Gemengde berichten. Een matroos van het Vrijdag jl. te Delfzijl van bt. Petersburg aangekomen stoomschip Irmgard Horn, die aldaar wegens verdachte ziektever- schijnselen in een barak opgenomen was, is Zoudag overleden aan Aziatische cholera. Toen Zondagavond omstreeks tien uur van Brummelen de gemeenteveldwachter van Scherpenzeel (Geld.) de herbergen ging sluiten, trof hij in een daarvan een jong hem onbekend man, die zich nogal luidruchtig gedroeg. Hij vroeg diens naam en kreeg ten antwoord Pietje Puck, en tegelijk trok de vreemdeling een re volver en schoot den veldwachter in de linker- schouder. De dader ontsnapte. Nader meldt men De man die Zondagavond bij het ont- ruimen van de herberg te Scherpenzeel op den gemeente-veldwachter Van Brummelen heeft geschoten, is door de politie te Amersfoort aangehouden. Het is de 33-jarige Jac. G., uit Amsterdam. Hij heeft bekend en is ter be- schikking gesteld van den burgemeester vaD Scherpenzeel. Zaterdag is in de ringvaart van den Rijper- polder (N.-H.) de 20jarige dienstbode E. de Waal verdronken. Bij het spoelen van kleeren, viel zij van een stoep te water. Te Veendam is Zondagnacht de fabrieks- arbeider B. R. door overmatig gebruik van sterken drank gestikt. Aangaande een vreese^'k ongeluk te te Meerland, onder Oostwolde, kan het volgende worden gemeld De landbouwer S., die zich met een vriend in eene bijschuur achter de boerderij bevond, verzocht aan zijn oudste zoontje het jachtgeweer, dat naar hij meende ongeladen was, uit de kamer te halen. In het z.g. karnhuis kwam de knaap te vallen met het geweer. Dit wapen, dat geladen bleek, ging af en het achtjarig broertje, dat een paar passen verder stond, kreeg het voile schot in zijn gezicht. De dood trad onmiddellijk in het linkergedeelte van het hoofd was geheel verbrijzeld. De heer Veldhorst, inspecteur der ver- mogensbelasting te Sneek, ontdekte toen hij Zondagmorgen nabij Heerenzijl op het Snee- kermeer zeilende was, een drijvende omgeslagen kano. Hij ontdekte verder nabij den wal een persoon met het hoofd boven water, clie korten tijd later aan land stapte en achter het riet ver- dween. Bij hem gekomen was de man geheel uitgeput en hij wilde, dat men hem maar liet liggenaan de blauw-bleeke gelaatskleur te zien had de man een moeilijken strijd gehad. Het bleek te zijn een bewoner van Sneek. Een jacht nam den drenkeling op. De man is herstellende. De arrondisements-rechtbank te Amsterdam ontzette op 20 November 1908 de wed. De R., te Hilversum, uit de voogdij over haar 5 min- derjarige kinderen. Reeds in Februari van dat jaar waren volgens beschikking van den officier van justitie de kinderen aan de moeder ontnomen en in het Leo-gesticht te Borculo geplaatst. Bij vonnis van 15 dezer heeft de vacantiekamer der Amsterdamsche rechtbank de wed. De R. in de voogdij hersteld. Zij wendde zich met een schrijven tot het bestuur van genoemde in- richting, waarin zij verzocht haar te willen mededeelen, wanneer zij de kinderen kon komen halen. Eergisteren ontving zij van het ge- stichtsbestuur bericht, dat haar kinderen niet in het Leo-gesticht zijn. De moeder weet op het oogenblik niet, waar haar kinderen vertoeven. Het Hbl. deelt hieromtrent nog het volgende inede Naar men ons mededeelt, is de in de voogdij herstelde moeder te Hilversum nog niet in het bezit harer kinderen. In het jongste verhoor der getuigen werd namelijk door een der geestelijken de mededeeliug gedaan dat de kinderen zich zouden bevinden te Borculo. Toen, namens de moeder, daarheen de aanvrage om hare kinderen werd gericht, kwam van de directie van het Leo-gesticht al daar het bescheid dat de kinderen zich daar niet bevonden. De voormelde mededeeling schijnt alzoo ietwat lichtvaardig te zijn geweest. Nader onderzoek evenwel leidde tot de ont- dekking, dat toen de ontzettingszaak aanhangig was (in 1908) als voogden zich hadden aan- geboden, wat de drie jongens betreft, het St. Gudula-gesticht te Lochem en wat de twee meisjes aangaat, het St. Aloysiusgesticht te Amsterdam. Een brief van mr. Levy aan beide gestichten om de kinderen, te Hilversum aan de moeder terug te geven, bleef onbeantwoord. Thans zal, ingevolge de wet, de uitlevering der kinderen gerechtelijk afgedwongen worden. In bchoterland overleed een welgesteld weduwnaar. Zijn bloedverwanten, ofschoon ook rijk, dachten nog flink wat te erven. De weduwnaar vermaakte hun echter niets, docb schonk eenige duizenden aan minvermogende goede vrienden en het overblijvende, ongeveer 50.000, aan zijn huishoudster. Oudermoord. Uit nadere bijzonderheden omtrent het drama dat zich te Lochem heeft afgespeeld blijkt, dat de dader heet Marcus Bachrach. Hij is doctor- andus in de rechten en niet in de letteren. Laatsteljjk was hij woonachtig te Amsterdam, waar hij werkzaam was op een effectenkantoor. In dien werkkring gevoelde hij zich echter niet thuis. Hij vond de werkzaamheden niet naar zijn zin en verloor dan ook die betrekking. De vorige week is hij naar Lochem gekomen bij zijn aldaar wonende ouders. Hij zeide zich onwel te gevoelen, raar in 't hoofd, en wilde te Lochem wat op zijn verhaal komen. Zondagochtend nu, en dus niet in den nacht van Zaterdag op Zondag, gelijk aanvankelijk gedacht werd, heeft hij de ijseltjke daad be' dreven, en zijn ouders met een mes de keel af- gesneden. Daarop is hij op den trein gegaan naar Den Haag, waar hij eerst eenigen tijc heeft rondgeloopen. Toen heeft hij een brief geworpen in de bus bij zijn alhier aan het Spui wonenden broeder, waarin hij schreef, dat hij zijn ouders had vermoord, zich zelf van kant zou maken en zijn broer aanried het- zelfde te doen. Ook moet hij een tot den bur gemeester van Lochem, den heer Haitsma Mulier, gerichten brief hebbeu gepost, waarin hij van den moord en voorgenomen zelfmoord kennis gaf. Daar die brief op Zondag gepost is (o:' dit te 's Gravenhage of te Lochem geschiec is, is nog niet bekend), kreeg de burgemeester eerst Maandag kennis van den inhoud, zoodat de burgemeester Zondag nog niet kon weten, dat zich in zijne gemeente zulk een drama had afgespeeld, en derhalve ook niet de Haag- sche politie kon waarschuwen. Zondagavond tusschen 8 en 9 uur (en dus niet Maandagochtend) heeft daarop de poging tot verdrinking plaats gehad. De Schevening- sche politie, die toen nog natuurlijk niet wist, wat er aan de zaak vast zat, ontbood een ge- neesheer bij den drenkeling, op wiens last B. naar het ziekenhuis is vervoerd. lnmiddels had zijn broeder, die bet briefje in de bus gevonden had, zich naar de politie begeven en gaf daar kennis alleen van dat ge- deelte, dat op den voorgenomen zelfmoord be trekking had, maar verzweeg het medegedeelde omtrent den moord op de ouders, omdat hij daaraan geen geloof had willen slaan. Toen hem door de politie werd medegedeeld, dat zijn broer in bet gemeenteziekenhuis lag, be gaf hij zich Maandagochtend daarheen, en, daar herhaalde zijn broer de mededeeling, dat hij zijn beiden ouders den hals had afgesneden, Nadat thans hiervan aan de Haagsche politie mededeeling was gedaan, en deze den burge meester van Lochem telegrafisch om inlichtingen had gevraagd, bleek alles maar al te waar te zijn Bij het verhoor, dat de commissaris van po litie te Scheveningen, de heer Sypkes, den da> der hedenochtend in het ziekenhuis deed on- dergaan, bekende Bachrach doch zonder in staat te zijn bijzonderheden mede te deelen Hij is erg verward en weet blijkbaar zelf niet goed wat er eigenlijk gebeurd is. Hij blijft voorloopig in het ziekenhuis, onder bewaking der politie. Uit Lochem vernemen we nog betreffende den daar gepleegden oudermoord het volgende De slachtoffers zijn ruim beiden zeventig jaar oud. In behoeftige omstandigheden ver- keerde 't gezin niet. Vermoed vvordt, dat de vreeselijke moord reeds Zaterdag werd gepleegd. Gisterochtend omstreeks tien uur ontving de burgemeester van Lochem een brief uit Den Haag, waarin de dader mededeelde, dat hij zijn ouders van het leven had beroofd, en bij ont- vangst van dit schrijven, reeds zelfmoord zou hebben gepleegd. Onmiddellijk begaf de burgemeester, als hoofd der politie, zich naar de woning der slachtof fers, op de Markt. Nadat de voordeur geforceerd was, vond men onder aan den £rap het lijk van den vader met afgesneden hals, badend in zijn bloed. De moeder lag te bed, eveneens met afge sneden hals. De lijken der beide slachtoffers vertoonden meerdere lichaamswonden. Bij onderzoek is gebleken. dat de jongeman, vermoedelijk zijn moeder Zaterdag, terwijl zij sliep, doodde. De vader was naar de synagoge, en werd waarschijnlijk bij zijn thuiskomst ach ter de deur door den zoon opgewacht, die toen onmiddellijk de afgrijselijke daad volvoerde. De jonge man is doctorandus in de rechten doch had nog geen betrekking. Hij stond be kend als een liefhebbend zoon. Aangenomen wordt, dat hij in eene vlaag van verstandsver- bijstering de afschuwelijke daad pleegde. Nader verneemt men Bachrach leefde zeer teruggetrokken en het schijnt dat hij met moeite in zijn onderhoud kon voorzien. Niet lang geleden trachtte hij nog een betrekking als godsdienstleeraar in de gevangenis te krijgen, doch ook deze hoop werd niet verwezenlijkt. Wellicht heeft dit den jongen man mede in de war gestuurd. Ten noorden van Scheveningen werd door een kind een briefje in een hoed gevonden waardoor heen een wandelstok was gestoken. Het briefje was afkomstig van Bachrach en luidde ffHier heeft zich verdronken Mozes Bachrach uit Lochem na onder veel moeite zijn studie volbracht te hebben en thans zijn lieve ouders heeft kunnen steunen, maar hen in een waan- zinnige vlaag van het leven beroofd heeft en deze gebeurtenis niet kon overleven." Het briefje behelsde verder het verzoek om van het gebeurde kennis te geven aan den burgemeester van Lochem. De vader van het kind, dat het briefje vond, heeft het gisteren naar den burgemeester van Lochem verzonden. De toestand van geweldige overspanning, waarin B., die naar thans zoo goed als alge- meen verondersteld wordt, in een vlaag van verstandsverbijstering zijn ouders te Lochem van het leven beroofde, verkeerde, heeft nu in het gemeenteziekenhuis plaats gemaakt voor meer kalmte. Maar zelfs in dezen reactie-toestand geeft hij zich blijkbaar, naar uit met hem ge- houden gesprekken volgt, geen voldoende reken- schap van de daad of van de drijfveeren die hem er toe bewogen hebben. Zijn broeder heeft hem nog Dinsdagochtend een bezoek rnogen brengen en heeft hem kal- meerend toegesproken en zonder uit den aard der zaak, in schokkende bijzonderheden met hem te willen treden over een voor beiden zoo diep treurige gebeurtenis. Wei moet B. de hoop hebben uitgesproken, dat de zaak verder te's Gravenhage zou worden behandeld, daar hij er zeer tegen opziet, terug- gebracht te worden naar de gemeente, waar het vreeselijke feit gebeurde en later naar Zutfen, ter verschijuing voor de justitie en rechtbank aldaar. Intusschen wordt vernomen, dat het voorne- men bestaat B. op een der eerstvolgende dagen, als zijn toestand dit gedoogt, ter beschikking van de Zutfensehe justitie te stellen. B.'s broeder blijft bij zijn reeds dadelijk ge- opperde meening, dat de voortdurende studie de geestvermogens van zijn broer heeft aangetast. Eerstgenoemde vertelde ongelooflijke staaltjes van de studie-zucht, de ongebreidelde jacht naar kennis en uitblinken in wetenschap van zijn broeder, die, als zijn hoofd zwaar verhit was van 't aanhoudend, uren en uren achtereen, bij dag of bij avond doorblokkeu, van geen uitscheiden wist, maar zich koude omslagen op het hoofd plaatste en voort bleef werken. De veronderstelling, dat zijn broer de daad bedreven zou hebben om zijn ouders liever dood dan behoeftig te zien, verwerpt de in Den Haag wonende heer B. Hun ouders toch verkeerden niet dit bevestigde hij in omstandigheden, die voor een nooddruftige toekomst hadden te doen vreezen. Ten slotte zij nog vermeld, dat de thans gearresteerde B. niet de jongste van het gezin is. Hij is juist de oudste. Zijn in Den Haag wonende broeder is de jongste. De behuwdzuster van den slager L. Horn, Julia Gijsel te Sittard, die voor een tiental dagen vreeselijke brandwondeu aan borst en hoofd had gekregen bij het gieten van olie op een brandend petroleumtoestel, is Dinsdag in het hospitaal der zusters overleden. Dinsdagmorgen vermiste de heer G., wonende op de Hobbemakade te Amsterdam, een ijzeren geldkistje, bevattende 100, welk kistje hij 's morgens nog onder zijn bed had zien staan. Thans is gebleken, dat de ont- vreemding door insluiping tijdens afwezigheid van de bewoners is geschied. Van den diefstal is aangifte gedaan aan het politiebureau. Van de daders is echter nog geen spoor gevonden. Op het terrein van Blauwhoedenveem aan de Rijnhaven te Rotterdam waren eergis- terennamiddag een aantal losse werklieden bezig met het verplaatsen van een partij opge- stapelde zware balken. Deze balken, door den regen glad geworden, gingen op een gegeven oogenblik aan het glijden en drie dezer werk lieden, die niet spoedig genoeg uit de voeten konden, kwamen met de vallende balken in aanraking. Een hunner, de 35jarige H. IJ uit de Pleretstraat, werd verpletterd eronder vandaan gehaald zijn lijk is naar de woning der weduwe vervoerd. De losse werkman L. v. d. S., wonende in de St. Laurensstraat no. 45, is met een gebroken reebterbeen en zwaar inwendig gekwetst naar het ziekenhuis aan den Coolsingel gebracht, en den derde E. v. d. M., wonende in de Slaakstraat no. 145, bracht men met een zwaar verwond rechterbeen naar het Diaconessenhuis. In de Comeniuslaan, op de grens van Naarden en Bussum, heeft Zondag de Huizer stoomtram een fourage-wagen met paard be- spannen, welke het erf van de handelaar Hoog- hiemstra kwam afrijden, gegrepen. Het voertuig werd vernieldvoerman en paard bleven ge- lukkig ongedeerd. Een liefdesdrama. 't Tooneel stelt voor het Verbindingskanaal tusschen Heere- en Ooster- brug te Groningen. Tijd van handeliug gister- avond ongeveer 10 uur. VerhaalderN. Gron. Ct. Eerste bedrijf. Een jongen en een meisje, tot nu toe verliefd, krijgen ruzie. Harde woorden vallen, beiden winden zich op en 't eind is, dat de jongen dreigt zich te zullen verdrinken. Werkelijk gaat hij den walkant af en ver- dwijnt in de diepte. Tweede bedrijf. Radelooze smart van 'tachter- gebleven meisje. De aandacht van 't publiek wordt getrokken door haar luid, zenuwachtig snikken. Ze kan niet op haar verhaal komen langzamerhand komt ze echter zoover bij, dat ze de geheele geschiedenis vertellen kan. 't Publiek krijgt een rilling van schrik. Het aantal menschen groeit ondertusschen nog maar steeds aan. Politie komt naderbij. Men gaat dreggen. 't Meisje wordt nog be- droefder en wordt tenslotte weggebracht. Derde bedrijf. 't Meisje is weg, maar de menschen blijven staan, 't geval druk besprekend. Een jongmensch nadert, ziet de massa en blijft als verstijfd staan. Hij bemerkt de dreggende personen en de schrik slaat hem om 't hart. Hij is de vermiste jongen, die berouwvol weer- keert en nu meent, dat zijn meisje zich ver dronken heeft. Hij informeert en boort tot zijn verbazing, dat niet naar haar, maar naar hem wordt gedregd. Nu vertelt hij alles. Hoe hij den walkant wel is afgegaau, maar in plaats van in 't water te springen, zich daar beneden in 't duister uit de voeten heeft gemaakt. Thans wilde hij zich met z'n meisje verzoenen. Maar hij vond in haar plaats de groote menschen- menigte, die hem het ergste vreezen deed. De brand der houtstapels te Antwerpen hoe lang al geleden is nog voor den rechter. Het H. v. A. schriift Tengevolge der werkstaking aan de haven en den brand der houtstapels, hadden de houtkoop- lieden, die niet verzekerd waren, een proces in- gespannen tegen het stadsbestuur, ten einde te hooren verklaren dat de stad verantwoordelijk was voor de door de stakers aangerichte schade. De rechtbank van eersten aanleg te Antwerpen nam deze thesis aan en bij verleden jaar geveld vonnis veroordeelde zij de stad tot betaling aan de aanleggers eener schadeloosstelling, voor alien te zamen circa 11J3 millioen fr. bereikend. De vierde kamer van het beroepshof, voor dewelke de zaak in beroep werd gebracht, heeft nu Zater dag in strijd met den advokaat-generaal, die- herziening van het Antwerpsche vonnis ge vraagd had besloten dat, alvorens een beslist vonnis te vellen, een onderzoek zou ingesteld worden, ten einde te weten, of de branden het werk waren van misdadige handen, gedurende den opstand. Bij een uitstapje van plezierreizigers uit Madrid naar Torrega verloor de wagenvoerder van een motor-omnibus de controle over het stuur van zijn voertuig, toen dit een steile helling afreed. De omnibus vloog met razende vaart naar beneden en viel in een afgrond van 60 M. diep. Er zijn 9 dooden en 6 ernstig gekwetsten. Jeffries, de bokser die het te Reno aflegde tegen den neger-vechter Johnson, isvolgens een Amerikaansch blad stokdoof. In den wedstrijd werden hem beide trommelvliezen stukgeslagen. De jacht op Crippen. Een Loudensch politie-speurder is Maandag halsoverkop met een mailboot naar Canada gestuurd, om daar aan boord van de reeds Woensdag uit Antwerpen vertrokken maar langzamer stoomboot ^Montrose bp aankomst Crippen, de van moord op zijn vrouw ver dachte tandarts uit Londen, te arresteeren. Er is n. 1. te Londen een dvaadloos tele gram ontvangen van den kapitein van de Montrose", meldend dat Crippen waarschijnlijk aan boord van zijn schip is, met miss LeNeve, de laatste vermomd als jonge man, zg. de zoon van Crippen, die zich als een geestelijke, Robinson voordoet. De hofmeester ontdekte, dat een der zware wenkbrauwen van den geestelijke aan een der kanten losliet. Dit wekte zijn nieuwsgierigheid en hij bespiedde het paar wat nauwkeuriger. Het viel hem toen op, dat de knaap een eigen- aardig figuur had en zich niet zoo vrjj bewoog als jonge mannen gewoon zijn. Hij deelde toen den opperhofmeester mede, dat de jonge Robinson naar zijn meening een meisje was. Ook deze nam de passagiers daarop wat nauw keuriger op en hij kwam tot dezelfde conclusie als zijn ondergeschikte. Daarop deelden de beide beambten den gezagvoerder hun bevindingen mede. Deze dacht daarop onmiddellijk aan Dr. Crippen en het bleek dat het signalement uitkwam. Daarop werd per draadlooze telegrafie geseind, maar de passagiers en de betrokkenen zelf weten nog niets van de herkennmg. Te Belton, in den staat Texas, is een neger levend verbrand. Hij werd op den brand- stapel gebracht, omdat hij een politieagent had doodgesehoten, die hem wilde arresteeren toen hij de neger werd betrapt op het bin- nengaan in de kamer van een blanke vrouw. Een vrouw te Brussel had Zaterdagnamiddag de wieg, waarin haar kindje van 14 maanden oud sliep, naast de brandende kachel geplaatst. Terwijl zij afwezig was, vatte de wieg vuur en toen zij terugkwam, stond het bedje in vlam. De moeder riep om hulp en de buren kwamen het vuur uitdooven. Het wichtje was zoo vree- selijk verbrand dat het op sterven ligt.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1910 | | pagina 2