A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 5570.
Zaterdag 11 Februari 1911.
Gemengde berichten.
51e Jaargang.
De aansprakelykheid van polderbesturen
voor het geldelyk beheer.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postYoor
iNederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,321/J en voor
het overige Buitenland 1,65. Men abonneert zich bp alle Boekhande-
laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Telefoon No. 2 5.
AD VEETEN TIENi
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prps slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
EESSTB BLAD.
De aansprakelijkheid van polderbesturen is
in den laatsten tijd herhaaldelijk het onderwerp
van gesprekken geweest en verschillende malen
heeft men mij om inlichtingen dienaangaande
gevraagd.
Om die reden is het wellicht van eenig
belang de questie eens nader te bekijken
zij het dan ook wat vluchtig.
In het algemeen is, volgens ons Burgerlijk
Wetboek (artt. 1401 vlgg), ieder verantwoordelijk
voor en tot schadevergoeding verplicht wegens
elke onrechtmatige daad, waardoor een ander
schade lijdtzelfs voor onrechtmatige daden
van personen, voor welke men aansprakelijk
wordt geachtterwijl met onrechtmatige daad
wordt gelijk gesteld nalatigheidwaardoor schade
wordt geleden.
Indien die burgerrechtelijke, zeer natuurlijke,
bepaliugen van toepassing zijn op het financieel
beheer van de polderbesturen en van de ont-
vangers van polders, is de questie spoedig
uitgemaakt.
Maar zoo eenvoudig is de zaak niet. Want
de toepasselijkheid van die bepalingen van het
Burgerlijk Wetboek wordt door sommigejuristen
van naam, beslist ontkend.
Indien zij gelijk hebben, ziet het er met de
^persoonlijke aansprakelijkheid" treurig uit.
Het Algemeen Reglement voor de polders en
■waterschappen in Zeeland is voor een deel
overgenomen uit de Gemeentewet
In het bijzonder geldt dit voor het geldelpk
beheer, de reken'mg en verantwoording van
inkomsten en uitgaven.
De rekening en verantwoording wordt in
het Polderreglement behandetd in de artikels
112116, in het oorspronkelijke ontwerp
artikels 149153. In de memorie van toe-
lichting daarop wordt gezegd
,/Deze artikelen stemmen voor een groot
//gedeelte overeen met de voorschriften
//in de Gemeentewet opgenomen voor de
//gemeenterekeningen, welke door de onder-
z/vinding als doelmatig zijn aangewezen.
»De openbaarheid aan de rekening te
z/geven, waarborgt een goed beheer en de
z/rechten van alien die daarbij betrokken zijn.
z/Eindelijk regelt art. 153 (nu art. 116)
z/de verantwoordelijkheid van de Bestuurs-
ffleden ten opzichte der polders en water-
z/schappen."
Meer werd er in de Mem. v. Toel. niet van
gezegd en er is daaromtrent ook niets te vinden
in het verslag van het onderzoek der afdeeliugen,
evenmin in de beraadslagingen, welke van zeer
weinig beteekenis waren. In ieder geval mag
men aaunemen dat de leden der Provinciale
Staten het eens waren met de aangehaalde
woorden van Gedeputeerde Staten, dat ook zij
van meening waren de geldelijke verantwoorde
lijkheid der polderbesturen bijzonder goed te
hebben geregeld.
En het zal wel in geen hunner zijn opge-
komen te denken dat men aan iemands ver-
plichting tot betalen kan twijfelen als hij op
zettelijk en uitdrukkelijk persoonlijk aansprakelijk
wordt gesteld
Men is uitgegaan van de meening dat de
zaak in de Gemeentewet werkelijk goed en
afdoende was geregeld.
Men heeft de verantwoordelijkheid, de per
soonlijke aansprakelijkheid van de leden van
het polderbestuur op dezelfde wijze geregeld
als de Gemeentewet dit doet voor Burgemeester
en Wethouders.
We moeten alzoo zien hoever de verant
woordelijkheid van de leden van het Dagelijksch
Bestuur eener geraeente gaat en welke practische
beteekenis die oplegging van verantwoordelijk
heid kan hebben.
De bepalingen betreffende de betaling door
den ontvanger en den ontvanger-griffier zijn
in Gemeentewet en Polderreglement bijna
gelijktuidend.
Volgens art. 114 G. W. geschieden alle be-
taJingen door den ontvanger.
Hij mag echter alleen betalen op bevelschrift,
waarin het te betalen bedrag en den post der
begrooting, waaruit de betaling moet geschieden,
zijn aangewezen en welke beVelschriften moeten
uitgaan (behalve in het uitzonderingsgeval dat
Gedep. Staten een bevel tot betalen kunnen
geven) van Burgemeester en Wethouders en
moeten worden geteekend door den Voorzitter
en een der Wethouders (art. 224).
Zoo ook zegt art. 82 van het Polderreglement
./Door den ontvanger-griffier geschieden
z/alle betalingen, bevolen door het polder-
V bestuur.
z/Voor zooveel bij zijne instructie geene
z/bepaalde uitzonderingen zijn aangewezen,
z/hebben geene betalingen plaats dan op
z/een bevelschrift, vermeldende den aard
z/der uitgaven en den post der begrooting,
z/waaruit gekweten is."
In art. 116 le lid wordt bepaald dat de
bevelschrifteu moeten worden geteekend door
den dijkgraaf en een der gezworenen of door
den dijkgraaf alleen als er geen gezworenen zijn.
Er is hier eenig verschil met de Gemeente
wet. In de instructie van den ontvanger-
griffier (door de vergadering van ingelanden
vast te stellen art. 54) kan den ontvanger-
griffier worden veroorloofd uitgaven te doen
2onder bevelschrift.
De gemeente-ontvanger moet volgens art. 115
G. W. van de door hem gedane ontvangsten
en uitgaven rekening en verantwoording doen
niet aan den Raad maar aan B. en W.
De ontvanger-griffier moet, volgens art. 83
P. R., van de gedane ontvangsten en uitgaven
jaarlijks rekening en verantwoording doen niet
aan de vergadering van ingelanden doch
aan het Polderbestuur.
Maar al moet de rekening en verantwoording
door gemeente-ontvanger en ontvanger-griffier
niet worden gedaan aan den Raad en aan de
vergadering van ingelanden het is toch
zijne rekening, welke volgens art. 218 G. W.
aan den Raad en volgens art. 112 P. R. aan
de vergadering van ingelanden wordt overgelegd
door B. en W. en door Polderbestuur tot
onderzoek en vaststelling.
Zijn de door den gemeente-ontvanger gedane
uitgaven gedekt door een bevelschrift, voldoende
aan de gestelde eischen, dan is hij verantwoord.
Het raakt hem niet of een begrootingspost
of het eindcijfer der begrooting is oversell reden
of de uitgaaf' te kwader trouw op een post is
aangewezen. Daarvoor zijn alleen Burgemeester
en Wethouders verantwoordelijk. Daarvoor zijn
Burgemeester en Wethouders persoonlijk aan
sprakelijk zegt art. 226 G. W.
Een zelfde voorschrift vinden we in art
116 P. R.
Ook daarin is uitdrukkelijk de persoonlijke
aansprakelijkheid van dijkgraaf en gezworenen
vastgesteld voor overschrijding van het eind
cijfer der begrooting, voor overschrijding van
een begrootingspost en voor het te kwader
trouw doen betalen uit een post terwijl de
betaling uit een anderen post moest geschied
zijn, tenzij blrjkt dat zij tot het bevelen der
uitgaaf niet hebben medegewerkt.
Maar hier is weer eenig verschil.
In het P. R. wordt namelijk ook de ontvanger-
griffier, die de bedoelde ongeoorloofde uitgaven
heeft gedaan, persoonlijk aansprakelijk gesteld.
De ontvanger-griffier kan dus niet als de
gemeente ontvanger zeggen //het raakt mij niet."
Hij heeft, in zijn eigen belang, na te gaan
of het Polderbestuur bij het bevelen der uit
gaven zijn boekje niet te buiten gaat.
De rollen worden hier dus omgekeerd.
De ontvanger-griffier zal zijne chefs contro-
leeren.
Er is wel eens beweerd dat ook de gemeente-
ontvanger dit moet doen doch dit vindt geen
steun in de wet.
De regeling van de financieele verantwoorde
lijkheid is dus in G. W. en in P. R. vrijwel
hetzelfde.
Wij hebben alzoo de door de Gemeentewet
en het Polderreglement uitdrukkelijken opzettelijk
bepaalde persoonlijke aansprakelijkheid wat de
gemeente belreftvan Burgemeester en Wet
houders en wat den polder betreftvan dijk
graaf, gezworenen en ontvanger-griffier voor
1. overschrijding van het eindcijfer der be
grooting van uitgaven
2. overschrijding van een uitgaafpost der
begrooting
3. een uitgaaf te kwader trouw, opzettelijk
dus, voorgesteld als te zijn gedaan uit een post,
terwijl zij werkelijk uit een anderen post is
gedaan:
Met dien verstande dat zij, die niet tot de
onrechtmatige uitgaven hebben medegewerkt,
niet verantwoordeljjk zijn.
Maar en dit geval is niet geregeld
er kan zijn een te kort in de kas.
Hiervoor is de persoonlijke aansprakelijkheid
noch voor B. en W., noch voor Polderbestuur
vastgesteld.
Hoe als dat te kort niet door den ontvanger
of den ontvanger-griffier kan worden gedekt
VAN DER MOER.
(Slot volgt.)
TER NEUZEN, 10 Februari 1911.
In de week van 1 tot en met 7 Februari
kwamen in Zeeland 18 gevallen van besmette-
lijke ziekte voor, fl. 1. 8 van roodvonk, waarvar.
1 te St. Maartensdijk, 1 te Middelburg, 1 te
Poortvliet, 2 te Tholen en 3 te Vlissingen en
10 van diphtheritis, waarvan 1 te Graauw en
Langendam, 1 te Groede, 1 te St. Maartensdijk,
3 te Middelburg, 2 te Stoppeldijk, 1 te West-
kapelle en 1 te Zierikzee.
Zaamslag, 9 Februari. In de vergadering
van de vereeniging //Onderlinge Hulp" alhier
dezer dagen gehouden, werd door den penning-
meester over het afgeloopen dienstjaar rekeniDg
en verantwoording gedaan, waaruit bleek dat
de ontvangsten hadden bedragen 532,986
de uitgaven f 179,55B, goed slot 353,43,
zoodat het totaal bezit der vereeniging thans
bedraagt 1775,03. Hetaantal contribueerende
leden is 146, dat der honoraire 22. Wegens
sterfte en onteigening van varkens werd uit-
gekeerd 39.
In de buitengewone vergadering van in
gelanden van den Zaamslagpolder werd de
borgstelling van den te benoemen ontvanger-
griffier gebracht van 1500 op 4000 en in
een zelfde vergadering van ingelanden van den
Aan- en Genderdijkepolder werd dit gebracht
van f 300 op 1000.
St. Janstecn, 9 Febr. Heden namiddag werd
bij het sloopen van een huis, C. lnghels alhier,
gevaarlijk gewond. Onderwijl hij zijne bezig-
heden beneden verrichtte stortte eensklaps een
gevel van het huis in, en kwam op I. terecht,
die met behulp van aodere personen uit zijn
toestand moest verlost worden.
Bewusteloos werd hij te voorschijn gehaald,
doch na geneeskundige behandeling werden
de levensgeesten weder opgewekt.
Gekneusde en ontvelde ledematen werden
verbonden en de aan een wissen dood ontkomen
persoon huiswaarts gebracht.
Stoppeldijk. Bij de Woensdag gehouden
publieke verkooping van landerijen onder Bosch-
kapelle ten verzoeke der erven van wijlen den
heer P. Staal Van der Wielen, werden de
koopen als volgt gegund
Koop 1 aan den heer A. de Mul te Zaamslag
voor f 12950,— koop 2 aan den heer A. de
Mul te Zaamslag voor 5110,—, koop 3 aan
den heer E. v. Wolfelaar te Boschkapelle voor
2750,koop 4, in twee deelen gepiitst, aan
de heeren G. v. Laar te Boschkapelle en H. de
Putter te Zaamslag voor gezamenlijk /5300,
koop 5 aan den heer C. den Hamer te Stoppeldijk
voor 2425,koop 6 aan den heer J. Truyman
te Boschkapelle voor 2900,en koop 7 aan
den heer P. B. Mel te Boschkapelle voor
10140,-.
Maandag den 20 Februari a. s. heeft de trek
king plaats der Belgische Congo-Loten waarbij
550 prijzen met een hoofdprijs van fr. 50,000
worden uitgeloot. Deze premie-obligatien trek-
ken 6 maal 'sjaars, waarbij ook prijzen van
fr. 150,000 en fr. 100,000 uitgeloot worden en
er indirekt eene rente van 5 °/0 aan ver
bonden is.
Nadere omschrijving vindt men in de hierin
voorkomende advertentie der Hollandsche Cre-
dietbank.
Aan den Veendijk, onder Vriescheloo (Gr.)
woont een huisgezin, man, vrouw en drie kinderen,
sedert eenige dagen in een schapenhok. De
arme man, H. E., kan geen woning krijgen.
Woensdagnamiddag ongeveer kwart voor
vijf uur is er aan het Koekoeksplein te Utrecht
een kleine binnenbrand ontstaan. De oorzaak is
onbekend; de bewoonster van het perceel no. 8bis
was even afwezig om in de buurteen boodschap
te doen zij had eenige nog jeugdige kinderen
in de woning achtergelaten, een der kinderen
lag nog in de wieg. De wieg stond voor een
groot gedeelte in brand, terwijl ook een vloer-
kleed was in brand geraakt. Op het hulpge-
roep der kinderen kwamen eenige bewoners
uit de buurt toesnellen, die uit de brandende
wieg het kind, dat reeds ernstige brandwonden
had gekregen, redden het moest onmiddellijk
worden overgebracht naar de Rijksklinieken.
Het brandje is door 3 burgers gebluscht,
door de brandende wieg uit het raam te werpen
en het vloerkleed te dooven.
Een buitenkansje voor den Fiscus
Dinsdagmorgen werd bij aankomst van den
Zuid-Duitschen mailtrein uit Vlissingen aan
het grensstation te Goch, ter voldoening der
inkomende rechten, aangegeven een diamant
ter waarde van 21/s millioen Mark (P/j millioen
gulden).
Heike-zeden. Te St. Willebrord ('t Heike)
is Woensdagmiddag't woonhuis met den inboedel
en de schuur van De Bruin totaal afgebrand.
In plaats dat de heibewoners uit den omtrek
den brand gingen blusschen, maakten zij een
rondedans om het brandende gebouw, zooals
Indianen om den brandstapel.
z/Het verbrandde is toch verzekerd", werd
gezegd. De oorzaak van den brand wist
niemand.
Het hier volgende vertelt de „Preanger
Bode", dat geheel voor rekening van het blad
blijft
De thans als ambteloos burger rondloopende
oud-gouverneur-generaal Van lleutsz ontmoette
onlaugs te Amsterdam een jeugdigen Atjeh-
kennis, met wien hij een eindje opliep en oude
herinneringen ophaalde.
Onze luitenant want hooger was hij nog
niet sprak den oud-gouverneur-generaal
voortdurend aan met den titel, waarop hij als
oud-gouverneur-generaal recht had, n.l. //Ex
cellence". Dit verdroot klaarblijkelijk den heer
Van Heutsz althans op een gegeven oogenblik
zei hij zoo langs zijn neus weg//Zeg, zou
je nou niet eens uitscheiden met dat Excellence
daar verveel je me gruwelijk mee
En toen de ander iet of wat beteuterd opkeek
zei de oud-landvoogd ,/Dat zal ik je uitleggen
kerel, ik word 't liefst generaal genoemd, dat
herinnert me tenminste aan een vroolijke periode
van m'n leven. Bovendien is generaal 'n veel
mooier titel. Ja, kijk maar niet zoo gek.
Excellence kan tegenwoordig iedereen worden
de minste kruidenier. Zoo'n vent wordt een
voudig Minister en hij is 't. Maarlaat
zoo'n vent eens probeeren generaal te worden,
ofschoon ook daar is de klad in
SSI
(lilt 1V T.
l>It bl«d vetsthljnt JIaaniliig., Woenitlng. en VriJdaKavond, attgezonderd op Vee.tda«en. hij de Vlrma P. J. VAN OK IANBE te ler Weazen.