i
A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentiebiad
Zeeuwsch-VIaaadere
No. 5546.
Donderdag 15 December 1910.
50e Jaargang.
Binnenland.
BBR/STB BLAD,
Buitenland.
FEUILLETON.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,—. Franco per post
Voor
Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika f l,321/s en voor
het overige Buitenland 1,65. Men abonneert zich bij alle Boekhande-
laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Telefoon No. 2 5.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prjjs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
De werkiezring in Engeland.
Gisteravond om 11 u. waren gekozen 197
liberalen, 240 unionisten, 36 leden der arbeiders-
partij59 Redmondisten en 8 O'Brienisten.
De liberalen winnen 19 zetels, de unionisten
23 en de arbeiderspartij 4.
De stand der partrjen is dus 292 tegen 240
en 8 O'Brienisten.
De jury van bet Hooggerechtshof heeft de
Daily Chronicle veroordeeld tot 5000 pond
sehadeloosstelling aan Alderman Simmons, we-
gens smaad Simmons aangedaan, toen hij in
Januari te Louden in East End candidaat der
unionisten was. Rechter Grantham trok heftig
tegen de Daily Chronicle tevelde en noemde
Simmons eisch een aangelegenheid van natio-
naal belang onder de bestaande politieke om-
standigheden, nu de algemeene verkiezing aan
den gang is en door beide partijen allerlei on-
waarheden worden verspreid. Deze gewoonte
moet gebreideld worden en iedereen behoort
mede te werken, om de verkiezingen zoo zuiver
mogelijk te houden.
Engeland en Nederland.
De correspondent der N. R. Ct. te Londen
seint
De wijze, waarop men in Nederland een
mogelijk bezoek, in het volgende jaar, van den
Koning van Engeland aan de Koningin van
Nederland heeft begroet, vindt hier weerklank
in een hartelijk antwoord van de pers.
De Pall Mall Gazette schrijft o. a., dat tijdens
den Boerenoorlog de Nederlandsche volksgeest
zeer verbitterd was tegenover Engeland. Men
begreep in Nederland het beleid van Engeland
tegenover de Boeren verkeerd. Maar de vredes-
onderhandelingen van Engeland met de Boeren
en het latere optreden van Engeland in Zuid-
Afrika hebben een omkeering in de gevoelens
van Nederland tegenover Engeland teweegge-
bracht en hebben de vroegere sympathie tusschen
Engelschen en Nederlanders bersteld. Een
bezoek van Koning Eduard en Koningin Marie
aan Nederland zal deze internationale ver-
zoening bevestigen.
Koningin Wilhelmina zal hier, bij een be-
antwoording van het bezoek van het Koninklijk
Paar van Engeland, een zeer geestdriftige ont-
vangst door het volk kunnen tegemoet zien.
Behalve de natuurlijke wederzijdsche sympat-
hieen der naties, bestaan er zeer belangrijke
politieke gronden voor een goede verstandhouding
van Engeland en Nederland.
„Hm, hm bromde de oude driftkop, „weer
een nieuw offer Ja, ja, een nieuw slachtoffer
ik zet tien - tegen een En wie heeft je dat
gezegd, John vroeg hij weer aan den koetsier.
Ik vernam bet van Tom, mijnheer, den koetsier
van pastoor Goodwin," antwoordde de knecht.
,,Hij staat met Davis, den koetsier van generaal
Lenoir op goeden voetdeze had hem verteld,
dat hij op 't eind der vorige maand met zijn heer
naar een landgoed nabij Staunton gereden was,
waar alles in diepe rouw was voor een ouden heer.
Hiervan had de kolonel een jong meisje, waar-
schijnlijk de dochter van den overledene, meege-
nomen 1"
,,0, t is zooals ik zeg," bromde majoor
Warfield in zijn baard, ,,weer een nieuw slacht
offer Die ongelukkige, ze is te beklagen, wie
zich in de macht van dien ellendeling bevindt,
is reddeloos verloren."
De majoor zette zijne inspectie voort, prees
hier en keurde daar afen ten slotte verzamelde
hij al het dienstpersoneel om hun te zeggen, dat
TER NEUZEN, 14 December 1910.
De liacen van Ter Neuzen in de
Tweede Kamer.
In de avondzitting van Vrijdag werd daar-
omtrent door den heer Vorsterman van Oyen
gezegd:
In het Yoorloopig Verslag leest men op biz. 9
,/Waar zooveel gedaan wordt voor verbetering
van de verbinding met Belgie, wenschten eenige
leden, dat ook voor onze binnenvaart het noo-
dige zou worden verricht. Audermaal werd
daarom op het maken van losplaatsen ten be-
hoeve van die vaart aangedrongen".
Het antwoord daarop gegeven op bladz. 17
van de Memorie van Antwoord luidt„Voor
de binnenvaart zijn te Ter Neuzen uitnemende
los- en laadplaatsen beschikbaar, die nog kort
geleden, n.l. in 1909, aanmerkelijk zijn uitge-
breid, o. a. door de afgraving van een gedeelte
vestingwal aan de noordzijde der zoogenaamde
vluchthaven.
Van behoefte tot verdere uitbreiding van die
losplaatsen is sedert niet gebleken.
,/Teu aanzien van de behoefte, die te Ter
Neuzen bestaat aan uitbreiding der los- en laad
plaatsen voor de zeevaart kan worden medege-
deeld, dat de voorbereiding van dete dien opzichte
bij het Rijk bestaande plannen geregeld wordt
voortgezet, doch dat de voorstellen tot uitvoering
nog worden opgehouden door onderhandelingen
van verschillenden aard."
In de eerste plaats moet ik hier opmerken,
dat door mij bij het stellen der vraag het woord
binnenvaart gebruikt is zij het dan ook
onjuist voor de zeevaart op Ter Neuzen, in
tegenstelling met de zeevaart op Gent, waar-
voor de schepen ook te Ter Neuzen binnenvalleu.
Dank zij de zorg van de Regeering hebben
de schepen van kleinere afmeting in Ter Neuzen
uitmuntende lig-, los- en laadplaatsen, maar
van de grootere schepen, vooral van die, welke
over zee komen, kan dat niet getuigd worden,
en het spijt mij, dat dienaangaande door Zijn
Excellentie den Minister nog weder verklaard
moet worden dat de voorstellen tot uitvoering
nog steeds worden opgehouden door onder
handelingen van verschillenden aard.
Onwillekeurig vraag ik mij bij die mede-
deeling af, of die onderhandelingen nog lang
zulle'n duren en of zij met een weinig mede-
werking van hen, die daarmede zijn belast, niet
eenigszins kunnen bespoedigd worden, want
voor Ter Neuzen is er haast bij de uitvoering.
Bet is mijn voornemen niet de ontworpen plan
nen te bespreken. Zij zijn vermoedelijk gereed
uitgevoerd zullen zij in de bestaande behoefte
voorzien, 't is alleen maar de vraag wanneer
zal die uitvoering plaats hebben
In December 1906 zei de heer Fruytier in
deze Kamer
hi] hen naar den duivel zou jagen, indien ze
geen ijver in den dienst aan den dag legdeu.
„En wat de jonge miss, de vreemde in het
„Spookhuis" betreft," voegde hij er bij, ,,zoo
verbied ik u bij uw gezonde knaken die ik
u alien stuk sla, indien ge mijn verbod over-
treedt nog eens over haar te spreken. Ik
wil niet, dat mijne nicht hier er iets van ver-
neemt en dit kan alleen gebeureu. wanneer
niemand er over spreekt. Past dus op of ik
laat u levend de huid kerven
De zwarteu staken de hoofden bijeen als de
oude weg ging en zoodra hij ver genoeg weg
was, begonnen ze eerst zachtjes en daarna
luidop over de vreemde te spreken en te gissen
naar de beweegredenen van den ouden heer,
om hun het zwijgen op te leggen over eene
persoon, waarin hij toch scheen belang te
stellen.
De beweegredenen was geen andere, alsdat hij
niet zonder grond vreesde, dat Capitola 't in
't hoofd zou krijgen, de vreemde in het „Spook-
huis" te bezoeken.
's Avonds aan de thee sprak hij daarom geen
enkel woordje over de vreemde. Doch 't stond
geschreven, dat Capitola niet naar bed zou gaan,
zonder van alles op de hoogte te zijn.
Ik geloof dat de Minister gezind is Ter
Neuzen te helpen. Welnu, wanneer de Minister
dat werkelijk van plan is, laat hem dan geen
seconde meer wachten".
//Hier is periculum in mora".
En de Minister Kraus antwoordde daarop
,/Overeenkomstig een hier vroegere gedane toe-
zegging, heb ik in den loop der maand Augustus
een bezoek gebracht aan Ter Neuzen om te
bezichtigen de daar bestaande los- en laadge-
legenheden en om te bespreken met de ingenieurs
en ook met verschillende belanghebbenden, ver-
tegenwoordigers van de Kamer van Koophandel,
den gemeenteraad, den burgemeester en anderen,
de uitbreiding, welke de los- en iaadgelegen-
heden te Ter Neuzen zouden behoeven.
De nadere kennismaking met een en ander
heeft mij toen de overtuiging gegeven, dat met
de ontworpen uitbreiding van de los- en laad-
gelegenheden een nuttig werk zal worden tot-
stand gebracht."
Dit werd gezegd in December 1906.
Nu schrijven we December 1910, en na vier
jaar wachtens zijn we nog niet verder dan een
geregelde voortzetting van de voorbereiding van
de te dien opzichte bestaande plannen, waarvan
de uitvoering door onderhandelingen van ver
schillenden aard vertraagd wordt.
En wat de heer Fruytier toen gezegd heeft,
is nog in veel sterker mate waar voor dit
.oogenblik dan toen.
Het kanaal Ter Neuzen—Gent is in dien tijd
in gereedheid gekomen, de sluizen zijn vergroot,
het geheele kanaal is verbreed en dientengevolge
vallen de schepen voor Gent in het kanaal
binnen en varen rechtstreeks door naar Vlaan-
derens hoofdstad.
Voor dat het nieuwe kanaal in orde was,
moesten die zeeschepen eenigen tijd in Ter Neuzen
blijven om te lichten daarvan hadden werk-
lieden en neringdoenden in Ter Neuzen groote
voordeelen die voordeelen zijn thans verloren
gegaan.
En men denke werkelijk niet te licht over die
voordeelen. In 1909 kwamen te Ter Neuzen
binnen met bestemroing voor Gent 1117 schepen
met een inhoud van 1,123,133 registertonnen.
Nu varen die schepen voorbij.
Maar men achtte ook de zeehandel van Ter
Neuzen niet zoo gering.
In't zelfde jaar kwamen er voor deze gemeente
545 schepen binnen met een inhoud van 428,947
registertonnen, en terwijt Belgie millioenen en
millioenen heeft uitgegeven voor de verbetering
van het kanaal Ter NeuzenGent, wachten de
werken die voor Ter Neuzen onmisbaar zijn,
nog altijd op den afloop der onderhandelingen.
Eu omdat men daar nog altijd moet wachten
bestaat er groot gevaar, dat zich een gedeelte
van den handel, die Ter Neuzen tot bloei heeft
gebracht, verplaatsen zal naar Gent, en reeds
Pitapat kon niet van zich verkrijgen, om te
zwijgen, ofschoon ze zich reeds meermalen op
de praatzieke tong had gebeten. Het moest er
uit, 't lag haar op 't hart en daarom begon zij
een gesprek.
„Weet u reeds miss, wat er voor nieuws is
in de buurt zei Pitapat op een toon van
iemand, die iets gewichtigs weet.
,,Wat vroeg Capitola nieuwsgierig en
't overige kwam van zelf, want twee minuteu
later wist onze heldin alles, wat haar bezorgde
oom zoo streng voor haar wilde geheim houden.
,,Ja, miss Capitola", besloot PTapat hare rnede-
deeling, ,,het moet een wonderschoon meisje
zijn met hemelsblauwe oogen en goudgele lokken.
Ze gaat zwart gekleed en schijut veel kommer
te hebben zooals men zegt, weent ze den heelen
dag. Maar dat is geen wonder", voegde de kleine
praatkous er bij, „zoo levendig begraven te zijn
in een somber geheimzinnig huis, dat midden
in een bosch ligt en waarin booze menschen
wonen en waar het zetfs spookt."
„Is het werkelijk, zooals je mij vertelt
riep Capitola, „en woont daar werkelijk eene
jonge dame
„Zoo waar als ik hier voor u sta, miss
bevestigde Pitapat.
vertoonen zich daarvan de verschijnselen in
zoover, dat een groot aantal werklieden gedeel-
telrjk werkloos zijn.
Voor vier jaar erkende Minister Kraus de
dadelijke noodzakelijkheid dier werken.
Van dezen Minister ontvingen wij de verzeke-
ring, dat de voorbereiding geregeld wordt
voortgezet.
Gaarne breng ik den Minister een woord van
dank daarvoor, dat de plannen ontworpen op
last van den Minister Kraus, niet zijn opgegeven,
maar de voorbereiding en de onderhandelingen
duren nu reeds vier jaar en daarom meen ik
hier een beroep te mogen doen op de welwillende
medewerking van Zijn Excellentie om zoo
spoedig mogelijk uit bet tijdperk van voorbe-
reiden en onderhandelen te komen in het tijdperk
van verwezenlijking.
Waarlijk de nood dringt.
De heer Regout, Minister van Waterstaat,
antwoordde als volgt
De geachte afgevaardigde heeft er op gewezen,
hoe reeds sedert vele jaren moeilijkheden zijn
gerezen omtrent de verbetering van den toestand
van de los- en laadplaatsen te Ter Neuzen.
De schuld hiervan dit weet de geachte afge
vaardigde ook wel ligt echter niet aan de
Regeering. Het waren juist de belanghebbenden,
die het nooit konden eens worden en toen het
bleek, dat ook in de toekomst geen uitzicht
op overeenstemming zou zijn, heeft de Regeering
de knoop doorgehakt en heeft gezegdzoo
zullen de plannen worden uitgevoerd.
Daarna kwam de moeilijkheid, wie die haven
zou exploiteeren, en in verband daarmede moesten
weer zeer langdurige onderhandelingen worden
gevoerd. Maar ik kan den geachten afgevaar
digde mededeelen, dat thans in beginsel overeen
stemming is verkregen met de maatschappij
MechelenTer Neuzen en dat, zoodra die vol-
ledig is tot stand gekomen, ook met de werken
zonder verder uitstel zal worden begonnen.
In haar nota betreffende de kustverdediging
aan de Kamer verdedigt de regeering de nood
zakelijkheid van de afsluiting onzer zeegaten
en de versterking onzer havens zoowel ter hand-
having van onze neutraliteit als tot afweer van
een zeeaanval bij een oorlog tegen Nederland.
Groote waarde hecht zij aan den toegang
van de Wester-Schelde welk zeegat leidt naar
Viissingen en tot den verderen loop der Schelde.
Zij acht daarom ter handhaving van de neu
traliteit der Wester-Schelde en tot verdediging
der haven te Viissingen den aanleg van een
krachtig bewapend pantserfort bij Viissingen
onvermijdelijk. De regeering verzekert dat de
aanleg van een fort geen nieuwen toestand zal
scheppen ten aanzien onzer internationale ver-
plichtingen en bevoegdheden.
Het geldt slechts de vervanging op een doel-
„0, dat is een heerlijk nieuws. Ik verheug
mij, gezelschap in de buurt te hebben. Het
spreekt van zelf, dat ik haar zal bezoeken."
„Ach, doe dat nietriep de jonge negerin
verschrikt. „Om Godswil, de oude heer zou
mij ombrengen, als hij hoorde, dat ik de
schuld daarvan was. Hij heeft ons alien streng
verboden, met u over de vreemde miss te
spreken."
„Zoo, zooJa, hij wil zeker niet, dat ik
mij in de nabijheid van het „spookhuis" waag.
Waarom weet ik zelf niet. Dat zal mij echter
niet weerhouden bij de eerste gelegenheid de
schoone ongelukkige te bezoeken want ik zal
blij zijn, dat ik weer een ander gezicht te zien
krijg als het zwarte van jou."
De door Capitola vurig verlangde gelegen
heid liet niet lang op zich wachten. Eenige
dagen na het gesprek, reed majoor Warfield
met Wool naar Tip-Top Capitola was nu alleen
en besloot een uitstapje naar het ,,spookhuis"
te maken.
Ze liet door Pitapat bevel geven haren pony
te zadelen en trok juist haar rijkleed aan, toen
mistress Codiment bij haar binnenkwam.
(Wordt vervolgd).
Hit lilad verschijnt Ulaandai;-, WaenadaK- en Vrifdagnvond, oltgezo-i ierd op JFeestdairen. bij de firm a P. J. WAS
HK iAKBK te Ter Semen.