No. 5532. Ter Neuzensche Courant. - Zaterdag 12 November 1910. 50' Jaargang.
Paarden- en Veemarkt.
Jaarlijksehe Veemarkt
wijn stokziek t e.
op Maandag 28 Noyember 1910,
Binnenland.
FEUILLETON.
TWEEDE BXjAJD.
Burgemeester en Wethouders van AXEL
maken bekend, dat de
zooals breeder bij aanplakbiljetten is omschreven.
Axel, den 18 October 1910.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUJZINGA, Burgemeester.
J. A. VAN VESSEM, Seeretaris.
TWEEDE KHMER.
Vergadering van Donderdag.
Indische beg rooting.
Het algemeen debat wordt voortgezet.
De beer Thomson bespreekt allereerst de
meerbesproken circulaires van den Gouverneur-
Generaal betrekkelijk de Zondagrust enz., en
wijst er in verband hiermee op, dat in de
laatste tijden in Indie onomwonden wordt uitge-
sproken en geschreven, dat men daar te lande
staat aan den vooravond van een koloniaal
clericalisme. Hij kritiseert die circulaires als
weinig reckt door zee gaande en gevaarlijk
door haar onduidelijkheid en weinig voorzichtig.
Den uitval van den heer Bogaardt Woensdag
tegen het Leger des Heils in Indie heeft spreker
getroffen. Volgens spreker is het nog de vraag
door wie beter opgewekt wordt tot naastenliefde
en tot de leer van Christus, door het Leger
des Heils of door de zending. Het Heilsleger
maakt in elk geval algemeene christenen, terwijl
de zending de christenen in hokjes indeelt.
Uitvoerig bespreekt de heer Thomson daarna
de Atjeh-aangelegenheden en dringt vooral aan
op algeheele publiceering van de beide Liefrinck-
rapporten.
Voorts kornt spreker op tegen het nog steeds
in stand houden van de concentratie-kampen,
die door ons in den Boerenoorlog zoo zijn
afgekeurd. Spreker vraagt, in den verderen
loop van zijn rede, of de voorgenomen belas-
ting in de Gajoe- en Alaslanden zal worden
ingevoerd, waar spreker niet alleen, maar de
heer Liefrinck zelfs, overtuigd is dat de toeht
naar de Gajoe- en Alaslanden is geweest een
ongerechtvaardigde systematische slachting.
Hoe denkt de Minister verder over het
militaire optreden in Atjeh op dit oogenblikj,?
vraagt spreker.
De heer Bos verwacht dat de tegenwoordige
economische toestand in Indie het tekort in
gunstigen zin zal wijzigen.
Verder sluit spreker zich aan bij het ver-
langen van den heer Thomson naar publiceering
van de rapporten-Liefrinck en bij vraagt verder
,/Een bloedverwant, een oom van Clara, zooals
mij dokter Day zei," hernam Traverse. //Maar
goede hemel, hoe is t mogelijk riep hij, //door
de aandoening en het leed heb ik den naarn
heelemaal vergeten Om 't even daar onze
edele vriend hem koos, zal hij' een man van eer
zijn en trouwens hij heeft zicb alleen met het
vermogen van Clara te bemoeien. Volgens den
uitersten wil van haar vader blijft ze bij u in
Willow-Heights en dat zal mij een troostzijn,
indien ik weg ben."
//Het arrne, goede kind zgchtte mistress
°cke, //ten minste zal zij in mij een tweede
moeder vinden, die het goed met haar meent."
//En in mij een echtgenoot, die haar op de
handen zal dragen," voegde Traverse er bij,
terwijl hij zijne moeder kuste en zich ver-
wijderde. De laatste ging weer naar Clara
terug.
De jonge arts was nog geen twee uur weg,
toen mistress Rocke door het rollen van een
wagen aan de komst van den voogd herinnerd
werd.
o. m. voor Indie financieele zelfstandigheid.
De heer Vliegen meent, dat als een andere
mogendheid haar kapitalistische handen over
Indie uitstrekte, het land er wellicht nog
slechter aan toe zou raken. Wij moeten het
thans ten spoedigste zelfstandigheid verleeuen,
zoo dat wij ons er kunnen terugtrekken.
Over het lot der arbeiders is spreker bij
de toeneming der economische ontwikkeling
evenwel ongerust.
Inzake den Atjeh-politiek sluit spreker zich
aan bij den heer De Stuers en protesteert hij
tegen wreedheden. Verder kritiseert hij de
weinige voortvarendheid op het gebied van de
economische verheffing van Indie en dringt
hij aan op meer Staats-exploitatie, vooral op
Djambi.
Ook deze spreker kritiseert de Zondags-
circulaires. In bovenstaand verband verontrust
hem het voornemen der Regeering om de
christengemeenten meer daadwerkelijk te gaan
steunen, en waarschuwt hij de Regeering zich
buiten al die dingen te houden, willen wij niet
gaandeweg de geheele inlandsche bevolking
tegen ons in 't harnas jagen.
Nog dringt spreker aan op ruitner toeken-
ning van het recht van vereeniging en vergadering.
De heer Tydeman kritiseert hoofdzakelijk de
Zondags-circulaires.
De Minister van Kolonien komt thans aan
het woord. Niet-publiceering van de rapporten
en adviezen van den heer Liefrinck geschiedt
niet wegens den inhoud dier rapporten, maar
ten-eiude de ambtenaren, die voor de bouw-
stoffen van die rapporten en adviezen onder-
zoeken moeten instelien in loco, de gelegenheid
te laten onbevangen hun bevindingen te laten
meedeelen. Intusschen om duidelijk te doen
uitkomen dat de geheimhouding niet den in
houd tot grondslag heeft, zal de Minister bij
deze mondelinge beantwoording van desprekers
over Atjeb, mededeelingen doen uit het rapport-
Liefrinck.
De Minister ontkent dat wreed optreden in
Atjeh voortduurt, waarbij hij er op wijst dat
in 't eerste halfjaar van dit jaar 't cijfer der
in Atjeh neergelegden aanmerkelijk gedaald
is. Intusschen zijn ook aan onze zijde de ver-
liezen vaak groot. Vervanging van het mi-
litair gezag door het civiel gezag zal zooveel
mogelijk bespoedigd worden. Maar pressie in
dien zin kan op den Gouverneur-Generaal niet
worden uitgeoelend.
De vragen van den heer Thomson beant-
woordende, geeft de Minister toe, dat de heer
Lietrinck de concentratiekampen beschouwt als
niet meer in onzen tijd passende maar ze zijn
nu teruggebracht tot enkele. Heerediensten
boven het maximum zijn slechts in een geval
gevorderd op Atjeh het uitzenden van kleine
patrouilles behoort tot de middelen die de
Gouverneur-Generaal noodig acht in het belang
van het hersteilen van rust en orde.
Door de leden van de Provinciale Staten
van Zeeland werd Woensdagavond den Commis
saris der Koningin in de societeit //St. Joris"
te Middelburg een diner aangeboden.
Naar gemeld wordt is het dit jaar weer
treurig gesteld met den zaadval van mossels
op de publieke bankenhet zaad is niet tot
voldoende ontwikkeling gekomen of ontijdig
door stroomschuring weggeslagen, terwijl op
de banken waar nog iets was de zeesterren en
krabben, de grootste vijanden van het vorig
broed, mede het hunne hebben bijgedragen om
dien zaadval zoo bedroevend slecht- te maken.
Op andere wijze moet dus in de groote bekoefte
voorzi'ii worden: voornamelijk uit de Zuiderzee
zal dus weer zaad moeten gehaald worden, maar
over het algemeen is men daarmede weinig
tevreden, omdat de qualiteit gemeenlijk veel
minder is. Het goede zaad van de Belgische
Ze haastte zich om den nieuwen voosd te
ontvangen. Een neger opende de deur. Mistress
Rocke zag op, doch sloeg weldra met vrouwe-
lijke bedeesdheid de oogen neer. Hij was een
man van hooge gestalte en bleeke trekken, met
zwarte haren en een baard van dezelfde kleur.
De deur werd achter den vreemdeling ge-
sloten en deze ging met vaste schreden op
mistress Rocke toe, tot in het midden van het
vertrek.
Hij maakte eene buiging voor haar en was
op 't punt, haar aan te spreken, als de uitroep
z/Kolonel Lenoir Martha Rocke 1" het
pijnlijke van het onverwachte wederzien te
kennen gaf.
Mistress Rocke week, als ware zij met af-
schuw vervuld. tot in den versten hoek der
kamer terug. Kolonel Lenoir bleefstaan. Zelfs
hij, de koele vastberaden man, had eenige
seconden noodig, om van zijne verbazing te
bekomen. Hij herstelde zich echter spoedig,
begreep snel de rol, die hij hier te spelen had
en verbrak het eerst't stilzwrjgen.
//Martha Rockehier, in het huis
zei hij. //Goede hemel, aan deze ontmoeting
had ik nooit geloofd En gij, Martha", ging
hij op zachteren toon voort, //gij zelf schijnt
mijn bezoek niet verwacht te hebben. Uwe
bleekheid en uw terug wijken bewijzen dit."
en Hollandsche kust is vrij duur en de mossel-
visschers klagen toch reeds over de prijzen van
de volwassen mossels.
TER NEUZEN, 11 November 1910.
Zooals vroeger werd gemeld bestonden
plannen voor het bouwen van een gebouw voor
de zittingen van het kantongerecht alhier aan
de Grenulaan, ongeveer tegenover het huis
regelmatig door de verschillende hier benoemde
kantonrecbters bewoond. Thans schijnt men
uit te zien naar een ander terrein. Naar we
vernemen zijn in verband daarmede door den
rijksbouwmeester opmetingen gedaan op het
terrein tegenover het postkantoor, aan den weg
naar de aanlegplaats voor de Provinciale boot.
Onder intrekking van zijn verplaatsing naar
Ter Neuzen is de commies titulair der posterijen
en telegrafie de heer H. A. van Daalen, thans
te Rotterdam, met ingang van 1 December ver-
plaatst naar het post- en telegraafkantoor te
Sneek, en is met ingang van dien datum al
hier in zijn plaats benoemd de commies titulair
de heer L. H. van Doove, thans te Rotterdam.
Bij de Kon. marechaussee worden verplaatst
op 15 Nov. de marechaussee Bakker van
Ter Neuzen naar Strijbeek
op 20 Nov. de brigadier Nijssen van Ter
Neuzen naar Valkenswaard en de brigadier
Donker van Westerhoven naar Ter Neuzen.
Door den huurkoetsier Yercouteren
alhier werd een varken geslacht. Toen hij
zijn hand op den kop van het reeds ge-
stoken en half doode dier legde, om het verder
af te maken, beet dit hem den top van een
zijner vingers af.
Heden namiddag kwam alhier binnen de
tjalk //Ambulant" schipper R. Meeusen, met
verlies van zeilen en anker. Het schip lag
hedennacht ten anker in de Wielingen toen
het werd overvallen door het noodweer. Het
werd van voor zijn anker geslagen en ging op drift.
Gisterenavond werd in het Hotel Centraal"
alhier de aangekondigde vergadering gehouden
tot het oprichten eener afdeeling van de //Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen".
De bijeenkomst, die door een klein aantal
belangstellenden is bijgewoond, werd geopend
door den heer E. O. Kerkkoven, die mededeelde dat
de aandacht van hem was gevallen op eenige zaken
welke voor onze gemeente nuttig zouden kunnen
^ijn, dat deze tot eene onderlinge bespreking
hadden geleid en tot correspondentie met het
hoofdbestuur der Maatschappij en de voorloopige
oprichting van een departement alhier, waar-
voor een voldoend aantal leden zich bereids
hadden verbonden te zullen toetreden.
Hij gaf vervolgens het woord aan den algemeenen
seeretaris der maatschappij, den heer J. Bruin-
wold Riedel van Amsterdam.
Deze ving aan met mededeelingen over het
ontstaan der maatschappij, in het jaar 1784,
toen men leefde in de dagen van den volksgeest
die later de Fransche revolutie in het leven riep,
die een verlangen naar meeraere vrijheid deed
ontstaan.
Verschillende mannen in ons vaderland voor-
zagen het losbarsten van den storm, die later
ook gekomen is, en waren overtuigd dat het
volk niet in staat was op goede wijze gebruik
te maken van de vrijheid die het wenschte.
Hun streven was het daarom, het volk te
leideu in eene goede richting. Onder die
stichters nam de heer Jan NieuwenhuijzeD een
eerste plaats in. Hij was Doopsgezind predikant
te Monnikendam. De vereeniging kwam 16
Nov. 1784 te Edam tot stand.
Sedert heeft de maatschappij gewerkt voor de
bevordering der volksbelangen, en dat deze
/,0, mijn God, mijn God zuchtte mistress
Rocke in stilte, //dit is de man, die dokter Day
tot voogd van Clara benoemde
Eene hand hield ze op haar kloppend hart
,en de andere stak ze afwerend naar den kolonel
uit. Toch trad hij nog nader, ja, hij ging zoo
ver, dat hij hare band wilde vatten.
z/Kolonel Lenoir!" riep de ongelukkige vrouw,
z/waag bet niet, mij ook in dit huis te be-
schimpen
z/Hoe, Martha," hernam de kolonel met be-
daarde stem, waaraan hij een bijna smartvolle
uitdrukking wist te geven. //Wijst gij de hand
af, die ik u ter verzoening reik Kunt gij
eene beleediging, die ik u twintig jaren geleden,
door mijn bartstocht verblind, aandeed, nog altijd
niet vergeven Wat in jeugdige onbezonnen-
gebeurde, moet den rijpen man niet meer ten
kwade worden geduid."
In plaats van te antwoorden, wierp mistress
Rocke een verachtelijken blik op den kolonel,
dien zij maar al te zeer als volleerd huichelaar
kende, om aan zijn berouw geloof te hechten.
,/0, Martha," ging deze voort, u wees niet zoo
hard en wreed jegens mij uw schoonheid ver-
blindde mij destijds. Zonder de gevolgen te
berekenen waagde ik die onbezounen daad, die
mij reeds menigen slapeloozen nacht bezorgde.
Mijn geheele leven werd er door verwoest."
oude maatschappij nog in dezen tijd haar recbt
van bestaan heeft behouden, dat er door haar
nog steeds een frisschen gee3t waait, vindt
daarin zijn oorzaak, dat zij zich steeds tracht
aan te passen aan de behoeften van het volk
en het algemeene mime standpunt waarop zij
zich gesteld heeft.
Het doel is omschreven in art. 1 harer sta-
tuten naar de beginselen van den christelijken
godsdienst algemeen volksgeluk te bevorderen.
Te dien einde tracht zij mede te werken tot ver-
betering van den verstandelijken, zedelijken en
maatscnappelijken toestand des volks, bepaalde-
lijk door invloed te oefenen op de opvoeding
en het onderwijs, de veredeling van volksbe-
grippen en de verheffing zoowel van het arbeids-
vermogen als van den levensstandaard der
werklieden.
En in art. 2 is vastgelegd, dat de maatschappij
streeft naar de bereiking van haar doel, onaf-
hankelijk van eenige kerkelijke of staatkundige
partij.
Ook is het streven om de verschillende wer-
kingen in hoofdzaak te doen uitgaan van de
plaatselijke departementen, omdat deze zich ge-
heel kunnen aanpassen aan de plaatselijke be
hoeften. Daardoor ontstaat een krachtiger leven,
dan wanneer alles van een centraal punt, van
het hoofdbestuur uitgaat. Het hoofdbestuur
treedt zooveel mogelijk adviseerend en steunendop.
In den breede zet spreker uiteen wat in den
loop der jaren door de vereeniging in het be
lang van het volk is verricht.
Vooral was dat gericbt op verbetering van
het onderwijs. Tengevolge van hare bemoeiingen
en volgens een door haar ODtworpen concept
is door de Regeering de staatsschool ingericht.
Ook zijn van harentwege verschillende scholen
ingericht. Eveneens hield en houdt de maat
schappij het oog gevestigd op de verbetering
der opleiding van onderwijzevs, welke naar baar
oordeel nog niet zoodanig is ingericht dat deze
ten voile strekt in het belang van het volk.
Bij de opvoeding zon meer behooren te worden
gelet op karaktervorming, wat nu zoowel op
openbare als bijzondere christelijke scholen veel
te wenschen overlaat.
Te betreuren is, dat ter versterking van de
inkomsteu van het geziu nog vele vrouwen
buiten hunne woning moeten gaan werken.
Maar omdat die toestanden bestaan, zijn op
verschillende plaatsen bewaarplaatsen van kin-
deren opgericht, waar de uitwerken gaande
moeders hunne kleinen ter verzorging kunnen
brengenvoor de grootere kinderen, ten be-
hoeve der moeders die zich niet steeds met hunne
kinderen kunnen bezighouden, door dewerkzaam-
heden in het gezin, zijn tal van bewaarscholen inge
richt. Ook voor de opleiding van bewaarschool-
houderessen is gezorgd. Voor de oudere kinde
ren, die de lagere school bezoeken is, zooals
reeds gezegd, steeds getracht beter onderwijs te
bezorgen. Voor hen die de lagere school ge-
passeerd zijn wordt getracht hen goed toegerust
in de maatschappij te brengen door hen te ver-
schalfen vakonderwijs, ook wordt de opleiding
van meisjes lot goede dienstboden en aanstaande
huismoeders niet vergeten. Ten behoeve van
de laatsten zijn reizende kookcursussen ingericht,
waar de meisjes onderwezen worden hoe ze op
de smakelijkste en voordeeligste wijze eten kun
nen bereiden. Deze hadden, op de plaatsen waar
ze reeds gehouden zijn, groot succes. Er worden
geen gerechten klaar gemaakt volgens recepten
meegebracht uit Amsterdam, maar er wordep,
bereid spijzen die in de streek waar zoo n cursus
komt, over het algemeen worden gegeten.
Verder wordt gezorgd voor goede boeken
voor jongelieden en ook voor ouderen. Met
veel succes zijn daarvoor ook ingericht de z.g.
reizende bibliotheken.
Ook voor voorziening in de woningtoestanden
was de maatschappij werkzaam en aan de tot-
standkoming der woniugwet, was haar streven
niet vreemd.
Spreker stipte ook nog aan het aandeel dat
de vereeniging heeft gekad in de «totstandko-
ming der kinderwetten, hoe harerzijds een on-
derzoek is ingesteld naar den toestand van de ver-
waarloosde kinderen. Uit de omstandigheid da.t
het rapport dienaangaande voor de maatschappij
werd uitgebracht door de heeren Dr. Bos, de
tegenwoordige Minister Talma en Dr. Nolens,
stipte de spreker ter loops aan, dat hieruit
blijkt dat de maatschappij werkt onafhankelijk
van elke partij en haar werk dan ook door
mannen van verschillende staatkundige rich-
tingen gesteund wordt. In den loop zijner
rede sprak hij dan ook in afkeurenden zin over
de laatste wijziging der schoolwet, die door
Mistress Rocke wilde het vertrek verlaten,
om niet langer deze taal te booren, doch kolonel
Lenoir trad haar in den weg.
,/Neen, Martha!" riep hij met de harts-
tochtelijkheid van een twintigjarige jongeling.
Blijf, blijf toch en spreek het woord van ver
zoening Zeg mij, dat ge mij niet meer haat.
Wees edelmoedig, Martha, en wees niet boos
op mij, voor iets, waaraan gij voor de helft
schuldig zijt
(Wordt vervolgd).
E)e Burgemeester van TER NEUZEN,
Gelet op het schrijven van den Commissaris der
Koningin in Zeeland, dd. 2 November 1910, A no. 5111,
3e afdeeling; wijst belanghebbenden op het dringend
gevaar van nntliracnose van den wijnstok en aeelt
mede dat ter gemeente-secretarie voor belanghebbenden
bovenbedoeld schrijven van den Commissaris der Konin
gin ter lezing ligt en dat nadere voorlichting te verkrij-
gen is bij het hoofd van den phytopathologischen dienst
den heer J. RITSEMA BOS te Wageningen.
Ter Neuzen, 11 November 1910.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
in die gemeente zal worden gehouden