M nffi EMM*
fffffWfffWfff?
Adverlentien.
Bekendm aking
AMA MAMMMI4A
Firma P.J. V AN DE SANDE,
Laatste Berichten.
voor Ter Neuzen en omstreken.
VOORHANDEst:
Hij voltooide zijn zin niet. Zijn gedachten
waren zoo vlug, dat zijn tong ze niet kon
bijhouden. Ik kende dat reeds van hem en
iiet hem begaan ik keek kalm toe, hoe hij
atuk voor stuk uit de kist nam en op de tafel
zette.
Mijn dolkmes prachtig te gebruiken.
Daarmee heb ik de dieren de huid afgetrokken,
en ik heb er mede ontbeten Heb je ooit
zoo'n kapel gezien Merk eens op, wat mooie
teekening op zijn vleugels 0, deze orchidee
is niet goed verpakt geweest, anders zou ze
niet zoo verwelkt zijn. J a, dat is een skalp,
die ik op Borneo vermeesterd heb. Ik heb er
een heele menigte van Een fameuse spin,
kijk, daar heb ik indertijd mijn bediende
Williams hevig mee verschriktWaar heb
ik toch den eenhoornkever gelaten Ja, hij
is nog levend, daar op jouw stoel is hij.
Ik deed een sprong, die een kampioenspringer
eere zou hebben gedaan, Mr. Forster lachte.
Hij doet geen kwaad, zei hij kalm
Waar is hij nu Ah, hier Zoo, ik zal
hem in een glas doen, waar hij niet meer uit
kan komen.
Ik ben een vreeselijke lafaard, zei ik be-
schaamd, maar ik ben bang voor alles wat
kruipt.
Dat zijn er meer menschen, die niet laf
zijn, zeide de ontdekkingsreiziger. Dat heb je van
je moeder geerfd. Ik herinner me nog eens
Hij hield plotseling op, zooals meestal, als
hij van mijn moeder en van vroeger tijd sprak.
Ik bracht hem op andere gedachten.
Wat is er in dit glas vroeg ik, terwijl
ik op een glazen pot wees, die een paar takjes
scheen te bevatten.
De roan lachte triomfeerend.
Dat, zei hij, bevat het glansstuk van miju
verzameling. Ik vond ze op den bodem der
Japura. Er waren er daar drie in't slijk, doch
ik heb er maar twee gevangen. De derde ont-
3napte, nadat ze drie van mijn menschen had
gedood.
Morgen dadelijk ga ik naar den directeur
Hollings van den dierentuin en vraag hem of
hij ze naar mij kan noemen. Voor zoover
ik weet, zijn ze iets heel nieuws voor onze
wetenschap. Ik heb nooit dergelijke in een
verzameling gezien.
Kan zoo'n slang werkelijk drie mannen
dooden vroeg ik terwijl ik naar de diertjes
keek, die dunner dan een vinger en ongeveer
zoo laug als twee vingers waren.
Ja. Zij zullen wel de vergiftigste van
alle vergiftige dieren zijn. Zij dooden in twee
of drie minuten. De menschen waren oogen-
blikkelijk verlamd en ik kon hen niet helpen.
Maar het zou een groote triomf voor mij zijn,
als het een nieuwe soort was.
Akelige schepsels zeide ik en ik keek
nog steeds naar de dieren. die om den tak ge-
lingerd waren. Laat je ze hier
Ja. Ik kan Hollings eerst morgen spreken,
dus vannacht moet ik ze hier wel laten. Maar
ze zijn buitengewoon traag en in het glas heel
veilig. Ik zal dit op den schoorsteenmantel
zetten.
Hij schoof een olifantstand op zij op den
schoorsteenmantel om voor het glas plaats te
maken. Daarna ging hij voort uit te pakken.
Ik bracht hem er eindelijk toe om wat te
vertellen alleen mijn moeder en ik kregen
hem in den regel zoover, want hij was een
stille en volstrekt niet ijdele man. Hij vertelde
mij iets van zijn reizen en trekken in de af-
gelegenste hoeken der aarde, van zijn gevaarlijke
avonturen, van vreemde volken en vreemde
dieren en ik luisterde met gespannen aandacht
toe. Sedert jareu reeds reisde hij rond. Reeds
vaak had ik me afgevraagd of hij ook zulk
een avonturier zou geworden zijn, indien mijn
moeder, in plaats van met mijn vader, met bem
was getrouwd. Maar nu was lnj het eenmaal.
En hij vertelde en ik luisterde naar zijn woorden,
totdat allengs de schemering donkerder werd
en wij ten laatste bjjna in het duister zaten.
Plotseling sprong hij op.
Hoe kon je toestaan, dat ik je zoolang
iets voorbabbel, jongen riep hij uit. En ik
heb Harris fceloofd om met hem te eten. Nu
moet ik me haasten. Sluit het venster, laat de
gordijnen zakken en doe de deur achter je in
het slot.
De laatste woorden waren nauwelgks ver-
staanbaar door het toeslaan der deur. Ik hoorde
hem de trap afspringen, twee of drie treden
tegelijk en nu was ik alleen in de donkere
kamer. Met groote voorzichtigheid ging ik
tastend naar het venster om niets omver te
werpen, want zien kon ik niets meer. Iksloot
juist de vensterluiken, toen Jack om mijn hoofd
vloog en een heeschen schreeuw uitte.
Je won zeker je avondeten, Jack zei
ik en stak mijn hand uit om hem te vangen,
maar hij ontweek me en vloog door de kamer.
Ik sloot het venster nu geheel en maaktejacht
op hem, maar hij fladderde eerst onder de tafel
en daarna langs de wanden der Kamer.
Kom, Jack riep ik.
Hij vloog op den schoorsteenmantel en stapte
aai heen en weer. Hij liet zijn schor gekras
hooren en bewoog de vleugels.'
Kom hier, Jack beval ik en liep voor-
zichtig naar hem toe.
Plotseling viel er iets rinkelend op den grond.
Ik bleef staan, waar ik was, onbeweeglijk,
terwijl mijn haren te berge rezen en een koude
huivering mij langs den rug voer. De vogel
lad het glas met de slangen op den grond ge-
worpen en de beide kleine dieren kropen nu
rond over den vloer om dood en verderf te
verspreiden.
In 't eerste oogenblik was ik niet in staat
om te denken ik wist alleen, dat ik in het
donker alleen was met de noodlottige kruipende
dieren. Tot aan de deur of het venster was
let een verre weg, want het vertrek was groot.
De geringste beweging zou de dieren op mij
opmerkzaam kunnen maken en dan was het
linnen twee of drie minuten met mij gedaan.
Door het lawaai verschrikt had Jack slechts
even zacht gekrast en was nu gaan zitten op
den schoorsteenmantel waar, kon ik niet
zien. Er bewoog zich iets over den vloer.
Gaarne zou ik licht hebben gemaakt, maar dan
zou ik de halve kamer hebben moeten doorloopen
en dat durfde ik niet. Mijn dunne tennisschoenen
en mijn lichte sokken waren een slechte bescher-
ming tegen slangenbeten.
Wanneer zou dr. Forster terugkeeren Dat
zou wel drie uur duren Drie uren in deze
marteling
Ik hoorde weer het gedruisch. Er kroop iets
over een stuk papier. Ik luisterde in gespannen
aandacht. Kwam het nader Doodsche stilte.
De kraai verroerde zich niet. Ik hoorde ergens
een deur gaan. Ik schreeuwde luide, in de
loop, dat iemand me kon hooren. Maar ik
was te ver weg en de muren waren te dik.
Ik gevoelde, dat ik in 't eene been, dat ik
in mijn angst zoolang stijf had gehouden,
Cramp kreeg. Ik bukte me voorzichtig om het
te wrijven. Plotseling een geritsel naast mijn
voet. Ik wachtte met ingehouden adem.
Er was iets, dat me aanraakte. Zacht, lang-
zaam bewoog zich iets langs mijn been, naar
loven. Ik voelde een stekende pijn dicht bij
mijn enkel. Toen viel het ,,iets" op den vloer
en verwijderde zich met een stil geruisch.
Het koude zweet stond mij op het voorhoofd.
Ik voelde hoe het gif van het dier door mijn
bloed heendrong, door't geheele lichaam, overal
stak en prikkelde, totdat het ook in mijn hoofd
kwam en dit zonderling dof en zwaar maakte.
Ik verroerde mij niet. A1 had ik het ook gepoogd,
ik had zeker geen stap kunnen doen. Maar
ik beproefde 't ook niet. Ik stond als een
steenen beeld in de duisternis der kamer en
wachtte op den dood en vroeg mezelf af, of
hij smartelijk zou zijn.
En weer hoorde ik het lichte gedruisch.
Maar het deed me niet meer verschrikken ik
luisterde alleen verbaasd. De minuten werden
als tot uren, en onbeweeglijk stond ik daar,
huiverend als van de koorts.
Ik voelde, hoe de bezinning me langzaam,
langzaam begaf. De kamer en de duisternis
schenen te verdwijnen, en het was me, alsof
ik me bevond op een reusachtige, duistere
heide en de muren en de zolder waren zwarte
wolken.
Alles om mij danste en draaide in 't rond.
Een merkwaardige kalmte kwam over mij, een
gevoel alsof ik doof was geworden, maar heel
in de verte hoorde ik lawaai en gebruis, als
het rollen der golven van een zee. En het
kwam nader, nader, totdat het als gedonder in
mijn ooren klonk
En toen werd ik als 't ware geheel wakker
ik hoorde naderende schreden ik vernam, hoe
iemand de hand legde aan den deurknop. Ik
slaakte een heeschen kreet. De deur werd
geopeDd.
Om 's hemels wil, voorzichtig zei ik. Je
slangen, ik ben gebeten
Ik hoorde een zachten uitroep van mr. Forster,
toen stak hij een lucifer aan. Ik knipoogde
tegen het licht. Het gebruinde gelaat van den
ontdekkingsreiziger was bleek, zooals ik het
nog nooit te voren had gezien.
Om 's hemels wil, jongen zei hij en
ik slikte tegen den brandewijn dien hij me in
den mond goot.
Zij voet stiet tegen glasscherven en hij keek
op den vloer.
Wees voorzichtig, zei ik, ze kruipen hier
rond.
Hij bukte zich. Hij stond aan den anderen
kant van de tafel en ik kon niet zien, wat hij
deed. De kraai kraste zacht op den schoorsteen
mantel en knipte met het eene oog tegen't licht.
Ik stond als een paal, zonder beweging en stom.
Mr. Forster stond op en keek me met een
zonderlinge uitdrukking in zijn gezicht aan.
Wanneer ben je gebeten? vroeg hij.
Kort nadat je mij hebt verlaten.
Hij viel op den dichtsbijzijnden stoel, alsof
zijn beenen plotseling hun diensten weigerden.
Wat heb je mij doen schrikken, zei hij.
Schrikken, antwoordde ik. Ik ben vergif-
tigd, ik kan me niet verroeren.
Hij kwam naar mij toe en gaf mij een lichten
slag.
Beproef het, zeide hg.
Ik beproefde het rechterbeen op te tillen
het was zwaar als lood.
Ik gehoorzaamde. De zwaarte verdween en
de stijfheid week langzamerhand. Ik kon den
anderen voet bewegen zonder dat het me bij-
zonder moeite koste. Hij was alleen wat stijf.
Maar
Beste jongen, zei hij, als je werkelijk
twee uur geleden gebeten was zou je nu al
lang zoo dood zijn als een pier. Kijk eens
Ik keek op. In het half-verbrijzeide glas
lagen de slangen nog om het takje gekringeld.
Ze moeten reeds dood zijn geweest, toen
ik ze uit de kist nam zij, hg. Ze zijn op zijn
minst reeds een dag dood.
Maar ik merkte toch dat er een mij beet,
stamelde ik. Ik voelde nu, hoe de koude van
mijn lichaam week voor een weldadige warmte.
Voor welken domkop moest de man mij
houden, aan wiens goede meening mij zooveel
gelegen was Hij nam iets van den vloer op
en ik zag het groenglinsterend diertje over de
tafel loopen.
Hij moet uit het glas gekomen zijn, zei hij.
De ednboorn-kever, zei ik. Daarna ging
ik zitten en sloeg de handen voor 't gezicht.
Welk een lafaard ben ik
Ik voelde zijn hand op mijn schouder.
SKGeen lafaard, jongen. zei de reiziger.
Maar met denzelfden vloek beladen, een te
levendige verbeeldingskracht, als je je
moeder
En toen ging hij voort de scherven glas op
te rapen.
Rotterdam. Naar de barakken in de Maas-
haven is overgebracht een schepeling van het
Duitsche stoomschip //Ajax" liggende in de
Schiehaven, waarbij zich verdachte ziektever-
schijnselen voordeden, vermoedelijk pokken.
Het schip wordt streng bewaakt.
Dlisseldorp. Hedennacht te 3,20 uur is
trein 7646 het hoofdstation binnengestoomd en
daar op den stilstaanden goederentrein 8001
geloopen.
Een remmer werd gedood en drie personen
ernstig gewond.
De beide treinen zijn ernstig beschadigd.
Het verkeer ondervindt belangrijke vertraging.
INGEZONDEJi STUKKEN.
Axel, 7 Sept. 1910.
M. de R.
Verleen mij s. v. p. nog eenige plaatsruimte
voor een kort antwoord op het schrijven van
den heer Kruijsse, d.d. 1 dezer.
Voorzoover ik on waar was, spreek ik hier
mijn ,/peccavi" uitdoch ik blijf van meening
dat eene kerk, die doopleden aanslaat in den
H. O., ook, zij het door bemiddeling van een
ander lichaam of onderdeel, billijkheidshalve
zoo noodig doopleden moet bedeelen. En waar
de heer Kruijsse zegt, dat de kerkvoogdij in
Ter Neuzen aan doopleden eene circulaire zond
als waarvan hij spreekt, daar haalt hij een
lichaam aan, dat, de aangeschreven doopleden
voor de keus plaatsende, „of eenig aandeel in
den H. 0. te betalen of beschouwd te worden
als geheel met de kerk te breken," zich plaatste
op hetzelfde standpunt als b.v. de kantonrecbter
te Rotterdam, die in Dec. 1900 besliste, dat,
wanneer iemand in de N. H. K. is gedoopt of
belijdenis des geloofs heeft gedaan hij als lid
dezer kerk moet beschouwd worden, zoolang
hij niet door woord of daad heeft te kennen
gegeven, niet meer tot die kerk te behooren.
Met dank voor de plaatsing M. de R.,
Uw dw.,
N. N.
ItOERS VAN HET GELD.
Belgisch per 100 fr. f 47,47° a 47,50.
Engelsch per 12,n n 12,
ZEETIJDINGEN.
Van 7 tot en met 8 Sept.
I
Van 7
Oostsluizen
afgeschut;
Positie der Stoomschepen
A. s. Dinsdag 13 September 1910 hoopt onze
geliefde Moeder en Grootmoeder,
T AN N EKE DE JQNGE,
Echtgenoote van Math. Cornelissen, haat
(JOsten geboortedag te herdenken.
Nog vele jaren zij haar toegewenscht door
Hare dankbare Kinderen,
Behuwd- en Kleinkinderen.
Boschkapelle, 9 Sept. '10.
Heden overleed na een kort-
stondig en geduldig lijden, onze gelielde
Zoon, Broeder en Behuwdbroeder,
JORIENUS TOLLENAAR,
in den ouderdom van 35 jaren.
Namens de familie,
JOOS TOLLENAAR.
Ter Neuzen, 7 Sept. 1910.
Heden overleed tot onze diepe
droefheid, ons innig geliefd Zoontje
JOHANNES JACOBUS HENDRIK,
in den aanvalligen leeftijd van bijna
een jaar.
Ter Neuzen, 9 Sept. 1910.
TH. AARNODTSE
en Echtgenoote.
Het Bestuur der vereeniging ,/VEREENlGDE
HANDWERKSLIEDEN" maakt hekend, dat
de lessen in Bouwkundig, Handtee-
kenen enz., te geven in het Vereenigingsge-
bouw, Donze-Visserstraat, WSaandagawond
den 26 September a. s., om zesunr,
weder een aanvang nemen, waaraan een ieder
kan deelnemen, mits zij in dit jaar hun 12de jaar
hebben bereikt of zullen bereiken.
De examens zullen worden afgenomen op
Zaterdag 17 September a. s., des namiddags
om 4 uur in bovengenoemd gebouw.
Zij die wenschen er aan deel te nemen, ook
zij, die den vorigen cursus hebben medegemaakt
en er weder aan deel willen nemen, dienen
zich voor of op !6 September a. s.,
aan te melden bij C. J. de Smidt, Lange Kerk-
straat of bij J. Barker, Donze-Visserstraat 10a,
alwaar inlichtingen worden verstrekt.
Ter Neuzen, den 9 September 1910.
C. J. DE SMIDT, Voorzitter.
J. BAKKER, Secretaris.
voorzien van alle gemakken, met grootentuin,
seleo-en op den besten stand van Ter Neuzen.
Te bevragen bij mej. E. VAN LEECH AAR-
DEN, te Ter Neuzen.
tot en met 8 Sept. werden langs de
alhier 48 binnenvaartuigen op- en 53
door de Westsl. 7 op- en 13 atgeschut.
Basverschil
Bokswedstrijd te Croxley.
Haar Beeld.
Ontoerekenbaar.
Jolandes Bruilofl.
Het geheim van Cloomber.
Het Koningskind.
He Operettezangeres.
JEuropa in vnnr en vlam.
Boekliandel. TER NEC ZEN.
VLAG.
NA AM
Ms. Van en naar. Lading.
7 Eng. s.s.
idem
7 Eng. s.s.
Deen. s.s.
8 idem
Belg. s s.
7 Eng. s.s.
idem
idem
idem
7 Eng.3msch
Noor. s.s.
Deen. s.s.
Eng. s.s.
idem
idem
Belg. s.s.
Deen. s.s.
Voor Ter Temen i
2580 ;Leith
2242 Londen
Astrologer
River Thames
Tan Ter 1'euien
River Scheldt 1 2199 ILonden
Lars Krnse i 4132 'naar zee
Hans Tavsen 4824 New-Castle
Bruxellia 5338 Sunderland
lour Bent
George Royle
7147 I
tluelva
Otto
2367
Hull
Sea Serpent
2554
Londen
Don
2658
Goole
S
<>ent
Becca and Mary
464
Ipawich
Triton
1604
New-Castle
Alex o. Nelson
2764
Burnt Island
Traro
2367
Hull
Mersey
3075
Goole
Sea Gull
2763
Londen
La Flandre
1980
Rouaan
Alfred Hage
4968
Methil
s.8. HARALD in lading te Narva voor Gent.
s.8. JENNY vertrok 8 dezer van Sunderland naarKroon-
stad.
s.8. RICHARD vertrok 7 dezer van Riga naar HuJl.
s.s. ELISABETH vertrekt heden van Kroonstad naar
Narva.
s.s. HELENA in lossing te Ter Neuzen.
s.s, MAGDALEN A in lading te St. Petersburg voor
Ter Neuzen.
stukg.
idem
stukg.
ledig
idem
idem
erts
stukg.
idem
idem
phosph.
ledig
idem
stukg.
idem
idem
phosph.
ledig