7er Ksuzsnschs Courant
Zaterdag 15 Oct. 1910. No. 5520.
"dbkSbblad.
Gemeenteraad van Ter Meuzen.
3. Reclames tegen den hoofdelijken omslag.
J
-
Gemeeiiieraad van Sas van Gent.
1. Mededeeling van ingekomen stukken.
2. Begrooting van het Burgerlijk Armbestuur
voor 1911.
VAN
Yergadering van Donderdag 13 October 1910.
Voorzitter de heer J. A. P. Geill, burgemeester.
Aanwezig de heeren Yisser. Dees, Wieland, Moggre, De
Jager, Seheele, De Feijter, Van de Ree, Kerkhoven, De
Bruijne en Donze.
Afwezig de heeren Drost (vvegens ziekte) en Lensen.
Na opening der vergadering worden gelezen de notulen
der voorgaande, die worden goedgekeurd.
Daarna stelt de Voorzitter aan de orde
1. Ingekom.cn stukken.
a. Een adres van A. J. H. Schoonhoven, geb. Vetter,
wonende te Alkmaar, en A. J. van de Graaf, geboren Van
der Elst, wonende te Haarlem, de eerste in kwahteit van
presidente de tweede in hoedanigheid van secretaresse
lloofdbestuursters van de Nederlandsche Vroedvrouwenver-
eeniging, gevestigd te Amsterdam;
dat zij met leedwezen hebben kennis genomen van het
overlijden der gemeente-vroedvrouw mej. M. Bijl
dat zij overtuigd zijn, dat de overledene hare functie%
zeer tot genoegen van den Raad en de bevolking der ge-
meente heeft vervuld en dat alien 'dit verlies betreuren
dat zij daarom met teleurstelling hebben gelezen, dat
door den Raad is besloten voor die vacature op te roepen
een averloskundige
dat in de wet op de geneeskunde het beroep van »ver-
loskundige" niet bekend is, maar daarin gesproken wordt
van ode vroedvrouw
dat 'door een oproeping van den Raad voor gemeente-
»verloskundige" te Ter Neuzen de gelegenheid om te
sollicitecren wordt geopend ook voor doktoren
dat reeds door den Raad Dr. Van de Ree, naar adres-
santen meenen lid van dat college, als sollicitant is aan-
gemerkt
»dat door deze liandeling de Raad de vroedvrouwen-
stand willekeurig benadeelt en tevens de vrouwelijke
ingezetenen der gemeente hierdoor berooft van hare vrije
keuze inzake het in roepen van verloskundige hulp;
dat door het uitsluitend beschikbaar stellen van nianne-
lijke verloskundige hulp het uitoefenen der verloskunde
door onbevoegden sterk wordt in de hand gewerkt
dat zulks niets auders dan tot groot nadeel van de volks-
gezondheid kan leiden
redenen waarom adressanten den Raad dringend ver-
zoeken het verloskundig terrein in deze gemeente voor de
vroedvrouw te handhaven en niet te doen innemen door
verloskundige hulp, die voor het grootste deel van de
bevolking dezer gemeente minder geschikt is.
Z. h. s. wordt op voorstel van den Voorzitter besloten
dit adres thans voor kennisgeving aan te nemen en het
in overweging te nemen als de benoeiniug van een ver
loskundige aan de orde komt.
1). Een adres van het bestuur der Chr. VVerklieden-
vereeniging Rom. *13 1 te Ter Neuzen
dat door bovengenoemde vereeniging dank wordt gebracht
aan den Raad voor de verleden jaar genoten steun, be-
staande in eene subsidie ad f 50 per jaar tot instand-
houding hunner vakteekenschool
dat deze steun evenwel niet voldoende is gebleken en
het boekjaar *19091910 sluit met een tekort van j 76,89;
dat dit is toe te schrijven aan het toenemen van leer-
lingen, zoodat er een onderwijzer meer moest worden
aangesteld
dat door het Bestuur ook steun is gezocht voor de in-
standhouding der vakteekenschool bij het Bestuur onzer
provincie en van dat college toezegging is ontvangen, dat
eene subsidie ad f 100 zal worden toegestaan, evenwel
onder zekere voorwaarden, zooals blijkt uit het besluit
der Prov. Staten dd. 12 Juli 1910, no. It), dat in afschrift
nevens dit adres is ingezonden.
Om in het bezit te komen van deze subsidie, die door
de vereeniging niet meer gemist kan worden om hunne
vakteekenschool in stand te houden. vraagt zij den steun
van den Raad en hoopt dat het zijne goedkeuring moge
wegdragen om de subsidie aan de vereeniging vcrleend
te verhoogen met 50 en alzoo te brengen op 100 per
jaar, opdat uitvoering kan worden gegeven aan de inge
zonden begrooting en dezen winter de vakteekenschool
weder kan worden gehouden, om den a. s. ainbachtsman
in de gelegenheid te stellen zich verder te bekwamen, wat
in den tegenwoordigen tijd zeer noodig is.
Uit de daarnevens ingezonden rekening over den cursus
1909/1910 blijkt dat werd ontvangen schoolgeld 15,
bijdrage van de vereeniging /1'18, subsidie der gemeente
Ter Neuzen f 50, totaal f *183.
De uitgaven waren nadeelig slot vorig jaar 33,89,
salarissen voor 3 onderwijzers f 186, locaalhuur enz. f 20,
schoolbehoeften f 20, totaal 259,89. Nadeelig slot
76,89.
De begrooting van den cursus 1910/1911 geeft aan
Ontvangsten bijdrage door de vereeniging f 115,
schoolgeld van niet-leden f 10, subsidie van de gemeente
Ter Neuzen /100, idem van de provincie Zeeland /100,
totaal 325
Uitgaven Nadeelig slot van den cursus 1909/19*10
f 76,89, salaris voor 3 onderwijzers, 300 uren ad 70 cent,
210, lokaalhuur, waaronder begrepen verlichting, ver-
warming en schoonhouden f 25, aanschaffing van leer-
middelen f *13,1*1, totaal 325.
Uit het besluit der Prov. Staten van Zeeland blijkt dat
deze eene subsidie van 100 'sjaars hebben toegestaan,
onder voorwaarde dat door de gemeente ten minste f *100
en door vereenigingen of personen eveneens ten minste
f 100 wordt bijgedragen.
Z. h. s. wordt besloten dit adres aan de orde te stellen
bij de behandeling der gemeentebegrooting voor 191*1.
2. Omvraag.
De heer Kerkhoven Waar we dadelijk staan voor de
behandeling van reclames tegen den hoofdelijken omslag
wensch ik in openbare zitting naar aanleiding daarvan
iets te zeggen, opdat het publiek kennis zal kunnen nemen
van de moeilijkheden.die de Raad bij het vaststellen der
aanslagen ondervindt. Wij beschikken niet over de gegevens
om alle aanslagen juist vast te stellen en het was daarom
gewenscht dat het publiek ons meehielp om deze te ver-
krijgen.
De ervaring leert dat aanslagen onjuist zijn en ik zeg
dit thans in het licht van feiten die zich na de vorige
vaststelling van het kohier hebben voorgedaan. Daarop
kwam iemand voor die voor 3000 inkomen werd aan-
geslagen, terwijl van dezen later voor een ton aan vaste
goederen werd verkocht.
Een ander bleek ineens verhoogd te moeten worden van
de 33 naar de 45 klasse, en ik beweer dat hij nog te laag
staat, zoodat die persoon gedurende jaren *142 te weinig
belasting heeft betaald. Ik weet niet hoe de andere
heeren daarover denken, maar ik, noein het diefstal ten
kostd van minder bedeelden, die daardoor meer in de be
lasting moeten bijdragen.
Het is zelfs voorgekomen dat iemand die hier meege-
holpen heeft om de aanslagen vast te stellen maar later
bleek zelf veel te weinig te hebben betaald.
Ik vind het treurig dat zoo iets kan voorkomen en doe
daarom bij deze een beroep op de medewerking van de
ingezetenen van Ter Neuzen, om ons, waar mogelijk, in
te lichten, opdat het voorkomen van zulke gevallen, de
Raad weet wel welke ik op 't oog heb, al noem ik geen
narnen zoo veel mogelijk worde beperkt. Het spreekt
van zelf dat van de verschafte inlichtingen een yertrou-
welijk gebruik zal worden gemaakt.
De Voorzitter: De illustratie van feiten die u daar aan-
haalt, is wel eens waard onder de oogen te worden gezien.
Het is een waarheid, dat de vaststelling van de aanslagen
een der moeilijkste zaken is.
Het is mogelijk dat de aanslag van de personen die u
op het oog hebt te laag is genomen, u is daarvan mis-
schien overtuigd, maar valt het te bewijzen Op praatjes
van de menschen kan men rfiet afgaan en ik althans
durf de verantwoordelijkheid van het door u beweerde
niet op mij nemen
Het is waar dat er veel gefraudeerd wordt en zeker
zou het publiek den Raad in vele gevallen kunnen in-
lichten, maar dat kan eerst kennis nemen van de aanslagen
nadat deze zijn vastgesteld, als het kohier openbaar wordt,
daar de besprekingen in besloten vergadering worden ge
houden. Ieder lid van den Raad kan natflurlijk rekening
houden met wat men hem buitenom wil vertellen, en naar
aanleiding daarvan eene opinie vestigen, maar later moet
men wat beweerd wordt kunnen bewijzen. Herhaaldelijk
komt het voor dat personen bij Gedep. Staten reclameeren
tegen hunnen aanslag, dat Burg, en Weth. overtuigd zijn
dat die niet te hoog is, maar dat hot bun aan gegevens
ontbreekt om dat te bewijzen en zij daardoor genoodzaakt
worden te adviseeren tot vermindering van den aanslag.
Daarin zit de groote moeilijkheidwij kunnen niet over
de gegevens beschikken die men voor de vaststelling van
de aanslagen der Rijksbelastingen kan benutten, want dan
zouden we vermoedelijk ook wel tot andere resultaten
komen. Nu besprekeu Burg, en Weth. in eerste instantie
het kohier en daarna moet de Raad met gebruikmaking
van de gegevens die de leden op een of andere wijze ver-
krijgen, beslissen.
Ik hoop dat het advies van u aan de ingezetenen zal
inslaan, maar dat men zich dan niet alleen totalgemeene
beweringen zal bepalen, maar ook tevens in de gelegenheid
zal stellen het beweerde te bewijzen.
De heer KerkhovenOf feiten opgevenhet is niet
zoozeer mijne bedoeling om te vragen om volledig in te
lichten, maar het was reeds voldoende als ons een weg,
een richting werd aangegeven, waarin we moeten zoeken.
Wat nu de vraag betreft of de gevallen die ik aan-
haalde waar zijn en of die op praatjes van het publiek
berusten, dat iemand van de 33e naar de 45e klasse moest
worden verhoogd is toch een feit en naar mijne meening
is die aanslag nog te laag.
De heer Dees: Ik kan over het geheel met de strekking
van het door u gesprokene instemmen, maar moet naar
aanleiding van de door u aangehaalde gevallen een op-
merking maken. U zegt, de gevallen zijn bij den Raad
bekend. Ik ken iemand in de gemeente die voor J 3000
werd aangeslagen en wiens vast goed voor een ton werd
verkocht, maar dat laatste bewijst niet dat de aanslag
onjuist was, men kan met de opbrengst van den verkoop
alleen geen rekening houden. Op dat land kan een zware
last drnkken, zooals in het door mij bckende geval ook
werkelijk het geval is,; voor dat land moet, naar ik meen,
f 14 a f 15 per gemet aan polderlasten worden betaald.
Als de polderlasten van dat land een duizend gulden
bedragen, was een aanslag van f 3000 correct. Dat de
gronden zoo duur zijn verkocht is ook nog geen bewijs
dat de'aanslag te laag was; dat kan een gevolg zijn van
bijzondere omstandigheden.
Maar over het algeineen is het een feit dat het vast
stellen van den hoofdelijken omslag een der moeilijkste
zaken is die in den Raad voorkomen. Meermalen heb ik
ook ondervonden dat door het publiek op het kohier aan-
merkingen werderi gemaakt, maar wanneer men dan
vraagt om ingelicht te worden krijgt men ten antwoord
»neen ik zou niet graag iemand willen verraden." Als
het er op aankomt blijven inlichtingen achterwege en
daardoor maakt het publiek het ons onmogelijk de aan
slagen goed vast te stellen.
De heer Van de Ree acht de vaststelling van het kohier
ook een zeer lastig probleem en kan zich ook voor een
groot deel vereenigen met wat de heer Kerkhoven aan-
voerde. Deze heeft zich echter een uitdrukking veroor-
loofd, waartegen spreker meent protest te moeten aan-
teekenen, n.l. waar deze heeft gezegd dat zij van wie
gebleken is dat zij te laag zijn aangeslagen, zich aan
diefstal zouden schuldig maken. Zij hebben toch niet zelf
hun inkomen moeten opgeven, maar de Raad heeft datbe-
paald geheel buiten hen om. Zij hebben hun te lagen aauslag
wel laten loopen, maar nu meen ik toch dat men
dit niet bepaald als diefstal mag beschouwen. Spreker
vindt het daarom ook wel een verkeerd verschijnsel.
Hij vraagt of het geen aanbeveling zou verdienen om
voor het vaststellen der aanslagen een anderen weg te
kiezen en nog over te gaan tot het stelsel van eigen aan-
gifte op daarvoor aan de ingezetenen uit te reiken bil-
jetten. Yroeger heeft die regeling wel fiasco gemaakt,
maar het was toch nog eens te beproeven misschien zou
't nu beter gaan. Ook ware het misschidn gewenscht om
aan Burg, en Weth. nog eene commissie uit den Raad
toe te voegen, die het kohier met hun nog eens nazag
voordat het in den Raad komt.
De heer Kerkhoven Ik wil naar aanleiding van het
door den heer Van de Ree aangevoerde over de te lage
aanslagen even opmerken dat ik niet heb beweerd dat zulks
van degenen die 't verzwijgen diefstal is, maar dat ik het
als zoodanig beschouiv.
De heer Van de Ree Ik ben het daarmede niet eens,
voor zoover het menschen betreft wier aanslag zonder
hunne medewerking is vastgesteldiets anders is het na-
tuurlijk als het een raadslid betreft, die zelf de aanslagen
helpt vaststellen. Een buitenstaande heeft er niets over
te zeggendie zouden wel over hun te lagen aanslag
kunnen reclameeren, maar dat is toch misschien te veel
van hunne eerlijkheid gevergd.
De heer Kerkhoven: Voor een eerlijk mensch beteekent
dat niets en ik geloof dat de hoofdelijken omslag over
het algemeen minder drukkend zou zijn, wanneer alio in
gezetenen zoo eerlijk waren.
De Voorzitter Het bewijs ligt weer voor ons dat velen
reclameeren omdat ze te hoog zijn aangeslagen. maar dat
men reclameert als zijnde te laag aangeslagen komt zeer
zeldzaam voor. Laten we hopen dat het gesprokene aan
leiding moge geven dat de ingezetenen den Raad mede
werking zullen verleenen en wanneer ook zij die te laag
worden aangeslagen reclameerden, zou men zeker tot een
zuiveren toestand komen.
De heer Wieland wijst er op dat er in de bladen wel
eens melding wordt gemaakt van gelden die door den
Minister worden ontvangen naar aanleiding van te weinig
betaalde belasting. Dat komt hier niet voor
De Voorzitter NeenDe Minister ontvangt dan die
gelden zonder te weten van wie, zoodat er geen gegevens
uit kunnen geput worden voor het vaststellen van het
volgend kohier. Maar wanneer er ingezetenen mochten
zijn die zich bezwaard achten omdat zij te weinig belasting
betalen en zij willen het tekort toezenden, dan zal de
Raad, al is het ook van onbekenden, gaarne die buiten-
gewone ontvangsten op de rekening boeken.
De heer Lensen komt ter vergadering.
De heer Van de Ree Zouden Burg, en Weth. niet eens
over mijn idee om een commissie aan hun colloge toe te
voegen willen denken?
De VoorzitterWanneer de Raad ons eene commissie
oplegt zullen we die aannemen. Het opmaken van het
concept-kohier kost reeds zooveel vergaderingen en vordert
zooveel tijd dat we het toevoegen eener commissie die
natuurlijk aanleiding zou geven tot meerdere en langduriger
besprekingen, zelf niet wenschen. Ik meen daarom
ook uit naam van de Wethouders te spreken wanneer ik
zeg dat van ons daartoe geen voorstel te wachten is, en
dit van den Raad zelf zal moeten uitgaan.
De heer Van de ReeEn mijn eerste ideeeigen
aangifte
De Voorzitter Dat acht ik nog minder raadzaam.
De heer WielandDan gaan we heelemaal van het
pad af.
De Voorzitter betoogt dat de resultaten die daarmede
vroeger verkregen werden zoo teleurstellend waren
dat een herhaling der proef niet aan te be velen is.
Voor zoover de biljetten ingevuld werden terug ont
vangen kon men op velen geen staat maken. Menschen
die voor 1000 aangeslagen waren maken een bereke-
ning dat ze maar f 300 hadden, anderen, aangeslagen
voor drie a vier honderd gulden, hielden maar een
gulden of vijf over of hadden overeenkomstig hunne
aangiften van het kohier moeten worden afgevoerd. Het
was een veelomvattend werk, de biljetten uitgeven en de
ingekornenen nazien en men kan er geen behoorlijk cijfer
uit vast krijgen.
De heer Kerkhoven wil even releveeren een regeling
die in Indie onder de Europeanen gold. Deze werden
aangeslagen en jaarlijks werden een aantal op eed afge-
vraagd of hun aanslag juist was. Bleek dan later dat ze
hadden gefraudeerd, den werden ze vervolgd wegens
meineed.
De heer Van de Ree Maar kan dat hier ook
De heer Kerkhoven Dat weet ik niet, maar ik deel
het alleen mede om een idee te geven hoe in Indie ge-
handeld werd.
De VoorzitterWanneer we over de gegevens konden
beschikken die het rijk ten dienste staan, zou het veel
beter gaan. Nu kunnen we alleen handelen volgens den
maatstaf door de verordening aangegeven en die leidt er
toe dat men in vele gevallen op gissingen moet afgaan.
De heer Kerkhoven Maar als nu de Raad iemand
heeft aangeslagen die door erving eigendommen verkregen
heeft, kan men dan, als hij daar tegenop komt geen
extract vragen uit de notarieele akte van boedelscheiding
De VoorzitterDan komt u op het punt van de
reclameswanneer het zoover is. worden voor staving
van het beweren der reclamanten de gegevens gevraagd,
die we noodig achten, dat weet ook de commissie uit
den Raad die voor reclames meermalen zitting had.
De heer Moggre zou er wel iets voor gevoelen om een
ambtenaar aan te stellen, uitsluitend belast met het ver-
zamelen van opgaven voor het kohier.
De heer Kerkhoven: Een controleur dus, zooals men
die in andere plaatsen wel heeft. Maar als die toch ook
niet over alle gegevens kan beschikken blijft het nog
gelijk
De heer MoggreMet dat verschil dat die ambtenaar
er van 1 .lanuari tot 31 December zijn voile aandacht aan
wijden kan en dus, beter dan de raadsleden, op de hoogte
kan komen.
De heer Kerkhoven is van meening dat reeds een gunstig
resultaat zou worden verkregen als het publiek wat mee-
werkte door aan te geven in welke richting voor sommige
aangeslagenen voor hetverkrijgen van gegevens moet worden
gezochtdan zou men al veel verder komen.
De heer Moggre: De menschen vertellen aan ons juist
piet te veel; ze beschouwen ons op dat punt als een soort
politie.
De heer WielandIk heb een tijd geweten dat het
kohier met 7 menschen werd vastgesteld, toen deugde
het nietlater werd het met z'n elven gedaan, en ook
toen was het niet goed; nu eindelijk zijn we met dertienen,
en het deugt evenmin. Ik denk dan ook dat men door
er nog meer menschen bij te halen evenmin een goed
jiohier zou krijgen. Als men de menschen hoort, spreken
ze alien over zich zelf en klagen dat ze te veel moeten
betalen, vooral als ze naar een ander kijken, met wie ze
dan een vergelijking maken en die dan naar hun oordeel
te. weinig betaalt. Maar als men de aanslagen bespreekt
moet men ook met de verschillende omstandigheden reke
ning houden.
Als men dan spreekt over dien aangeslagene wiens
goederen voor een ton zijn verkocht, zou men zoo zeggen
dat dit een aanslag van 4000 moest tengevolge hebben.
Maar als dan de fiscus komt en die vraagt als belasting
van dien grond 1100, dan blijkt dat die oogenschijnlijk
te lage aanslag, juist is. Ik wilde dit nog even aanhalen
als bewijs dat men overal op moet letten en dat het maar
niet aangaat om te zeggen dat het door ons vastgestelde
tfehier- m elkaar -zit als een broddelkous.
Men kan om het inkomen teschatten ook geen rekening
houden met den prijs dien zekere bezittingen bij verkoop
op een bepaalden tijd vermoedelijk zouden opbrengen.
Als ik nu bezitter was van het goed van den heer De
Feijter kon ik misschien wel f 1000 opgeslagen worden,
maar om een schatting te maken voor de waarde naar
den dag van vandaag gaat niet bij het schatten der be
lasting.
De Voorzitter Maar de schatters van gronden welke
verkocht moeten worden zuUen toch wel op de hoogte
zijn van de verkoopwaarde m den tijd der schatting en
wat de perceelen moeten opbrengen.
Ik acht dit punt nu evenwel voldoende besproken en
meen dat we verder kunnen gaan.
De heer Wieland Ieder moet maar trachten in z'n
kring en omgeving gegevens te verzamelen.
b. De heer Donze vraagt hoe het staat met de van
gemeentewege op te richten Iloogere Burgerschoolhij
hoopt dat anderer pogingen den ijver van het gemeente-
bestuur niet zullen doen verllauwen.
De VoorzitterIn de vorige zitting zijn in besloten
vergadering hieromtrent mededeelingen gedaan. U waart
er toen niet, maar zult straks uit de notulen dier besloten
vergadering hooren wat besproken is.
Ter behandeling hiervan gaat de vergadering over in
eene met gesloten deuren.
Nadat de vergadering weder openbaar is gevvorden deelt
de Voorzitter mede dat op de ingekomen reclames de
volgende beschikkingen zijn genomen
Gehandhaafd zijn de aanslagen van G. A. Standaert.
W. A. de Ridder, J. Ph. Beck, P. de Bakker, P. J. Martens,
P. M. C. van Sprang, wed. J. Th. de Smidt, C. D. Leunis,
C. Stuurman, L. Hamelink, W. van Tatenhove, Anth. van
Wijck, Th. L. A. van de Bilt, A. de Doelder, A. L. de
de Meijer, N. Seheele, wed. P. ,1. de Deckere, J. P. de Vos.
A. F. Berwald, L. Zandstra, H. Allaart, Matth. Loof, P.
den Tenter, M. J. Blok, wed. G. Buijze en F. Verbrugge.
Vervallen zijn verklaard de aanslagen van de wed.
C. L. de Smidt, J. G. van der Have, Andr. Meeusen, Willi.
Bos, C. P. de Maree, wed. J. Yerhage, Abr. Meeusen, Jac.
Siereveld, Lev. J. Stoffels, P. Verniminen en Jan Versluijs.'
Ingewilligd zijn de verzoeken om aangeslagen te worden
over 4 maanden van C. Pladdet, C. van Alten en A. A.
Nederhand.
Niet ontvankelijk zijn verklaard als zijnde te laat inge
komen de verzoeken vanAbr. Tholens Dingz., D. II.
Littooij, J. van der Peijl, V. F. Schelleman, wed. C. J.
van der Hooft, M. F. van Petegem en A. Seheele Dz.
Teruggebracht zijn
A. de Bruijne van de 34e naar de 33e klasse.
II. S. Ward33e 31e
.1. Moens30e 29e
W. F. Staal29e 26e
H. Hartog 28e 26e
Adr. Seheele Jz. 27e 26e
J. M. Mulder 26e 22e
F. Dekker Az25e 2ie
Wed. J. Michielsen 22e 20e
J. P. van Herp 19e 14e
G. Meertens
F. Lauret.
J. Risseeuw
A. J. Schouten
II. B. Marijt
D. van Wijck
J. J. Dekker
G. J. Goethals
Abr. Tholens Danz.
Chr. 'tGilde.
P. M. Oostdijk
D. P. de Cooker
I. Goudstikker
19e
18e
18e
18e
17e
I6e
15e
*15e
14e
lie
9e
8e
8e
*17e
13e
17e
17e
i *15e
15e
14e
13e
13e
8e
6e
2e
6e
C. Ilamelink Az!
F. Harms
J. J. Heiigelaar
L. Kalle
J. H. Notebaart
J. van der Sloot
Jan Seheele
S. R. de Pauw
J. A. I. de Ruijter
Wed. P. M. Voerman
J. H. den Boer
C. J. J. van Dixhoorn
C. van der Ivlooster
H. de Block.
C. Weststrate
R. van de Weijer
M. C. Adriaansen
Jan van Es Jacz.
J. J. van Minnen
D. van Wijck Hz.
P. A. Audenaerd
J. A. van der Bel
A* Christiaansen
F. J. Vantricht.
P. J. Willems
B. M. Wingender
vergadering.
Nog is ontheffing verleend':
van
de
8e
naar de
7e klasse.
8e
7e
8e
6e
8e
4e
8e
7e
8e
6e
7e
6e
6e
4e
6e
5e
6e
4e
5e
3e
u
5e
3e
5e
4e
4e
2e
ie
3e
4e
2e
3e
le
3e
le
3e
le
3e
le
3e
le
2e
le
2e
le
2e
le
2e
le
2e
le
2e
le
aangehouden
tot
eene
volgende
erfgenamen van M. Biji /6,18f, W. J. Balkenstein 3,90,
N. Lambreehtsen *19,32J, W. A. de Ridder 50,96 en
F. P. G. van Loenen Martinet f 16,70£.
b. wegens belasting op het houden van honden aan
C. Beaufort f 2,H. R. Kramer f 2,en N. Lam
breehtsen f 2,en
c. wegens schoolgeld voor het openbaar lager onderwijs
aan D. J. A. van den Eeckhout f 0,24, J. van Drongelen
1,50, Th. M. Fermont 2, A. Dhert 5,25 en B. M.
Wingender f 1,92.
Daarna sluit de Voorzitter de vergadering.
Vergadering van Donderdag *13 October 1910.
Voorzitter de beer P. Wauters, burgemeester.
Aanwezig de heeren Oole, Pauwels, Malotaui, Hame-
lynck, Buysse en Gross.
Na opening der vergadering werden gelezen de notulen
der voorgaande, die worden goedgekeurd.
Daarna stelt de Voorzitter aan de orde
Proces-verbaal van de op 26 Sept. 11. door Burg,
en Weth. gehouden kasopneming bij den gemeente-ont-
vanger, waarbij in kas werd bevonden f 7305,95.
Aangenomen voor kennisgeving.
(i Een schrijven van den districts-schoolopziener, naar
aanleiding van de hem gezonden mededeeling aangaande
het verbouweu der openbare school. Om het plan te
kunnen beoordeelen en te kunnen nagaan of alsdan lokalen
zullen worden verkregen die in overeenstemming zijn met
de wet, verzoekt hij inzending van bestek en teekeningen.
Wanneer het in de bedoeling lag zijn meening omtrent
de voorgenomen verbouwing te kennen, wil hij er de aan
dacht op vestigen dat door de verbouwiug van het eene
lokaal, de ongunstige toestand waarin de twee andere
lokalen verkeeren niet verandert zoodat ondanks de ver
bouwing geen voldoende lokaliteiten zullen worden ver
kregen. Ten slotte verzoekt de districts-schoolopziener
de oplossing der zaak te bespoedigen.
De Voorzitter deelt mede dat Burg, en Weth. order
hebben gegeven om bestek en teekeningen klaar te
maken.
De ontvangsten zijn goed slot van het jaar *1909 48,06,
rente van kasgeld f 6, subsidie van de gemeente f 1600(
samen f 1654,06, de uitgaven zijn geraamd op een gelijk
bedrag.
Deze begrooting was gesteld in handen eener commissie
bestaande uit de heeren llamelynek, Buysse en Gross.
De heer Gross deelt mede dat de commissie op deze be
grooting nog dezefde bemerking moet maken die zij reeds
bij de rekening over *1909 maakte, n.l. dat naar haar ge
voelen de wed. Lammens die daarop voor een ondersteuning
van 78 voorkomt geen steun hehoort te ontvangen; die
behoort van de lijst te worden geschrapt, omdat nog niet
voldaan is aan de toen gestelde voorwaarde, dat de man
die bij haar inwoont moet vertrekken wil zij vanwege het
armbestuur steun blijven krijgen.
Verder geeft de commissie in overweging het geld dat
daardoor vrijkomt te gebruiken voor verhooging der uit-
keering aan andere bedeelden, ouden van dagen, die het
meer noodig hebben dan geuoemde weduwe van middel-
baren leeftijd, die benevens de inkomsten die zij geniet
van den bij haar inwonenden man. ook iets trekt van
haren oudsten zoon, die fr. 17 per maand verdient.
De heer Malotaux wijst er op dat men niet zoo precies
aan de lijst van de bedeelden kan vasthouden, om te
besluiten het geld aan bepaalde personen uit te keeren,
want er komen reeds meerderen op voor die sedert de
indiening der begrooting overleden of weg zijn. Daaren-
tegen komen er geregeld anderen bij.
De heer Gross geeft te.kennen dat de commissie alleen
de aandacht wil vestigen op de noodzakelijkheid om
anderen hooger te bedeelen. De 44jarige weduwe staat
voor 78 op de lijst, terwijl voor de 73jarige weduwe Van
Reeth, een mensch dat niet meer werken kan, alleen
nog iets ophalen met straatwieden, maar voor f 52 staat
aangegeveneveneens is het met den 83jarigen Brouwers
en de 74jarige P. van Ham, laatstgenoemden zouden naar
het oordeel der commissie meer moeten krijgen.
De Voorzitter merkt op dat, wat de wed. Lammens aan
gaat, bij de behandeling voor de rekening over *1909 de
voorwaarde is gesteld dat zij niet verder zou bedeeld
worden als de bij haar wonende man niet weg ging, maar
verder meent hij dat de Raad niet in bijzonderheden kan
afdalen en dat de beslissing over de uitkeeringen behooren
tot de taak van het Armbestuur.
De heer Gross Het Armbestuur dient de begrooting
in, dus die mag toch door den Raad worden beoordeeld
en al of niet goedgekeurd
De heer Malotaux (lid van het Armbestuur) geeft tegen
de opmerkingen geen bezwaar het is een goeden raad die
gegeven wordt.
De heer Oole (voorzitter van het Armbestuur) is van
het zelfde gevoelenhij acht het tegen bedeeling der wed.
Lammens ingebracht bezwaar niet ongegrond. Hij heeft
haar de zaak onder het oog gebracht; de bij haar wonen
de man heeft echter gezegd dat hij niet weggaat en dat
hij wil werken voor de vrouw en zijn kind. Spreker
heeft de weduwe daarop nog te kennen gegeven dat,
wanneer zij den man later niet meer bij zich mocht
hebben, zij een woning kan krijgen in een gemeentegebouw,
in de Bakkerij.
De Voorzitter constateert dat het Armbestuur het dus
met de commissie uit den Raad eens is, omtrent de wed.
Lammens en er dus. geen bezwaar zal zijn de begrooting
goed te keuren.
De heer Buysse wijst nog op den post voor onvoorziene
uitgaven. die maar 68 bedraagthij acht dat voor
Sas van Gent wel wat weinig.
De Voorzitter: Er kan altijd bij komen; wat vrij valt
door overlijden of vertrek van bedeelden, komt bij dien
post, maar als er een tekort is kan er later ook nog
gegeven worden.
De heer MalotauxAls blijkt dat we niet toekomen