SCH00LBEH0EFTEU, VERKIEZI2TG- No. 5538. Ter Neuzensche Courant. - Zaterdag 26 November 1910. 50e Jaargang. Prijsopgaaf Bran&stof. 5 leden patroons en 5 leden werklieden 8YIRWII III& M STBIJD. TWEISDS BLAD. 6000 K.G. Schaalkolen, 30 H.L. geklopte Cokes en 7500 K.G. gezeefde Anthraciet. Kantoor- en Schrijfbehoeften, Earner van Arbeid voor den landbouw Binnenland. FEUILLETOK. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN vragen prysopgaaf van ongeveer Te leveren bij gedeelten, gedurende 1911 ten behoeve van bet Raadhuis en van de Politiewacht. Aanbiedingen worden ingewacht tot en met Hlaandag 19 December a.s.,desna- middags 4 uur. Ter Neuzen, 25 November 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. W. S. J. D1ELEMAN, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, zullen op 19 De- cember 1910, des namiddags 3 uur, ten Gemeentehuize aldaar A in het openbaar aanbesteden, bij enkele inschrijving, in 9 afzonderly'ke perceelen, de levering van voor de openbare scholen, voor het school jaar aanvanqende lMei 1911, prijsopgave inwachten van ten be- hoeve der Gemeente-administratie te leveren voor het dienstjaar 1911. De voorwaarden, opgaven, monsters enz., Iiggen ter inzage van belanghebbenden op de Gemeente-Secretarie. Ter Neuzen, 25 November 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. W. S. J. D1ELEMAN, Secretaris. te AXEL. Burgemeester en Wethouders van ZAAM- SLAG Gezien het besluit van den Minister van Landbouw, Nyverheid en Handel, dd. 22 No vember 1910 no. 2574, afdeeling Arbefe, Brengeu ter algemeene kennis, dat bovenbe- doelde verkiezing zal plaats bebben op Dins- dag 13 December 1910, dat de herstemming, zoo noodig zal plaats hebben op Dinsdag 27 dier roaand, dat het stembureau zitting zal houden in de gewone stemzaal ten gemeentehuize alhier, van des voormiddags negen tot des namiddags drie uur, dat aan elken kiezer ten minste acht dagen voor de verkiezing eene oproeping benevens een stembriefje zal worden gezonden en dat aan den kiezer, die zijne oproeping heeft verloren of wien geene oproeping is toegezonden, op zijne aanvraag eenmaal door of vanwege den Burgemeester eene oproeping zal worden uitgereikt. Zaamslag, den 24 November 1910. Burgemeester en Wethouders, De Burgemeester, W O R T M A N. De Wethouder, M. DE JONGE. TWEEDE KAMER. Vergadering van Donderdag. Het algemeen debat over de Staatsbegrooting 1911 wordt voortgezet. De heer Kuyper, zyn Dinsdag afgebroken rede vervolgende, constateert dat de aauvallen, tot dusver tot het Kabinet gericht, meer het karakter hebben van speldeprikken, als van slagen met het zwaard. Tenminste de Indische Zoudagsrust-circulaire en het gebeurde met den vloot-predikant te Den Helder, die tot die aan- vallen gediend hebben, acht spreker slechts zaken van ondergeschikt belang. Spreker, er op wijzende dat beweerd wordt dat de Rechtsche partijen hun recht van bestaan verloren hebben, omdat de schoolstrijd reeds lang zou zijn opgelost, weerspreekt dat men dit bestaansrecht mag uitschakelen, en zet breedvoerig uiteen, dat de schoolstrijd nog niet is opgelost, doch slechts een begin van op- lossing heeft gevonden, in dien zin dat de linkerpartyen het goed recht der anti-liberale party inzake het onderwys-vraagstuk meer dan vroeger erkennen. Maar zelfs al zou men van oplossing van den schoolstrijd kunnen spreken, dan heeft de rechtsche coalitie tdch recht van bestaan, omdat de ondervinding steeds heeft geleerd dat de liberalen, als zij weer sterk in de meerderheid zijn, door alles een streep halen wat de tegenstander bereikt heeft. Daarom bestrijdt spreker het streven om de tegenwoordige politieke samenstelling te wyzi- gen in een z.g. doeleinden-politiek, die gericht behoorde te zijn op net tot-stand-brengen van enkele gewichtige zaken, op neutraal gebied liggende. Zulk een doeleinden-politiek is vooral niet aannemelijk als men let op hetgeen in 1894 is gebeurd, toen er tusschen de partijen een afspraak gemaakt was om het kiesrecht-vraag- stuk tot oplossing te brengen, waar de linksche kiezers weigerden bij de stembus de anti-revo- Iutionnairen te steunen met het gevolg dat het aantal der anti-rev. afgevaardigden slonk tot een zevental. In verband met een en ander ontwikkelt spreker de stelling, vrij algemeen toegegeven, dat in den boezem van oris volk twee overtui- gingen, voortdurend tegen elkander indruischen, m. a. w. dat het Nederlandsche volk niet uit een geest leeft. Tegenover de zucht naar autonomie van den mensch stelt spreker de heteronomie des menschen, het begrip n.l. dat boven den mensch iets hoogers staat dat hem leiden moet, en die heteronomie blijkt ten duidelijkste uit het gebed, dat door de over- groote meerderheid van het volk nog in stand wordt gehouden. Die tegenstelling tusschen den autonomen en heteronomen mensch doet in alles haar invloed gelden, en maakt een partij-groepeering op onzydigen boaem tot een onbereikbaar iets. Hicrna zet spreker uitvoerig uiteen, dat die tegenstelling ook belemmerend werkt bij het vraagstuk der bedrijfsorganisatie, waarbij bij terloops opruerkte dat bij niet uit beginsel tegen bakkersraden is, maar oordeelt dat die instelliugen niet de uitdrukking zijn van't geen met bedrijfsorganisatie bedoeld is. De tegen stelling tusschen patroon en werkman heeft een socialen oorlogstoestand doen ontstaan, met zijn wapens van werkstaking en lock-outs, welke den vrede in het land verstoorteen toestand van nadeelbrengende wanorde, die gestuit moet worden, hetgeen de plicht en de roeping is van de Overheid, met handhaving echter van de persoonlijke vrijheid. Daartoe moet een alge meene bedryfsregeling in het leven geroepen worden, welke spreker in groote trekken aan- geeft. Patroons en werklieden moeten in de gelegenheid gesteld worden voor hun bijzondere belangeu persoonlijk en geheel vrij en zelfstandig op te komen, maar voor de gemeenschappelyke belangen moeten arbeiden delegaties, saamge- steld door evenredige vertegenwoordiging, en die mede in het Parlement moeten vertegen- woordigd zijn. Door deze moeten verzorgd wezen het leerlingwezen, collectief arbeidscon- tract, minimum-loon en maximum-arbeid, werk- loosheid enz. In den verderen loop van zijn betoog wijst spreker nog op de actie voor internationalisme in het buitenland, en vraagt of de Regeering bereid zal worden bevonden steun te verleenen aan een eventueel plan om in Den Haag een internationale stichting op vredes- en daarmee verwant gebied te vestigen. De heer Van Dedem dringt ten zeerste aan op bezuiniging, met het oog op den slechten financieelen toestand, aangezien z. i. door amen- deering der begrootingshoofdstukken die be zuiniging niet zal worden verkregen. Spreker zet verder o. a. nog uiteen, dat z. i. geen geld genoeg zal overblijven voor sociale verzekeringen, en dat hij bereid is tot belasting verzwaring, mits de Regeering in de toekomst blyk geeft van ernstig streven naar bezuiniging. De heer Drucker dringt aan op vereenvoudiging onzer wetten en wil dit doen geschieden door een speciaal bureau van rechtskundige ambteuaren, met gevoel voor vorm en taal. Verder kritiseert hij, dat deze Regeering, ondanks haar buit.engewoon sterke meerderheid, en niettegenstaande de coalitie, zooals beweerd wordt, in innige verknochtheid wint, omstandig- heden derhalve zoo guustig mogelijk om iets in 's lands belang tot stand te brengen, nog zoo weinig heeft tot stand gebracht. Een waan is het gebleven, dat men slechts een christelijk Kabinet bijeen beboeft te brengen, v,iii maatregelen op sociaal gebied tot stand te zien komenen van wetgevende maatregelen op politiek gebied als Kiesrechtwyziging en Grondwetsherziening zijn de verwachtingen karig. Spreker si uit zich aan bij den heer De Meester in diens betoog over den financieelen toestand, en in diens vrees dat voor de sociale hervormingen geen geld zal vrij komen. Over de uitgaven voor leger en vloot sprekende, wijst spreker op de mislukking van het drieploegen- stelsel, en op de ontstemming bij de marine, nog vermeerderd, door het gebeurde te Den Helder, waarbij de toon, waarop de Minister Wentholt den vice-admiraal Van den Bosch heeft gekapitteld, zelfs buitenstaanden heeft geergerd. In dien toon des Ministers heeft men den driftigen ijver van den bekeerling herkend. Het z. i. zwakke beleid van het Kabinet ver der kritiseerende, komt de heer Drucker er tegen op dat de Regeering niets wil doen aan uitbreiding van den leerplichtigen leeftijd tot 14 jaardat zij blijkbaar gaat streven naar Zondagsheiliging, en een minderheid in deze dus een dwang wil opleggen aan een meerder heid. Krachtig komt spreker op tegen hetgeen 0 Kolonel Lenoir, viel Traverse den spotter in de lede, terwyl hij van zijn stool opsprong, ,/hoort gij zoo den uitersten wil van een ster- vende aan Het is beneden mijne waardigheid, uwe spotternij, voor zoover die my persoonlijk betreft, te beantwoorden, doch heb eerbied voor den doode, die u, vertrouwend op uwe recht- schapenbeid, tot den uitvoerder van zijn laatsten wil benoemde." »Zijn laatsten wil, zeer geachte heer dokter Rocke", hernam Lenoir, „is ongetwijfeld in zijn testament vervat. Hieraan zal ik mij stren^ houden. Al het overige verklaar ik hu reeds voor ongeldig." „Ook de bepaliDg, dat Clara bier te Willow- Heights met mijne moeder zou blij ven wonen „Ook dit!" riep de kolonel. „0, de zaak wordt auidelijker, ik doorzie u op den eersten denkt jy dat ik mijne pupil het slachtoffer Iaat worden van een schandelijke toeleg, waartoe zij aan mijn toezicht ont- trokken en haar aanzienlijk vermogen uw buit zou worden //Mijnbeer //Mijnheerriep de kolonel, die opstond. //Ik verzoek u geen woord meer te spreken. Uwe plannen, waarvoor ge in uwe moeder een waardige medehelpster hebt, heb ik doorgrond. Ge maakt jacht op een rijke erfgename. Maar de kunstjes waarmee ge mijn armen zwager misleiddet, baten bij mij niet. Hoe!" ging hij voort, //vreemd volk nestelt zich hier in en misbruikt de zwakheid van een grijsaard en ik zou dat spel bedaard blij ven toekijken Van- daag nog wordt het testament geopend, de advocaat van mijn zwager is reeds verwiltigd, hij zal binnen weinige uren hier zijn. Staat iets van uwe beweringen in het testament, dan is het goed. Doch zoo niet, beste mynheer, dan kunt ge uwe biezen pakken, gij met uwe moeder want ik duld geen avontuuriijk volkje in dit huis, geen oogenblik J" Traverse was bij het hooren van deze brutale beschuldiging krijtwit geworden, het bloed scheen in zijn aderen te stollen en op het eerste oogenblik leek hij een marmeren beeld, onbe- kwaam een woord uit te brengen. Plotseling echter herkreeg hij weer de voile levenskracht, hij trad den kolonel een stap nader en zei op een toon, waaruit de vinnigste haat klonk Kolonel Lenoir Slechts een lage schurk, die zelf tot allerlei ondeugd in staat is kan van anderen zoo slecht denken slechts een niets- waardige kan zulke beschuldigingen tegen eene deugdzame vrouw, als mijne moeder, uitbraken slechts een ellendeling kan zoo handelen als gij Wanneer gij een vonk eergevoel bezit. trekt ge uwe leugenachtige woorden terug, of wel ik keer u met verachting den rug toe." z/Pak je weg, kwajongeu riep Lenoir woedend. z/lk zal mij wreken Fier met een blik vol afschuw op den kolonel, verliet Traverse langzaam de kamer, terwijl Lenoir eene gebalde vuist tegen hem ophief. Clara wachtte in het salon op haar vriend. Met groot ongeduld verbeidde ze den uitslag van zijn gesprek met haar voogd. Na eerst even door den tuin gewandeld te hebben, om tot bedaren te komen, ging Traverse naar zijn bruid. z/Wel," riep ze, //welk een nieuws brengt ge? Hij verzet zich tegen de laatste beschikkingen van papa? Niet waar?" //Kolonel Lenoir wil eerst de opening van het testament afwachten," hernam de jonge dokter, „eer hij zich uitspreekt. Dit zal dezen middag plaals vinden. In elk geval is het nood- zakelijk, dat wij dadelijk naar Staunton zenden, om de doktoren Williams en James hier te verzoeken, want hunne getuigenis is noodig, om de mondelinge verklaringen van uw papa zaliger geldig te verklaren." „Mijn God", jammerde Clara. „dus is het vermoeden van uwe mama bewaarheid Wil hij weigeren mij hier te laten wonen „Nog meer dan dat, beste Clara", ging Tra- hij noemt een ,,60 tegen 40 politiek", ten doel hebbende de binnenskamers bedisselde voor- stellen der meerderheid door te dry ven, zonder de minderheid te erkennen, en waardoor ons geheele Staatswezen in den grond zou bedorven. worden. Voor het tot-stand-brengen van in grijpende maatregelen, vooral op sociaal gebied behoort de Regeering steun te zoeken, zoowel bij rechts als bij links. Dan zal de antithese niet langer ons Staats wezen beheerschen, en de Regeering niet langer tot onvruchtbaarheid gedoemd zijn. De heer De Visser klaagt over het wegblyven van een Zondagsrust-wet, en zou die zaak het liefst geregeld zien afzonderlijk voor bedryven, en daarnaast meer algemeen voor muziek- en andere uitvoeringen op Zondag. Spreker juicht daarna zeer toe, de ethische richting door de Regeering thans meer en meer ingeslagen. Spreker brengt in verband hiermee hulde aan den Minister van Marine voor de wijze waarop hjj arbeidt aan de geestelijke verzorging van het Marine-personeel. Komende tot de bespreking der sociale ver- zekering, waarschuwt spreker, bij alle hulde aan de Regeering voor haar werkzaamheden op sociaal gebied, tegen overschrijdiug der grenslijn tusschen Staat en Maatschappij. De fetaat is geroepen om het volk te beschermen als volk in zijn geheel, en de maatschappij mag in haar vrije ontwikkeling niet onder Staatsvoogdij worden gesteld. Ten slotte wijst hij er op, dat het ziekte-verzekeringontwerp door al wat het particulier initiatief tot stand bracht, een streep haalt, in strijd met het calvinistisch be ginsel. Spreker kan zich niet denken dat het geheele Kabinet zoo iets als het christelijk- sociale politiek aanvaart. De heer Oosterbaan bepleit lotsverbetering voor verschillende categorien van ambtenaren en beambten bij de posterijen en belastingen. De heer Borgesius trekt uit de rede van den heer De Visser het absolute bewijs dat het tegenwoordige Kabinet met zijn sociale verzeke- ring geheel op den verkeerden weg is, en betoogt uitvoerig dat er niets terecht komt van die sociale verzekeringen, als de Regeering, zooals zjj thans doet, aan de Kamer een complex van verzekeringswetten aanbiedt, welke de Kamer onmogelijk verteren kan, en waarin het eene ontwerp op het andere moet wachten om tot stand te komen. Intusschen erkent spreker dat de sociale wetgeving een uiterst moeilijke zaak is, vooral als een goede basis daarvoor ont- breekt- een goede financieele toestand des lands. En ook spreker is 't, als velen, een raadsel dat de Regeering uit het verhoogde tariet de sociale verzekering vermeent te kunnen betalen en nog wat denkt over te houden. TER NEUZEN, 25 November 1910. Bij de heden alhier gehouden stemming voor 4 leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken stemden 131 van de 321 kiezers. Van onwaarde waren 2 stemmen. Volstrekte meerderheid 65 stemmen. Herkozen werden de aftredende leden, de heeren A. C. Lensen met 100, R. Drost met 95, H. W. R. Kramer met 81 en M. G. A. Blankers met 75 stemmen. Verder verkregen de heeren C. Ribbens 41, J. D. Thielman 25, M. van den Hoek 6, G. A. Standaert 5 en P. de Bakker 2 stemmen, benevens verschillende heeren 1 stem. By het laatst gehouden examen voor bet telegraaf-radicaal is geslaagd de heer G. P. J. Risseeuw van Ter Neuzen, klerk der posterijen en telegrafie te Geertruidenberg. verse voort, „hy weigert ook onze verloving te erkennen en wil niet toestaan, dat ik u als myn bruid beschouw." „0, papa, lieve papa!" zuchtte Clara, „waarom moest ge juist hem tot mijn voogd benoemen Maar om 't even, Traverse, geene macht ter wereld zal ons scheiden en ai hebben we nog zulk een harden stryd te voeren, we zullen elkaar trouw blijven en den moed niet opgeven Aan u is myn hart en myne hand Traverse kuste hare hand en herhaalde zijne betuigingen van getrouwheid. Nadat het tusschen hem en den kolonel tot eene breuk gekomen was, achtte de dokter het beter, niet aan het diner te verschijnen en op zijne kamer te eten. Dadelyk na het diner kwamen, in twee rytuigen, vooreerst de advocaat van dokter Day en daarna de doktoren uit Staunton aan, die Traverse in naam van Clara had laten verzoeken, om bij de opening van het testament tegenwoordig te zyn. Dit laatste had in de bibliotheek in het by zijn van alle huisgenooten plaats. Het bevatte de uitdrukkelyke bepaling, dat kolonel Lenoir de voogd van Clara zou worden en met vaderlijke liefde voor haar welzyu te zorgen had. Daarna volgden eenige legaten. onder welke twee, elk van duizend dollars, voor mistress Rocke en haar zoon, als een bewijs van hoogachting en vriendschap. (Wordt vervolgd). VAN VOOK DE

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1910 | | pagina 5