Tgt Hsuzsnschs Courant
Dinsdag 26 April 1910. No. 5447.
twbedb blad.
Gemengde berichten.
TER NEUZEN, 25 April 1910.
De stand van het nationaal biljartcon-
cours dat in de Kegelbaan van de societeit De
Vergenoeging" te Middelburg wordt gehouden,
is thans op Baan A., korpswedstrijd, hoogst I
aantal punten 121. Dit werd behaald door
een korps uit Breda. Het laagste is 88 punten. I
Het hoofdbestuur der schippersvereeniging
//Schuttevaer" heett advies uitgebracht op een
schrijven van de inspecteurs-generaal van den
rijkswaterstaat in de lste en 2de inspectie, om-
trent het door het zeemanscollege ,/De Groninger
Eendracht" tot den Minister van Waterstaat
gericht verzoek tot invoering van zijdelichten voor
de binnenvaart op de Zuiderzee, de Zeeuwscbe-
en Zuid-Hollandsche stroomen en den Nieuwen
Waterweg. Te voren is het gevoelen der afdee-
lingen gevraagd 22 meenden zich in dezen van
het geven van advies te moeten outhouden, 14
verklaarden zich voor invoering van zijdelichten,
een daarvan achtte deze lichten zelfs noodzakelijk,
11 wenschten het toplicht te behouden en
brachten bezwaren tegen zijdelichten in. 1 vond
het toplicht voldoende, doch achtte zijdelichten
beter, terwijl een andere het toplicht onvoldoende
achtte, doch zich verder van het geven van
advies onthield.
Uit deze adviezen blijkt, dat de aideelingen
in het Noorden des lands, dat zijn de schippers,
die speciaal de Zuiderzee bevaren, de invoering
van zijdelichten wenschen, terwijl daarentegen
alle voorstanders van het toplicht de besturen
van de zuidelijke afdeelingen zijn of wel schippers,
die speciaal de Zeeuwsche en Zuid-Hollandsche
stroomen bevaren. Geconcludeerd wordt, dat
de noordelijke schippers, waaronder reeds velen
zijn, die, zonder daartoe door de wet te worden
verplicht, zijdelichten in gebruik hebben genomen,
proefondervindelijk overtuigd zijn geworden, dat
zijdelichten (rood en groen) op breede wateren
te verkiezen zijn boven het toplicht. Van de
zuidelijke schippers evenwel mag verondersteld
worden, dat zij, de zijdelichten nog niet in ge
bruik genomen hebbende en dus de goede diensten
daarvan niet voldoende kennende, nog aan het
toplicht de voorkeur blijven geven, waarschijnlijk
mede omdat de invoering van zijdelichten ook
kosten voor de schippers medebrengt.
Ofsehoon het hoofdbestuur overtuigd is, dat,
waar de schippers, die uit de practijk de zijde
lichten kennen, ze daarom aanbevelen, waar ook op
de Elbe en Weser, riviereu, die eenigermate ge-
lijkgesteld mogen worden met de Zeeuwsche
stroomen, de zijdelichten verplicht zijn en het
gebruik uitstekend voldoet, die lichten zoowel
voor de Zuiderzee als voor de Zeeuwsche en
Zuid-Hollandsche stroomen, met uitsluiting van
den engeren Nieuwen Rotterdamschen Waterweg,
behooren te worden voorgeschreven, adviseert
het niettemin voor de Zeeuwsche en Zuid-Hol
landsche stroomen en den Nieuwen Rotterdam
schen Waterweg voorloopig, om een storm van
de zijde van gemelde schippers te voorkomen,
het toplicht te blijven toelaten, doch voor de
vaart op de Zuiderzee het voeren van zijde
lichten gebiedend voor te schrijven, een en ander
echter met dien verstande, dat gesleept wordende
schepen, ook op de Zuiderzee, het toplicht
(zonder zijdelichten) blijven voeren. Dit laatste
voorbehoud is gegrond op het feit, dat daardoor
gesleepte en zeilende schepen van elkander zijn
te onderscheiden, terwijl door de lijn der top-
lichten van de schepen van een sleeptrein, welke
sleeptrein kenbaar is aan de bijzondere (voorge
schreven) lichten der sleepboot, de richting, in
welke die sleeptrein zich beweegt, voldoende
wordt aangewezen.
Zaamslag, 25 April. Door den Rijksveld-
wachter te Capellebrug, gemeente Clinge is een
der rijwielen welke het vorige jaar by den
landbouwer De Nijs te Ter Neuzen werden ont-
vreemd, opgespoord en in beslag genomen,
terwijl het door den eigenaar als het zyne is
herkend.
Koewaclit. Zondagnamiddag werd ten huize
van den heer A. van Hove de zesde jaarlijksche
algemeene vergadering gehouden van de Goopera-
tieve Boerenleenbank alhier. Bijna al de leden
waren tegenwoordig. De secretaris bracht een
uitvoerig°verslag uit van de werkzaamheden der
Bank in het dienstjaar 1909. Uit dat verslag
bleek, dat op 1 Januari 1910 aan spaargelden
was gedeponeerd f 51965,57, aan voorschotten
was verstrekt 33548,39, bij de Centrale Bank
was geplaatst 12184,70, bij de leden inloopende
rekening f 4385 terwijl in kas was f 2081,29.
In 1909 werd een winst behaald van 216,68.
Daardoor steeg het reservefonds tot 474,51.
Daarna werd aangeboden de rekening en balans
over 1909. Door een commissie van 3 leden
werd de rekening onderzocht en daarna goed-
gekeurd. Tot kassier werd herbenoemd de heer
A. Geerards, tot leden van het bestuur de heeren
E. L. Plasschaert en H. Bonte en tot lid van
den Raad van Toezicht de heer J. de Blieck.
Door B. en W. dezer gemeente is bepaald,
dat de verkiezing voor een lid van den Raad
(het stellen van candidaten) ter voorziening in
de vacature ontstaan door het overlijden van
den heer G. de Blieck zal geschieden op 9 Mei.
De stemming zal plaats hebben op 19 Mei en
herstemming zoo noodig op 31 Mei a. s.
rechtszaken.
Door de arrondissements-rechtbank te
Middelburg is naar de tereehtzitting verwezen
de zaak tegen H. A. v. D., notaris en uitgever
van //de Volkswil" te Hulst als beklaagd van
smaadschrift. Deze zaak betreft het artikel
waardoor zekere CI. Dieleman zich beleedigd
achtte.
Door de bovengenoemde rechtbank is
rechtsingang verleend met last tot instructie
tegen P. C., oud 31 j., rijwielhersteller, geboren
en wonende te St. Jansteen, verdaeht van
rij wieldiefstal.
Het stoomschip //Sommelsdijk" der N. A. S.
is totaal uitgebrand en geheel verloren. Het
was verzekerd voor 750,000, meerendeels in
Londen. Nimmer heeft te Rotterdam zulk een
scheepsbrand gewoed.
Eenige jongens speelden op de spoorbrug
te IJmuiden. Het jongetje Van K. werd
van de brug geduwd en kwam daarby te vallen
met de tong tusschen de tanden, waardoor dit
lichaamsdeel zoo goed als geheel afgebeten werd.
In zeer treurigen toestand is de jongen naar
den dokter gedragen.
Vreemde reis-manie. Verleden Zaterdag
is uit Rotterdam vertrokken een gezelschap
Engelschen, tellende 18 personen. Deze toeristen
reizen met een karavaan bestaande uit paarden,
woon- en bagagewagen en rijwielen. Feitelijk
is het een proef om op deze wijze door Holland
te reizen en verder door Duitschland en Tyrol.
In de steden wordt zelden overnacht, doch
meestal in kampementen tusschen de dorpen
Bij vertrek had de karavaan veel bekijks.
Te Roermond geraakte Zaterdag de schrijn-
werker E. onder een omvallende muur. Hij
werd in- en uitwendig zoo zwaar gekneusd, dat
hij eenige oogenblikken later aan de gevolgen
overleed.
Zaterdagmorgen omstreeks half elf had
op de Nieuwe Haven te Middelburg een ernstig
ongeluk plaats.
Zekere R. uit Oostkapelle vervoerde met een
wagen steen, terwijl zijn zoon met een anderen
wagen volgde.
Door het voorbijkomen van een automobiel,
schrokken de paarden van den eersten wagen
en sloegen op hoi, waardoor de wagen tegen
een boom aanreed. Om te voorkomen dat deze
in het water zou geraken, sprong de man van
den wagen en trachtte de paarden tegen te
houden. Hij kwam daarbij te vallen en kreeg
een ernstige, bloedende verwonding aan het hoofd.
De zoon, die ter hulp snelde, geraakte onder
den wagen en kreeg deze over zijn rechter
onderbeen, waardoor dit lichaamsdeel gebroken
werd. Bovendien bekwam hij nog een wonde
aan het hoofd.
De wagen zelf werd met zulk een kracht tegen
het ijzeren hek van de school aldaar geworpen
dat dit geheel afgekraakt werd.
Door de goede zorgen van de doctoren Kinder-
mann en Scbouten, die spoedig ter plaatse waren,
werd de zoon per rijwiel-brancard naar het
ziekenhuis overgebracht, terwijl de vader zich
te voet naar een nabijwonend familielid begaf.
De paarden, die er wonder genoeg goed zijn
afgekomen, werden bij een stalhouder onder-
gebracht.
Het ongeluk veroorzaakte natuurlijk heel wat
opschudding.
Krasse maatregel. Toen dezer dagen
de dorpsjeugd eener Westlandsche gemeente
zich des morgens voor schooltijd nog eenige
oogenblikken al dartelend en heen en weer
rennende te goed deed aan de stralen der lente-
zon, werd eensklaps haar aandacht afgeleid naar
een voor het raam van een winkel in koloniale
waren op het dorpsplein verschijnend plakkaat
met den volgenden inhoud, waarvan, met dejeugd,
ook de groote menschen aandachtig gingeu ken-
nis nemen
Mijne Heere Concurrente
Daar ik mij verplicht uw bekend te maken
de vrouw van wonende wijkn°
aangaande de wanbetaling. Ze heeft mij in
enkele weken voor het bedrag van twintig gulden
vijf cent zegge 20,05 afgezet. Zoo ik haar
billijke condietien heeft voorgesteld, maar de
Juffe met haar brutale bek en onbeschoftheid
is niet te herstellen in een beschaafde toestand.
Zegt het voort. (Volgt handteekening.)
(Resb.)
Verleden Vrijdag is in de haven van Koere
een Japansche onderzeesche boot gezonken.
j Alle opvarenden zijn bij die ramp om het leven
gekomen. Maar wat bij het lichten der boot
is aan het licht gekomen, is van roerende held-
haftigheid. De ongelukkigen in de gezonken
boot zjjn n.l. niet direct omgekomen, maar
hebben nog geruimen tijd geleefd in het voile
besef van het lotden dood door langzame ver-
stikking, dat hun te wachten stond.
De gezagvoerder van de boot heeft een rap
port achtergelaten, waarin hij het volgende
schreef Met innige smart schrijf ik dit ver
slag om den door mijn schuld veroorzaakten
ondergang te melden van dit schip, van mijn
kameraden, de officieren en van de verdere be-
manning. Ik wensch er voor alles met nadruk
op te wijzen dat alle maatregelen genomen zijn
om het schip weer naar de oppervlakte te doen
stijgen mijn kameraden en de bemanninghebben
tot het einde toe ernstig en kalm gewerkt.
Ik had bevel gegeven om het vaartuig in zijn
vaart te laten duiken en toen ik had opge-
merkt, dat dit te snel geschiedde, trachtte ik
de schotten te sluiten, waardoor het water bij
de duikbeweging binnenstroomt. Ongelukkiger-
wijze is de ketting, die de beweging dezer
schotten regelt, plotseling gebroken, zoodat het
mij onmogelijk is geweest de vaart van de boot
vast te stellen. Middelerwijl waren de reservoirs
geheel volgeloopen en het vaartuig begon te
zinken onder een hoek van ongeveer vijf-en-
twintig graden. Toen wij den bodem raakten
begon het water rond ons te stijgen. Het
electrische licht ging uit, er begonnen zich
giftige gassen te verspreiden en de ademhaling
werd moeilijk. Niettegenstaande deze hachelijke
omstandigheden hebben we gedaan wat wekonden
om het grootste reservoir leeg te maken. Ik
denk wel, dat we er in geslaagd zijn hoewel
we den waterstand niet meer konden aflezen.
Daar de electrische stroom geheel verbroken
was, was onze eenige en laatste hoop om naar
de oppervlakte te kunnen stijgen gevestigd op
het leegmaken van al de reservoirs. Ik schrijf
in halfduister, daar het licht uit de lantaarn
komt. Elf uur 45 minuten 's ochtends.
Ik verzoek Zijne Majesteit met aandrang mij
te willen vergeven en de gezinnen van mijn
kameraden en van al de mannen, die in dit
vaartuig, dat voiloopt, omkomen, te willen steu-
nen. Dit is mijn eenige wensch. Twaalf uur
30 minuten. Slechts met de grootste moeite
kan ik ademhalen, hoewel ik zeker weet, dat
we al de gazoline uit de reservoirs verwijderd
hebben.Ik kan niet voortgaan. Twaalf uur 40.
Gedurende de zitting van de correctioneele
rechtbank te Parijs heeft een beklaagde, die
zooeven tot 4 maanden gevangenisstraf veroor-
deeld was, met een revolver 4 schoten gelost
op Mr. Elori, den president der rechtbank, ge-
lukkig zonder dezen te treffen. De dader, die
terstond door de garden overmeesterd werd en
naar de gevangenis gebracht is een 26jarige
Savoyaard, Pierre Josserand genaamd, wagen-
rnaker van beroep. Hij is zonder vaste woon-
plaats en staat bekend als een gevaarlijke rnis-
dadiger, die reeds zevenmaal is veroordeeld
wegens diefstal, vechten en het toebrengen van
verwondingen. Terstond na zijn daad werd een
instructie tegen hem geopend en aan den rechter
van instructie zeide hij, dat hij op Mr. Flori
had geschoten om zich op dezen te wreken,
wegens de 3 jaren gevangenisstraf, waartoe hij
hem de vorige maal veroordeeld had. Josserand
zal nu voor het Hof van Gezworenen gebracht
worden wegens aanval op een magistraat in
de uitoefening van zijn functie met de bedoeling
hem te dooden.
De Wereldtentoonstelling te
Brussel.
Het tentoonstellingsterrein wordt begrensd
door het Bois de la Cambre, de Chaussee Boon-
dael en de Avenue Jeanne en beslaat een groote
uitgestrektheid. Het was de laatste dagen
„haast je, rep je", om de tentoonstelling in
zoover gereed te hebben, dat deze Zaterdag ge
opend kon worden, want feitelijk is de groote
expositie nog in wording, want hoewel natuur
lijk de paviljoens gereed zijn, de inrichting en
plaatsing der versehillende stands, kiosken enz.
zal nog wel eenigen tijd vorderen, alvorens
men kan zeggen ziezoo, de geheele tentoon
stelling is in alle deelen en in elk opzicht
voltooid.
Men komt in de tentoonstelling langs ver-
scheidene ingangen. De hoofdingang is gelegen
aan de Avenue Emile de Mot, waarvan links
de Bruxelles-Kermesse". Langs den prachtig
aangelegden Jardin de Bruxelles wandelend,
bereikt men het einde van het Grande Terrasse,
waar zich het Palais de la Ville de Bruxelles
verheft, dat in precies denzelfden vorm van
het mooie en bekende Brusselsche stadhuis is
opgetrokken. In de nabijheid van dit gebouw
ziet men het artistieke Maison de Rubens met
een kleinen binnenhof.
Door de Avenue des Nations, waaraan ver
sehillende fraaie gebouwen zijn gelegen, o. a.
het antiek-artistieke paviljoen der stad Gent,
het melkwitte en in ranke lijnen opgetrokken
Maison du Peuple, boven welker ingang het
z/bienvenu" prykt en verder het moskeeachtige
Spaansche paviljoen, bereikt men het Neder-
landsche paviljoen, dat een uitnemenden indruk
maakt.
Het geheel is opgetrokken van imitatiebak-
steen, terwijl de gevels van zandsteenen wanden
zjjn voorzien. De ingang van het gebouw,
welke is gelegen tegenover de Galerie Fran-
9aise, wordt gevormd tusschen twee steenen
muren van een halvemans hoogte, aan het
begin waarvan twee leeuwen van zandsteen, in
de klauwen het Nederlandsche wapen. Voor
dezen ingang prijkt het jaartal 1910, waarboven
wederom het Nederlandsche t wapen is aange-
bracht. De geheele gevel is bovendien bezet met
de wapenschilden der Hollandsche provincien.
Aan den kant van den Hollandschen tuin
is de hoofdtoegang tot het Hollandsche pavil
joen hier heeft men ook weer het Neder
landsche wapen en daarboven in groote duide-
lijke lettersNederland. Vlak boven dezen
ingang staat Pays-Bas.
Het inwendige van dit gebouw wordt ge
vormd door een benedenzaaleenige breede
trappen voeren naar een ruim platform, in het
midden der zaal, welk platform weer door twee
trappen in verbinding staat met de galerij,
vanwaar uit men door de vensters een ruim
uitzicht op de omgeving heeft. Deze galerij,
welke zeer ruim en breed is, wordt door een
aantal kolommen gesteund, waarop een aantal
aardige decoratieven zijn aangebracht.
De Nederlandsche afdeeling is nog niet ge
heel voltooid. De Indische afdeeling was Zater
dag zoodanig, dat het mogeljjk is daarover iets
als voorloopige indruk te zeggen. Links van den
hoofdingang van het Nederlandsche gebouw
waarvan het inwendige in geheel modernen
stijl is gebouwd treft men de Koloniale
afdeeling aan.
In het midden van dit gedeelte verrijst in
Indischen bouwtrant een pendoppo een luch-
tig gebouwtje op zichzelf waarin Javaantjes
zullen worden geplaatst, die men over eenigen
tijd daar ijverig zal bezig zien met batikken,
houtsnyden, vlechten, weven enz. Een twaalf-
tal Javanen zullen tot deze doeleinden omstreeks
het einde Mei te Brussel arriveeren.
Om deze pendoppo heen groepeeren zich
langs den kant de versehillende stands en vitri-
nes, waarin versehillende voortbrengselen zijn
geexposeerd van de Indische ikunstnijverheid,
en voorts cultures, gouvernementsbedrijven, in-
zendingen op het gebied van handel, visscherij
enz.
In de Salle des Fetes had Zaterdagmiddag
in groote plechtigheid de opening plaats. Het
gebouw, waarin zich deze zaal bevindt en dat
geheel in groen effen tint is geschilderd, is
gelegen achter het reeds genoemde Maison de
Rubens.
De reusachtige zaal was in een lusthof her-
schapen. Langs de wanden waren in fraaie
kleurentinten effectvolle motieven verkregen,
waarvan de stemmigheid nog werd verhoogd door
de aangebrachte guirlandes en draperien. Hier,
in deze zaal, werd de aankomst van Koning
Albert en zijn gemalin door een groot aantal
genoodigden, ongeveer 3000, afgewaeht.
Te ruim 2 uur arriveerde Koning Albert en
gevolg. Na in het paviljoen van de stad Luik
te zijn ontvangen, begaf men zich naar de Salle
des Fetes, waarna het koninklijk echtpaar de
voor hen bestemde zetels innam.
De openingsrede werd uitgesproken door den
president van het Uitvoerend Comite, die daarbij
de beteekenis der tentoonstelling schetste.
Namens de Belgische regeering sprak hierna
de Minister van Nijverheid en Arbeid.
Ook deze wees op het groote belang dat
voor Belgie, door het organiseeren dezer
tentoonstelling, is gelegen.
Koning Albert van Belgie, die gekleed was
in de generaalsuniform groot tenue van het
Belgische leger, beantwoordde de beide toe-
spraken, waarna door het hooge gezelschap
en de genoodigden een bezoek werd gebracht
aan een aantal paviljoens.
Het eerst begaven zij zich naar de Belgische
afdeeling, waar de koninklijke bezoekers werden
ontvangen door den president van het eere-
comite, den heer Beernaert.
Ook werd een bezoek gebracht aan de
Spaansche sectie, waarna het Nederlandsche
paviljoen de eer te beurt viel te worden be-
zichtigd.
Dit bezoek werd gevolgd door het bezichtigen
der Fransche en Duitsche afdeelingen, waarna
in het paviljoen der stad Brussel eenige ver-
verschingen aan den Koning, Koningin, de
Ministers en de hoofdeommissarissen werden
aangeboden.
Het geheele terrein bood Zaterdagmiddag
'n feestelijken aanblik. Honderden vlaggen, die
scherp tegen de lucht en het jonge groen van
het Bois de la Gambre afstaken, wapperden fier
en breeduit in den koelen wind en zetten aan
het geheel niet weinig luister bij.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
1. Ingekomen stukken.
VAN
Vergadering van Donderdag 21 April 1910.
Voorzitter de heer J. A. P. Geill, burgemeester.
Aanwezig de heeren Visser, Dees, Wieland, Moggre,
Lensen, De Feijter, Van de Ree, Kerkhoven en De Bruijne.
Afwezig de heeren De Jager, Scheele en Drost.
Een vacature.
Na opening der vergadering worden gelezen de notulen
der vergadering van 31 Maart en 6 April 1.1., welke worden
goedgekeurd.
Hierna stelt de Voorzitter aan de orde
a, Een schrijven van Gedep. Staten van Zeeland, d.d.
8 April 1910, waarbij zij berichten de beslissing omtrent