WbIJeFuIke stand7
V, M.lfi T IJ I> 1 r* Jtc IN.
Van 21 tot en met 22 Dec.
Van 21 tot en met 22 Dec. werden langs de
Oostsiuizen alhier 28 binnenvaartuigen op- en 23
afgeschut; door de Westsl. 11 op- en 10 algeschut,
jPositie der btoomschepen.
komen op den verzamelstaat van de geclassiveerde vesting-
werken voor in de derde klasse.
De Voorzitter deelt mede dat Burg, en Weth. in over-
weging geven om voorloopig niet tot die commissie toe
te treden, in verband met den overgangstoestand waarin
de vesting thans verkeert, daar alle werken behalve die
ten westen van Ter Neuzen aan de Domeinen zullen
worden overgegeven en geslecht worden.
Bovendien bestaat ook het voornemen te A lissingen
versterkingen te maken, na de voltooiing waarvan de
vestingwerken hier geheel zouden verdwijnen.
Z. h. s. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
Burg, en Weth., waarvan aan den Raad van Helder mede-
deeling zal worden gedaan.
g. Een adres van W. T. van de Putte, gemeente-
vroedvrouw te Sluiskil, waarin deze wegens ziekte, voor
onbepaalden tijd verlof vraagt.
De Voorzitter doet mededeeling van de op verlol van
toepassing zijnde bepaling der instructie. Daarin staat
dat voor een verlof van meer dan tweemaal 24 uren,
toestemming van Burg, en Weth. noodig is.
Die bepaling geeft echter geen regeling aan voor een ge-
val als thans, dat de juffrouw voor herstel van gezondheid
naar elders is vertrokken en het te voorzien is dat zij
geruimen tijd afwezig zal blijven, daar zij een zekere rust
in acht moet nemen.
Burg, en Weth. hebben voorloopig een maand verlol
verleend, maar dat is niet voldoende gebleken. Voor een
langer verlof wenschte het college dat de Raad or in ge-
kend zou worden, opdat de leden dan kunnen beslissen
hoe zij wenschen dat in dit geval gehandeld moet worden.
De heer Dees deelt mede dat het laatste bericht dat
omtrent de julfrouw ontvangen is weer wat bemoedigender
luidt, dat er vooruitzicht bestaat dat zij spoediger dan
eerst werd gedacht hare taak zal kunnen hervatten en
dat zij dit dan ook met nieuwen moed hoopt te doen.
De Voorzitter deelt nog mede dat Burg, en Weth. er
wel wat bezwaar tegen hebben om voor onbepaalden tijd
verlof toe te staan. Zij wenschen een termijn te bepalen
wanneer dan later blijkt dat verlenging noodig is, kan
dit nog altijd geschieden.
Ook dienden bepalingen te worden gemaakt hoe het
gaan moet met de salarisregeling.
De heer Drost zou zich in dat opzicht willen houden
aan de bestaande bepalingen.
De VoorzitterDe instructie bepaalt dienaangaande
voor de geneesheeren en vroedvrouwen niets.
De heer Dees Dat is wel het geval bij de onderwijzers,
die krijgen een half jaar vol salaris en daarna nog b
maanden de helft.
De heer Drost zou andere ambtenaren met minder
willen behandelen dan de regeling die voor de onderwijzers
is vastgesteld, maar vindt het in dit geval nogal ingrypend.
De vroedvrouw is nog maar een paar maanden in de
gemeente aanwezig en om haar nu voor een langen tijd
verlof toe te staan met behoud van salaris, terwijl de kans
niet buitengesloten is dat door haar ten behoeve der ge
meente geen diensten meer zullen gepresteerd worden,
daartegen heeft hij wel eenig bezwaar. Het is een geval
dat wel eens in het oor mag worden geknoopt. De vraag
is was de juffrouw wel gezond toen ze in dienst is getreden
De heer Dees gelooft dat weldaarnaar is geen onder-
zoek gedaan, er is alleen naar hare capaciteiten geinfor-
meerd.
De heer Drost acht het naar aanleidmg van dit geval
gewenscht, dat in het algemeen, wanneer benoemingen
plaats bebben, van de sollicitanten zal worden gevraagd
een gezondlieidsattest en dat zij zich, na benoemd te zijn
moeten onderwerpen aan een geneeskundig onderzoek van
de gemeentegeneesheeren. Dit laatste acht hij ook noodig,
omdat volgens hem een attest niet steeds de volledige
waarborgen biedt. Hij wil nu juist niet zeggen, dat men
een attest door geneesheeren elders afgegeven moet wan-
trouwen, maar men weet hoe het gaat. Men v\il soms
gaarne iemand ter wille zijn om hem te helpen en dan
kan een attest in zulke vage termen zijn opgesteld, dat
men er weinig aan heeft.
De Voorzitter: Als de Raad dat wenscht, kan natuurhjk
die eisch gesteld worden, maar het gaat voor ons nu al
dikwijls zoo moeilijk om sollicitanten te krijgen Boven
dien, als eenmaal de benoeming is geschied, is het te laat
om ze nog af te zeggen.
De heer Drost ontkent dit laatstemen moet dan als
voorwaarde aan de benoeming verbinden dat het onderzoek
van de gemeentegeneesheeren een bevredigenden uitslag
moet hebben.
De heer Dees is het daarmede eens men zou kunnen be
palen dat de benoeming vervalt als ze afgekeurd worden.
De VoorzitterIk ben maar bang dat het dan nog
meer moeite zal kosten om sollicitanten te krijgen.
De heer Drost: Maar ik ben bang voor stroppen.
De Voorzitter: 'tis waar, men staat er aan bloot
stroppen te krijgen, maar we hebben daarvan toch nog
geen ondervinding opgedaan, en steeds gelukkig geboeid.
De Raad moet echter maar beslissen.
De heer Drost: Ik zou toch nu niet langer dan 3
maanden verlof willen geven.
De heer VisserDat was ook de bedoehng van Burg.
en Weth., om nl. het reeds verleende verlof van een maand
te verlengen met 2 maanden.
De heer Drost: Dan kan tegen dien tyd eens worden
geinformeerd hoe het met de julfrouw gaat en zoo noodig
maatregelen worden genomen.
Met algemeene stemmen wordt goedgevonden aan mej.
Van de Putte 2 maanden verlenging van het haar ver
leende verlof toe te staan, met behoud van het voile
In den loop der discussie deelde de voorzitter mede dat
overeenkomstig de instructie de gemeente-geneesheeren
verplicht zijn haren dienst waar te nemen.
De heer De Jager wijst er nog op dat het gewenscht
is, om niet te wachten met informeeren tot de tyd van
het verlof verstreken is, maar voor dien tijd, opdat zoo
noodig voorziening kan worden getroffen.
De Voorzitter zegt toe dat dit geschieden zal.
li. De Voorzitter deelt mede dat ontvangen is een
afsclirift van het lvon. besluit van 21 Nov. 1910, no. '29
houdende beschikking op het beroep door den Raad der
gemeente Ter Neuzen, ingesteld tegen het besluit van
Gedep. Staten van Zeeland, d.d. 3 Juni 1910, no. 12, e
afd.. waarbij goedkeuring werd onthouden aan zyn besluit
dd. 31 Maart 1910, waarbij is ingetrokken het Raadsbesluit
van 7 Sept. 1909, voor wat betreft het bouwen eener
nieuwe school en de regeling van het aan die school en
aan school B te geven onderwijs, en aan Burg, en Weth.
verzocht werd ten spoedigste plannen m te dienen ter
voorziening in meerdere ruimte voor het meer uitgebrei
lager onderwijs op voor de gemeente voordeeliger wyze,
en waarbij het bestreden besluit van Gedep. Staten is
vernietigd, op grond dat ten onrechte art. 19 der wet tot
regeling van het Lager Onderwijs is toegepast op het
Raadsbesluit van 31 Maart 1910.
Op voorstel van den heer Drost wordt dit stuk geren-
voyeerd naar Burg, en Weth. om nader te adviseeren hoe
verder gehandeld behoort te worden.
I. Een adres van A. Verlinde en 39 anderen, alien
ambachtslieden te Ter Neuzen, welke te kennen geven dat
zij het geheel eens zijn met den inhoud, vervat in het
request, aan den Raad ingezonden door den heer P. L.
lioogaard, inzake het beboeten van den werkman, mdien
er contact wordt veroorzaakt door in de nabijheid der
electrische centrale alhier te werkenzij wenschen dat de
Raad er toe moge overgaan om de maatschappy der
electrische centrale alhier te verplichten, bij voorkomende
"•elegenheden de geleidingsdraden zoodanig te besehermen
of desnoods om te leggen. opdat ze geen gevaar opleveren
voor den werkman als deze in de nabijheid dier dratlen
moet werken. Bij de steeds hoogere eischen welke de
bouwverordening stelt is het zeker niet gewensch te acliten,
nu weder den ambachtsman tot boete te kunnen dwingen,
als er bij de draden gewerkt wordt en door moeilijk te
bereiken punten of gedeelten van gebouwen, tengevolge
van de aanweziglieid der leidingsdraden, stoornis kan ont-
staan in het bedrijf der centrale, want van moedwil kan
er volstrekt geen sprake zijn, daarvoor zijn de werklui te
bang voor den electrischen stroom.
De Voorzitter stelt voor dit adres te renvoyeeren naar
Burg, en Weth.
De heer Drost vraagt, omdat op de agenda voorkomt
»aangehouden zaken", of het de bedoeling is het aan-
hangige voorstel tot wijziging der politieverordening ook
aan te houden.
De Voorzitter antwoordt bevestigend. Burg, en Weth.
willen onderzoeken in hoeverre zij het recht hebben, in
de politieverordening dienaangaande bepalingen op te nemen.
De heer Drost vraagt of het niet gewenscht is dat de
Raad aan Burg, en Weth. een wenk gaf omtrent de wijze
waarop eventueele bepalingen zullen worden opgenomen,
of nl. het nemen van veiligheidsmaatregelen zal komen
ten laste der Centrale dan wel ten laste der ingezetenen.
De Voorzitter meent dat het beter is daar thans niet
over te spreken. Wanneer hij. op het gesprokene van den
heer Drost inging, zou men niet kunnen vermijden eene
bespreking van de geheele zaak. Het is daarom beter
daarmede te wachten tot Burg, en Weth. de door hen
verlangde gegevens bezittende Raad is dan nog altijd
vrij in zijne beslissing over de ter tafel komende voor-
stellen.
Z. h. s. wordt besloten het request te stellen in handen
van Burg, en Weth.
J. De Voorzitter deelt mede, dat naar aanleiding van
het verzoek van den gemeenteraad aan de departementen
van Waterstaat en van Oorlog om te mogen overgaan tot
demping van het nogoverig deel van de gemeentehaven thans
is onderhandeld en dat de noodige toestemming zal ver-
kregen worden, doch dat daartoe een contract moet worden
gesloten met den hoofd-ingenieur directeur van 'sRijks-
waterstaat, waarbij wordt bepaald
dat de gemeente zal maken;
een doorgaande waterkeering ter hoogte van 5 M. boven
N. A. P. en ter kruinsbreedte van minstens 2 M., aan-
sluitende tegen de bestaande dijken met doorgaand regel-
matig bovenbeloop en berm
de gemeente staat af aan het Rijk het gedeelte van
perceel sectie C 1464 gelegen ten oosten van de potlood-
lijn op eene ter tafel zijnde teekening van het terrein
de gemeente mag op het gedeelte van perceel C 1464,
dat Rijkseigendom wordt, een rioleering met waterkeerende
afsluiting maken, ten genoege van den hoofdingenieur-
directeur van's Rijkswaterstaat
de gemeente onderhoudt de rioleering in goeden staat
en moet bij eventueele opruiming de waterkeering ten
genoege van den hoofd-ingenieur directeur herstellen
de gemeente mag overigens de waterkeering ten zuiden
van de haven op rijksgrond vergraven
het Rijk zal maken
de verdediging ipet steenglooiing met gebruik making
van de aanwezige steen
het Rijk staat af aan de gemeente het gedeelte van
C 3488, ten westen van de potloodlijn op bovenvermelde
teekening.
De heer Wieland merkt op dat bij uitvoering van de
demping het voornemen bestaat eene rioleering te maken
die loopt van het kanaal aan de Heerengracht, nabij zijne
woning, uitmondende in de haven, Nu is hem de opmer-
king gemaakt en hij wenscht daarop de aandacht te ves-
tigen, dat het te maken riool slechts gedurende een paar
uren bij elk watergetij in de haven zal kunnen loozen,
daar het maar een paar uren laag water is. Wat zal echter
geschieden als het tijdens hoogwater eens begint te stort-
regenen Is het ontworpen riool dan van voldoende
capaciteit om het water te bergen, of kan dat dan uitloopen
in het kanaal.
De "Voorzitter antwoordt bevestigend.
De bedoeling is om een riool te maken door de De Jonge-
straat en de Markt, om in het midden der tegenwoordige
haven uit te komen. De verschillende op de Markt uit-
komende zijstratem zullen dan meteen van rioleering worden
voorzien, zooals de Kersstraat, de Brouwerijstraat de Ilaven-
straat, de Smidswal, het Schoolplein, enz.
Spreker vraagt of de Raad er bezwaar tegen heeft den
bouwmeester in de vergadering toe te laten, opdat deze
verschillende technische uiteenzettingen van het plan en
de kosten doen kan.
De heer Dees zou van de kosten voorloopig nog maar
niets zeggen.
De Voorzitter merkt op dat dit dan straks zal kunnen
geschieden, als de Raad toch in besloten zitting moet
vergaderen.
De Raad verleent toestemming om den gemeentebouw-
meester in de vergadering toe te laten, waarna deze ter
vergadering komt en op de teekening aanwijzing doet van
de voorgenomen werken en de ruiling van het terrein
tusschen de gemeente en het Rijk.
De heer Drost vraagt of in het terrein dat de gemeente
afstaat geen grond betrokken is, die later weer zal moeten
worden terug gekocht.
De Voorzitter antwoordt ontkennend. Er is een deel
in gelegen dat de gemeente- later weer krijgen zal.
De bouwmeester zet uiteen hoe de rioleering zal wooden
gemaakt, met een hoofdriool van af het kanaal met armen
over de Markt, ter wijdte Van 50 bij 65 cM. met eene
groote ontvangput in de tegenwoordige gemeentehaven
en vandaar met buizen van 60 bij 90 c.M. uitmondende
in de oostelijke buitenhaven. Desgevraagd deelt hij mede
dat vanwege den Rijkswaterstaat is toegezegd medewerking
te zullen verleenen voor het verkrijgen eener vergunning
tot doorspuiing met water uit het kanaal. De op het
hoofdriool uitkomende zijriolen kunnen van mindere capa
citeit zijn en zullen ook niet zoo diep worden gelegd.
De duiker van de genie, die nu in de haven uitkomt
en dient voor loozing van het water van het plein achter
de huizen op de Smidswal kan dan ook vervallen.
De heer De Bruijne meent dat door uitvoering van dit
werk het gevaar voor overstrooming bij hoog water ook
niet meer bestaat.
De Voorzitter antwoordt dat de waterkeerende incur
dan kan vervallen, daar de te maken dijk het water belet in
de haven te loopen en deze dus ook niet meer kan over-
stroomen.
De heer Wieland is van meening dat elk die aan de
haven bekend is en weet hoe hoog het water daar som-
tijds al gestaan heeft en de gebouwen kent die dan ook
moeten dienst doen om het water te keeren, zal moeten
beamen dat met het maken van den afsluitdijk een goed
werk wordt verricht.
De heer De Bruijne kan zich een vroegere overstroo
ming nog zeer goed herinneren, de school banken dreven
toen men des morgens in school kwam.
De heer Drost vraagt of het betrekkelijk veel meer zou
moeten kosten om de thans ontworpen rioleering van dit
stadsgedeelte zoo te maken dat deze ook zou kunnen dienen
voor afvoer van faecalien, wanneer te goeder tijd eens zou
worden besloten om de faecalien op die wijze te ruimen.
Hij wijst er op, dat er nu een betrekkelijk groote som
voor rioleering zal worden besteed en zou daarom thans
de door hem besproken mogelijkheid onder de oogen
willen zien. Niet dat hij daarmede thans zou willen be-
ginnen, maar als dit er in de toekomst eens van kwam,
zou dan toch dit deel in orde zijn en was dat maar aan
de privaten aan te sluiten.
De Bouwmeester wijst er op dat het dan anders zou
moeten gemaakt worden, daar de zijriolen nu geen voldoende
doorspuiing zouden hebben.
De Voorzitter meent dat dit geen be?4^.ar zou zijn,
daar overal waar de faecalien op rioVJjV^ .tloopen, deze
met water uit de huizen worden weg8tlsj)oeld en daar-
door zouden ook de zijriolen voldoende spoeling krijgen.
De bouwmeester meent ook, dat van wege Rijkswater
staat geen toestemming zou worden gegeven om de faeca
lien te laten uitstroomen in de gemeentehaven, juist waar
de schepen liggen. Dat zou geen gewenschte toestand
scheppen.
Nog wijst deze er op dat de zijriolen dan dieper zouden
moeten worden gelegd dan thans het voornemen is ze te
maken, omdat de privaten er anders niet op zouden kunnen
uitloozen.
De heer Dees merkt op dat men toch niet tot zoo iets
zou kunnen besluiten tenzij men de geheele stad op die
wijze van de faecalien kon afhelpen.
De heer Drost geeft te kennen dat hij alleen zoo spreekt,
ziende op wat in de toekomst zou kunnen geschiedenhij
is een leek op dit gebied en dacht dat dan misschien de
rioleering wijder zou moeten zijn, met er wat meer aan
te besteden kon men dan dit gedeelte ineens goed maken.
Hij hoorde nu echter weer bezwaren opperen, die hem
niet bekend waren.
De bouwmeester verklaart dat de wijdte der rioleering,
zooals die thans is ontworpen geen bezwaar is, die is
voldoende.
De heer Drost merkt op dat dit eigenlijk een antwoord
is op zijne vraaghet was er hem maar om te doen te
weten of de capaciteit der buizen voldoende was, om daar
ook de faecalien door te laten weg loopen.
De bouwmeester bevest.igt dat dit kan, maar dat de
buizen dan dieper moeten gelegd worden.
Na nog enkele opmerkingen wordt de verdere bespreking
aangehouden tot in de besloten vergadering om dan ook
de llnancieele zijde te besproken.
2. Benoemen gemeentevroedwouw.
De Voorzitter vraagt of het nu niet gewenscht is alvorens
te benoemen in de instructie voor de geneesheeren en
vroedvrouwen iets op te nemen omtrent langdurig verlof
wegens ziekte en salarieering tijdens dat verlof, evenals
voor de onderwijzers is geschied. Wijziging van de in
structie is niet aan de goedkeuring van Gedep. Staten
onderworpen, zoodat dit terstond kan geschieden en van
toepassing verklaard.
De heer Drost acht met het maken eener zoodanige
bepaling zoo geen haast noodig, daar immers de benoe
mingen toch geschieden op de bestaande of nader vast te
stellen instructies daarin kan dan altijd wijziging worden
gemaakt. Hij heeft er geen bezwaar tegen' om ook voor
andere gerneente-ambtenaren eene regeling te maken
zooals die voor de onderwijzers bestaat, bij ziekte een half
jaar vol salaris en de volgende 6 maanden de helft, mits
de gemeente dan ook de zekerheid heeft dat zij bij de
benoeming gezonde ambtenaren in dienst krijgt. Het gaat
volgens spreker echter niet aan om zoo maar het kippenhok
binnen te loopen en een dag of veertien later te zeggen
ik heb de pip.
De Voorzitter: We zouden dan de benoemde kunnen
aanschrijven u is benoemd op voorwaarde dat u bij ge
neeskundig onderzoek wordt goedgekeurd.
De heer DeesEr zou kunnen bepaald worden dat,
wanneer bij het geneeskundig onderzoek blijkt dat de
benoemde aan een ongeneeslijke ziekte lijdt, de benoeming
vervalt.
De VoorzitterDan zouden we weer moeten gaan be
palen wat onder een ongeneeslijke ziekte verstaan wordt;
iemand met een krom been is b. v. ook ongeneeslijk.
De heer DrostMaar niemand zal er aan denken om
een krom been voor een ziekte te verklaren. Bovendien
is dat iets. wat uit de verklaring der geneesheeren vol
doende kan blijken.
De heer De .lager maakt bezwaar om zoo'n verklaring
van gezond zijn nu nog te eischen van de te benoemen
vroedvrouw; de juffrouw die men op het oog heeft, heeft
daarop niet gerekend, er heeft niets van in de oproeping
gestaan en is het dan wel eerlijk daar nu mee aan te
komen
De heer Donze zou het nu ook maar zoo willen laten
doch er voor latere oproepingen rekening mede houden.
De Voorzitter merkt op dat de Raad volkomeu bevoegd
is, om dien eisch van een geneeskundig attest alsnog te
stellen.
Ue heer De Jager wijst ook op de moeilijkheid om
sollicitanten te krijgen en is bang dat, als men zulke
voorwaarden gaat stellen het nog moeilijker zal gaan.
De heer Drost merkt op dat er toch nog twee andere
sollicitanten ook geweest zijnbuitendienhij heeft nu
juist niet alleen het oog op de vroedvrouwen, maar op
benoeming van ambtenaren in het algemeen.
Hij ziet niet in wat bezwaar er in kan zijn voor iemand
die gezond is om zich aan een geneeskundig onderzoek
te onderwerpen en als het een zieke is, is de gemeente
maar beter dat ze zoo'n ambtenaar niet in dienst krijgt.
De heer Visser bespreekt de kosten bij de benoeming
van opzichters moeten deze ook gekeurd worden, maar
dan behoeven die zelf de kosten niet te dragen.
De heer Drost zou aan hen die voor het onderzoek over-
komen en die worden afgekeurd, de kosten willen vergoeden.
Verschillende leden stemmen daarmede in.
Het voorstel van den heer Drost wordt alsnu aangenomen
met 6 tegen 3 stemmen. Voor stemmen de heeren Drost,
De Bruijne, Visser, Dees, Wieland en Moggre tegen stem-
men de heeren De Jager, Scheele en Donze.
Als nu wordt overgegaan tot de benoeming van eene
vroedvrouw in de kom op eene jaarwedde van j 225.
Door Burg, en Weth. worden aanbevolen de dames W. G-
L. C. van Dijk, te Hilversum en J. F. Fleur, te's Gravenhage.
Eerstgeuoemde wordt met algemeene stemmen benoemd.
3. Verzoek gebruik gemeentegrond.
De Voorzitter deelt mede een pas ingekomen adres van
G. F. P. van der Peijl, bandelaar in bouwmaterialen, welke
verzoekt hem een deel van het terrein der gemeente,
nabij de spoorbrug aan den zuidbeer, tot wederopzeggens
in gebruik te willen geven voor opslagplaats van steen,
tegen een huurprijs van 5 cent per M2.
De Voorzitter stelt voor dit verzoek te stellen in handen
van Burg, en Weth. ter afdoening.
Naar aanleiding eener vraag van den heer Wieland
deelt de Voorzitter mede dat adressant dit terrein vroeger
zonder vergunning in gebruik heeft genomen en dat
daarop de aandacht gevallen is en hem is aangezegd dat
hij het moest aanvragen. Toen is hem tevens te kennen
gegeven dat hij het tot nieuwjaar gebruiken kon tegen
betaling van 3.
De heer Wieland beveelt inwilliging van het verzoek
aan; het is geen bezwaar voor de passage en van veel
waarde voor adressant daar deze dan zijn steen niet zoover
behoeft te vervoeren om ze op te slaan.
Het staat wel netjes, zoo een klamp steen ter weerszijden.
I)e Voorzitter merkt op dat Burg, en Weth. het natuur
lijk niet zullen weigeren als er geen redenen voor zijn,
maar wat nu het netjes staan betreft, daar wil hij maar
niet op ingaan de eene tijd staat zoo'n hoop steen netjes
opgestapeld, maar op een anderen tijd licht alles door
elkaar.
De heer De Jager vraagt nog of adressant als Burg, en
Weth. zijn verzoek eens niet inwilligden, nog bij den Raad
terug kan komen.
De Voorzitter antwoordt bevestigend, waarnaar het voor
stel van Burg, en Weth. om het verzoek ter afdoening
naar hun college te renvoyeeren, wordt aangenomen z. h. s.
4. Wijziging verordening onderwijzers-salarissen.
De Voorzitter geeft in overvteging de behandeling van
eene wijziging in de salarisregeling der onderwijzers aan
te houden in verband met de afwezigheid van den heer
Kerkhoven, daar deze, als lid der schoolcommissie het
door die commissie gedane voorstel nader zou kunnen
verdedigen. Het is dan echter gewenscht te bepalen, dat
eventueele verhoogingen zullen gerekend worden in te
gaan met 1 Jan. 1911.
Z. h. s. wordt aldus besloten.
5. Verzoek grafdelver R. K. begraafp laats om ver-
hooging van jaarwedde.
De Voorzitter deelt mede dat door Burg, en Weth. een
onderzoek is ingesteld naar aanleiding van het in de vorige
vergadering in hunne handen gesteld adres van P. A. de
Rijk om verhooging zijner jaarwedde als grafdelver op de
R. K. begraafplaats, ad 60, daar deze in verband met
zijne werkzaamheden te laag moet genoemd worden.
Uit het onderzoek is gebleken dat in 1905 op die begraaf
plaats zijn gemaakt 25 graven, in 1900 18, in 1907 18,
in 1908 33, in 1909 16, en tot nu toe in 1910 18, dat is
te samen 128 of gemiddeld 21 per jaar. Hij heeft geen
onderhoud te verricbten, dat geschiedt door Haak. Op
grond dat er van geen vermeerdering van werkzaamheden
sprake is, stellen Burg, en Weth. voor op het verzoek af-
wijzend te beschikken.
De heer Visser merkt op dat het op eene belooning van
gemiddeld f 3 per graf komt, wat eene voldoende be
looning mag worden geacht.
Het voorstel van Burg, en Weth. wordt z. h. s. aange
nomen.
6. Omvraag.
a. De heer De Jager verzoekt eens bij *s Rijkswaterstaat
die den Schuttershofweg in onderhoud heeft er op aan te
dringen dat die weg wordt schoongemaakt, want die ver
keert nu in een desolaten slijkerigen toestand.
De Voorzitter zegt toe er eens met den ingenieur over
te zullen spreken.
I». De heer Moggre vraagt of nog geen antwoord ont
vangen is van den Minister van Waterstaat op het schrijven
van den Raad, tot verzending waartoe in de vorige ver
gadering werd besloten.
De Voorzitter antwoordt ontkennend, maar hij weet ook
niet of daar een antwoord op komen zal. Er is geschreven
met verzoek de werken te willen bespoedigen en tevens
zijn de requesten omtrent de werkeloosheid in afschrift
medegedeeld.
De openbare zitting wordt alsnu geschorst en gaat over in
eene met gesloten deuren.
Nadat de vergadering weder openbaar is geworden deelt
de Voorzitter mede dat besloten is ontheffing van school-
geld te verleenen aan J. Peters voor f 1,20 en aan E. A.
IJsebaert voor f 10,80 en een verzoek van R. M. Vermast
om ontheffing van hondenbelasting te wijzen van de hand.
Vervolgens wordt het tweede suppletoir kohier van den
hoofdelijken omslag vastgesteld met een totaal van 8572.
Hierop wordt met algemeene stemmen aangenomen een
voorstel van Burg, en Weth. over te gaan tot eene alge-
heele demping der gemeentehaven en het maken eener
nieuwe rioleering op het marktplein en in de aangrenzende
straten, waarvan de kosten worden geraamd op ruim
2000b, welk bedrag zal worden gevonden uit eene geld-
leening. Hierbij drukt de heer de Jager de wenschelijk-
heid uit dat deze werkzaamheden door ingezetenen zullen
worden uitgevoerd, waartegenover de Voorzitter en ver
schillende andere leden evenwel wijzen op de moeilijkheid
om daarvoor bepaalde voorschriften te geven.
Nog vraagt de heer De Bruijne of het Dag. Best, reeds
op de hoogte is omtrent de plannen tot aankoop van
gronden bij Sluiskil voor den bouw van fabrieken.
De Voorzitter antwoordt hierop dat Burg, en Weth.
daarover informatlen hebben ingewonnen en daarbij heb
ben ontwaard dat die plannen nog zeer vaag zijn.
De heeren Visser en Dees spreken hunne afkeuring uit
over de in de pers opgenomen uitlating als zou het ge-
meentehestuur in dezen niet voldoende diligent zijn'en
wijzen er op dat dit bestuur op bedoelde plannen niet
den tninsten invloed kan uitoefenen.
Hierna wordt de vergadering gesloten.
llver<ilai;. In deze gemeente hebben geene aan-
giften plaats gehad.
van tJesit. Iluwelijks-voltrekkingen. 15 Dec.
Theodorus Benedictus van Aerde, oud 32 j., jrn. en
Celina Maria Ducarmon, oud 29 j., jd.
Geboorten. 3 Dec. Andrd August, z. van Adolphus
Kduardus Lammens en van Julie van Caille. 7 Dec.
Emiel Maria, z. van Eduardus de Vieesschauwer en
van Sophia Maria Mattheeuwa. 12 Dec. Raymond, z.
van Petrus Meloen en van Bertha Coleta de Meijer.
Overlijden. 11 Dec. August Albert Bockstael, oud
5 in., z. van Richard Polidor en van Mathilda Virginia
Stofferis.
Zutaiusiag". Huwelijks-aangiften. 8 Dec. Jacobus
van Alten, oud 19 j., jm. en Cornelia den Hamer, oud
20 j., jd.
Huwelijks-voltrekkingen. 1 Dec. Geerard Zoutewolle
(van Goes), oud 21 j., jm. en Maria van Es, oud 23 j., jd.
Geboorten. 1 Dec. Maria, d. van Louis Cove en van
Neeltje de Feijter. 5 Dec. Jacobus, z. van Jan Frederik
de Jonge en van Jacomina Jacoba Dieleman. Anthonie
Pieter, z. van Cornelia van Doorn en van Janna van
den Berge. 10 Dec. David, z. van Livinus de Groote
en van Helena Johanna den Beer.
Overlijden. 3 Dec. Diua van Maelsaeke, oud 50 j.,
echtg. van Jacobus flaak.
fi
3
VLAG.
NAAM
MS.
Van en naar- Lading.
W Otvir Te
b- .■&eiu6e««
21
Eng. 3msch. Cimbry
424
Pen to wan
chinaclay
Eng. s.s.
Pandion
3619
Manchester
stukg.
idem
Cattersty
1390
Skinning.
ijzer
22
idem
The Monarch
1818
Milium
idem
idem
ltiver Lagan
2272
Londen
stukg.
Deen. s.s.
Nancy
3709
Swansea
kolen
V an Ter %euzen i
21
Eng. s.s.
River Thames
2242
Londen
stukg.
22
idem
Cattersty
1390 ,Middlesbro
ledig
V <>or
(«en£
21
Noor. s.s.
Europa
2948
Riga
stukg.
Eng. s.s.
Griplast
3139
Goole
kolen
idem
Ronan
3391
Leith
stukg.
22
idem
Hessle
2695
Goole
kolen
Duitsch 8.8.
Lisbeth Cords
2556
Riga
stukg.
Eng. s.s.
Don
2658
Goole
idem
idem
Sea Serpent
2554
Londen
idem
Van
Drent i
21
Deen. sch.
Londen
412
Yarmouth
phosph.
Eng. s.s.
Ethelwolda
6853
Rio Janeiro
stukg.
idem
Mersey
3075
Goole
idem
idem
Sea Gull
2763
Londen
idem
idem
Truro
2367
Hull
idem
Deen. s.s.
Flvuderborg
3924
Methil
ledig
22
Nederl. »ch.
Janna
412
Exeter
stukg.
Fran. sch.
La Bretagne
302
Brest
phosph.
Russ. sch.
Maja
463
Plymouth
idem
Eng. s.s.
Griplast
3139
New-Castle
ledig
Duitsch s.s.
Ariadne
2482
Stettin
phosph.
Eng. s.s.
Hornsby Castle
10505
Antwerpen
rest. lad.
idem
Avocet
3985
Liverpool
stukg.
idem
Ousel
3633
Manchester
idem
s.s. HARALD vertrekt heden van Swansea naar Spezzia.
s.s. JENNY vertrok 17 dezer van Hull naar Genua,
s.s. RICHARD in lading te Bilbao voor Newport,
s.s. ELISABETH vertrekt heden van Harburg naar
New-Castle on Tyne.
s.s. HELENA in lossing te Sunderland,
s.s. MAGDALEN A vertrok 15 dezer van Blyth naar
Savona.