WbIJeFuIke stand7 V, M.lfi T IJ I> 1 r* Jtc IN. Van 21 tot en met 22 Dec. Van 21 tot en met 22 Dec. werden langs de Oostsiuizen alhier 28 binnenvaartuigen op- en 23 afgeschut; door de Westsl. 11 op- en 10 algeschut, jPositie der btoomschepen. komen op den verzamelstaat van de geclassiveerde vesting- werken voor in de derde klasse. De Voorzitter deelt mede dat Burg, en Weth. in over- weging geven om voorloopig niet tot die commissie toe te treden, in verband met den overgangstoestand waarin de vesting thans verkeert, daar alle werken behalve die ten westen van Ter Neuzen aan de Domeinen zullen worden overgegeven en geslecht worden. Bovendien bestaat ook het voornemen te A lissingen versterkingen te maken, na de voltooiing waarvan de vestingwerken hier geheel zouden verdwijnen. Z. h. s. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van Burg, en Weth., waarvan aan den Raad van Helder mede- deeling zal worden gedaan. g. Een adres van W. T. van de Putte, gemeente- vroedvrouw te Sluiskil, waarin deze wegens ziekte, voor onbepaalden tijd verlof vraagt. De Voorzitter doet mededeeling van de op verlol van toepassing zijnde bepaling der instructie. Daarin staat dat voor een verlof van meer dan tweemaal 24 uren, toestemming van Burg, en Weth. noodig is. Die bepaling geeft echter geen regeling aan voor een ge- val als thans, dat de juffrouw voor herstel van gezondheid naar elders is vertrokken en het te voorzien is dat zij geruimen tijd afwezig zal blijven, daar zij een zekere rust in acht moet nemen. Burg, en Weth. hebben voorloopig een maand verlol verleend, maar dat is niet voldoende gebleken. Voor een langer verlof wenschte het college dat de Raad or in ge- kend zou worden, opdat de leden dan kunnen beslissen hoe zij wenschen dat in dit geval gehandeld moet worden. De heer Dees deelt mede dat het laatste bericht dat omtrent de julfrouw ontvangen is weer wat bemoedigender luidt, dat er vooruitzicht bestaat dat zij spoediger dan eerst werd gedacht hare taak zal kunnen hervatten en dat zij dit dan ook met nieuwen moed hoopt te doen. De Voorzitter deelt nog mede dat Burg, en Weth. er wel wat bezwaar tegen hebben om voor onbepaalden tijd verlof toe te staan. Zij wenschen een termijn te bepalen wanneer dan later blijkt dat verlenging noodig is, kan dit nog altijd geschieden. Ook dienden bepalingen te worden gemaakt hoe het gaan moet met de salarisregeling. De heer Drost zou zich in dat opzicht willen houden aan de bestaande bepalingen. De VoorzitterDe instructie bepaalt dienaangaande voor de geneesheeren en vroedvrouwen niets. De heer Dees Dat is wel het geval bij de onderwijzers, die krijgen een half jaar vol salaris en daarna nog b maanden de helft. De heer Drost zou andere ambtenaren met minder willen behandelen dan de regeling die voor de onderwijzers is vastgesteld, maar vindt het in dit geval nogal ingrypend. De vroedvrouw is nog maar een paar maanden in de gemeente aanwezig en om haar nu voor een langen tijd verlof toe te staan met behoud van salaris, terwijl de kans niet buitengesloten is dat door haar ten behoeve der ge meente geen diensten meer zullen gepresteerd worden, daartegen heeft hij wel eenig bezwaar. Het is een geval dat wel eens in het oor mag worden geknoopt. De vraag is was de juffrouw wel gezond toen ze in dienst is getreden De heer Dees gelooft dat weldaarnaar is geen onder- zoek gedaan, er is alleen naar hare capaciteiten geinfor- meerd. De heer Drost acht het naar aanleidmg van dit geval gewenscht, dat in het algemeen, wanneer benoemingen plaats bebben, van de sollicitanten zal worden gevraagd een gezondlieidsattest en dat zij zich, na benoemd te zijn moeten onderwerpen aan een geneeskundig onderzoek van de gemeentegeneesheeren. Dit laatste acht hij ook noodig, omdat volgens hem een attest niet steeds de volledige waarborgen biedt. Hij wil nu juist niet zeggen, dat men een attest door geneesheeren elders afgegeven moet wan- trouwen, maar men weet hoe het gaat. Men v\il soms gaarne iemand ter wille zijn om hem te helpen en dan kan een attest in zulke vage termen zijn opgesteld, dat men er weinig aan heeft. De Voorzitter: Als de Raad dat wenscht, kan natuurhjk die eisch gesteld worden, maar het gaat voor ons nu al dikwijls zoo moeilijk om sollicitanten te krijgen Boven dien, als eenmaal de benoeming is geschied, is het te laat om ze nog af te zeggen. De heer Drost ontkent dit laatstemen moet dan als voorwaarde aan de benoeming verbinden dat het onderzoek van de gemeentegeneesheeren een bevredigenden uitslag moet hebben. De heer Dees is het daarmede eens men zou kunnen be palen dat de benoeming vervalt als ze afgekeurd worden. De VoorzitterIk ben maar bang dat het dan nog meer moeite zal kosten om sollicitanten te krijgen. De heer Drost: Maar ik ben bang voor stroppen. De Voorzitter: 'tis waar, men staat er aan bloot stroppen te krijgen, maar we hebben daarvan toch nog geen ondervinding opgedaan, en steeds gelukkig geboeid. De Raad moet echter maar beslissen. De heer Drost: Ik zou toch nu niet langer dan 3 maanden verlof willen geven. De heer VisserDat was ook de bedoehng van Burg. en Weth., om nl. het reeds verleende verlof van een maand te verlengen met 2 maanden. De heer Drost: Dan kan tegen dien tyd eens worden geinformeerd hoe het met de julfrouw gaat en zoo noodig maatregelen worden genomen. Met algemeene stemmen wordt goedgevonden aan mej. Van de Putte 2 maanden verlenging van het haar ver leende verlof toe te staan, met behoud van het voile In den loop der discussie deelde de voorzitter mede dat overeenkomstig de instructie de gemeente-geneesheeren verplicht zijn haren dienst waar te nemen. De heer De Jager wijst er nog op dat het gewenscht is, om niet te wachten met informeeren tot de tyd van het verlof verstreken is, maar voor dien tijd, opdat zoo noodig voorziening kan worden getroffen. De Voorzitter zegt toe dat dit geschieden zal. li. De Voorzitter deelt mede dat ontvangen is een afsclirift van het lvon. besluit van 21 Nov. 1910, no. '29 houdende beschikking op het beroep door den Raad der gemeente Ter Neuzen, ingesteld tegen het besluit van Gedep. Staten van Zeeland, d.d. 3 Juni 1910, no. 12, e afd.. waarbij goedkeuring werd onthouden aan zyn besluit dd. 31 Maart 1910, waarbij is ingetrokken het Raadsbesluit van 7 Sept. 1909, voor wat betreft het bouwen eener nieuwe school en de regeling van het aan die school en aan school B te geven onderwijs, en aan Burg, en Weth. verzocht werd ten spoedigste plannen m te dienen ter voorziening in meerdere ruimte voor het meer uitgebrei lager onderwijs op voor de gemeente voordeeliger wyze, en waarbij het bestreden besluit van Gedep. Staten is vernietigd, op grond dat ten onrechte art. 19 der wet tot regeling van het Lager Onderwijs is toegepast op het Raadsbesluit van 31 Maart 1910. Op voorstel van den heer Drost wordt dit stuk geren- voyeerd naar Burg, en Weth. om nader te adviseeren hoe verder gehandeld behoort te worden. I. Een adres van A. Verlinde en 39 anderen, alien ambachtslieden te Ter Neuzen, welke te kennen geven dat zij het geheel eens zijn met den inhoud, vervat in het request, aan den Raad ingezonden door den heer P. L. lioogaard, inzake het beboeten van den werkman, mdien er contact wordt veroorzaakt door in de nabijheid der electrische centrale alhier te werkenzij wenschen dat de Raad er toe moge overgaan om de maatschappy der electrische centrale alhier te verplichten, bij voorkomende "•elegenheden de geleidingsdraden zoodanig te besehermen of desnoods om te leggen. opdat ze geen gevaar opleveren voor den werkman als deze in de nabijheid dier dratlen moet werken. Bij de steeds hoogere eischen welke de bouwverordening stelt is het zeker niet gewensch te acliten, nu weder den ambachtsman tot boete te kunnen dwingen, als er bij de draden gewerkt wordt en door moeilijk te bereiken punten of gedeelten van gebouwen, tengevolge van de aanweziglieid der leidingsdraden, stoornis kan ont- staan in het bedrijf der centrale, want van moedwil kan er volstrekt geen sprake zijn, daarvoor zijn de werklui te bang voor den electrischen stroom. De Voorzitter stelt voor dit adres te renvoyeeren naar Burg, en Weth. De heer Drost vraagt, omdat op de agenda voorkomt »aangehouden zaken", of het de bedoeling is het aan- hangige voorstel tot wijziging der politieverordening ook aan te houden. De Voorzitter antwoordt bevestigend. Burg, en Weth. willen onderzoeken in hoeverre zij het recht hebben, in de politieverordening dienaangaande bepalingen op te nemen. De heer Drost vraagt of het niet gewenscht is dat de Raad aan Burg, en Weth. een wenk gaf omtrent de wijze waarop eventueele bepalingen zullen worden opgenomen, of nl. het nemen van veiligheidsmaatregelen zal komen ten laste der Centrale dan wel ten laste der ingezetenen. De Voorzitter meent dat het beter is daar thans niet over te spreken. Wanneer hij. op het gesprokene van den heer Drost inging, zou men niet kunnen vermijden eene bespreking van de geheele zaak. Het is daarom beter daarmede te wachten tot Burg, en Weth. de door hen verlangde gegevens bezittende Raad is dan nog altijd vrij in zijne beslissing over de ter tafel komende voor- stellen. Z. h. s. wordt besloten het request te stellen in handen van Burg, en Weth. J. De Voorzitter deelt mede, dat naar aanleiding van het verzoek van den gemeenteraad aan de departementen van Waterstaat en van Oorlog om te mogen overgaan tot demping van het nogoverig deel van de gemeentehaven thans is onderhandeld en dat de noodige toestemming zal ver- kregen worden, doch dat daartoe een contract moet worden gesloten met den hoofd-ingenieur directeur van 'sRijks- waterstaat, waarbij wordt bepaald dat de gemeente zal maken; een doorgaande waterkeering ter hoogte van 5 M. boven N. A. P. en ter kruinsbreedte van minstens 2 M., aan- sluitende tegen de bestaande dijken met doorgaand regel- matig bovenbeloop en berm de gemeente staat af aan het Rijk het gedeelte van perceel sectie C 1464 gelegen ten oosten van de potlood- lijn op eene ter tafel zijnde teekening van het terrein de gemeente mag op het gedeelte van perceel C 1464, dat Rijkseigendom wordt, een rioleering met waterkeerende afsluiting maken, ten genoege van den hoofdingenieur- directeur van's Rijkswaterstaat de gemeente onderhoudt de rioleering in goeden staat en moet bij eventueele opruiming de waterkeering ten genoege van den hoofd-ingenieur directeur herstellen de gemeente mag overigens de waterkeering ten zuiden van de haven op rijksgrond vergraven het Rijk zal maken de verdediging ipet steenglooiing met gebruik making van de aanwezige steen het Rijk staat af aan de gemeente het gedeelte van C 3488, ten westen van de potloodlijn op bovenvermelde teekening. De heer Wieland merkt op dat bij uitvoering van de demping het voornemen bestaat eene rioleering te maken die loopt van het kanaal aan de Heerengracht, nabij zijne woning, uitmondende in de haven, Nu is hem de opmer- king gemaakt en hij wenscht daarop de aandacht te ves- tigen, dat het te maken riool slechts gedurende een paar uren bij elk watergetij in de haven zal kunnen loozen, daar het maar een paar uren laag water is. Wat zal echter geschieden als het tijdens hoogwater eens begint te stort- regenen Is het ontworpen riool dan van voldoende capaciteit om het water te bergen, of kan dat dan uitloopen in het kanaal. De "Voorzitter antwoordt bevestigend. De bedoeling is om een riool te maken door de De Jonge- straat en de Markt, om in het midden der tegenwoordige haven uit te komen. De verschillende op de Markt uit- komende zijstratem zullen dan meteen van rioleering worden voorzien, zooals de Kersstraat, de Brouwerijstraat de Ilaven- straat, de Smidswal, het Schoolplein, enz. Spreker vraagt of de Raad er bezwaar tegen heeft den bouwmeester in de vergadering toe te laten, opdat deze verschillende technische uiteenzettingen van het plan en de kosten doen kan. De heer Dees zou van de kosten voorloopig nog maar niets zeggen. De Voorzitter merkt op dat dit dan straks zal kunnen geschieden, als de Raad toch in besloten zitting moet vergaderen. De Raad verleent toestemming om den gemeentebouw- meester in de vergadering toe te laten, waarna deze ter vergadering komt en op de teekening aanwijzing doet van de voorgenomen werken en de ruiling van het terrein tusschen de gemeente en het Rijk. De heer Drost vraagt of in het terrein dat de gemeente afstaat geen grond betrokken is, die later weer zal moeten worden terug gekocht. De Voorzitter antwoordt ontkennend. Er is een deel in gelegen dat de gemeente- later weer krijgen zal. De bouwmeester zet uiteen hoe de rioleering zal wooden gemaakt, met een hoofdriool van af het kanaal met armen over de Markt, ter wijdte Van 50 bij 65 cM. met eene groote ontvangput in de tegenwoordige gemeentehaven en vandaar met buizen van 60 bij 90 c.M. uitmondende in de oostelijke buitenhaven. Desgevraagd deelt hij mede dat vanwege den Rijkswaterstaat is toegezegd medewerking te zullen verleenen voor het verkrijgen eener vergunning tot doorspuiing met water uit het kanaal. De op het hoofdriool uitkomende zijriolen kunnen van mindere capa citeit zijn en zullen ook niet zoo diep worden gelegd. De duiker van de genie, die nu in de haven uitkomt en dient voor loozing van het water van het plein achter de huizen op de Smidswal kan dan ook vervallen. De heer De Bruijne meent dat door uitvoering van dit werk het gevaar voor overstrooming bij hoog water ook niet meer bestaat. De Voorzitter antwoordt dat de waterkeerende incur dan kan vervallen, daar de te maken dijk het water belet in de haven te loopen en deze dus ook niet meer kan over- stroomen. De heer Wieland is van meening dat elk die aan de haven bekend is en weet hoe hoog het water daar som- tijds al gestaan heeft en de gebouwen kent die dan ook moeten dienst doen om het water te keeren, zal moeten beamen dat met het maken van den afsluitdijk een goed werk wordt verricht. De heer De Bruijne kan zich een vroegere overstroo ming nog zeer goed herinneren, de school banken dreven toen men des morgens in school kwam. De heer Drost vraagt of het betrekkelijk veel meer zou moeten kosten om de thans ontworpen rioleering van dit stadsgedeelte zoo te maken dat deze ook zou kunnen dienen voor afvoer van faecalien, wanneer te goeder tijd eens zou worden besloten om de faecalien op die wijze te ruimen. Hij wijst er op, dat er nu een betrekkelijk groote som voor rioleering zal worden besteed en zou daarom thans de door hem besproken mogelijkheid onder de oogen willen zien. Niet dat hij daarmede thans zou willen be- ginnen, maar als dit er in de toekomst eens van kwam, zou dan toch dit deel in orde zijn en was dat maar aan de privaten aan te sluiten. De Bouwmeester wijst er op dat het dan anders zou moeten gemaakt worden, daar de zijriolen nu geen voldoende doorspuiing zouden hebben. De Voorzitter meent dat dit geen be?4^.ar zou zijn, daar overal waar de faecalien op rioVJjV^ .tloopen, deze met water uit de huizen worden weg8tlsj)oeld en daar- door zouden ook de zijriolen voldoende spoeling krijgen. De bouwmeester meent ook, dat van wege Rijkswater staat geen toestemming zou worden gegeven om de faeca lien te laten uitstroomen in de gemeentehaven, juist waar de schepen liggen. Dat zou geen gewenschte toestand scheppen. Nog wijst deze er op dat de zijriolen dan dieper zouden moeten worden gelegd dan thans het voornemen is ze te maken, omdat de privaten er anders niet op zouden kunnen uitloozen. De heer Dees merkt op dat men toch niet tot zoo iets zou kunnen besluiten tenzij men de geheele stad op die wijze van de faecalien kon afhelpen. De heer Drost geeft te kennen dat hij alleen zoo spreekt, ziende op wat in de toekomst zou kunnen geschiedenhij is een leek op dit gebied en dacht dat dan misschien de rioleering wijder zou moeten zijn, met er wat meer aan te besteden kon men dan dit gedeelte ineens goed maken. Hij hoorde nu echter weer bezwaren opperen, die hem niet bekend waren. De bouwmeester verklaart dat de wijdte der rioleering, zooals die thans is ontworpen geen bezwaar is, die is voldoende. De heer Drost merkt op dat dit eigenlijk een antwoord is op zijne vraaghet was er hem maar om te doen te weten of de capaciteit der buizen voldoende was, om daar ook de faecalien door te laten weg loopen. De bouwmeester bevest.igt dat dit kan, maar dat de buizen dan dieper moeten gelegd worden. Na nog enkele opmerkingen wordt de verdere bespreking aangehouden tot in de besloten vergadering om dan ook de llnancieele zijde te besproken. 2. Benoemen gemeentevroedwouw. De Voorzitter vraagt of het nu niet gewenscht is alvorens te benoemen in de instructie voor de geneesheeren en vroedvrouwen iets op te nemen omtrent langdurig verlof wegens ziekte en salarieering tijdens dat verlof, evenals voor de onderwijzers is geschied. Wijziging van de in structie is niet aan de goedkeuring van Gedep. Staten onderworpen, zoodat dit terstond kan geschieden en van toepassing verklaard. De heer Drost acht met het maken eener zoodanige bepaling zoo geen haast noodig, daar immers de benoe mingen toch geschieden op de bestaande of nader vast te stellen instructies daarin kan dan altijd wijziging worden gemaakt. Hij heeft er geen bezwaar tegen' om ook voor andere gerneente-ambtenaren eene regeling te maken zooals die voor de onderwijzers bestaat, bij ziekte een half jaar vol salaris en de volgende 6 maanden de helft, mits de gemeente dan ook de zekerheid heeft dat zij bij de benoeming gezonde ambtenaren in dienst krijgt. Het gaat volgens spreker echter niet aan om zoo maar het kippenhok binnen te loopen en een dag of veertien later te zeggen ik heb de pip. De Voorzitter: We zouden dan de benoemde kunnen aanschrijven u is benoemd op voorwaarde dat u bij ge neeskundig onderzoek wordt goedgekeurd. De heer DeesEr zou kunnen bepaald worden dat, wanneer bij het geneeskundig onderzoek blijkt dat de benoemde aan een ongeneeslijke ziekte lijdt, de benoeming vervalt. De VoorzitterDan zouden we weer moeten gaan be palen wat onder een ongeneeslijke ziekte verstaan wordt; iemand met een krom been is b. v. ook ongeneeslijk. De heer DrostMaar niemand zal er aan denken om een krom been voor een ziekte te verklaren. Bovendien is dat iets. wat uit de verklaring der geneesheeren vol doende kan blijken. De heer De .lager maakt bezwaar om zoo'n verklaring van gezond zijn nu nog te eischen van de te benoemen vroedvrouw; de juffrouw die men op het oog heeft, heeft daarop niet gerekend, er heeft niets van in de oproeping gestaan en is het dan wel eerlijk daar nu mee aan te komen De heer Donze zou het nu ook maar zoo willen laten doch er voor latere oproepingen rekening mede houden. De Voorzitter merkt op dat de Raad volkomeu bevoegd is, om dien eisch van een geneeskundig attest alsnog te stellen. Ue heer De Jager wijst ook op de moeilijkheid om sollicitanten te krijgen en is bang dat, als men zulke voorwaarden gaat stellen het nog moeilijker zal gaan. De heer Drost merkt op dat er toch nog twee andere sollicitanten ook geweest zijnbuitendienhij heeft nu juist niet alleen het oog op de vroedvrouwen, maar op benoeming van ambtenaren in het algemeen. Hij ziet niet in wat bezwaar er in kan zijn voor iemand die gezond is om zich aan een geneeskundig onderzoek te onderwerpen en als het een zieke is, is de gemeente maar beter dat ze zoo'n ambtenaar niet in dienst krijgt. De heer Visser bespreekt de kosten bij de benoeming van opzichters moeten deze ook gekeurd worden, maar dan behoeven die zelf de kosten niet te dragen. De heer Drost zou aan hen die voor het onderzoek over- komen en die worden afgekeurd, de kosten willen vergoeden. Verschillende leden stemmen daarmede in. Het voorstel van den heer Drost wordt alsnu aangenomen met 6 tegen 3 stemmen. Voor stemmen de heeren Drost, De Bruijne, Visser, Dees, Wieland en Moggre tegen stem- men de heeren De Jager, Scheele en Donze. Als nu wordt overgegaan tot de benoeming van eene vroedvrouw in de kom op eene jaarwedde van j 225. Door Burg, en Weth. worden aanbevolen de dames W. G- L. C. van Dijk, te Hilversum en J. F. Fleur, te's Gravenhage. Eerstgeuoemde wordt met algemeene stemmen benoemd. 3. Verzoek gebruik gemeentegrond. De Voorzitter deelt mede een pas ingekomen adres van G. F. P. van der Peijl, bandelaar in bouwmaterialen, welke verzoekt hem een deel van het terrein der gemeente, nabij de spoorbrug aan den zuidbeer, tot wederopzeggens in gebruik te willen geven voor opslagplaats van steen, tegen een huurprijs van 5 cent per M2. De Voorzitter stelt voor dit verzoek te stellen in handen van Burg, en Weth. ter afdoening. Naar aanleiding eener vraag van den heer Wieland deelt de Voorzitter mede dat adressant dit terrein vroeger zonder vergunning in gebruik heeft genomen en dat daarop de aandacht gevallen is en hem is aangezegd dat hij het moest aanvragen. Toen is hem tevens te kennen gegeven dat hij het tot nieuwjaar gebruiken kon tegen betaling van 3. De heer Wieland beveelt inwilliging van het verzoek aan; het is geen bezwaar voor de passage en van veel waarde voor adressant daar deze dan zijn steen niet zoover behoeft te vervoeren om ze op te slaan. Het staat wel netjes, zoo een klamp steen ter weerszijden. I)e Voorzitter merkt op dat Burg, en Weth. het natuur lijk niet zullen weigeren als er geen redenen voor zijn, maar wat nu het netjes staan betreft, daar wil hij maar niet op ingaan de eene tijd staat zoo'n hoop steen netjes opgestapeld, maar op een anderen tijd licht alles door elkaar. De heer De Jager vraagt nog of adressant als Burg, en Weth. zijn verzoek eens niet inwilligden, nog bij den Raad terug kan komen. De Voorzitter antwoordt bevestigend, waarnaar het voor stel van Burg, en Weth. om het verzoek ter afdoening naar hun college te renvoyeeren, wordt aangenomen z. h. s. 4. Wijziging verordening onderwijzers-salarissen. De Voorzitter geeft in overvteging de behandeling van eene wijziging in de salarisregeling der onderwijzers aan te houden in verband met de afwezigheid van den heer Kerkhoven, daar deze, als lid der schoolcommissie het door die commissie gedane voorstel nader zou kunnen verdedigen. Het is dan echter gewenscht te bepalen, dat eventueele verhoogingen zullen gerekend worden in te gaan met 1 Jan. 1911. Z. h. s. wordt aldus besloten. 5. Verzoek grafdelver R. K. begraafp laats om ver- hooging van jaarwedde. De Voorzitter deelt mede dat door Burg, en Weth. een onderzoek is ingesteld naar aanleiding van het in de vorige vergadering in hunne handen gesteld adres van P. A. de Rijk om verhooging zijner jaarwedde als grafdelver op de R. K. begraafplaats, ad 60, daar deze in verband met zijne werkzaamheden te laag moet genoemd worden. Uit het onderzoek is gebleken dat in 1905 op die begraaf plaats zijn gemaakt 25 graven, in 1900 18, in 1907 18, in 1908 33, in 1909 16, en tot nu toe in 1910 18, dat is te samen 128 of gemiddeld 21 per jaar. Hij heeft geen onderhoud te verricbten, dat geschiedt door Haak. Op grond dat er van geen vermeerdering van werkzaamheden sprake is, stellen Burg, en Weth. voor op het verzoek af- wijzend te beschikken. De heer Visser merkt op dat het op eene belooning van gemiddeld f 3 per graf komt, wat eene voldoende be looning mag worden geacht. Het voorstel van Burg, en Weth. wordt z. h. s. aange nomen. 6. Omvraag. a. De heer De Jager verzoekt eens bij *s Rijkswaterstaat die den Schuttershofweg in onderhoud heeft er op aan te dringen dat die weg wordt schoongemaakt, want die ver keert nu in een desolaten slijkerigen toestand. De Voorzitter zegt toe er eens met den ingenieur over te zullen spreken. I». De heer Moggre vraagt of nog geen antwoord ont vangen is van den Minister van Waterstaat op het schrijven van den Raad, tot verzending waartoe in de vorige ver gadering werd besloten. De Voorzitter antwoordt ontkennend, maar hij weet ook niet of daar een antwoord op komen zal. Er is geschreven met verzoek de werken te willen bespoedigen en tevens zijn de requesten omtrent de werkeloosheid in afschrift medegedeeld. De openbare zitting wordt alsnu geschorst en gaat over in eene met gesloten deuren. Nadat de vergadering weder openbaar is geworden deelt de Voorzitter mede dat besloten is ontheffing van school- geld te verleenen aan J. Peters voor f 1,20 en aan E. A. IJsebaert voor f 10,80 en een verzoek van R. M. Vermast om ontheffing van hondenbelasting te wijzen van de hand. Vervolgens wordt het tweede suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag vastgesteld met een totaal van 8572. Hierop wordt met algemeene stemmen aangenomen een voorstel van Burg, en Weth. over te gaan tot eene alge- heele demping der gemeentehaven en het maken eener nieuwe rioleering op het marktplein en in de aangrenzende straten, waarvan de kosten worden geraamd op ruim 2000b, welk bedrag zal worden gevonden uit eene geld- leening. Hierbij drukt de heer de Jager de wenschelijk- heid uit dat deze werkzaamheden door ingezetenen zullen worden uitgevoerd, waartegenover de Voorzitter en ver schillende andere leden evenwel wijzen op de moeilijkheid om daarvoor bepaalde voorschriften te geven. Nog vraagt de heer De Bruijne of het Dag. Best, reeds op de hoogte is omtrent de plannen tot aankoop van gronden bij Sluiskil voor den bouw van fabrieken. De Voorzitter antwoordt hierop dat Burg, en Weth. daarover informatlen hebben ingewonnen en daarbij heb ben ontwaard dat die plannen nog zeer vaag zijn. De heeren Visser en Dees spreken hunne afkeuring uit over de in de pers opgenomen uitlating als zou het ge- meentehestuur in dezen niet voldoende diligent zijn'en wijzen er op dat dit bestuur op bedoelde plannen niet den tninsten invloed kan uitoefenen. Hierna wordt de vergadering gesloten. llver<ilai;. In deze gemeente hebben geene aan- giften plaats gehad. van tJesit. Iluwelijks-voltrekkingen. 15 Dec. Theodorus Benedictus van Aerde, oud 32 j., jrn. en Celina Maria Ducarmon, oud 29 j., jd. Geboorten. 3 Dec. Andrd August, z. van Adolphus Kduardus Lammens en van Julie van Caille. 7 Dec. Emiel Maria, z. van Eduardus de Vieesschauwer en van Sophia Maria Mattheeuwa. 12 Dec. Raymond, z. van Petrus Meloen en van Bertha Coleta de Meijer. Overlijden. 11 Dec. August Albert Bockstael, oud 5 in., z. van Richard Polidor en van Mathilda Virginia Stofferis. Zutaiusiag". Huwelijks-aangiften. 8 Dec. Jacobus van Alten, oud 19 j., jm. en Cornelia den Hamer, oud 20 j., jd. Huwelijks-voltrekkingen. 1 Dec. Geerard Zoutewolle (van Goes), oud 21 j., jm. en Maria van Es, oud 23 j., jd. Geboorten. 1 Dec. Maria, d. van Louis Cove en van Neeltje de Feijter. 5 Dec. Jacobus, z. van Jan Frederik de Jonge en van Jacomina Jacoba Dieleman. Anthonie Pieter, z. van Cornelia van Doorn en van Janna van den Berge. 10 Dec. David, z. van Livinus de Groote en van Helena Johanna den Beer. Overlijden. 3 Dec. Diua van Maelsaeke, oud 50 j., echtg. van Jacobus flaak. fi 3 VLAG. NAAM MS. Van en naar- Lading. W Otvir Te b- .■&eiu6e«« 21 Eng. 3msch. Cimbry 424 Pen to wan chinaclay Eng. s.s. Pandion 3619 Manchester stukg. idem Cattersty 1390 Skinning. ijzer 22 idem The Monarch 1818 Milium idem idem ltiver Lagan 2272 Londen stukg. Deen. s.s. Nancy 3709 Swansea kolen V an Ter %euzen i 21 Eng. s.s. River Thames 2242 Londen stukg. 22 idem Cattersty 1390 ,Middlesbro ledig V <>or («en£ 21 Noor. s.s. Europa 2948 Riga stukg. Eng. s.s. Griplast 3139 Goole kolen idem Ronan 3391 Leith stukg. 22 idem Hessle 2695 Goole kolen Duitsch 8.8. Lisbeth Cords 2556 Riga stukg. Eng. s.s. Don 2658 Goole idem idem Sea Serpent 2554 Londen idem Van Drent i 21 Deen. sch. Londen 412 Yarmouth phosph. Eng. s.s. Ethelwolda 6853 Rio Janeiro stukg. idem Mersey 3075 Goole idem idem Sea Gull 2763 Londen idem idem Truro 2367 Hull idem Deen. s.s. Flvuderborg 3924 Methil ledig 22 Nederl. »ch. Janna 412 Exeter stukg. Fran. sch. La Bretagne 302 Brest phosph. Russ. sch. Maja 463 Plymouth idem Eng. s.s. Griplast 3139 New-Castle ledig Duitsch s.s. Ariadne 2482 Stettin phosph. Eng. s.s. Hornsby Castle 10505 Antwerpen rest. lad. idem Avocet 3985 Liverpool stukg. idem Ousel 3633 Manchester idem s.s. HARALD vertrekt heden van Swansea naar Spezzia. s.s. JENNY vertrok 17 dezer van Hull naar Genua, s.s. RICHARD in lading te Bilbao voor Newport, s.s. ELISABETH vertrekt heden van Harburg naar New-Castle on Tyne. s.s. HELENA in lossing te Sunderland, s.s. MAGDALEN A vertrok 15 dezer van Blyth naar Savona.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1910 | | pagina 10