Neemt uw maatregelen bijtijds. Onmiddellijk na de jongste overstrooming er heme, die Parijs zoo vreeselijk teisterde, werd een commissie benoemd, die tot taak had, het beramen van middelen, door weiker toepas- sing rampen als de laatste overstrooming voortaan kunnen worden vermeden. Deze commissie heeft thans haar studie beeindigd en zal dezer dagen een rapport uitbrengen, waarvan de Matin reeds eenige punten weet te publiceeren. Als beslist noodige voorzorgsmaatregelen noemt het rapport het geheele verbouwen van een aantai bruggen over de Seine, in verband met het verbreeden van den kleinen zijarm der Seine bij de Munt, let verdiepen van het Seinebed tusschen Suresnes het verhoogen van een groot aantai ademuren in Parijs en nog andere belangrijke verbetermgen, die te zamen 222 millioen francs zouden eischen en die 7 jaren arbeid zouden vorderen. Dure liefde. Zooals men weet bestaat aan gene zijde van 't Kanaal de wet op den /breach of promise" - (gebroken trouwbelofte), waardoor 'n bruid of bruidegom, die de verloving verbreekt, tot het betalen van 'n aanzienlijke schadevergoeding aan de ,/zitten blijvende" partij kan gedwongen worden. Natuurlijk dat, waar de handige Engelsche misses er al heel dikwijls op uit zijn de gestrengheid dezer wet te haren vooideele te doen nitvallen, de parlementsheeren er zeker, maar langzaam over zijn gaan denken de zaak eens te herzien. 't Tragi-komisch proces dezer dagen te Londen voorgekomen, zal echter den hoogen heeren de wijziging wel doen bespoedigen. //Bij Jack^ Bower, 22 jaar oud, is galant 'n 11 groot handschoenenmagazijn. #Zij mrs. Harris, stevige, eerzame weduwvrouw zomers, die er zeer warmpjes in zat. //Zp kocht handschoenen. Dikwijls. En op n dag, dat zij hem voor de maat haar middel- vingei reikt -neemt hij de heele hand. Dear mis. Harris, 1 love you Wordt de mijne. Ik aan bid u (En uw brandkastHet wonder gebeurt, en de goedige schommel accep- teert den jongen snaak. Maar mrs Harris heeft n zoon, 'n dertigjarig pooteling, die, als hij van de moeder breekt, memgeen z n zaak hoort, in woede ontbrandt, zijn de oogen opent, en de verloving ver- door den bruigom in 'n brief als een schandelijken bruidsschat-jagerte//ontmaskeren t Engagement was af, maar Jackie ook niet dom, dacht vwet is wet", ging naar den rechter en klaagde zijn inmiddels 55 jaar geworden bruid van breach of promise aan. Met het gevolg, ^dat mrs Harris aan den geslepen be- diende 3000 gulden schadevergoeding betalen moest. De //liefde" kost soms heele spaarbankboekje. De vrouwen te Krems, een stadje aan den Donau, niet ver van Weenen, hebben den boycot uitgesproken over de slagers daar ter plaatse, die de vleeschprjjzen hadden verhoogd. Daar aan wordt kras de hand gehouden. Een deel der bevolking leeft, noodgedwongen, vegetarisch, anderen, die zich niet aan het vegetarisme onderwerpen willen, halen hun vleesch uit Weenen De //Duitschland", het eerste passagiers- luchtschip, is verongelukt, dat is het groote nieuws. Dinsdagmorgen om half negen is de ,/L. Z. VII", anders gezegd de //Duitschland", te Dus- seldorp opgestegen met een twintigtal persver- tegenwoordigers. Het plan was, een tochtje van een paar uur te doen. Maar 't liep anders af De hevige zuidwestelijke wind deed het lucht- schip ver uit den koers slaan, zoodat het. in noordoostelijke richting voortgejaagd, tegen 6 uur 's avonds nabij Osnabruck te land kwam. 't Was een formeele stranding. Op een hoogte van 1500 meters weigerde het stuurtoestel. Een gevaarlijk oogenblik. De zuidwesterstorm drukte het gevaarte met groote kracht naar beneden, waar het prachtige luchtschip in de boomen van het Teutoburgerwoud terechtkwam, Het aehterste gedeelte werd door boomen vernieldhet passagiersschuitje werd door een denneboom doorboord. Er is niemand ernstig bij gewond. Het schip heeft ernstige schade geleden de onderste sehroeven schijnen een breuk te hebben veroorzaakt, zoodat er uitgebreide herstellingen noodig zijn. Militairen zijn tot hulpverleening aangekomen. Gemeld werd dat de //Duitschland" op 15 Juli een tochtje naar Nederland zou maken, en via Arnhem naar Amsterdam zou varen. Het jongste ongeluk zal de reis nu wel doen uitstellen. De verslaggever van de Koln. Ztg. vertelt omtrent het gebeurde Na het hoopvol bestaan van een week is de Duitschland te gronde gegaan en ligt als een wrak tusschen de boomen in het Teutoburger woud. 't Is een zware slag voor den ouden luchtgraaf, voor de luchtvaartmaatschappij, voor ons alien Na den Ounrtocht van Friedrichs- hafen naar Dusseldorp, werd nog een korte geslaagde tocht gemaakt, maar storm en regen bleken nog sterker te zijn dan't sterkste iucht- van zijn derden tocht den sterken wind in, niet van zijn plaats. De benzine raakte op. Men was nu negen uur in de lucht geweest, in plaats van drie. Een oogenblik later begroef het schip zich in een regenwolk. Een dikke nevel belette het uitzicht. Dat duurde een half uur. Toeu ineens hielden de sehroeven op te draaien. De benzine was op. Wat nu gebeurde was het werk van nauwe- lijks een kwartier. Een geweldige wolkbreuk trof het schip en een razende windvlaag dreef den ballon in een melkwitten nevel 1252 meters hoog. Het was zoo koud geworden, dat men met overjassen aan rilde. Men zag niets dan den witten nevel en hoorde slechts den storm- wind loeien. Een wervelwind dreef het schip in een wijdeu boog rond. Zelfs de zenuw-sterksten der pas- sagiers hielden den adem in De ballon luisterde niet meer naar zijn stuur, maar was een willooze prooi der elementen. Opeens scheurden de wolken vaneen nieuwe schrik want vlak voor onzen ballon doemden de hoogten op van het Teutoburgerwoud. Alle ballast werd uit geworpen om het schip, dat door gasverlies en regen snel daalde, weer te doen stijgen. ankertros en^een zak met werktuig- werd overboord geworpen. Onver- zonk de ballon en een ontzettend Voor mij in den kajuitsbodem dennestam door en takken ver- door den Zelfs een materiaal biddelijk gekraak volgde. een spitse drong nielden de zijwanden. Een onaangename positie Zoo zaten totaal 30 menschen, tusschen hemel en aarde. De moeilijkheid was bijlen en zagen te verkrijgen om de boomen rondom te vellen Intusschen mochten de passagiers kalm in de kajuit blijven om als ballast te dienen. Enkelen klommen langs een touwladder of langs de boomen op den grond, om het sensationeele nieuws de wereld in te zenden. Er waren ver- tegenwoordigers van de Duitsche, Engelsche en Amerikaansche pers aan boord. Uit Osnabruk meldt men aan de //Frankf. Ztg. dat het wrak van de //Duitschland" veel overeenkomst vertoont met dat van de bij Weilburg verongelukte Zeppelin. De averij is zoo zwaar, dat men van een vernieling van de //Duitschland" kan spreken. De toestellen en motoren zijn onbeschadigd. Het luchtschip moet onttakeld worden. Men zal het te Friedrichshafen herstellen. Men hoopt van het luchtschip voor 180,000 gulden aan materiaal te redden. Het geraamte is uit elkaar genomen. Het opruimingswerk zou Woensdagavond afgeloopeu zijn. Men had vele handen aan 't werk gezet en gisteren geen spoor van het luchtschip meer te zien zijn, De oorzaak van de ramp wordt algemeen toegeschreven aan den storm, die ook voor deze //Zeppelin" noodlottig werd. Het weerkundig instituut te Aken had storm voorspeld. Waarom ging het luchtschip dan uit, waar het al dagen lang op beter weer wachtte. Op zijn reis van Friederichshafen naar Dusseldorp bewees het schip een windsterkte van 15 meters in de se conde te kunnen overwinnen. Maar nu heerschte een storm van 20 meters per seconde zulk een weer moet't sterkste luchtschip onder- gaan. btuurtoestellen helpen dan niet meer, en de ballon wordt slechts een speelbal van de windvlagen. De leider van den noodlottigen tocht was de hoofdingenieur Durr, Zeppelin's rechterhand. In sneeuw en regen stond hij trouw op post en ook toen de ballon met de spits vooruit ter aarde zonk, veriiet zijn kalmte hem niet. Hij verklaarde, dat de tocht de ergste was, dien hij meemaakte. //Maar", voegde hij er bij, //wij kunnen er uit leeren hoe wij de buien er onder zullen krijgen en let eens op, over acht weken kunnen wij weer varen." Als luchtschipper moet dosis optimisme kunnen beschikken 1 Woensdagavond bracht Zeppelin, die zich naar Osnabruck had begeven, een bezoek aan de onheilsplek bij Wellendorf. Daarop vertrok Zeppelin naar Berlijn. De //Duitschland" werd op waarde geschat. men over een goede 130,000 gulden IHEZONDEN STUKKB N. schip, tweeen dat aan brak. 't slot Negen uren heeft storm uitgehouden. Het schip daoste de ballon het tegen den en wiegelde tegen den wind op, maar een tijd lang kwam het tegen Mijnheer de Redacteur! Het komt dikwijls voor, dat menschen aan nier- of Uaaskwalen lijdende zijn, zonder dat zij eenig vermoeden hebben van de oorzaak van hun kwaal. De verschijnselen loopen dan ook zeer uiteen en dat zij zich niet op dezelfde wijze voordoen dient te worden toegeschreven aan de verschillende liehaamsgesteldheden hij verschil lende menschen. Doordat de nieren hun plicht niet behoorlijk vervullen, gaat gij lijden aan pijn in den rug, of de zijden, gij krijgt last van pijn in de ge- wrichten en spieren en vooral bij guur en vochtig weer gevoelt gij u rheumatisch. De urine laat een bezinksel achter en komt pijnlijk, soms bij zeer groot of bij zeer kleine hoeveelheden, en met een scherpe, onaangename reuk. 's Morgens gevoelt gij u dikwijls te ellendig om op te staan en gij krijgt blazen onder de oogen, opgezwol- len handen of enkels. Wanneer zich verschijnselen als de boven- staande vertoonen, is dit een bewijs, dat de nieren te kort schieten in hun plicht om de onzuiverhederi uit het b'loed te filtreeren. Ver- waarloozing dezer verschijnselen leidt tot gevaar- lijke ziekten als chronische rheumatiek, steen, ontsteking van de blaas en urinekanalen, hart- zwakte, enz. Begint daarom zoo spoedig mogelijk lieden nog met het gebruik der echte Foster's Ilugpijn Nieren Pillen, het grootscbe nieren- en blaasgeneesmiddel, dat de nieren hun verloren kracht weergeeft. Zij maken deze organen weer geschikt voor hun omvangrijk werk om het blood te zuiveren. Let er op, dat de handteekening van James Foster op de doos voorkomt ten bewijze, dat gij de echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen krijgt. Zij zijn te Ter Neuzen verkrijgbaar bij den heer A. van OvevbeekeLeunis, Westkolkstraat. Toezending geschiedt franco na ontvanst van postwissel a 1,75 voor een, of 10,— voor zes doozen. in Belcefd verzoek ik U eenige plaatsruimte in Uw blad voor tint onderstaande, waarvoor ik U bij voorbaat hartelijk dank zeg. In de nummers van 8 en 16 Juni van het socialistisclie Orgaan »De Vooruit", komen een tweetal artikelen voor betrelTende het lossen van mosselen aan de Boekhoutsche havendaar er vele onwaarheden in voorkomen, had ik het stellige voornemen om daarop niet in te gaan en evemnin op een schrijven van Petrus Everaert uit Boek- houte (haven). Doch daar het schrijven van Everaert nu eenmaal in de Gazette van Eecloo opgenomen is, zie no. 2225 van 12 Juni, acht ik het mijn plicht daar wel op te antwoorden, omdat men hier den schijn aanneemt om ons goed recht te betwisten en dien schijn verdedigt met seheldwoorden en laagheden. Mijnheer de Redacteur, het zal U wel bekend zijn, dat er in 1839 een verdrag is gesloten tusschen Nederland en Belgie, Reglement ter uitvoering van artikel 9 van het tractaat tusschen Nederland en Belgie van 19 April '1839, betreffende de uitoefening van het recht der visscherij en van den vischhandel. In artikel 2 van bovengenoemd Reglement wordt er gesproken van geen visscherijen te verpachten artikel 3 zegt dat het lot zal moeten heslissen, dus de mosselbanken zullen moeten verloot worden zooals het nu alle 5 plaats heeft. Dat verloten nu is eene groote onbillijkheid tegenover de gehruikers van die perceelen, daar elke persoon die maar een zeilvaartuig of roeiboot kan aanwijzen op het oogenblik dat die verloting zal plaats hebben kan medeloten. aange- jaren Ilieruit blijkt dus ten duidelijkste dat men volstrekt geen visscher behoeft te zijn. Onnoodig nog verder uit te weiden over de groote onbillijkheid in deze. Wanneer nu een visscher een dergelijk verloot perceel met kan missen, dan moet hij dat koopen van den ge- lukkigen winner van zulk een perceel en dat de verkooper een zoo hoog mogelijken prijs tracht te bedingen behoeft ons niets te verwonderen door de groote concurrentie zoowel door Belgen als door Nederlanders. Om diereden dan ook hebben 21 visscbers een request geteekend en verzonden den 22 Februari 1905 aan de Tweede Kamer (niet alleen door groote maar ook door kleine mossel- bazen geteekend) om die verloting te veranderen en de mosselperceelen te verpachten. In 1910 en hierop is ten antwoord gekomen van Zijne Excellentie den heer Minister van Financien aan de leden van de Tweede Kamer, dat dit verzoek niet kon worden toegestaan doordien er rekening gehouden moet wordeD met Belgie, dat dit land niet wilde toegeven in deze. Mijnheer de Redacteur zooals U ziet geeft Belgie op grond van het tractaat niet toe. En daarom vraag ik. waarom zouden wij nu onze rechten moeten prijsgeven bij bovenvermeld tractaat bedongen. En wanneer wij daar geen recht op hadden, waarom heeft de Belgische Regeering dan moeten vragen om garnalen, kreukels en steurkrabben te mogen lossen aan de Boekhoutsche haven. Everaert beweert dat Belgie 12 tot 14 millioen van Holland afhaalt, dit is geen kleinigheid uit zulk een klein landje als Holland is, Belgie mag er wel fier op zijn. dat wij hun dat kunnen leveren, want hoeveel Belgische onderdanen verdienen zoodoende hun brood niet, kan Holland en vooral wij visschers Belgie niet missen, Belgie kan Holland ook niet missen; Everaert moet in dete de verschillende statistieken maar eens nazien. Verder be weert Everaert nog dat er geen enkele visschersplaats bestaat waar de visschers hunne producten niet mogen lossen in Holland, dat het enkel maar aan de Boekhoutsche haven zou zijn waar dat recht ontnomen wordt door de schraapzucht der Philippinsche mosselbazen. t Zeker Everaert mogen de Hollandsche visschers in de Nederlandsche havens hunnen visch aan wal brengen en ter markt sturen, maar dan zijn het havens met losplaatsen, daartoe aangewezen, maar tegenovergesteld is het be- ruchte Boekhoute-haventje, liggende op Nederlandsch grondgebied enkel voor de Belgen een ligplaats maar geen haven of losplaats. En zegt bovengenoemd verdrag niet duidelijk in artikel 21 het is aan schippers of bestuurders der visschers- vaartuigen verboden om behalve in geval zij zich werkelijk in nood bevinden aan wal te komen of aan de kusten of oevers van den stroom hun vaartuig vast te leggen, elders dan aan die plaatsen of in die havens welke daartoe door de respectievelijke gouvernementen zullen worden wezen op boete van tien gulden. Deze bepaling geldt niet alleen voor de Belgische visschers maar ook door geheel Nederland aan alle oevers en kusten, kunt U een bewijs leveren, dat het haventje aangewezen is als losplaats? Neen niet waar en komt het U dan zoo vreemd voor dat de visschers van Philippine de hulp van den Gemeente- raad ingeroepen hebben om de Belgische visschers op hunne plichten te wijzen en dat de htilp der politie is ingeroepen, ons niet, en wel omdat wij volkomen op de hoogte zijn van de brutaliteit van enkele personen, en wij toch zelf de wacht niet kunnen gaan houden aan de Boekhoutsche haven, dank dan ook aan de autoriteiten die het nu eens goed hebben begrepen, welk een toekomst Philippine toegemoet gaat, als aan het lossen van mosselen aan de Boekhoutsche haven geen paal en perk gesteld wordt, ook dank aan de politie die op hun post zijn. Everaert beweert dat er bij ons een worm knaagt, namelijk de mossels van de Zuiderzee, doch neen het is juist tegenovergesteld met U het geval, gij hebtUwschoon mosselzaad verkocht en in plaats daarvoor Zuiderzeesche mossels gezaaid op Uw perceel no. 54, Westgat groep Braakman, en nu dat U met dat soort alleen naar Philip pine moet komen, kunt U ze niet g6makkelijk van de hand doenU kunt zeker toch niet ontkennen, dat ik op zijn minst genomen, verleden jaar van de Boekhoutsche visschers voor ruim 8000 francs kleine mossels heb ge- kocht en mijne Collega's en het is tegen dat soort mossels waartegen U niet kunt concnrreeren, maar laat ze nog maar wat staan, ze worden ook vet, als U maar kunt wachten, wij doen dat ook en toen vroeger voor 25 jaren er geen Zuiderzeesche mossels waren, was er dan ook geen verschil in kwaliieit? Dus die worm knaagt niet aan ons maar aan U zelf Everaert. U zegt ook dat U het brood van onze Hollandsche visschers niet wilt, dat U dat niet noodig hebt. Ei Everaert, noemt U zich ook al een Belg Gij die een Hollander zijt, die nog maar enkele maanden in Belgie woont. Maar Everaert wat is toch de reden dat U al Uw mosselbanken in de Ooster- en Westerschelde verkocht hebt en naar Belgie zijt gaan wonen? is dat soms oindat U geen concent kondet krijgen om mosselzaad te kunnen halen aan de Belgische havens en waar de Boekhoutsche visschers zeer gemakkelijk hun brood verdienen van October tot Maart. Dit kondet gij nu niet verdragen, dus daarom bent U Belg geworden. U zegt ook Everaert, dat wanneer het voor los- en laadgeld is, dat U dit hebt willen betalen, doch neen, dit hebben wij van U niet noodig, met de hulp van onze regeering. Wij hebben nu van de regeering eene toezegging kregen, dat hetgeen wij tekort zouden komen op onze haven, wij dat van haar in den vorm eener subsidie terug krijgen, dus daar gaat het niet om maar het is voor ons recht dat wij opkomen en dat eischen wij ook voor de belangen van Philippine in het algemeen en de Neder landsche regeering kan zoo een gemeente van 1200 zielen niet opffei en voor een paar Belgische visschers. U spreekt ook nog van onzen tol, doch daarover zullen wij maar liever zwijgen omdat wij alien den steenweg ge- bruiken. Everaert moet eens denken aan de klok en de klepel. Immers de Belgische handel en scheepvaart ge- bruiken onze havens en kanalen zonder daarvoor tol te betalen, als U dit eens berekent zult U nog veel tekort komen en die kunnen zij ook niet missen doch wij kunnen de statie van Boekhoute missen als het er op aankomt en het is zeker daarvoor dat de gemeenteraad van Boek houte in den steenweg diepe gleuven heeft laten maken, die meer op slooten dan op goten- gelijken, teneinde te zorgen dat de assen der wagens zullen breken. Er schijnen in Boekhoute nog middeleeuwsche toestanden te heerschen. Men is'daar met zijn tijd 200 jaren ten achter. Proficiat de gemeente, met zulk een bestuur aan het hoofd. Everaert spreekt van eene boete van duizend gulden die wij in on.' contract hebben bepaald bij eventueel koopen van mosselbanken bij die gelukkige winners hier- boven aangehaald. Zijn Jan Rammeloo van Boekhoute en Theophiel Ram- meloo van de Boekhoutsche haven daar ook niet bij Dit zijn toch ook handelaren die altijd hunne mossels aan de Boekhoutsche haven hebben gelost. Eon bewijs dus dat de vijandschap nog zoo groot niet is, maar als zij het kunnen godaan krijgen om mossels in de Boekhoutsche aanlegplaats te mogen lossen, wij kunnen ze dit niet kwalijk nemen, wij zullen ze daarvoor niet uitmaken in de courant zooals U doet. Maar Everaert, een ander spreekwoord zegt»Twee honden vechten om een been, een derde loopt er ras mee been," en dat zal spoedig genoeg blijken als men in Belgie niet gauw beter uitkijkt ik heb hier boven gezegd dat het maar om een paar Belgische visschers gaat. Ja en dat is zoo. 11. Vervack en zijn zoon alsmedeJan Ramme loo dat zijn Belgische visschers. Doch U en Nicolaas v. d. Veirre zijn nog niet mans genoeg om mede te tellen. Voor het eerste jaar een perceel in het Westgat en COO balen geloste mossels samen en het zijn nog van de slechtste soort van de Zuiderzee die U gekocht hebt! Al de andere visschers verdienen bun brood met mossel zaad halen aan de Belgische havens en stranden en in den zomer met garnalen visschen en kreukels rapen. U zegt dat wij de hulp der politie bebben ingeroepen om die arme visschers te verbieden hunne mossels te lossen, maar zeg mij eens Everaert waarvoor heeft men te Blanken- berghe een motorboot laten maken Is dat niet om die arme visschers van de Boekhoutsche haven na te jagen, die aan de stranden komen om die onschuldige kleine mosseltjes af te halen en waar zij niemand kwaad mede doen? En voor velen is dit zaadhalen hun eenige bron van inkomsten en voor die menschen bestaat er geen ander middel van bestaan. Doch de visschers van de Boekhoutsche haven kunnen hunne mossels nog altijd te Philippine komen lossen even- als wij zulks doen en zij zullen daar evengoed als wij van alle rechten genieten. En dan zijt gij nog zoo brutaal om te durven zeggen op onze haven, dat als er een mosselbaas van Philippine op de Boekhoutsche haven mocht komen, zij er voor zouden zorgen dat hij bij het terugkeeren er van afgedragen zou moeten worden. Met andere woorden de mosselbazen van Philippine loopen kans dat zij een flink pak slaag op- loopen, indien zij zich op de Boekhoutsche haven durven vertoonen. En dat durft gij zeggen, Everaert, terwijl er geen enkele visscher te Philippine er ook maar een oogenblik aan denkt een vinger aan U vuil te maken Wat de internationale Commissie aangaat, hieromtrent zijn wij volkomen gerust. Wij zijn er vast van overtuigd dat zij onze belangen zullen verdedigen en van geen toe geven zullen weten zij moeten de vrije vertaling van ons roemrijk wapendevies maar voor oogen houden oik houde wat ik heb" (Je maintiendrai). Zie Gazette van Eecloo van 19 Juni 1910) en niet willen gedoogen dat een ander neemt wat hem niet toekomt. Wij van onzen kant hebben niets te vragen aan de Isabellesluis, doch ik kan Belgie niet genoeg aanraden zoo spoedig mogelijk te handelen met de uitwatering aan de Isabellasluis, wil men de 10,000 11.A. vruchtbare gronden daarachter geen groote schade doen lijden, want een winter van 4 of 5 weken zware vorst is voldoende om een enorme schade aan die landerijen toe te brengen. Is bet in Philippine niet bewezen toen men daar in 1894 om een kanaal vroeg en wat men ons toen naar het hoofd heeft geworpen Philippine klaagt en daar bestaat nog geen nood. Had toen de St. Pieterspolder zijn water niet kunnen loozen door de oude sluis nabij het Boerenhol, voordat ons kanaal gemaakt was in 1900, dan zouden die gronden twee jaar onder water gestaan hebben. Niettegenstaande dat alles hebben de landerijen toch nog veel geleden. Dus, Belgie, vergeet Uwen plicht niet om de 2 of 3 mossel- visschers».van de Boekhoutsche haven te helpen tegenover de 10,000 II. A. land. Met de schorgronden te bedijken voor de Isabellasluis besfltan er twee voorname voordeelen in voor Belgie, 'lste eene verbeterde afwatering en ten 2'tf eene verbeterde verdedigingsdijk die vele honderde hectaren land voor overstrooming zal vrijwaren, want een hoogen vloed met een Noorden stormwind, zou daarvoor voldoende zijn. Het is toch algemeen bekend, dat de zeedijk voor den Groote Isabellapolder maar een tragel is, waarop de Neder landsche Regeering den senateur Thienpondt van Audenaerde al genoeg gewezen heeft dat hij zijn dijk moet verzwaren om het dreigende gevaar af te weren. Doch het voornaamste waarom men het door wil drijven om het lossen aan de Boekhoutsche haven toe te staan is wel hierin gelegen, dat men, wanneer het verboden blijft aan de Boekhoutsche haven te lossen. men in Philippine moet gaan wonen en dat zij zoodoende de vergunning verliezen om naar de Belgische havens te mogen varen voor het af halen van mosselzaad. Welnu, dat Belgie hun die vergunning toch verleent als zij verplicht zullen zijn om in Philippine te gaan wonen, met het afdammen van de Boekhoutsche aanleg plaats, dat zij dan die visschers hunne vergunning laten behouden. Nederland geeft ook aan elke visscher van de Zuiderzee die hun brood zouden verliezen door het afdammen van de Zuiderzee, als zij daartoe zouden overgaan, een nieuw schip om daarmede de Noordzee te kunnen bevaren en bevisschen. Hiermede sluit ik mijn schrijven. Ik zal niet meer antwoorden, hoe of wij ook beleedigd worden, daar wij in dezen onzen plicht gedaan hebben. Het is nu aan de hoogere autoriteiten om over onze belangen te waken en ik geloof wel dat zij in goede handen zijn. Mijnheer de Redacteur, hartelijk dank voor Uwe plaats ruirnte. Met alle achting, WI.INEDE FOEI.JAEGER. Philippine, 30 Juni -1910.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1910 | | pagina 2