Laatste Berichten. hem na en vuurde nog driemaai. De cellist is evenals zijn buurman in het orkest gewond. Ten slotte is de dader gegrepen. Onder het publiek ontstond een paniek, verder is echter niemand gewond. London. In de tweede editie van de Daily Telegraph wordt onder alle voorbehoud mede- gedeeld dat te Parijs het gerucht loopt dat dezen morgen te Madrid de revolutie is uit- gebroken. Londen. Het Spaansche gezantschap deelt aan het Reuterbureau mede, dat aan de ambas- sade niets bekend is van deze gebeurtenis. 's Gravenhage. De secretaris van de Spaan sche legatie verklaart dat officieel nog niets bekend is van de revolutie. Parijs. De Minister-President Briand en de overige Ministers hebben hun ontslag genomen. Gemeenieraad van Zaamslag. Vergadering van Vrijdag 28 October 1910. Voorzitter de heer P. J. Wortman, burgemeester- secretaris. Verder aanwezig alle leden. Na opening der vergadering worden gelezen de notulen der voorgaande die worden goedgekeurd. Hierna stelt de Voorzitter aan de orde 1. Ingekomen stukken. a. Een telegram, namens H. M. deKoningin, houdende dankbetuiging voor de door den Raad op 31 Aug. 11. tot flaar gerichte felicitatie. Aangenomen voor kennisgeving. b. Een schrijven van de Gezondheidscommissie te Ter Neuzen waarin deze bericht dat haar bij een bezoek aan Otkene gebieken is dat de varkenshokken en bochten aldaar in zoodanigen staat verkeeren dat de gebeele omgeving verontreinigd wordt. De Commisaie geeft daarom in overweging de artt. 40—42 aldus te wijzigen, dat daarin niet meer gesproken wordt van de hooi'dkom doch van ykommen", en dat de varkenshokken en bochten in steen worden opgetrokken, onder voor- waarden door Burg, en Weth. te stellen. Besloten wordt dit schrijven in aanmerking te nemen bij de eerstvolgende wijziging der politieverordening. c» Een schrijven van de Gezondheidscommissie voor- noemd, waarin deze er de aandacht op vestigt dat de sloot grenzende aan het erf van F. de Putter op het gehucht Othene erg vervuild is. De Commissie geeft in overweging deze sloot geheel te dempen en een breede steenen goot voor afvoer van vuil water te legger,, of de sloot in zijn geheel te doen delven en maatre- gelen te treffen dat een geregelde afvoer van vuil water mogelijk is. De Voorzitter deelt mede dat Burg, en Weth. omtrent die sloot een onderzoek hebben ingesteld en daarbij tot de overtuiging kwamen dat het gewenscht was, dat de gemeente het delven en verder onderhouden van die sloot voor hare rekening nam. Met het uitvoeren van dat werk werd een aanvang gemaakt, doch toen werd door den aangrenzenden eigenaar daartegen bezwaar gemaakt omdat het naar zijn beweren op zijn grond gebeurde. Burg, en Weth. hebben toen het w'erklaten staken en aan de aangrenzende eigenaars, overeenkomstig art. 38 der politieverordening last gegeven, dat zij voor het schoonmaken der sloot moeten zorgen, zoodat nu nog moet worden afgewacht wat het resultaat van dat bevel zal zijn. Burg, en Weth. wilden het werk voor rekening der gemeente nemen omdat het maar enkele guldens zou hebben gekost en men dan de zekerheid had dat het goed en eenvormig werd uitgevoerd, beter dan wanneer de verschillende betrokken eigenaars ieder een deel van de sloot in orde moeten brengen. De heer De Ruijter vraagt of het werk door Burg, en Weth. met medeweten van den eigenaar De Putter werd aangevangen. De heer De Mul verklaart er met dezen overtehebben gesproken en De Putter vond het goed, mits het werk niet op zijn grond gebeurde. Deze beweerde dat de plaatselijke toestand is gewijzigd en de sloot nu wel geheel op zijn grond ligt. Toen dan ook werd begonnen om de sloot te delven in de richting zooals die nu ligt, protesteerde hij daartegen. Spreker heefter den eigenaar ook nog op gewezen dat, al lag de sioot geheel op zijn grond, die toch geen waarde voor hem had en het voor hem niet anders dan voordeelig was dat de gemeente het voor hare rekening deed, want dat het werk anders ten zijnen laste zou komen, maar De Putter is ten slotte blijven staan op zijn recht als eigenaar. In elk geval heeft hij er van geweten. De heer De Ruijter acht zich na deze verklaring voldaan. De heer De F.eijter en andere leden achten het wel mogelijk dat in den loop der tijden de sloot eeniger- mate is omgeduwd, maar daarin kan de gemeente niet tusschenbeide komen, en waar niet gedoogd is dat de gemeente het werk voor hare rekening deed, behooren de betrokken eigenaren te worden verplicht de sloot voldoende te onderhouden, dat deze kan dienen voor waterafvoer. d. Een schrijven van de Gezondheidscommissie voor- noemd, waarin deze in overweging geeft in de bouw- verordening bepalingen op te nemen omtrent tijdelijke verblijven. Besloten wordt daarmede rekening te houden in de eerstvolgende wijziging der politie-verordening. Een schrijven van de Gezondheids-commissie voornoemd, waarin deze te kennen geeft dat het haar in verband met het nieuwe strateuplan op z. g. Nieuw Zaamslag blijkt, dat in de bouwverordening geen bepa lingen zijn yervat voor den aanleg van nieuwe straten. De Commissie geeft daarom in overweging onverwijld de bouwverordening zoodanig te wijzigen, dat voor ver- harding en rioleering van nieuw aan te leggen straten voorschriften worden opgenoruen. Naar aanleiding van het voor het inwerkingtreden der bouwverordening goedgekeurde stratenplan op het z.g. Nieuw Zaamslag geeft de Commissie in overweging om in de reeds aangelegde straat aan weerszijden van den weg goten te leggen en verder den afvoer van het hemel- en vuil water mogelijk te maken door een hoofd- riool en zijriolen, duidelijk aangegeven op een nevens het schrijven ingezonden schetsteekening. Ten slotte verzoekt de Commissie binnen eene maand te mogen vernemen welke maatregelen in deze door den Raad genomen zijn. De Voorzitter geeft namens Burg, en Weth. te kennen dat zij het gewenscht achten om bij de eerstvolgende wijziging van de bouwverordening ook rekening te houden met dit schrijven. Wat onverwijlde wijziging betreft voor de reeds aangelegde straten in het deel der gemeente door de Commissie als Nieuw Zaamslac be- stempeld, kunnen die bepalingen toch niet meer geTden, daar het stratenplan reeds voor 12 jaren, voor de in voking der bouwverordening, werd goedgekeurd. Spreker kan echter mededeelen dat de eigenaars der straten hebben toegezegd deze te zullen verharden, van goten en rioleering voorzien en verder voornemens zijn de straten, nadat die geheel in orde zijn gebracht, aan de gemeente over te geven. Deze kwestie zal dus zouder kosten voor de gemeente geheel in het reine komen. f. Een schrijven van de Gezondheidscommissie voor noemd, waarin deze in overweging geeft in art. 6 der bouwverordening in plaats van yacbter elk gebouw" te lezen »achter elke woning," omdat het naar het oordeel der Commissie niet noodig is, dat achter een gebouw geen woning zijnde, ruimte wordt opengelaten, of dat de oppervlakte die werkplaatsen beslaan, moeten worden medegerekend voor het openlaten van open ruimte. De Voorzitter deelt mede dat Burg, en Weth. het volkomen met de Commissie eens zijn en dat ook dit punt aan de orde zal komen bij de eerstvolgende wij ziging van de bouwverordening. Dit wordt goedgevonden. g. Een schiijven van den Commissaris der Koningin waarbij wordt bericht dat in het college van zetters voor het tijdvak van 1911/14 tot zetters zijn benoemd de heeren W. de Mul en W. de Klerk. Aangenomen voor kennisgeving. li. Een schrijven van Gedep. Staten van Zeeland, waarnevens wordt teruggezondeh een raadsbesluit tot wijziging der begrooting voor 1910, waaromtrent zij eenige opmerkingen hebben van administratieven aard, en het besluit daarom wenschen te zien gewijzigd. De Voorzitter stelt voor aan het verlangen van Gedep. Staten te voldoen, de zaak zelve blijft onveranderd, en omtrent de wijze waarop de wijzigingen in de begrooting worden aangebracht, kan men van meening verschillen. Z. h. s. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter. i. Een schrijven van het comitd tot het stichten eener Hoogere Burgerschool in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, waarin Burg, en Weth. werden uitgenoodigd tot het bijwonen eener vergadering van dat comite op 21 Oct. 11. Aan die uitnoodiging is door Burg, en Weth, gehoor ge geven. In die vergadering is besloten de pogingen voort te zetten en de gemeenteraden van de gemeenten in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen uit te noodigen harerzijds iemand te benoemen die namens de gemeente in dat comite zal zitting nemen. Spreker wii niet zeggen dat zoodanige inriehting zal tot stand komen maar er is toch veel kans op. Het is nu eene kwestie van voorbereiding en daar de Raden der verschillende gemeenten zullen worden uitgenoodigd een zeker kwantum bij te dragen voor het totstand- komen eener H. B. S., is het gewenscht dat iemand namens den Raad er zitting in neemt om aan den Raad verslag uit te kunnen brengen van de te maken plannen. Uit het comite is thans een uitvoerend comite benoemd om de oprichting voor te bereiden, en daarin zijn benoemd de heeren J. Mulder, Inspecteur der belastingen te Ter Neuzen, A. Huizinga, burgemeester, en Motke, rijksontvanger te Axel, Jos. van Waesberghe, kassier te Hulst en Baron Collot d'Escury, burgemeester van Hontenisse. De heer Scheele zou den Voorzitter willen verzoeken namens den Raad in dat comitti zitting te nemen, maar deze maakt daarvan reeds deel. De Voorzitter stemt dit toe. De heer Scheele noemt nu den heer J. de Feijter. De heer J. de Feijter merkt op dat het voor hem eenigermate moeilijkheden zou opleveren om in dat comite zitting te nemen, daar hij deel maakt van het comitd voor het oprichten eener Chr. H. B. S. De Voorzitter beaamt dit, dat werkt tegen elkaar in, en het is niet raadzaam dat iemand meteendubbel mandaat deel maakt van het comite. Hij verzoekt den leden tot stemming over te gaan. De uitslag hiervan is dat met 6 stemmen wordt aan- gewezen de heer M. de Jonge. De heeren W. de Klerk en W. Scheele verkregen resp. 3 en 2 stemmen. De heer De Jonge neemt de benoeming aan. j. Door den Voorzitter wordt overgelegd het proces- verbaal van de op 23 Sept. j.l. ten kantore van den gemeente-ontvanger gehouden kasopneming, waarbij alles in orde werd bevonden. Erwasinkas 1565,521. Aangenomen voor kennisgeving. It. De Voorzitter herinnert dat indertijd is besloten om den brandput gedeeltelijk te dempen en ter plaatse te maken een overwelfd bassin, van zoodanige grootte, dat dit naar het oordeel van het bestuur der brandweer genoeg water zou kunnen bevatten om bij brand in het dorp in de behoefte voor het biusschen te kunnen voorzien. Getracht is het werk uit te voeren overeenkomstig het besluit van den Raad, maar dit is op zoodanige bezwaren gestuit, dat het onmogelijk bleek het plan uit te voeren. Er moest in den put zeer diep worden gegraven, eer men water kreeg en voor men zoover was, begon de grond van onder zoodanig af te kankeren, dat er gevaar voor inzakkingen ontstond en als men was doorgegaan ook de nabij staande veldwachterswoning gevaar zou hebben geloopen te verzakken. Daar toch het voornemen bestond om in het bassin een put te graven, is daarop besloten om aan heteind van den brandput 3 welputten, met een middellijn van 3 M. te graven, waardoor ongeveer evenveel water zal worden verkregen als anders het bassin zou hebben bevat. Er is over dat werk nog al gesproken ook door de leden van den Raad buiten de vergadering en de ver- wachting geuit dat dit werk veel meer zou kosten dan aanvankelijk geraamd is, maar spreker kan ten slotte mededeelen dat de kosten lager zijn dan die welke geraamd zijn voor het maken van het bassin. Er is wel veel meerder werk gemaakt, maar nog meer werk is nu niet uitgevoerd; in dit geval overtreft het minder werk het meerder werk. In elk geval Burg, en Weth. stonden er voor om tot het een of ander te besluiten, het werk is uitgevoerd en spreker vraagt daarop thans de goedkeuring van deu Raad. De heer J. de Feijter: Bestaat er geen bezwaar dat in de putten zand opwelt De Voorzitter deelt mede dat eerst veel zand opwelde doch bij het hooger rijzen van het water is de zand- opwelling door den druk van het water tot staan ge- komen. Hij heeft het peil nog pas laten opnemen en toen bleek dat er geen c.M. zand bijgekomen is. De heer J. de Feijter: Is er nu zooveel water in de 3 wellen als er anders in het vierkante bassin verwacht werd De Voorzitterlets minder, maar dat is van geen beteekenis. De heer Scheele: Wat was omtrent de putten het advies van den architect? De Voorzitter antwoordt dat diens advies niet gevraagd en ook niet gegeven is, dat is ook omtrent het resultaat dat de putten zullen opleveren maar moeilijk te geven, daar de gesteldheid van den ondergrond zeer veel uiteeoloopt. In elk geval mag thans worden verwacht dat de zandopwelling tot staan is gekomen, de onder grond schijnt reeds vast te zitten. De heer Scheele: Zullen de putten niet droog vallen in droge zomers De Voorzitter betwijfelt dit, het is in den laatsten tijd droog% weer, de waterstand is nu lager dan in den droogsten zomer en toch staat er in de putten resp. 1,60, 1.50 en 1,40 M. water; dat is toch een mooie hoeveelheid. Er staat nu ongeveer 36 M3. in, wat voor een brand in de hoofdkom, waar niets dan steenen gebouwen zijn, wel voldoende mag worden geacht. De heer J. de Feijter merkt op dat buitendien niet uit het oog verloren moet worden dat. wanneer het water in de putten 1 M. hooger stijgt, wat zeer goed mogelijk is, zulks eene meerdere hoeveelheid water van 20 M3. beteekent. De Voorzitter.- En in de onmiddellijke omgeving van het dorp zijn ook nog verschillende putten die desnoods kunnen gebruikt worden, daar de brandweer over 300 M. slangen beschikt. Nu verdient het geen aanbeveling om zooveel slangen te moeten aaokoppelen want daar gaat veel tijd mee heen en het is daarom gewenscht dat er in het centrum water voorhanden is. Na nog enkele opmerkingen wordt de uitvoeriug van het werk zooals dat thans is geschied, goedgekeurd. 1. De Voorzitter deelt mede dat de verschillende rioleeringswerken overeenkomstig het besluit van den gemeenteraad zijn voltooid. Nu is echter gebieken dat er nog eene leemte bestaat. In de oude Brouwerijstraat zou vanaf het laatste huisje tot aan den molen eene open goot dienen te worden gemaakt. Willen de leden zich eerst eens van den toestand overtuigen dan kan er later over worden beslist, maar kan er thans een besluit worden genomen, dan kan het werk des te eerder worden uitgevoerd. Het betreft een eind goot van 60 M. en met de bijkomende werken enz. denkt spreker dat de kosten ongeveer f 100 zullen zijn. Verschillende leden zijn het er mede eens dat het op de besproken plaats een voile boel is, en dat het ge wenscht is dat op te knappen. Met algemeene stemmen wordt tot de uitvoering van dat werk besloten. in- De Voorzitter brengt nog ter sprake een verkeerder toestand aan het eind van de Acnterstraat, waar een afwatering bestaat door een nauw gangetje tusschen de huisjes van de wed. Potters en Corn. Klaassen. De belanghebbenden hebben hem daar persoonlijk over gesproken, maar het is nog niet door hem met dewet- houders besproken. Daar waarschijnlijk de leden met den toestand daar niet zoo goed bekend zijn, is het maar het best dat het nog eens wordt aangehouden, dan kunnen ze eens een kijkje nemen. ii. Op voorstel van Burg, en Weth. wordt besloten voor de school op het dorp en die te Othene opnieuw vrijstelling te verzoeken van de verplichting tot het geven van onderwijs in de vrije- en ordeoefeningen der gymnastiek. o. De Voorzitter deelt mede dat een schrijven is ont- vangen van den hoofdinspectenr voor de Voiksgezond heid, waarin deze te kennen geeft dat hem bij een op 17 Aug. 11. gebracht bezoek aan de openbare school op het dorp gebieken is, dat deze in vele opzichten aan de allereerste eischen der hygienie te kort schiet. Dit geldt zoowel wat betreft de bevloering als de ventilatie (van boven tuimelende vensters zonder beschutting bij regen, sneeuw en wind), verwarming zonder toevoer kanalen voor versche iucht, lichtinval, aismede inriehting der latrines en drinkwatervoorziening. Naar aanleiding hiervan verzoekt de inspecteur hem te willen berichten of er reeds plannen tot verbetering der bestaande lokalen of voor nieuwen bouw worden overwogen, of, wanneer dat nog niet mocht hebben plaats gehad, de Raad bereid is verbetering van den bestaanden toestand in overweging te nemen. De Voorzitter merkt op, dat dit voor de gemeente eene dure kwestie worden zal. Evenwel hij moet toe- stemmen, dat de lokalen der openbare school in geen enkel opzicht voldoen aan de eischen die daarvoor tegenwoordig worden gesteld en dat mag zoo niet lunger bestendigd blijven. De school is een 50 jaar geleden gebouwd en al twee- of driemaai verbouwd. Daar er geen terrein bij de school beschikbaar is, kan er naar hij meent geen sprake zijn van verbouwing, het is niet mogelijk een terrein voor speelplaats te maken Ook betwijfelt hij of de oude lokalen zoodanig zou- den zijn te veranderen, dat het schooltoezicht er tevreden mede zou zijn. Ook moet er een lokaal voor gymna- stiekonderwijs worden gemaakt, want er wordt wel ontheffing verleend om dat vak te onderwijzen met het oog op oude toestanden, die daarvoor een beletsel zijn, maar als een school nieuw moet worden ingerieht, wordt die ontheffing niet meer verleend. Als verbouwen niet gaat zal er, daar er iets moet gebeuren, weinig anders aan te doen zijn, dan over te gaan tot het bouwen eener nieuwe school. De heer De Ruijter vraagt of het niet mogelijk zou zijn, evenals in Axel, een school van 2 verdiepingen te bouwen, dan kon het misschien op dezelfde plaats geschieden. De Voorzitter meent dat men voor goedkoopte geen school van 2 verdiepingen moet bouwen. De heer De Ruijter meent dat dit toch wel wat schelen zal, hij is er voor, om de school zoo goed mogelijk in te richten, maar de goedkoopste manier iijkt hem toch het best. De Voorzitter: Daar we hier op het dorp 3 scholen hebben, zullen we wel kunnen volstaan met het bouwen eener school van 3 lokalen, benevens een gymuastiek- lokaal. De heer De Feijter vraagt of het inrichten van een gymnastieklokaal volgens de wet vereischt wordt. Hij wijst er op dat verschillende nieuwe christelijke scholen verrezen zijn zonder zoodanig lokaal. De Voorzitter weet niet aan welke eischen der wet de bijzondere scholen moeten voldoen, maar stelt in het licht dat men, als een nieuwe school van gemeentewege wordt gebouwd, daarop moet rekenen, omdat na het intreden van dien nieuwen toestand geen ontheffing van het geven van dat or.derwijs wordt verleend. De heer Scheele: In de tegenwoordige school zijn toch ook maar 3 lokalen De Voorzitter: Ja, maar die zijn heel bekrompen ingerieht. Misschien zou deze gemeente, wanneer ze tot school- bouw overgaat, ook wel kunnen deelen in het voorrecht van het verkrijgen eener buitengewone rijkssubsidie voor de behoorlijke inriehting van het onderwijs. Ik meen dat daarvoor wel termen bestaan, aangezien onze gemeente, door hare ligging en de verspreiding der in- woners, genoodzaakt is 3 openbare scholen te onder houden. Kon men hetzelfde aantal kinderen in 6en school onderwijzen, dan zou dit der gemeente veel voordeeliger uilkomen. Dit kan nu eenmaal niet, maar die bezwarende omstandigheden zijn toch zeker wel een motief om een beroep te doen op rijks steun, nu we zoo'n belangrijke uitgaaf voor het onderwijs zullen moeten doen. De heer J. de Feijter: Het was misschien eens te onderzoeken of we subsidie kunnen krijgen. De Voorzitter: Het was te beproeven, maar men komt er niet veel van te weten, al gaat men ook op audientie. De heer Faas vraagt of het niet mogelijk is de oude schoollokalen te veranderen, zoodat zij aan de eischen voldoen. Die ventilatie en het licht kunnen toch wel veranderd worden De Voorzitter: En dan hebben we nog de vloeren, de wijze van verwarming, de drinkwatervoorziening, de latrines of anders gezegd de privaten, kortom, er is niets goed en als we dat allemaal moesten veranderen zou het veel geld kosten en zaten we nog met een oude school en als men aan een oud gebouw gaat veran deren komt men ook nog van het een aan het ander waarop niet gerekend is. De heer Scheele voelt ook wel wat voor het bouwen eener school van 2 verdiepingen. De Voorzitter Dat is duur bouwen. Ik zou, omdat daar de ruimte ontbreekt eene nieuwe school willen bouwen op eene andere plaats. De oude zou ik daarom ook wenschen te laten bestaan, om die ter beschikking te stellen voor het houden van vergaderingen en repe- tities, waarvoor thans, zeker niet in het voordeel der lokalen, meermalen de scholen gevraagd worden. Ik heb mij al lang verwonderd dat er over onze school door de autoriteiten geen aanmerkingen werden gemaakt, in verband met den toestand waarin die verkeerde. De Commissaris der Koningin is er bij zijn bezoek aan deze gemeente nog in geweesthij wilde bepaald de school zien. De heer De Jonge: En die was er volstrekt met over tevreden. De VoorzitterDe school hoort niet meer in dezen tijd thuis. De heer Scheele Dus Burg, en Weth. zijn van meening dat tot het bouwen van een nieuwe school moet worden overgegaan De Voorzitter: Wij stellen voor voorloopig te besluiten over te gaan tot het bouwen eener nieuwe school onder ▼oorwaarde dat we eene buitengewone subsidie krijgen van het Rijk. De heer Scheele: Waar zoudt u er een terrein voor willen vinden De Voorzitter heeft nog geen terrein op het oog, dat is een vraag die later aan de orde kan komen. Natuur- lijk zou hij er het meest geschikte en voordeeligste voor willen nemennog meer zou hij letten op de geschikte ligging dan op den prijs. Met algemeene stemmen wordt het voorstel van Burg, en Weth. aangenomen. p. De Voorzitter deelt mede dat ingekomen is een verzoek van het muziekgezelschap ,/De Volharding" om eene subsidie van 75 uit de gemeentekas, voor de instandhouding van het gezelschap. Daarbij zijn over gelegd de rekening over het afgeloopen en de begrooting voor het volgende jaar. Uit de rekening blijkt dat de ontvangsten over het afgeloopen jaar bedroegen /398,20J (met inbegrip van buitengewone bijdragen van belang- stelienden tot een bedrag van 65) en de uitgaven 396,95i, goed slot 1,25. De ontvangsten voor het volgend jaar zijn geraamd op 246,25 en de uitgaven op 321,25, tekort alzoo 75. Burg, en Weth. hebben op de begrooting voor 1911 voorloopig reeds een post van 50 uitgetrokken en stellen dus voor dat bedrag als subsidie te verleenen. Aangezien de Voorzitter persoonlijk nauw bij die ver- eeniging betrokken is zal hij er weinig meer van zeggen maar laat de beslissing over aan de leden. De heer J. de Feijter: Is dat voor 1 jaar of voort- durend De VoorzitterEen subsidie wordt telkens voor 1 jaar verleend, maar het zal wel de bedoeling der vereeniging zijn om jaarlijks voor eene subsidie in aanmerking te komen, ofschoon niet met zekerheid te zeggen is of ze een volgend jaar weer hetzelfde bedrag zullen tekort- komen. Dat wil ik nog wel zeggen: dat de cijfers der begrooting ernstige cijfers zijn, geraamd naar de werke- lijke behoefte. Die 75 komen werkelijk tekort. De heer J. de Feijter Maar er zijn toch ook nog, zooals uit de rekening blijkt, menschen die het gezel schap particulier steunen en een bedrag van 75 komt mij nogal hoog voor, om dat maar direct door de ge meente te laten dokken. Ik zal echter gaarne zien dat het gezelschap van gemeentewege gesteund wordt, ze zijn altijd te vinden om bij nationale feesten en andere gelegenheden op te treden en de ingezetenen stellen dat op prijs. Ik zou hen daarom eene jaar- lijksche subsidie van /40 willen geven. De heer Scheele merkt op dat men hier weer een nieuw terrein gaat betreden er zijn meerdere vereeni- gingen in Zaamslag, die het goed kunnen gebruiken, en als men aan de een subsidie geeft, kan men het aan de anderen niet weigeren. De tekorten worden toch al eens op een andere manier gedekthet spijt me dat het muziek nu dadelijk om subsidie komt bij de ge meente De VoorzitterIk wil nog even opmerken dat er hier wel meerdere vdreenigingen bestaan, maar dat die met deze niet zijn te vergelijkendat zijn zangver- eenigingen en die hebben uit den aard der zaak minder onkosten. Het gezelschap bestaat al een 25 jaar, zoodat de instrumenten al eens meer dan vroeger reparatie noodig hebben en ook nieuwe moeten worden aangeschaft De heer Scheele: Met het oog op het festival in het volgend jaar, waarvoor buitengewone uitgaven moeten gedaan worden, was het misschien wel gewenscht sub sidie te geven. De Voorzitter: Het festival staat er heelemaal buiten ik geloof niet dat het de bedoeling is om daarvoor geld te vragen van de gemeente. De heer J. de Feijter gaat niet accoord met den heer Scheele het festival is een feest en dat moet naar het hem voorkomt ieder die feest wil vieren uit eigen zak bekostigen. Hij wenscht het muziekgezelschap eene subsidie te verleenen voor hetgeen dit ten genoege der ingezetenen presteert. Het voortbestaan van het mu ziekgezelschap acht hij voor de gemeente noodig, anders zouden wij, zegt spreker, er bij verschillende gelegen heden zelf voor moeten gaan zorgen en dan zou het nog veel duurder uitkomen. De heer Faas Wordt in andere gemeenten aan muziek- gezelschappen subsidie gegeven De Voorzitter kan niet precies cijfers noemen, maar weet dat verschillende gemeenten in de omgeving sub sidie verleenen. De heer Faas: Kan bewezen worden dat hetmuziek- gezelschap voor de gemeente nut afwerpt De Voorzitter: Dat hangt af van eigen opvatting, de een zal weinig voor muziek voelen, terwijl het een ander veel genot verschaft,. In elk geval bevordert de studie van muziek het kunstgevoel. De heer Faas Als het feest is, krijgen ze daar dan niets voor? De Voorzitter: Misschien genieten de werkende leden dan wel eens eenig onthaal, maar de kas der vereeni ging krijgt nooit iets. De heer FaasDus van de gemeente nooit? De Voorzitter: Dan zou het geen zin hebben nu subsidie te vragen. De heer De Klerk stelt voor 50 subsidie te geven. De heer A. de Feijter steunt dit voorstel De heer De Ruijter steunt het voorstel van den heer J. de Feijter. De heer Scheele: Als we dan toch wat geven, zou ik toch f 50 geven, ze vragen f 75, dus dan is het een beetje normaal. De heer De Ruijter: Ik zou eigenlyk ltever met het denkbeeld van den heer Scheele meegaan, om geen subsidie te verleenen. De heer J. de Feijter handhaaft zijn voorstel; de door den Voorzitter genoemde uitgaven wegens versleten instrumenten zullen in de toekomst terugkomen en daarom wenscht hij een jaarlijksche subbidie van /40 te verleenen, dat is dan wel minder dan gevraagd wordt, maar dan moeten ze de tering maar naar de nermg zetten. De Voorzitter: Wanneer ze een volgend jaar de rekening weer overleggen kunnen we zien hoe het dan staat. n De heer J. de Feijter: Och, als we nu J oO geven, kunnen we het volgend jaar niet meer met J 40 aan- komen. De Voorzitter stemt toe, dat verminderen niet ge- makkelijk gaat. Maar nu is dat verschtl van J 10, tusschen het voorstel van Burg, en Weth. en den heer De Klerk, met dat van den heer J. de Feijter toch met van zoo'n overwegend belang. Alsnu wordt met 7 tegen 4 stemmen besloten subsidie te verleenen. Voor stemmen de heeren De Jonge, De Mul, J. de Feijter, Dees, De Klerk, A. de fey ter en de Voorzitter; tegen stemmen de heeren De Kuytei, De Putter, Scheele en Faas. Hierna wordt met 7 tegen 4 stemmen besloten eene subsidie te verleenen van 50. Voor stemmen de heeren De Jonge, De Mul, Dees, Scheele, De Kleik, A. de Feijter en de Voorzittertegen stemmen de heeren J. de Feijter, Faas, De Ruijter en De Putter. De Voorzitter deel mede dat nog pas is inge komen een verzoekschrift van C. J. de Vries, klerk der secretarie, die verhooging zijner jaarwedde verzoekt, welke thans 400 bedraagt, met het oog op destijging der levensbehoeften, terwijl hij aanvoert reeds 12 dienst- jaren te hebben, en in andere gemeenten met het toe- nemen der dienstjaren verhooging van salans in ultzicht wordt gesteld.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1910 | | pagina 2