooze dieren en verminderen het pro- ductievermogen. Elke verbetering van den stal zal ,/Wie dit kon," riep majoor Warfield, die zijn ware gevoelens niet langer kon onderdrukken, ,/dien zou ik tot mijn laatsten ademtocht zegenen." ,/lk, beste oom, ik zal dit riep Herbert met vuur, terwijl hij de handen van den grjjsaard vatte. wDit zal mijn schoonste levenstaak zijn en ik zal niet rasten, vOordat ze vervuld is." VIJF EN DERTIGSTE HOOFDSTUK. Advocaat Springsfield bad de waarbeid gezegd, toen hij verklaarde, dat kapitein Lenoir en zijn zoon onverwachts naar Mexio waren geroepen ook waren beiden niet verlangend langer op 't tooueel hunner nederlaag te blijven. Dat 't proces voor hem een ongunstigen loop zou nemen, had de kapitein vooruitgezien en hij verkoos niet getuige te zijn van zijn vonnis. Hij zag in, dat er aan de zaak niets meer te veranderen viel, wat hem met woede vervulde en zijn haat jegens Capitola nog vergrootte. Voor zijn vertrek had kapitein Lenoir nog eene samenkomst met den roover Mac Donald om hem nog eens aan te sporen tot t vol- brengen van 't geen hij beloofd had. Mac Donald zeide, dat hij na 't vertrek van den kapitein dadelijk de hand aan't werk zou slaan. In een vorig hoofdstuk verhaalden wij, dat de rooverhoofdman na de bevrijding der drie bandieten gedwongen was eenigen tijd werkeloos te bljjven om zich niet aan nieuwe vervolgingen Opfok der kalveren. bloot te stellen. Zooals onze lezers weten, had hij zich in een hoi van de heksengrot terug- getrokken, waar hij wachtte, tot dat men hem eenjgszins zou vergeten hebben. Ilierin lag ook de oorzaak waarom bij Capitola niet ge- vangen nam op een waodelrit, wat hem zeker niet tnoeielijk zou gevallen zijn. Ook herinneren zich onze h zers nog, dat Mac Donald zijnen lieden verteid had, hoe vurig hij Capitola beminde en dat hij, wat 't ook kostte, het jonge meisje wilde bezitten. Dit- maal zou hij persoonlijk eene poging tot ont- voering doen daar de eerste mislukt was. Poor middel van Bill, die zich als koopman verkleed onder de negers der plantage begaf. wist Mac Donald nauwkeurig, wat op t slot gebeurde. Zoo vernam hij, dat Capitola nog altijd dezelfde kamer bewoonde en dat alle negers met 't aanstaande Kerstfeest een dag vrijaf zouden hebben. Dien dag zou 't slot waarschijnlijk ledig zijn en scheeu den bandiet eene uitmuntende gele genheid toe om zijn boosaardig plan ten uit- voer te brengen. Op den avond van den bewusten dag naderde Mac Donald het kasteel en wist er ongemerkt in te sluipen. Ondanks de duisternis in de gangen en op de trappen, wist hij vlug Capitola's kamer te be- reiken, terwijl deze met haar oom en mistress Hervormde Kerk. Ter Neuzen. 9J u. en 2 u., Da. A. Timmerman. Sluiskil. 2 u., Ds. De Boer van Hulst. Axel. 9 u. en 2 u., Ds. J. B. T. Hugenholtz. Zaamslag. 9 u. en 2 u., I)s. G. van Dis. Hoek. 9 u. en 2 u., Ds. E. Raams Jr. Philippine. 2 u., Ds. H. Akersloot van Houten Roos van Sas van Gent. Sas van Gent. 9j u., Ds. H. Akersloot van Houten Roos. Hulst. 10 u., Ds. De Boer. G er efor meet-de Kerken. Ter Neuzen. 9 u., Ds. J. H. Lammertsma van Axel en 2 u., Godsdienstoefening. Axel A. 2 u., Ds. J. H. Lammertsma. u H. 9 u. en 2 u., Chr. Bruins. Zaamslag. 9 u. en 2 u. Ds. Hamming. (Kerk Axelsche straat). Zaamslag. 9 u., Ds. M. Uijtenhoudt. (Kerk Ter Neuzensche straat). Hoek. 9 2 u. en u., Ds. H. v. d. Wal. Gereformeerde Gemeente (Vlooswjjkstraat). Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 5J u., leeskerk. Maandag 20 Februari 's avonds 6 uur, Ds. A. Janse. Oud-Gereformeerde gemeente (Vlooswykstraat). Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 51 u., leeskerk. Evanyelisatielokaal (Kloosterzande). Kloosterzande. 2 u., Ds. M. Uijtenhoudt van Zaamslag. Lokaal „Eben-Haezer" (Kerkhoflaan). Ter Neuzen. 51 u., dhr. J. J. Kense. Wij kennen de smetstof, hare eigensehappen en de middelen, waarmede ze wordt vernietigd. We weten hare zitplaats en herkomst (het zieke dier); we kennen de wegen, waarlangs de bacillen het iichaam binnen- drir.genwe zijn in staat om de zieke dieren te onder- kennen. We weten dus alles, wat voor eene doelmatige bestrijding noodig is en hebben derhaive slechts de middelen toe te passen, die zich als vanzelf aanwijzen. De strijd moet in de eerste plaats gericht zijn tegen het smetstof-voortbrengende dierdat is de bron van alle kwaad. En voorts dient bij de bestrijding rekening te worden gehouden met de wijze, waarop de ziekte zich heeft verspreid. Met dezelfde hardnekkigheid en volharding, waarmede ze langzamerband, voetje voor voetje, in oazen veestapel is doorgedrongen, moet ze weer worden verdrevenlangzaam maar zeker. Want van eene verdrijving in eens, met geweld, door kracht- dadige opruiming van de smetstof, door afmaking van alle zieke dieren en eene zich daaraan aansluitende ontsmetting der stallen, kan geen sprake zijndaarvoor is de ziekte te ver in onzen veestapel doorgedrongen. ieder, die eenig begrip heeft van de uitbreiding der tuberculose onder het rundvee, zal dat middel, als on- uitvoerbaar voor algemeene toepassing, onmiddellijk van de hand wijzen, omdat het in vele gevallen eene plot- selinge desorganisatie van het bedrijf zoude teweeg brengen. Meer tijdroovend, maar toch ook doeltreffend zullen de maatregelen werken, die zorgen, dat de bronnen van besmetting geen kwaad meer stichten, zonder dat daarbij eenige desorganisatie in het bedrijf van den veehouder wordt veroorzaakt. Wij hebben de wegen nagespeurd, die de smetstof van het zieke dier naar het gezonde voeren, en nu is het zaak zorg te dragen, dat die wegen worden afgesloten of dat de smetstof op den weg naar het gezonde dier wordt gedood. Die maatregelen bestaan in to. Afzondering van aan open tuberculose lijdende dieren. 2o. Een voortdurend toezicht op en zorgvuldige ver- pleging van de andere runderen. 3o. Een tuberculose-vrijen opfok van het jonge vee. lo. De meest afdoende afzondering zal wel de af making der klinisch zieke dieren zijn en hiertegen zullen, wat de toepasssing in de practijk betreft, niet veel bezwaren rijzen. In de meeste gevallen zullen er veel grooter moeilijkheden te overwinnen zijn, indien de dieren op eene boerderij zoodanig moeten worden afgezonderd, dat ze geen gevaar meer voor de andere opleveren, te meer wijl er behalve dit nog meer maat regelen te nemen zijn. De dieren dus, die bij klinisch onderzoek lijdende worden bevonden aan open long-, darm-, uier-, baarmoeder- of niertuberculose, moeten worden afgemaakt. Indien het in een bijzonder geval wenschelijk mocht worden geacht, b.v. een fokdier, waarvan binnen korten tijd een kostbaar kalf wordt verwacht, hiervan uit te zonderen, dan zoude hieraau kunnen worden voldaan, mits voor afdoende afzonde ring worde zorg gedragen. Toezicht en verpleging. 2o. Zijn de klinisch tuberculeuse dieren opgeruimd en zijn de stallen gereinigd en ontsmet, dan mogen we aan nemen, dat er voorloopig geen gevaar meer dreigt. Voorloopig, want de in den stal achtergebleven dieren zijn alle verdacht; ze kunnen gesloten tuberculose hebben, en die gesloten vorm kan vroeg of laat bij een zeker aantal dieren in den open vorm overgaan. Daaroyn moeten deze dieren blijvend onder toezicht zijn. Ze kunnen geheel vrij van tuberculose zijn, maar ook kan de ziekte reeds in een min of meer gevorderd stadium verkeeren. Worden verschijnselen waargenomen, dan worde zoo spoedig mogelijk het dier afgezonderd, een veeartsenijkundig onderzoek ingesteld en in geval van open tuberculose, het dier afgemaakt. Intusschen trachte men, door doelmatige verpleging, uitbreiding der ziekte onder de overblijvende dieren tegen te gaan en het weerstandsvermogen van het aangetaste vee te bevorderen. We hebben hiervdor reeds opgemerkt, dat de ziekte in haar loop kan worden gestuit en ook genezing in be- paalde gevallen kan optreden. Welnu, men trachte de dieren onder omstandigheden te brengen, die genezing bevorderen. Nu we weten, dat de ziekte door de natuur kan genezen, volgen we den aangewezen weg en trachten we de natuur te helpen door doelmatige toepassing van de algemeene regelen der gezondheidsleer. Zindelijkheid' een mime, goed verlichte stal met ruime standplaatsen en eene goede ventilatie zijn niet alleen krachtige hulp middelen om de vatbaarheid voor de tuberculose te verminderen, maar zij zullen ook in het algemeen de gezondheid van het vee ten goede komen. het vee ten goede komen, en waar noodig, moeten ver- beteringen worden aangebraeht. De ervaring met de stalwedstrijden in onderscheidene provincien van ons land heeft geleerd, dat tal van stallen zonder bezwa- rende kosten meer hygienisch kunnen worden ingericht. Er is voorts geen krachtiger middel om de tuberculose te bestrijden dan een veelvuldig verblijf der dieren in de buitenlucht. Het vee in de steppen is nagenoeg vrij van tuberculose. Hen heeft dit wel eens willen toeschrijven aan eene bij het steppenvee aanwezige erfelijke onvatbaarheid voor de ziekte. Dit is echter onjuist. De ervaring toch heeft duidelijk aangetoond, dat het steppenvee, wanneer het met ander vee wordt opgestald, ook door tuberculose wordt aangetast. Het is het verblijf^ in de open lucht, dat zijn invloed doet gelden. De uiting van den natuur- lijken aanleg, dien het rund voor de tuberculose heeft, wordt hierdoor belangrijk tegengehouden. Wiedanook zijne runderen gedurende den staltijd de gelegenheid kan geven elken dag een uur of langer in de open lucht op een afgesloten, niet te klein terrein rond te wandelen, zal daarbij goed varen. Zullen sommige dieren in den eersten tijd eenigermate ongebonden zijn, weldra wor den ze er aan gewoon en ondervindt men geen moei lijkheden meer. Dat de hoeveelheid melk door de dagelijksche beweging zal afnemen, behoeft men niet te vreezenintegendeel zal de ervaring leereu, dat het omgekeerde het geval is. Niet alleen de normale ver- riohtingeu van de bewegingsorganen en de longen, maar ook die van de andere organen worden door die uitstapjes in de open lucht in hooge mate bevorderd, hetgeen op de melkproductie op den duur geen on gunstigen invloed zal uitoefenen. En wanneer men dan gedurende deze uitstapjes den stal eens flink gaat luchten, den wind eens goed door alle gaatjes en hoekjes laat spelen, dan snijdl het mes van twee kanten. Het regelmatig verkeer in de buitenlucht gaat in het algemeen de ontwikkeling van smetstoffen tegen en verhoogt het weerstandsvermogen tegen vele besmette- lijke ziekten. De levenswijze van ons vee moet, voor zoover moge lijk, meer in overeenstemming worden gebracht met de natuurlijke eischen van het Iichaam alsdan kan het productievermogen met minder gevaar worden opgevoerd. Gaat men echter van de meening uit, dat ons vee steeds meer kan produceeren, zonder rekenschap te houden met de physiologische eigensehappen, dan zullen de overige hoedahigheden daardoor in gevaar komen. Daarom bevordere men het verblijf in de buitenlucht. De schitterende gezondheidstoestand van het jonge vee in de Alpenweiden en het geringe percentage tuber culose onder het steppenvee bevestigen de uitgesproken meening. Ook in ons land kan men de plaatsen aanwijzen, waar het jonge vee, dat veel in de open lucht verblijft, eene goede gezondheid gemet en nagenoeg vrij is van juberculose. 3o. Het ligt voor de hand, dat de tuberculose-vrije opfokking van jonge kalveren van zeer groot belang is bij de bestrijding der tuberculose, want wanneer de kalveren reeds in de eerste maanden van hun leven de smetstof binnen krijgen, bestaat er zeer veel kans, dat de ziekte hierdoor vroeg of laat tot ontwikkeling komt. Het is dus zaak elke aanraking met den verdachten stal te vermijden. Nu is de mogelijkheid niet uitge- sloten, dat onder het jonge vee reeds een begin van tuberculose aanwezig is voor het eerste onnerzoek plaats heeft; tuberculinatie van de kalveren zoude daarom aan beveling kunnen verdienen. De bezwaren tegen de gevolgen der tuberculinatie wegen hier met zoo zwaar als bij het groote vee. De reageerende dieren kunnen worden geslacht, desgewenscht, na te zijn vet gemaakt, of indien hiertegen bezwaren bestaan, van de andere worden afgezonderd. Met doelmatige voeding en ver pleging zullen nog vele ziektegevallen kunnen genezen. Men neme voorts de meest mogelijke voorzorgen om te voorkomen, dat de kalveren door de melk worden Wanneer men de melk kookt, zijn de tuberkelbacillen afgestorven en niet meer gevaarlijk. Nu is het bekend, dat pasgeboren kalveren de eerste drie dagen de gekookte melk niet goed verdragen en dat de biest der mb®der in die dagen het meest heilzame voedsel is, altbans wanneer de moeder niet lijdende is aan een der voimen van tuberculose, die oorzaak kunnen zijn, dat de melk besmet wordt. Hebben we echter een moederdier, dat vrij is van uiertuberculose, dan kan men in den regei bij' het melken wel zoodanige voorzorgen nemen, dat de biest vrij blijft van tuberkelbacillen. Na voornoem- den termijn geve men de melk gekookt of men geve uitsluitend melk, die afkomstig is van koeien, welke vrii zijn van tuberculose. Met* dit doel laat men een paar koeien na grondig onderzoek tuberculineeren. Wanneer de dieren bij ait onderzoek gezond worden bevonden, zal hunne melk zonder bezwaar aan kalveren kunnen worden gegeven, indien tenminste de noodige voorzorgsmaatregelen wor den genomen om besmetting dezer melk, duor in den stal aanwezige tuberculose dieren, te voorkomen. lot deze maatregelen behooren het geven van eene afzon- derlijke plaats aan deze koeien, bet gebruiken van at- zonderlijke melkeminers, het melken door een afzon- derlijken melker, die voor het melken zijne handen goed heeft gewasschen, een maatregel, die uit den aard der zaak steeds bij het melken op zijne plaats is.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1911 | | pagina 5