rn een vertentieblad 2 e e u voor sch-V!aaisde :rs I Sgi"- rbaat r« 5444. Dinsdag 19 April 1910. 50e Jaargang. 11 tf 1IVTIB A A D. BELASTING op Bedrijfs- en andere inkomsten. s ,raetCitn°,e" Het lossen van Mosselen aan de Boekhoutsche haven. a'bONNBMBNT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen j 1Franco per postVoor Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika j 1,42en vooi net overige Buitenland 1,65. Men abonneert zich bij alle Boekhande- laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders. ADVERTEN TIEN: Van 1 tot 4 regels f0 40. Voor elken wordt d. Bij directe opgaaf van dnemaal plaatsmg derzeiiae aave priis ^lechts t w e e m a a 1 berekend. a Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Telefoon No. 2 5. Wertdina van advertentien v6ov 3 uren op den_dag_deruitgave. - - - - v B^'^tscbe haventje Nederland en Belgie gesloton ZE3IH]ZRvSTZE3 BLiAID. „ee» deel mijner bestuurden zich gestadig be- j/vinden een weinig uiteen te zetten, verklarende ffdat mijne beweegvedenen zonder haat ol nyd z/Opgevat, niet anders voor doel hebben, dan ,/onze achtbare naburen jegens hunne Belgische ;/makkers in het vischvak tot betere gevoelens u van overeenkomst te brengen en alzoo doende ,/dezen het winnen van het dagelijksch broorje ,/eenigszins te vergeinakkeliiken. Nu dat ieraand voor het belang van zijne gemeentenaren opkontt, is zeer zeker te billijken, doch het neeuit niet weg dat dan de belangen der andere party, in dit geval die van de ge meente Philippine niet over het hootd mogen gezien worden, veel minder verwaarloosd. Op de eerste plaats een vraag. Hoe zou het Belgische gouvernement het opvatten, mdien Nederlanders bij herhaling een verbod van dat gouvernement overtraden Zou dan dat gouver nement geen groot gelyk hebben, indien zy die overtreders voorbeeldig deed straffen Welnu het Nederlansche gouvernement doet steurkrabben en garnalen mogen gelost worden en volgens den letter van het verdrag waann bovenstaande bepaling voorkomt (verdrag van 20 Augustus 1846 Staatsblad ol j, van daaraan gehechte protocol), alleen nog maar garnalen'en steurkrabben die gevangen zpn den Braakman. De groote vraag waarom het dus gaat is, o er mosselen gelost mogen worden aan het Boekhoutsche haventje, ja dan neeil\ Ik meen in het vorenstaande duidelyk ge- noecr aangetoond te hebben dat het verboden is °om aan de Boekhoutsche haven mosselen te' lessen en dat Philippine aangewezen is als de losplaats daarvoor. Verder schrytt Z.Ed. „gaat Philippine her- ,/leven, wanneer zij zal kunnen bestatigen dat ler in hare haven acht tot negen duizend balen mosselen meer zullen gelost zi]n gewees „Hoe i, het mogeltjk van te beweren dat it Nederlansche gouvernement doet n °e is 0 bovenstaande de ook de overtreders straffen (in dit gevae ''u^e^°..vo gvan on2e Belsische visscher den lossers van mosselen aan de Boekhoutsche haven), zoowel Nederlanders als Belgen. Een klein voorbeeld ter illustratie. Waarom strafthet Belgisch gouvernement den fraude- leusen invoer van Nederlandsch vee zoo streng Om de voor de hand liggende reden, dat het serboden is, of denkt de beer Burgemeester van Boekhoute soms, dat het bovenaangehaalde ver bod van invoer van vee, ook zoo plezieng voor .e vee- handliateS'-otovtaea feKWlWU Doch nu weder terzake. De heer Burgemeester schryft dan verder, udat de mosselen enz. in den Brakman gevangen, en geeft dan te kennen dat de afstand menschen die er „ioott ISelw^ %an ooze Belgische visscher den wondergang van den mosselhandel in Phihppin z/kan veroorzaken. Z Ed. schiiut echter niet goed op de hoogt te zijn van de redenen die de inwoners van Philippine noodzaken zich met macht en ma te verzetten tegen het lossen van mosselen aan de Boekhoutsche haven. Het is juist begonnen met het lossen van eenige balen mosselen aldaar en to geMl heeft per jaar. Nog ee.nge>ren verSdC be d°Nu'e»ordbene de mosselen die gelost worden de Boekboutseh. ^^£1 aan venteis, die vminp handelaars. F E UIL L E T 0 N. ,/Dus je noemt je Capitola vervolgde de recorder zijn verhoor. //Capitola en hoe nog meer?" „Ik heb geen anderen naam meer." ,z Wie is je vader z/Dat weet ik niet." z/En je moeder?" ,/Ik heb haar nooit gekend en weet van geen moeder at." ,/VVaar woon je z/Overat en nergens. Vandaag onder den blooten hemel, morgeu onder een koetspoort. Maar gisteren sliep ik in een bed," voegde Capitola er bij, terwijl zij met %en vriendelijk lachje naar den inajoor omzag, daar zij, dank diens vrygevigheid, in een slaapstee had overnacht. z/Wat doe je voor den kost Met welk am- bacht verdien je je brood klonk de verdere vraag van den rechter van instructie. z/Ik verkoop eouranten, draag reistasschen, poets laarzen en veeg de straat, al naar't valt." z/Dat wit zeggen, je doet van alles, maar je hebt geen beroep." In de Gazette van Eecloo van 10 April 1910 vond ik een ingezonden stuk van den heer Burgemeester van Boekhoute inzake het lossen van Mosselen aan de Boekhoutsche haven alhier, door Nederlandsche en Belgische visschers. Aan het slot van zijn schrijven, zegt Z.Ed, wel, //dat hij geen en pennenstrijd heeft willen ,zveroorzaken doch in tegenwoordigheid van de ,/aanhoudende oneenigheden die er bestaan ,/tusschen onze arme visschers en eenige maehtige inwoners van Philippine, heb ik het voor eenen ,/plicht genomen den droeven toestand waarin „Hoe zou ik er een hebben kunnen leeren Ja, sir, ik doe van alles, waarmede men op een eerlijke manier zijn leven kan onder- houden." z/Maar waarom hebt ge je verkleed Wat be- woog je er toe, om je voor een jongen uit te geven r De uood, sir, en ook.... het gevaar, ant- woordde de kleine aarzeleud, terwijl zij haar schaamrood geworden gelaat in beide handen verborg en op't puntstondin tranen uit te barsten. De oude majoor zuohtte thans luider eu zwaarder dan voorheen. Chet eBo?khoutTchel haVentje"" naar het station van den spoovweg 1460 M. korter ts dan de afstand van de haven van Philippine tot aa het station van den spoorweg. Bij het aanhalen van dit gedeelte in zijn schrijven heeft de heer Burgemeester echter wet bestaat, de Algemeene belastingwet van 26 1 Augustus 1822 (Staatsblad no. 38) Deze wet bepaalt o. a. in art. 143 dat voo acctjnsvrije goederen geene documenten vereisch worden in eene buitenwaartsche riehtmg, maa dat zij langs de aangewezen heerbanen moeten uitgevoerd worden. Volgens bovenaangehaalde wet mogen du o-eene goedefeu naar Belgie uitgevoerd worden, dan langs de -daarvoor aangewezen heerbanen dus ook niet van het Haventje (Boekhoutsche). Bovendien is Philippine aangewezen als eenige losplaats voor de mosselen terwyl ei m Crewell op haar sterfbed hem had aanbevolen en om wier wille hij de groote reis had onder- nomen, voor hem stond. Wat hem daarby bij,onder opviel, was de beschaafde, welgekozen wijze van zich uit te drukken, waarvan het meisie in haar verhoor zich bedieude, terwyl het gisteren misschien wel met het doel om zijn rol als straatjongen beter vol te houden zich van een soort. plat accent bediende, dat alleen in de laagste klasse van het volk ge- bruikt wordt. z/Nu, waarom aarzel je Kom, vertel maar mijn kind," zeide de politiebeambte op een toon vaaraer aan vooraeen. —a- fl Qe uood? Het gevaar?" herhaalde de re- van vnendelyke aanmoediging. corder. //Hoe moet ik dat verstaan Welk gevaar? Verklaar je" ,/Gij wilt dus alles weteu hernam het meisje. //Natuurlijk Het is volstrekt noodig, dat gij omtrent alles opheldering en rekenschap geeft. Vertel je geheele geschiedenis, maar biijfbij de wagi'heid mijn kind." z/Sir, ik heb nog nooit gelogen", antwoordde Capitola fier. Majoor Warfield liief het hoofd op en luis- terde toe, alsof van elk woord van het kind zijne zaligheid afging. Reeds was het voor hem bijna aan geen twijfel meer onderhevig, dat de rechte Capitola, dezelfde, die Granny yIk heb niet veel te vertellen, sir," begon Capitola. //Ik werd in de Pavelsteeg, die zoo- als gij weet, nu niet meer bestaat, door een oude" mulattin, Granny Crewell geheeten, op- De oude man moest zich toen hij dit hoorde, alle geweld aandoen om het verhoor met te onderhrekeu. Hij zuchtte thans niet meer, maar steunde lett.erlijk, zoo groot was de ontroenng, die Capitola's bevestiging in hem veroorzaakte. Granny waschte voor de menschen, ver volgde Capitola, //en bewoonde een armzalig dakkarnerije bij armelieden, die Simsons heetten. Alles, alles, zooals Granny Crewell my heeft handelaren te bebartigen. „eiegenheid Ten slotte neem ik by deze g n an/Jpvs o-evoeglyk achterwege kan laten. "d" toekoTst8 'van Philippine staat hmr oP He VVordt het lossen van mosselen aan de Boek houtsche haven toegestaan, al is ^el ma oocrluikend dan zal men het weldra zien g beuren dat de thans bloeiende handel van PK,rt^0L\and,geslote0'tr,- taten de hand te houden ligt Menu opgesloten dThet voor de .aa.tnigen niet noentenewaard- S3? mompeld^ de majoor, ,/nog vm'der aan haar" identiteit te twyfelen, yoegde h« h o-edachten bij, ,'t zou een hemeltergend onrecht, een zware zi'nde tegen de Yoo^emgUerd zyn, die mijne schreden zoo wonderbaai lemde, het ongelukkige kind te jmden. was een Granny' zoo vervolgde het kind, was een uitstekende. pleegmoeder. /ij he. noch koude, nock hanger lyden en zoigu J met de trouw en de liefde eener werkelyke moeder, totdat zij onbegrypelyker in 't hoofd haalde een reis naai Vngmie te d°e„"Ach zuchte Warfield, zoo luide, dat de geheele gerechtzaal het hoorde. z/Ongeveer achttien maanden gf zij mij verlaten," vevhaalde Capitola verde J liet eenig "eld voor mij achter, benevens kleeien, e beval °n,i, uitdrnW de lieden, b„ -,e tot dnsverre woonden, n.et te verieten. Over zes weken op zijn boogst zou z0 teng- konieu. Maar het was van die zes weken acht- tien maanden geworden.' (Wordt vervolgd.) - - is VA1 v a^'nK te Te* - *iif de llrma 1 t - ,mrr- - De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt beltend, dat eene Openbare Vergadering van den Gemeenteraad is belegd tegen Oonderdag den Si April l»l«, des voormiddags te 10 uren. Ter Nenzen, den 18 April 1910. De Burgemeester voornoemd, J. A. P. GEILL. De Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN Gezien de circulaire van den Commissaris der Koningin in Zeeland van 9 April 1910 A no. 217/1, le afdeeling maken bekend dat de aanvang van het beschrijvingswerk voor de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten voor het dienstjaar 1910/11, door den Commissaris der Koningin is bepaald op Maandag 2 Mei 1910, en dat het werk der commissien van aanslag behoort te zijn afgeioopen op 26 September daaraanvolgende; dat omdat er bezwaar zou kunnen rijzen tegen regeling, na den krachtens art. 19 7 der wet op de bedrijt'sbelasting bepaalden termijn, van aanslagen welke niet ait de beschrijving voortvloeien of die om eene andere reden zijn ^tar.gehoudeu moeten wordenis bepaald, dat die regeling moet zijn afgeioopen binnen eene maand, nadat de commissie van aanslag of het college van zetters door den voorzitter daartoe zar zijn opgeroepen en dat de voornaamste verplichtingen welke het nubliek heeft te vervullen, zijn voorgeschreven bij de 1 A i.l -^otr OviBv>Wi-«iO O ^OmaiD navftlganflp ,-"tliloU*> blad no. 149) die luiden Artikel 15. 2. Ieder die optreedt als bestuurder of beheerend vennoot van eene bier te lande gevestigde vennootschap, onderlinge verzekering-maatschappij, cooperatieve ver- eeniging, of van eene vereeniging of stichting die een bedrijf of beroep uitoefent, of als boekhouder eener bier te lande gevestigde reederij, is gehouden daarvan sehriftelijk binnen 6ene maand kennis te geven bij bet bestuur der gemeente waar bij woont. Het gemeentebestuur handelt met deze kennisgeving op de wijze voorgeschreven in de laatste zinsnede der vorige paragraaf. Artikel 10. Hier te lande wonende beheerende vennooten van Nederlandsche vennootschappen en maatschappen, als bedoeld in art. 6 2, en van de in art. lb bedoelde commanditaire vennootschappen op aandeelen, bestuur- ders van hier te lande gevestigde naamlooze vennoot schappen, cooperatieve en andere vereenigingen, en onder linge verzekering-maatschappijen, alsook boekliouders van bier te lande gevestigde reederijen mogen met tot het doen van uitdeeliugeu of uitkeenngen waarover vol- gens ari. 5 1 en 2 en art. 6 2 belasting verschuldigd is, overgaan', alvorens daarvan aangifte gedaan en de over vroegere uitdeelingen of uitkeeringen verschuldigde be lasting betaald te hebben. Bij liqaidatie mogen de hier bedoelde uitdeelingen ol uitkeeringen niet gtschieden, alvorens de daarover ver schuldigde belasting is voldaan. Artikel 45. Bestuurders van bij de art. lb en c bedoelde naamlooze vennootschappen, cooperatieve vereenigingen, andere ver eenigingen en stichtingen, die een bedrijf ot beroep uit- oefenen, onderlinge verzekering-maatschappijen en socie- teiten, alsook beheerende vennooten van hier te lande gevestigde commanditaire vennootschappen op aandeelen en boebhouders van hier te lande gevestigde reederijen, zijn gehouden binnen veertien dagen na de vaststelling van balans of rekening een zoodanig uittreksel a Is noodig is tot toelichting der winst, uitkeeringen of uitdeelingen te doen toekomen aan den voorzitter der commissie van aanslag, bedoeld bij art. 19 i 16 of 2, die den aanslag moet regelen. Artikel 47. i 5. Hii, die daartoe gehouden, nalaat de verplich tingen na te komen bedoeld bij art. 15 1 eersle lid, en art. 15 2 eerste lid, wordt gestraft met eene geld- boete van ten hoogste J 25. Gelijke straf wordt opgelegd in geval van overtreding van art. 45. 6. Overtreding van art. 16 wordt gestratt met eene geldboete van ten hoogste 400 Artikel 34. Handelsreizigers, kramers en alle verdere personen, die hun bedrijf of beroep rondtrekkende uitoefenep, voor zoover zij behooren tot de bedoelden bij art. 1 a h en k, zijn gehouden onverminderd hunne ver- p'lichtingen omschreven bij artt. 12 en 14, zich ter plaatse binnen het Rijk, waar zij zich na het begin van het belastingjaar het eerst bevinden bij het gemeente bestuur 'sehriftelijk aan te melden, met opgaaf van hun naam, hnnne woonplaats en hun bedryt ot beroep Ten blijke dat zij hieraan voldaan hebbeD, ontvangen zij ko'steloos een door of vanwege het hoofd van dat bestuur onderteekend Bewijs, dat zij gehouden zijn mede te onderteekenen en op aanvraag aan ambte- naren der directe belastingen te vertoonen. Artikel 47. 7. Personen, die van een bewijs voorzien moeten zijn als bedoeld in art. 34 en die in gebreke blijven dit bewijs op aanvrage aan bevoegde ambtenaren te vertoonen, worden gestraft met eend geldboete van ten hoogste 25. op, of maken zij gebruik van het aan een under afge- geven bewijs, dan worden zij gestraft met eene geldboete van ten hoogste 150. Eindelijk vestigen zij nog de aandacht op de in art. 12 2, 2e lid lo d, aan de ingezetenen van het Kyis verleende bevoegdheid om zich bij de aanstaande be- schrijving de uitreiking van een beschnjvings-biljet te ve'rzekeren, door voor of op 13 Mei a. s. het veizoek daartoe te richten tot den ontvanger der directe belas tingen over hunne woonplaats. Ter Neuzen, 15 April 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. W. S. J. D1ELEMAN, Secretaris. i rlit tTPVfll nft jM GCl6ri3.1TU ell o i nrnvtloD 7UT7 I LI lo Li B1 oa an"1 h e tP s 1 o v an _zijn schry ven zegt, zich Block aan net siol - hnnne

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1910 | | pagina 1