Ter Heuzensche Gourant
Donderdag 1 Dec. 1910. No. 5540.
Binntjniand.
F E tJ ILL E T O N.
rpTT1TT]~T~) FT] jBXj-A-H).
Tot lid van de Eerste Earner voor Zuid-
Holland (vacature Van Velzen) is gisteren dooi de
Provinciaie Stateu gekozen Mr. E. 0. baron
Sweerts de Landas Wyborgb, burgemeester van
'sGravenhage met 4-7 stemmen, tegeu 22 op
den heer A. Plate en 1 op Mr. R. Zimmerman.
Op last van den Minister van Justitie zal
het rapport der psychiaters in de Papendrechtsche
zaak niet in 't licht verschijnen.
De versterking te Vlissingen.
De Independance Beige van heden bevat
weder een artikel vau Roland de Mares ovei
de versterking van Vlissingen.
Het slot vau het artikel luidtvan welke
zijde men het vraagstuk ook beziet, het is niet
mogelijk uit de verwezenlijking van hetontwerp
der versterking van Vlissingen een audere gevolg-
trekking te maken, dan deze het wordt voor
Engeland on mogelijk Belgie, ingeval dit over-
vallen werd, te hulp te komen de toegang op
Duitschlands rechtervleugel wordt gesloten, op-
dat deze zich vrijelijk over Belgisch gebied
kunne uitstrekken. Nederland, dat zoo uauw-
lettend op het bewareu van zijne onzijdigheid
toeziet, zou tot nadeei van Belgie die onzydig
heid schendeu. Dat kan niet toegelaten worden
en wij blyven overtuigd dat het voldoende is
een beroep te doen op het vertichte geweten
van onze buren en vrienden, opdat deze schen-
ding niet een bskletnmende werkelijkheid worde.
In het blad der rechtsgeleerden „Le Journal
des Tribunaux heett Ducarne (advocaat bij het
Hot van Appel) de zaak van den rechtskant
bekeken, en de volkomen rechtvaardigheid van
het ingediende wetsontwerp betoogd.
„Wanneer Nederland de mondeu vau de
Schelde met verdedigingswerken uitrust, houdt
het zich aan het volkenrecht zoowel als aan
de voorwaarden die de gesteldheid van land
en plaats van zijn groudgebied het opleggen,
en verricht geen onwelwilleude daad hoege-
naamd tegenover Belgie.
TWEEOE K M E K.
Avondvergadering vau Maandag.
De behandeling van de begrooting voor Land-
bouw wordt voortgezet.
Op het artikel, waarbij de gelden worden
aangevraagd voor de subidieering van de Natio-
nale Landbouwtentoonstelling, in 1913 te's Gra-
venhage te houden, verdedigt de heer Bolsius
een amendement, om het artikel met J 20,000
te verminderen, en een ,,memoriepost' uit te
trekken. Spreker meent, dat de Regeering de
Earner onvoldoende beeft ingelichtdat de ge-
raamde kosten 41/2 ton voor een 14-daagsche
tentoonstelling te hoog ziju dat de landbouw,
die niet meer noodlijdend is zelf veel moet bij -
dragen, en de [Regeering hoogstens Vs in de
kosten.
De heer Helsdingen, het subsidie ook hoog
achtende, wenscht de tentoonstelling dienstbaar
te maken aan de belangen van de landarbeiders.
De heeren Teenstra, Pollema en Dolk be-
strijden het amendement; de subsidie verdedigend
op grond van het algemeen landbouwbelang.
De heer Roessiugh vraagt of het niet ge-
wenscht is de provincale landbouwtentoon-
stellingen te steunen.
De Minister van Landbouw verdedigt breed-
voerig het voorstel. De geraamde kosten zijn
voor een tentoonstelling, die een volledig beeld
zal geven van den Nederlandschen landbouw,
niet zoo hoog. Dank zij het optreden van den
Prins, is thans eenheid verkregen bij de orga-
voor
reidiug
nisatie van deze tentoonstelling. Zoo goed
mogelijke voorlichting zal op den voorgrond
staan. Bij mooi weer, en dus bij druk bezoek,
zal misschien veel minder dan 3 ton door het
Rijk gegeven behoeven te worden.
De Minister verdedigt de prijzen en premies
deze tentoonstelling, waarvan de voorbe-
veel zorg vereischt, zoodat spoed ge-
boden is.
De Earner bindt zich door dit subsidie geens-
zins voor het eventueel opnieuw houden van
dergelijke periodieke tentoonstellingen.
De tentoonstelling zal een nationale manifestatie
van den landbouw zijn, en een belangrijk deel
van de landbouwbevolking zal de tentoonstelling
op Zondag willen bezoeken, zoodat de Minister,
op de vraag van den heer Pollema om Zondags-
sluiting, niet bevestigend kan antwoorden.
De entreeprijzen mogen niet te hoog worden,
en deze tentoonstelling is niet geschikt om de
ellende der landarbeiders te vertoonen.
De heer Bolsius trekt zijn amendement in.
De heer Duymaer van Twist zal nu, na het
antwoord des Ministers in zake de Zondags-
sluiting, stemming vragen over den postterwijl
ook de heer Pollema dit antwoord met leedwezen
heeft vernomen.
De Minister noemt deze oppositie voor hem
zeer pijnlijk. Wat hier wet moet zijn, moet
langs den normalen weg tot wet gemaakt worden,
inaar niet langs een omweg nu het op normale
wijze niet schijnt te kunnen. De Minister kan
zijn persoonlijke overtuiging niet aan het ge-
heele volk opdringen. (Stemming later.l
Bij de afdeeling „Mijnwezen" bepleit de heer
Vliegen krachtiger aanvatten van den mijnbouw
en aanschaffiug van meer spoorweg-materiaal
voor het vervoer van kolen. Vervolgens betoogt
hij de noodzakelykheid van verbetering in de
arbeidsvoorwaarden der mijnwerkers.
Spreker wenscht dat de Earner meer inzicht
in her bedrijf zal krijgenvraagt inlichtingen
omtrent de werking der driehoofdige directie
en betoogt dat er in dit opzicht onzekerheid
is over de bevoegdheden der verschiliende be-
drijfleiders. Hij verlangt een coramissie van
onderzoek.
De Minister: Er is toch een Mijnraad.
De heer Vliegen constateert na die interruptie
dat de Minister geen commissie van onderzoek
wil. Hij doet daarom bij motie een voorstel
om het verslag over de Staatsmijnen in handen
te stellen van een commissie uit de Earner.
Deze motie zal later worden behandeld.
De heer Bolsius stelt vertrouwen in de directie
en acht het de roeping van den Staat om te
zorgen voor het zedelijk welzijn der mijn werkers-
bevolking. In dit verbaud keurt hij het ter rein
voor de aan te leggen derde mijn. algesloten
verkeerswegen ongeschikt. Detoestan-
deu op spoor en woninggebied acht hij onvol
doende.
Ook deze spreker meent, dat de Earner over
het bedrijf, dat z. i. geen winst maakte, onvol
doende is ingelicht en komt er tegen op dat
de mijnen tegen den kostenden prijs electriciteit
leveren, zonder dat daarover de Earner is ge-
hoord.
De MinisterHet zal niet gebeuren voor
de Earner er in gekerid is.
De heer Bolsius blijft de uitbreiding van
het electriciteitsbedrijf afkeuren.
De heer Pollema wil aan het nnjnbedrijf een
speciale belasting opleggen, welke aan de ge-
meenten in de mijnstreek ten goede moet komen.
De heer Ruys de Beerenbrouck sluit zich
hierbij aan. Hij prijst den Minister voor de
maatregelep in het belang van woningbouw en
meent dat op dit gebied niet de mijneigenareu
doch ook de arbeidersorganisaties werkzaam
moesten zijn. Voorts bepleit hij verbetering
van de spoorwegtoestanden.
De Minister van Landbouw wenscht zich ten
opzichte van de mijnconcessies in geen enkel
opzicht te binden, en elke aauvraag op
zelve te beoordeelen.
89)
Nadat het testament voorgelezen was, stond
kolonel Lenoir op. ffKrachtens deze bepalingen",
zeide hij, /,reken ik het mij tot plicht, mijne
dierbare nicht onder mijn toezicht te nemen
en daar dit niet gebeuren kan, zonder dat ik
haar onder oogen heb", ging hij, tot Clara
sprekende, voort ffmoet ik u, Clara, verzoeken
u, reisvaardig te maken, om mij morgen naar
mijne wonir.g te kunnen volgen. Wat de legaten
betreft", zei hij na eene pauze, vraag ik voor
de uitbetaling een wettelijk uitstel van twaalf
maanden. Ten slotte moet ik nog verklaren"
voegde hij er op bitsen toon by, „dat gij
mistress Rocke, van uwen dienst hier in dit
huis ontslagen zijt en met uwen zoon een ander
onderkomen moet zoeken,daar Willow-Heights in
't vervolg onder toezicht van een opzichter zal
gesteld worden."
Mistress Rocke beefde. Als een ineid wegge
zonden te worden had ze niet verwacht. Smee-
kend zag ze de beide geneesheeren uit Staunton
aan als wilde ze hen herinneren, dat het nu
hunne beurt van spreken was.
Voor het mijnwerkersfonds wenscht hij een
eigen regeling met wettelijke sanctie. Het Staats-
mijnbedrijf eischt geleidelijke uitbreiding, om
aldus een grooter veld te bestrijken.
Verschiller.de opmerkiugen over woningtoe-
standen, mijnbelasting enz. zou de Minister met
zijn ambtgenoot van Binnenlandsche Zaken be-
spreken.
De Minister komt op tegen den eisch, dat
ieder Kamerlid de cijfers van het bedrijf zou
moeten weten. Dan zouden ook de concurrenten
ze weten, en het bedrijf kunnen worden stop
gezet.
De Kamer moet zich alleen met de organisatie
van het bedrijf bemoeien.
De heer Bolsius interrumpeert, dat de Earner
de rentabiliteit vanjjhet bedrijf moet kunnen
beoordeelen, waarop de Minister volhoudt, dat
de Earner niet behoort die te kunnen beoordeelen.
Er wordt alleen geld in het bedrijf gestoken,
wanneer winstmaking vaststaat.
De Minister verdedigt de prijsconventies
verzekert dat er een boetereglement zal komen,
en erkeut dat de bestaande veriofsregeling niet
de juiste is.
Bij de verdere debatten komt de heer Van
As.ch van Wijck er tegen op, dat door de be-
zwaren van het Meteorologisch Iustituut de
electrische tram Zeist Driebergen niet in ex-
ploitatie kan komen.
De Minister verklaart, dat er thans alie hoop
op een bevredigende oplossing is.
De vergadering wordt tegeu 12 uur gesloten.
Douderdagavond voortzettmg van de_behande
ling van dit hoofdstuk.
zich
Vergadering van Dinsdag.
De vergadering, belegd tegen 10^ uur wordt
wegens onvoltalligheid geschorst tot's middags
te 1 uur.
Te 1 uur heeft de vergadering voortgang,
er wordt gestemd over het Maandagavond aan-
;ehouden artikel der landbouwbegrooting, waarin
is begrepen de post voor subsidie van de in
Traverse nam het woord. Kolonel Lenoir
schijnt vergeten te hebben of opzettelijk te
verzwijgen," zei hij, „dat dokter Day omtrent
het verdere verblijf zijner dochter eenige laatste
bepalingen gemaakt heeft, waarmee ik reeds
den kolonel in kennis stelde en die zoodanig
luiden, dat miss Clara met mijne moeder hier
in Willow-Heights kan blijven, zooa's dit door
de heeren Williams en James bevestigd zal
worden."
Inderdaad", verklaarde de eerste, ffIuidde
zoo de laatste wensch van onzen overleden
vriend, die ons beiden opdroeg, den heer Rocke
met onze getuigenis te helpen, indien dit mocht
noodig wezen."
,,Myu goede papa", voegde Clara er bij,
,,wist dat ik mij ongelukkig zou gevoelen,
indien ik 't huis waarin ik geboren en opge-
wassen ben en gelukkig was, verlaten moest.
Hij wilde alleen mijn best wil. Het kan den wil
van mijn voogd niet zijn, die bedoelingen tegen
te werken en my deze woning te willen doen
verlaten, die mij boven alles dierbaar is."
„lk ben ontroostbaar, beste Clara," hernam
kolonel Lenoir, ffu zoo dadelijk te moeten mis-
hagen. Wanneer mijn zwager deze bepaling
maakte, heeft hij er zeker niet aan gedacht, dat
de goede naam zijner dochter er onder lijden
1913 te 'sGravenhage te houden groote land
bouwtentoonstelling.
Het artikel wordt aangenomen met 50 tegen
stemmen.
Besloten wordt, als het algemeen debat over
de Staatsbegrooting VVoensdagnamiddag niet af-
loopt, het debat des avonds ten einde te brengen.
Buitendien stelt de Voorzitter voor de volgende
week Maandagavond, Woensdagavond en Vri]-
dagavond te vergaderen.
Maar de heer vau Nispen (Rheden) wil op
Maandagavond (St. Nicolaas-avond) niet ver
gaderen lateu, terv\ijI de heer Roodhuyzen
voorstelt Maandag a. s. noch bij dag, noch bij
avond te vergaderen.
Het voorstel van laatstgenoemde wordt daarop
met 30 tegen 28 stemmen aangenomen.
Hierop wordt het algemeen debat over de
Staatsbegrooting voortgezet.
Minister lleemskerk, zijn rede vervolgende,
bestrijdt de stelling, dat er een nieuwe partij-
formatie moet komen. De Regeering sluit zich
niet aan bij dien aandrang naar een nieuwe
groepeering. zich plaatsende op het standpunt van
Dr. Euyper, dat de rechtsche coalitie behouden
moet blyven in 's lands belang.
De kiacht. over verscherping van de anti-
these door dit Kabinet, wijst de Minister beslist
af. Trouwens van linksche zijde is zelf erkeud,
dat de Regeering niet uitdagend optreedt. En
waar dit nu zoo is, kan de Minister zich de
kiacht over de anti-these niet anders verklaren,
dan dat men zich bij de linksche partijen ver-
zet tegen het bestaan van andersdenkenden, die
dan toch in ieder geval dingen doen, waarop
de Regeering geen invloed kan uitoefenen.
Daar behoort men zich links bij neer te leg
gen, als het ware toonen dat men de zon in
het water kan zien schijnen. Wat b. v. ge-
beurd is in de kerk te Dordrecht, daartegen
kan de Regeering toch uiets doen, en men zal
kon, als zij hier huis hield met alleen mistress
Rocke bij haar. Het schijnt wel dat dokter Day
niet meer het voile bewustzijn had toen hij
deze beslissing nam. Het is licht denkbaar, dat
de ongelukkige val invloed op zijne hersenen
heeft gehad."
„Eolonel Lenoir," hernam dokter Williams,
,uw vermoeden, dat onze vriend Day niet meer
helder in het hoofd was, is valsch.
Dokter James en ik waren pas voor zyn
dood bij hem. Hij sprak met de bedaardheid
van een man, die de beteekenis van elk woord
kent en toen hij besliste, dat miss Clara hier
zou blijven wonen, was hij overtuigd, dat niemand
hierin iets kwetsend zou zien.'
„Hierover, mijne heeren", zei Lenoir, ,,ben
ik precies van eene andere meening. Het testa
ment geeft mij eene onbepaalde macht over
mijne pupil, het onderwerpt haar aan mijne
leiding en ik acht de verplaatsing naar mijn
huis dringend noodzakelijk, om mij dadelijk van
hare gehoorzaamheid te overtuigen.'
„Gij misbruikt uwe macht", riep dokter James,
,,en dit is nog des te erger, wyl gij juist tegen
den wil van den overledene handelt. Miss Day
zal gedwongen zijn, hulp te zoeken bij het ge-
recht, dan moge dit beslissen, wie gelijk heeft.'
,,Laat mij hopen, kolonel Lenoir", voegde
toch zeker niet wenschen dat de Regeering zich
mengt in dergelijke confessioneele geschillen.
Oak uit het openstellen van het Rijksmuseum
te Amsterdam op Zondag, een half uur later
dan gewoonlijk, valt niets af te leiden voor
een zucht der Regeering om de anti these meer
op den voorgrond te brengen. Die maatregel
is eenvoudig genomen om den suppoosten gele-
genheid te geven de volledige godsdienstoefening
in de kerk bij te wonen. Een streven naar
Zondagsheiliging is bij de Regeering niet zoo
sterk merkbaar de Regeering bepaalt zich tot
maatregelen, gericht tegen verstoring van
Zondagsheiliging, dus tegen dingen, in strijd
met de Zondagsrust.
Het door eenige sprekers gekritiseerde ont-
werp betreffende gehuwde ambtenaressen, grijpt
niet in in het huwelijksleven, want het is niet
gericht tegen gehuwde ambtenaressen maar
tegen ambtenaressen die voornemens zijn in
het huwelijk te treden. Met de antithese heeft
het absoluut niets te maken.
De benoemingen, door de Regeering gedaan,
geschieden met de meeste onpartijdigheid.
Dikwijls, en vooralbij burgemeestersbenoemingen,
is het vaak wenschelijk de ruchting van den te
benoemen perooon te weten met het oog op
de richting der bevolking van de plaats, waar
hij burgemeester zal worden. Als een staaltje
van de onpartijdigheid bij burgemeestersbenoe
mingen deelt de Minister mee, dat sedert
zijn optreden 29 burgemeestersbenoemingen
zijn geschied, waarbij 25 katholieken zijn
rangen door evenveel katholieken, drie
protestanten door drie protestanten en een
katholiek is benoemd in plaats van een protestant.
In geen enkel opzicht heeft noch rechts, noch
links eenige reden van klagen over den Minister,
die zich van een volkomen vrij geweten bewust
is in de aangelegenheid der benoemingen.
Ook is volkomen onwaar, dat naar de gods-
dienstige gezindheid der candidaten geinformeerd
wordt. Van een inquisitoriaal onderzoek is
geen sprake. Wat betreft het geval van de
verleening eener medaille aan een werkman
van den heer Lels, te Einderdijk, verzekert de
Minister, dat ook daarbij noch door de Regeering,
noch door den burgemeester van Rotterdam een
speciaal onderzoek is ingesteld naar de gods-
dienstige richting. De burgemeester van Rot
terdam staat boven elke verdenking, dat hij een
aanbeveling tot decoratie afhankelijk zou wen
schen te maken van de godsdienstige richting
van den te decoreeren persoon. De rechercheur,
met het onderzoek belast, heeft geheel uit zich
zelf het onderzoek ingesteld op zijn eigen wijze.
Wat betreft de Heldersche kwestiehierop
zal nader teruggekomen worden bij de behande
ling van de Marinebegrooting maar de Minister
van Marine heett tot dusver alles meegedeeld
wat gebeurd is, tot aan de ontslagaanvraag van
den vice-admiraal Van den Bosch. De houding
van de Regeering in deze zaak had meer waar-
deering verdiend. Men zegt dat de Minister
van Marine opperdomine is, en tegelijk klaagt
men dat Ds. Warnars geen ambtenaar is. Maar
als Ds. Warnars ambtenaar was, dan zou
juist de Minister opperdomine zijn.
De kiacht dat de Regeering, door indiening
van het kustverdedigingsontwerp het zich ge-
makkelijk heeft gemaakt, door de doode weer-
middelen beter te willen maken dan de levende,
weerspreekt de Minister, als onjuist, omdat zij
tegelijkertijd heeft aangekondigd de herziening
der Militiewet, welke de levende weermiddeleu
betreft. De Minister weerspreekt ten stelligste
dat dit kustverdedigingsvoorstel is geboren onder
pressie van een vreemde mogendheid dat is
een hoogst onbillijk en anti-nationaal verwijt,
omdat de Regeering nimmer aanleiding heett
gegeven haar te verdenken van onder pressie
van 't buitenland te handelen.
De Minister bestrijdt daarna uitvoerig, dat
het onder het tegenwoordig bewind verkeerd
gaat met de sociale wetgeving. Het was Minister
Talma niet mogelijk eerder met de sociale
verzekeringen te komen het betreft hier een
hoogst moeilijke materie en daarbij moet reke-
uing gehouden worden met de organen, die
werkzaam moeten zijn om die wetsontwerpen
tot uitvoering te brengen. De ziekteverzekering
is nu ingediend de ouderdoms- en invaliditeits-
verzekering is bij den Raad van State, terwyl
de herziening der Ongevallenwet zoover gevorderd
is, dat zij in December gereed zal zijn, waar-
schijnlijk. Spreker doet een beroep op de
medewerking der Kamer, teneinde de sociale
verzekeringen zoo spoedig mogelijk tot stand
te brengen. Zeker is het dat zonder tariefs-
verhooging geen geld te vindeu is voor sociale
wetgeving.
dokter Williams er bij, ,,dat het ons op min-
zame wijze gelukken moge u tot andere inzichten
te brengen."
„Neen", riep Lenoir, „denk er niet aan,
mijne heeren, mij van besluit te doen veran-
deren. Ik heb mijne redenen om zoo te handelen
en daarom verzoek ik u, lieve Clara, om met
mistress Rocke naar uwe kamer te gaan, om
u reisklaar te maken, want wij verlaten morgen
Willow-Heights. Om acht uur is de wagen
gereed."
(Wordt vervolgd.)
VAN