Neemt uw maatregelen bijtijds.
Onmiddellijk na de jongste overstrooming
er heme, die Parijs zoo vreeselijk teisterde,
werd een commissie benoemd, die tot taak had,
het beramen van middelen, door weiker toepas-
sing rampen als de laatste overstrooming voortaan
kunnen worden vermeden. Deze commissie heeft
thans haar studie beeindigd en zal dezer dagen
een rapport uitbrengen, waarvan de Matin reeds
eenige punten weet te publiceeren. Als beslist
noodige voorzorgsmaatregelen noemt het rapport
het geheele verbouwen van een aantai bruggen
over de Seine, in verband met het verbreeden
van den kleinen zijarm der Seine bij de Munt,
let verdiepen van het Seinebed tusschen Suresnes
het verhoogen van een groot aantai
ademuren in Parijs en nog andere belangrijke
verbetermgen, die te zamen 222 millioen francs
zouden eischen en die 7 jaren arbeid zouden
vorderen.
Dure liefde. Zooals men weet bestaat
aan gene zijde van 't Kanaal de wet op den
/breach of promise" - (gebroken trouwbelofte),
waardoor 'n bruid of bruidegom, die de verloving
verbreekt, tot het betalen van 'n aanzienlijke
schadevergoeding aan de ,/zitten blijvende" partij
kan gedwongen worden. Natuurlijk dat, waar
de handige Engelsche misses er al heel dikwijls
op uit zijn de gestrengheid dezer wet te haren
vooideele te doen nitvallen, de parlementsheeren
er zeker, maar langzaam over zijn gaan denken
de zaak eens te herzien. 't Tragi-komisch proces
dezer dagen te Londen voorgekomen, zal echter
den hoogen heeren de wijziging wel doen
bespoedigen.
//Bij Jack^ Bower, 22 jaar oud, is galant
'n 11 groot handschoenenmagazijn.
#Zij mrs. Harris, stevige, eerzame weduwvrouw
zomers, die er zeer warmpjes in zat.
//Zp kocht handschoenen. Dikwijls. En op
n dag, dat zij hem voor de maat haar middel-
vingei reikt -neemt hij de heele hand. Dear
mis. Harris, 1 love you Wordt de mijne.
Ik aan bid u (En uw brandkastHet
wonder gebeurt, en de goedige schommel accep-
teert den jongen snaak. Maar mrs Harris heeft
n zoon, 'n dertigjarig pooteling, die, als hij
van de
moeder
breekt,
memgeen z n
zaak hoort, in woede ontbrandt, zijn
de oogen opent, en de verloving ver-
door den bruigom in 'n brief als een
schandelijken bruidsschat-jagerte//ontmaskeren
t Engagement was af, maar Jackie ook niet
dom, dacht vwet is wet", ging naar den rechter
en klaagde zijn inmiddels 55 jaar geworden
bruid van breach of promise aan. Met het
gevolg, ^dat mrs Harris aan den geslepen be-
diende 3000 gulden schadevergoeding betalen
moest. De //liefde" kost soms
heele spaarbankboekje.
De vrouwen te Krems, een stadje aan den
Donau, niet ver van Weenen, hebben den boycot
uitgesproken over de slagers daar ter plaatse,
die de vleeschprjjzen hadden verhoogd. Daar
aan wordt kras de hand gehouden. Een deel
der bevolking leeft, noodgedwongen, vegetarisch,
anderen, die zich niet aan het vegetarisme
onderwerpen willen, halen hun vleesch uit Weenen
De //Duitschland", het eerste passagiers-
luchtschip, is verongelukt, dat is het groote
nieuws.
Dinsdagmorgen om half negen is de ,/L. Z.
VII", anders gezegd de //Duitschland", te Dus-
seldorp opgestegen met een twintigtal persver-
tegenwoordigers. Het plan was, een tochtje van
een paar uur te doen. Maar 't liep anders af
De hevige zuidwestelijke wind deed het lucht-
schip ver uit den koers slaan, zoodat het. in
noordoostelijke richting voortgejaagd, tegen 6
uur 's avonds nabij Osnabruck te land kwam.
't Was een formeele stranding. Op een hoogte
van 1500 meters weigerde het stuurtoestel.
Een gevaarlijk oogenblik. De zuidwesterstorm
drukte het gevaarte met groote kracht naar
beneden, waar het prachtige luchtschip in de
boomen van het Teutoburgerwoud terechtkwam,
Het aehterste gedeelte werd door boomen
vernieldhet passagiersschuitje werd door een
denneboom doorboord.
Er is niemand ernstig bij gewond.
Het schip heeft ernstige schade geleden de
onderste sehroeven schijnen een breuk te hebben
veroorzaakt, zoodat er uitgebreide herstellingen
noodig zijn.
Militairen zijn tot hulpverleening aangekomen.
Gemeld werd dat de //Duitschland" op 15
Juli een tochtje naar Nederland zou maken, en
via Arnhem naar Amsterdam zou varen. Het
jongste ongeluk zal de reis nu wel doen uitstellen.
De verslaggever van de Koln. Ztg. vertelt
omtrent het gebeurde
Na het hoopvol bestaan van een week is de
Duitschland te gronde gegaan en ligt als een
wrak tusschen de boomen in het Teutoburger
woud. 't Is een zware slag voor den ouden
luchtgraaf, voor de luchtvaartmaatschappij, voor
ons alien Na den Ounrtocht van Friedrichs-
hafen naar Dusseldorp, werd nog een korte
geslaagde tocht gemaakt, maar storm en regen
bleken nog sterker te zijn dan't sterkste iucht-
van zijn derden tocht
den sterken wind in, niet van zijn plaats. De
benzine raakte op. Men was nu negen uur
in de lucht geweest, in plaats van drie. Een
oogenblik later begroef het schip zich in een
regenwolk. Een dikke nevel belette het uitzicht.
Dat duurde een half uur. Toeu ineens hielden
de sehroeven op te draaien. De benzine was op.
Wat nu gebeurde was het werk van nauwe-
lijks een kwartier. Een geweldige wolkbreuk
trof het schip en een razende windvlaag dreef
den ballon in een melkwitten nevel 1252 meters
hoog. Het was zoo koud geworden, dat men
met overjassen aan rilde. Men zag niets dan
den witten nevel en hoorde slechts den storm-
wind loeien.
Een wervelwind dreef het schip in een wijdeu
boog rond. Zelfs de zenuw-sterksten der pas-
sagiers hielden den adem in De ballon luisterde
niet meer naar zijn stuur, maar was een willooze
prooi der elementen. Opeens scheurden de
wolken vaneen nieuwe schrik want vlak
voor onzen ballon doemden de hoogten op van
het Teutoburgerwoud. Alle ballast werd uit
geworpen om het schip, dat door gasverlies en
regen snel daalde, weer te doen stijgen.
ankertros en^een zak met werktuig-
werd overboord geworpen. Onver-
zonk de ballon en een ontzettend
Voor mij in den kajuitsbodem
dennestam door en takken ver-
door den
Zelfs een
materiaal
biddelijk
gekraak volgde.
een spitse
drong
nielden de zijwanden. Een onaangename positie
Zoo zaten totaal 30 menschen, tusschen hemel
en aarde. De moeilijkheid was bijlen en zagen
te verkrijgen om de boomen rondom te vellen
Intusschen mochten de passagiers kalm in de
kajuit blijven om als ballast te dienen. Enkelen
klommen langs een touwladder of langs de
boomen op den grond, om het sensationeele
nieuws de wereld in te zenden. Er waren ver-
tegenwoordigers van de Duitsche, Engelsche en
Amerikaansche pers aan boord.
Uit Osnabruk meldt men aan de //Frankf.
Ztg. dat het wrak van de //Duitschland" veel
overeenkomst vertoont met dat van de bij
Weilburg verongelukte Zeppelin.
De averij is zoo zwaar, dat men van een
vernieling van de //Duitschland" kan spreken.
De toestellen en motoren zijn onbeschadigd.
Het luchtschip moet onttakeld worden. Men
zal het te Friedrichshafen herstellen.
Men hoopt van het luchtschip voor 180,000
gulden aan materiaal te redden. Het geraamte
is uit elkaar genomen. Het opruimingswerk
zou Woensdagavond afgeloopeu zijn. Men had
vele handen aan 't werk gezet en gisteren
geen spoor van het luchtschip meer te zien zijn,
De oorzaak van de ramp wordt algemeen
toegeschreven aan den storm, die ook voor deze
//Zeppelin" noodlottig werd. Het weerkundig
instituut te Aken had storm voorspeld. Waarom
ging het luchtschip dan uit, waar het al dagen
lang op beter weer wachtte. Op zijn reis van
Friederichshafen naar Dusseldorp bewees het
schip een windsterkte van 15 meters in de se
conde te kunnen overwinnen. Maar nu heerschte
een storm van 20 meters per seconde
zulk een weer moet't sterkste luchtschip onder-
gaan. btuurtoestellen helpen dan niet meer,
en de ballon wordt slechts een speelbal van de
windvlagen.
De leider van den noodlottigen tocht was
de hoofdingenieur Durr, Zeppelin's rechterhand.
In sneeuw en regen stond hij trouw op post
en ook toen de ballon met de spits vooruit ter
aarde zonk, veriiet zijn kalmte hem niet. Hij
verklaarde, dat de tocht de ergste was, dien
hij meemaakte. //Maar", voegde hij er bij, //wij
kunnen er uit leeren hoe wij de buien er onder
zullen krijgen en let eens op, over acht weken
kunnen wij weer varen."
Als luchtschipper moet
dosis optimisme kunnen beschikken 1
Woensdagavond bracht Zeppelin, die zich
naar Osnabruck had begeven, een bezoek aan
de onheilsplek bij Wellendorf. Daarop vertrok
Zeppelin naar Berlijn.
De //Duitschland" werd op
waarde geschat.
men over een
goede
130,000
gulden
IHEZONDEN STUKKB N.
schip,
tweeen
dat aan
brak.
't slot
Negen uren heeft
storm uitgehouden.
Het schip daoste
de ballon het tegen den
en wiegelde
tegen
den
wind op, maar een tijd lang kwam het tegen
Mijnheer de Redacteur!
Het komt dikwijls voor, dat menschen aan
nier- of Uaaskwalen lijdende zijn, zonder dat zij
eenig vermoeden hebben van de oorzaak van
hun kwaal. De verschijnselen loopen dan ook
zeer uiteen en dat zij zich niet op dezelfde wijze
voordoen dient te worden toegeschreven aan de
verschillende liehaamsgesteldheden hij verschil
lende menschen.
Doordat de nieren hun plicht niet behoorlijk
vervullen, gaat gij lijden aan pijn in den rug,
of de zijden, gij krijgt last van pijn in de ge-
wrichten en spieren en vooral bij guur en vochtig
weer gevoelt gij u rheumatisch. De urine laat
een bezinksel achter en komt pijnlijk, soms bij
zeer groot of bij zeer kleine hoeveelheden, en
met een scherpe, onaangename reuk. 's Morgens
gevoelt gij u dikwijls te ellendig om op te staan
en gij krijgt blazen onder de oogen, opgezwol-
len handen of enkels.
Wanneer zich verschijnselen als de boven-
staande vertoonen, is dit een bewijs, dat de
nieren te kort schieten in hun plicht om de
onzuiverhederi uit het b'loed te filtreeren. Ver-
waarloozing dezer verschijnselen leidt tot gevaar-
lijke ziekten als chronische rheumatiek, steen,
ontsteking van de blaas en urinekanalen, hart-
zwakte, enz. Begint daarom zoo spoedig
mogelijk lieden nog met het gebruik der
echte Foster's Ilugpijn Nieren Pillen, het grootscbe
nieren- en blaasgeneesmiddel, dat de nieren hun
verloren kracht weergeeft. Zij maken deze
organen weer geschikt voor hun omvangrijk
werk om het blood te zuiveren.
Let er op, dat de handteekening van James
Foster op de doos voorkomt ten bewijze, dat gij
de echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen krijgt.
Zij zijn te Ter Neuzen verkrijgbaar bij den heer
A. van OvevbeekeLeunis, Westkolkstraat.
Toezending geschiedt franco na ontvanst van
postwissel a 1,75 voor een, of 10,— voor
zes doozen.
in
Belcefd verzoek ik U eenige plaatsruimte in Uw blad
voor tint onderstaande, waarvoor ik U bij voorbaat hartelijk
dank zeg.
In de nummers van 8 en 16 Juni van het socialistisclie
Orgaan »De Vooruit", komen een tweetal artikelen voor
betrelTende het lossen van mosselen aan de Boekhoutsche
havendaar er vele onwaarheden in voorkomen, had ik
het stellige voornemen om daarop niet in te gaan en
evemnin op een schrijven van Petrus Everaert uit Boek-
houte (haven).
Doch daar het schrijven van Everaert nu eenmaal in de
Gazette van Eecloo opgenomen is, zie no. 2225 van 12
Juni, acht ik het mijn plicht daar wel op te antwoorden,
omdat men hier den schijn aanneemt om ons goed recht
te betwisten en dien schijn verdedigt met seheldwoorden
en laagheden.
Mijnheer de Redacteur, het zal U wel bekend zijn, dat
er in 1839 een verdrag is gesloten tusschen Nederland
en Belgie, Reglement ter uitvoering van artikel 9 van
het tractaat tusschen Nederland en Belgie van 19 April
'1839, betreffende de uitoefening van het recht der visscherij
en van den vischhandel.
In artikel 2 van bovengenoemd Reglement wordt er
gesproken van geen visscherijen te verpachten artikel 3
zegt dat het lot zal moeten heslissen, dus de mosselbanken
zullen moeten verloot worden zooals het nu alle 5
plaats heeft.
Dat verloten nu is eene groote onbillijkheid tegenover
de gehruikers van die perceelen, daar elke persoon die
maar een zeilvaartuig of roeiboot kan aanwijzen op het
oogenblik dat die verloting zal plaats hebben kan medeloten.
aange-
jaren
Ilieruit blijkt dus ten duidelijkste dat men volstrekt geen
visscher behoeft te zijn.
Onnoodig nog verder uit te weiden over de groote
onbillijkheid in deze.
Wanneer nu een visscher een dergelijk verloot perceel
met kan missen, dan moet hij dat koopen van den ge-
lukkigen winner van zulk een perceel en dat de verkooper
een zoo hoog mogelijken prijs tracht te bedingen behoeft
ons niets te verwonderen door de groote concurrentie
zoowel door Belgen als door Nederlanders. Om diereden
dan ook hebben 21 visscbers een request geteekend en
verzonden den 22 Februari 1905 aan de Tweede Kamer
(niet alleen door groote maar ook door kleine mossel-
bazen geteekend) om die verloting te veranderen en de
mosselperceelen te verpachten. In 1910 en hierop is ten
antwoord gekomen van Zijne Excellentie den heer Minister
van Financien aan de leden van de Tweede Kamer, dat
dit verzoek niet kon worden toegestaan doordien er
rekening gehouden moet wordeD met Belgie, dat dit land
niet wilde toegeven in deze.
Mijnheer de Redacteur zooals U ziet geeft Belgie op
grond van het tractaat niet toe.
En daarom vraag ik. waarom zouden wij nu onze rechten
moeten prijsgeven bij bovenvermeld tractaat bedongen.
En wanneer wij daar geen recht op hadden, waarom
heeft de Belgische Regeering dan moeten vragen om
garnalen, kreukels en steurkrabben te mogen lossen aan
de Boekhoutsche haven.
Everaert beweert dat Belgie 12 tot 14 millioen van
Holland afhaalt, dit is geen kleinigheid uit zulk een klein
landje als Holland is, Belgie mag er wel fier op zijn. dat
wij hun dat kunnen leveren, want hoeveel Belgische
onderdanen verdienen zoodoende hun brood niet, kan
Holland en vooral wij visschers Belgie niet missen, Belgie
kan Holland ook niet missen; Everaert moet in dete de
verschillende statistieken maar eens nazien. Verder be
weert Everaert nog dat er geen enkele visschersplaats
bestaat waar de visschers hunne producten niet mogen
lossen in Holland, dat het enkel maar aan de Boekhoutsche
haven zou zijn waar dat recht ontnomen wordt door de
schraapzucht der Philippinsche mosselbazen.
t Zeker Everaert mogen de Hollandsche visschers in de
Nederlandsche havens hunnen visch aan wal brengen en
ter markt sturen, maar dan zijn het havens met losplaatsen,
daartoe aangewezen, maar tegenovergesteld is het be-
ruchte Boekhoute-haventje, liggende op Nederlandsch
grondgebied enkel voor de Belgen een ligplaats maar geen
haven of losplaats.
En zegt bovengenoemd verdrag niet duidelijk in artikel
21 het is aan schippers of bestuurders der visschers-
vaartuigen verboden om behalve in geval zij zich werkelijk
in nood bevinden aan wal te komen of aan de kusten of
oevers van den stroom hun vaartuig vast te leggen, elders
dan aan die plaatsen of in die havens welke daartoe door
de respectievelijke gouvernementen zullen worden
wezen op boete van tien gulden.
Deze bepaling geldt niet alleen voor de Belgische visschers
maar ook door geheel Nederland aan alle oevers en kusten,
kunt U een bewijs leveren, dat het haventje aangewezen
is als losplaats?
Neen niet waar en komt het U dan zoo vreemd voor
dat de visschers van Philippine de hulp van den Gemeente-
raad ingeroepen hebben om de Belgische visschers op
hunne plichten te wijzen en dat de htilp der politie is
ingeroepen, ons niet, en wel omdat wij volkomen op de
hoogte zijn van de brutaliteit van enkele personen, en wij
toch zelf de wacht niet kunnen gaan houden aan de
Boekhoutsche haven, dank dan ook aan de autoriteiten
die het nu eens goed hebben begrepen, welk een toekomst
Philippine toegemoet gaat, als aan het lossen van mosselen
aan de Boekhoutsche haven geen paal en perk gesteld
wordt, ook dank aan de politie die op hun post zijn.
Everaert beweert dat er bij ons een worm knaagt,
namelijk de mossels van de Zuiderzee, doch neen het is
juist tegenovergesteld met U het geval, gij hebtUwschoon
mosselzaad verkocht en in plaats daarvoor Zuiderzeesche
mossels gezaaid op Uw perceel no. 54, Westgat groep
Braakman, en nu dat U met dat soort alleen naar Philip
pine moet komen, kunt U ze niet g6makkelijk van de
hand doenU kunt zeker toch niet ontkennen, dat ik op
zijn minst genomen, verleden jaar van de Boekhoutsche
visschers voor ruim 8000 francs kleine mossels heb ge-
kocht en mijne Collega's en het is tegen dat soort mossels
waartegen U niet kunt concnrreeren, maar laat ze nog
maar wat staan, ze worden ook vet, als U maar kunt
wachten, wij doen dat ook en toen vroeger voor 25 jaren
er geen Zuiderzeesche mossels waren, was er dan ook geen
verschil in kwaliieit? Dus die worm knaagt niet aan ons
maar aan U zelf Everaert. U zegt ook dat U het brood
van onze Hollandsche visschers niet wilt, dat U dat niet
noodig hebt. Ei Everaert, noemt U zich ook al een Belg
Gij die een Hollander zijt, die nog maar enkele maanden
in Belgie woont.
Maar Everaert wat is toch de reden dat U al Uw
mosselbanken in de Ooster- en Westerschelde verkocht
hebt en naar Belgie zijt gaan wonen? is dat soms oindat
U geen concent kondet krijgen om mosselzaad te kunnen
halen aan de Belgische havens en waar de Boekhoutsche
visschers zeer gemakkelijk hun brood verdienen van
October tot Maart. Dit kondet gij nu niet verdragen,
dus daarom bent U Belg geworden.
U zegt ook Everaert, dat wanneer het voor los- en
laadgeld is, dat U dit hebt willen betalen, doch neen,
dit hebben wij van U niet noodig, met de hulp van onze
regeering.
Wij hebben nu van de regeering eene toezegging
kregen, dat hetgeen wij tekort zouden komen op onze
haven, wij dat van haar in den vorm eener subsidie terug
krijgen, dus daar gaat het niet om maar het is voor ons
recht dat wij opkomen en dat eischen wij ook voor de
belangen van Philippine in het algemeen en de Neder
landsche regeering kan zoo een gemeente van 1200 zielen
niet opffei en voor een paar Belgische visschers.
U spreekt ook nog van onzen tol, doch daarover zullen wij
maar liever zwijgen omdat wij alien den steenweg ge-
bruiken. Everaert moet eens denken aan de klok en de
klepel. Immers de Belgische handel en scheepvaart ge-
bruiken onze havens en kanalen zonder daarvoor tol te
betalen, als U dit eens berekent zult U nog veel tekort
komen en die kunnen zij ook niet missen doch wij kunnen
de statie van Boekhoute missen als het er op aankomt
en het is zeker daarvoor dat de gemeenteraad van Boek
houte in den steenweg diepe gleuven heeft laten maken,
die meer op slooten dan op goten- gelijken, teneinde te
zorgen dat de assen der wagens zullen breken. Er schijnen
in Boekhoute nog middeleeuwsche toestanden te heerschen.
Men is'daar met zijn tijd 200 jaren ten achter. Proficiat
de gemeente, met zulk een bestuur aan het hoofd.
Everaert spreekt van eene boete van duizend gulden
die wij in on.' contract hebben bepaald bij eventueel
koopen van mosselbanken bij die gelukkige winners hier-
boven aangehaald.
Zijn Jan Rammeloo van Boekhoute en Theophiel Ram-
meloo van de Boekhoutsche haven daar ook niet bij
Dit zijn toch ook handelaren die altijd hunne mossels
aan de Boekhoutsche haven hebben gelost. Eon bewijs
dus dat de vijandschap nog zoo groot niet is, maar als zij
het kunnen godaan krijgen om mossels in de Boekhoutsche
aanlegplaats te mogen lossen, wij kunnen ze dit niet
kwalijk nemen, wij zullen ze daarvoor niet uitmaken in
de courant zooals U doet.
Maar Everaert, een ander spreekwoord zegt»Twee
honden vechten om een been, een derde loopt er ras mee
been," en dat zal spoedig genoeg blijken als men in Belgie
niet gauw beter uitkijkt ik heb hier boven gezegd dat
het maar om een paar Belgische visschers gaat. Ja en
dat is zoo. 11. Vervack en zijn zoon alsmedeJan Ramme
loo dat zijn Belgische visschers. Doch U en Nicolaas v.
d. Veirre zijn nog niet mans genoeg om mede te tellen.
Voor het eerste jaar een perceel in het Westgat en COO
balen geloste mossels samen en het zijn nog van de
slechtste soort van de Zuiderzee die U gekocht hebt!
Al de andere visschers verdienen bun brood met mossel
zaad halen aan de Belgische havens en stranden en in den
zomer met garnalen visschen en kreukels rapen.
U zegt dat wij de hulp der politie bebben ingeroepen
om die arme visschers te verbieden hunne mossels te lossen,
maar zeg mij eens Everaert waarvoor heeft men te Blanken-
berghe een motorboot laten maken Is dat niet om die
arme visschers van de Boekhoutsche haven na te jagen,
die aan de stranden komen om die onschuldige kleine
mosseltjes af te halen en waar zij niemand kwaad mede
doen? En voor velen is dit zaadhalen hun eenige bron
van inkomsten en voor die menschen bestaat er geen
ander middel van bestaan.
Doch de visschers van de Boekhoutsche haven kunnen
hunne mossels nog altijd te Philippine komen lossen even-
als wij zulks doen en zij zullen daar evengoed als wij
van alle rechten genieten.
En dan zijt gij nog zoo brutaal om te durven zeggen op
onze haven, dat als er een mosselbaas van Philippine op
de Boekhoutsche haven mocht komen, zij er voor zouden
zorgen dat hij bij het terugkeeren er van afgedragen zou
moeten worden. Met andere woorden de mosselbazen van
Philippine loopen kans dat zij een flink pak slaag op-
loopen, indien zij zich op de Boekhoutsche haven durven
vertoonen.
En dat durft gij zeggen, Everaert, terwijl er geen enkele
visscher te Philippine er ook maar een oogenblik aan denkt
een vinger aan U vuil te maken
Wat de internationale Commissie aangaat, hieromtrent
zijn wij volkomen gerust. Wij zijn er vast van overtuigd
dat zij onze belangen zullen verdedigen en van geen toe
geven zullen weten zij moeten de vrije vertaling van ons
roemrijk wapendevies maar voor oogen houden oik houde
wat ik heb" (Je maintiendrai). Zie Gazette van Eecloo van
19 Juni 1910) en niet willen gedoogen dat een ander neemt
wat hem niet toekomt.
Wij van onzen kant hebben niets te vragen aan de
Isabellesluis, doch ik kan Belgie niet genoeg aanraden zoo
spoedig mogelijk te handelen met de uitwatering aan de
Isabellasluis, wil men de 10,000 11.A. vruchtbare gronden
daarachter geen groote schade doen lijden, want een winter
van 4 of 5 weken zware vorst is voldoende om een enorme
schade aan die landerijen toe te brengen. Is bet in
Philippine niet bewezen toen men daar in 1894 om een
kanaal vroeg en wat men ons toen naar het hoofd heeft
geworpen Philippine klaagt en daar bestaat nog geen
nood. Had toen de St. Pieterspolder zijn water niet kunnen
loozen door de oude sluis nabij het Boerenhol, voordat ons
kanaal gemaakt was in 1900, dan zouden die gronden
twee jaar onder water gestaan hebben. Niettegenstaande
dat alles hebben de landerijen toch nog veel geleden.
Dus, Belgie, vergeet Uwen plicht niet om de 2 of 3 mossel-
visschers».van de Boekhoutsche haven te helpen tegenover
de 10,000 II. A. land. Met de schorgronden te bedijken
voor de Isabellasluis besfltan er twee voorname voordeelen
in voor Belgie, 'lste eene verbeterde afwatering en ten
2'tf eene verbeterde verdedigingsdijk die vele honderde
hectaren land voor overstrooming zal vrijwaren, want een
hoogen vloed met een Noorden stormwind, zou daarvoor
voldoende zijn.
Het is toch algemeen bekend, dat de zeedijk voor den
Groote Isabellapolder maar een tragel is, waarop de Neder
landsche Regeering den senateur Thienpondt van Audenaerde
al genoeg gewezen heeft dat hij zijn dijk moet verzwaren
om het dreigende gevaar af te weren.
Doch het voornaamste waarom men het door wil drijven
om het lossen aan de Boekhoutsche haven toe te staan
is wel hierin gelegen, dat men, wanneer het verboden
blijft aan de Boekhoutsche haven te lossen. men in
Philippine moet gaan wonen en dat zij zoodoende de
vergunning verliezen om naar de Belgische havens te
mogen varen voor het af halen van mosselzaad.
Welnu, dat Belgie hun die vergunning toch verleent
als zij verplicht zullen zijn om in Philippine te gaan
wonen, met het afdammen van de Boekhoutsche aanleg
plaats, dat zij dan die visschers hunne vergunning laten
behouden.
Nederland geeft ook aan elke visscher van de Zuiderzee
die hun brood zouden verliezen door het afdammen van
de Zuiderzee, als zij daartoe zouden overgaan, een nieuw
schip om daarmede de Noordzee te kunnen bevaren en
bevisschen.
Hiermede sluit ik mijn schrijven. Ik zal niet meer
antwoorden, hoe of wij ook beleedigd worden, daar wij
in dezen onzen plicht gedaan hebben.
Het is nu aan de hoogere autoriteiten om over onze
belangen te waken en ik geloof wel dat zij in goede
handen zijn.
Mijnheer de Redacteur, hartelijk dank voor Uwe plaats
ruirnte.
Met alle achting,
WI.INEDE FOEI.JAEGER.
Philippine, 30 Juni -1910.