1
A I g e m e e n
isuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
feriroepg Weekmarkt.
No. 5395.
Donderdasr 23 December 1999.
RATIONALE MILITIE.
i&@x3,d@;r SJaars.
D R ANKW E T.
49e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen j 1,Franco per postVoor
Nederhmd 1,10. Voor Belgie' 1,40. Voor Amerika 1,321/s en voor
bet overige Buitenland 1,65. Men abonneert zich bij alle Boekhande-
laars, Postdirecteuren en Brievenbushoaders.
Telefoon No. 25. Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prjjs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
ELEIEESTIEl BLAB.
maken bekend:
2°. vestigen de aandacht van belanghebbenden op de
volgende bepalingen van bovengenoemde wet:
FEUILLETON.
56)
//Onmogelijk
Ik kan hier niet
worden. Ga
//Maar ik smeek u er om. Gij hebt geen
recht te weigeren. Denk eens, hoe ge mij
bekandeld bebt, Magdalen Ik vraag u alleen,
u vaarwel te mogen zeggen daarbinnen."
Ze zag half beangst, half boos naar hem.
Zijne woorden klonken niet gevaarlijk. Hij
nam het niet zoo heel zwaar op.
Ze wandelde een eind met hem op en ging
achter een groep zware boornen staan, waar
ze beter besehut waren tegen de onbescheiden
blikken der nieuwsgierige bedienden.
»lk wilde afscheid van je uemen en je eerst
nog een paar vragen doen. Wilt ge ze open-
hartig beantwoorden, oprecht alsof ge tot een
stervende spreekt Want ik zal je niet meer
lastig vallen in dit leven. Ik ga er voor goed
uit."
Ze lachte scherp.
z/Ik moet zeggen dat ge vermakelijk zijt.
De menschen zuilen ons zien.
met een anderen man gezien
Ge zult mij niet binderen in mijn tegenwoordig
leven. Doe dus geen noodelooze moeite Er
valt niets aan te veranderen."
,/Neeu, dat weet ik."
,/VVat is er dan V" vroeg ze ongeduldig. //Ik
heb geen trjd. Men zal ons opmerken. Je
bent tocb niet voornemens een scene met mijn
echtgenoot te maken
z/Neen," zei hij, het hoofd schuddende.
z/Wilt ge mij zeggen, waarom ge het deedt
Waarom zondt ge mij heen Wachttet ge bet
aanzoek van den prins
Zij antwoordde 't eerst op zijn laatste vraag
z/Den zelfden dag, dat ik u verzocht naar de
Riviera te gaan ontving ik een brief van den
prins. Ik begreep daaruit, dat hij zou komen
ora mijne hand te vragen. Ik wist, dat gij
het mij lastig zoudt kunnen maken, duarom
zond ik u heen."
z/En ge aarzeldet niet, den prins aan te
nemen
ze met een lach. »Wie zou
Ik heb geen hart, ik bezat er
zal er ook nooit een bezitten.
Violet verloofd waart, zag ik
van mij hieldt. En ge zeidet
3°.
5°.
tot vrouw begeerdet. Maar toen
eu mijn vader rijk werd, werd
De prins kwam en
mogelijk zijn, dat ge niet weet,
man
mij dat," zei ze ongeduldig.
„Neen," zei
hier aarzelen
nooit een, en
Toen ge met
reeds, dat ge
het mij en ik
wel, ik had medelijden met
maar was toch dankbaar, dat ge mij, arm,
als ik was,
Violet stierf
alles anders.
„Kan bet
wat voor soort
/,0 toe, spaar
,/Ik weet, wat ge zeggen wilt. Er zijn er meer
geweest, die zoo vriendelijk waren. Heel Europa
is met zijn uaam bezig geweest Zou ik dau
niet weten, wie of wat hij is V"
Sir James stond verbijsterd over zooveel
schaamteloosheid. Na eenige oogenblikken trad
hij met eene bulging terug.
Vaarwel, prinses Dank voor uw oprechtheid.
Ik wist niet, dat er zullce vrouwen bestonden."
Koel, hooghartig als zij was, dat oogenblik
toch wprd ze getroffen door den toon, waarop
de man, die haar lief had gehad, tot haar sprak.
Ze trad op hem toe en stak hem de hand
toe,'doch hi) vatte die niet.
z/Ik hoop," zei ze zacht met haar liefsten
glim lach, „ik hoop"dat we vrienden zuilen
blijven."
Hij boog andermaal.
Met een lichten kreet wende Magdalen zich
at. Zij had haar echtgenoot gezien, die met
zijn secretaris langzaam voortwandelde en hen
moest passeeren.
Burgemeester en Wethouders van AXEL,
maken bekend, dat met het oog op de komende
feestdagen, de wekelijksche marki in
deze gemeente zal worden gehouden respectie-
velijk op Vrijdag 24 en 31 December a. 8.
Axel, 13 December 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA.
De wnd. Secretaris,
P. VAN VESSEM.
TER NEUZEN, 22 December 1909.
De kinderen van den vrachtrijder P. Loot Mz.
alhier, werden deze week door verliezen getroffen
die algemeen deelneming wekken. Verloren
zp Maandagavond door den dood hunne moeder,
gisteren overleed ook huD vader. V oorzeker
een niet dikwijls voorkomend samentreffen dat
vader en moeder uit een gezin tegelijk worden
begraven, zooals tlians Vrijdag zal plaats hebben.
Wild, hartstochtelijk, fluisterde ze sir James
toe
„Ga niet heen. Om Gods wil, blijf en be-
aam alles wat ik zeg tegen mijn echtgenoot."
Hij stond even in dubio blijven of gaan i
Hij koos het eerste hij wilde haar niet
in ongelegenheid brengen, hoezeer hij haar ook
verachtte.
„Mag ik je voorstellen sir James Messager,
die met de arme Violet getrouwd zou zijn?"
zei Magdalen met zoete stem. ,,Ik denk, dat
ge elkander reeds meer ontmoet hebt. Of ver-
gis ik mij
,,Volstrekt niet," zei haar echtgenoot.
,/t Doet mij genoegen, de kennismaking met
Sir James te hernieuwen."
't Is heel toevallig, deze ontmoeting," ver-
volgde Magdalen. „Sir James logeert hier in
de buurt en zwierf hier laugs, zonder te weten,
dat we hier verblijf hielden. 't Was een aan-
gename verrassing."
,.lk hoop, dat u ons het genoegen zult doen
te blijven dineeren," sprak de prins.
Sir James mompelde iets van weer naar de
stad terug te moeten, en nam afscheid.
(Wordt vervolgd).
C0URAST
Wi(
(IMI VI
Wowndts- „l,qd»,»vo..d, .1'.^, U op PeegQlttge.,. l>ij de P. J. UI OB «- IVr
Ill MM Minim I iUin jr—TOt B—
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER
NEUZEN, gelet op de Militiewet 1901;
1°. dat het register van inschrijving voor de lichting
van de Nationale Militie van 1911 van de hieronder
bedoelde personen, die in 1891 zijn geboren, zal
gereed liggen op de gemeente-secretarie alle werk-
dagen, van den lsien tot en met den 31slen Januari
1910, van des voormiddags 9 tot des namiddags
5 uren
Art. 13.
Voor de militie wordt ingeschreven
1". ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die binnen
het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk
Belgie verblijf houdt;
2°. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens
vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in het
Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie woon-
plaats heeft;
3o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het
Koninkrijk Belgie woonplaats heeft;
4°. ieder mannelijk ingezetene niet-Nederlander, zoo
hij op den lsten Januari van het jaar het 19de
levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een
der bij art. 15 omschreven gevallen.
Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde
hierboven onder 4°.
A. de binnen het Rijk verblijfhoudende minderjarige
niet-Nederlander
a. wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk
woonplaats heeft en haar gedurende de vooraf-
gaande achttien maanden in het Rijk of de
kolonien of bezittingen des Rijks in andere
werelddeelen gehad heeft;
b. van wiens ouders de langstlevende bij zijn of
haar overlijden, in het hierboven onder a om
schreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogd
niet in dat geval of al is deze buiten 's lands
gevestigd
c. die door zijn vader, moeder of voogd verlaten is
of die ouderloos is of in wettelijken zin geen
vader of moeder heeft en van wien niet bekend
is dat hij een voogd heeft, indien hij gedurende
de voorafgaande achttien maanden in het Rijk
verblijf gehouden heeft;
B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen het
Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voor
afgaande achttien maanden in het Rijk of de kolo
nien of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen
gehad heeft.
Voor minderjarig wordt voor de toepassing van
het bepaalde hierboven onder A gehouden hij, die
minderjarig is in den zin der Nederlandsche wet.
Voor meerderjarig wordt voor de toepassing van
het bepaalde hierboven onder I* gehouden hij, die
meerderjarig is in den zin van voormelde wet.
Art. 14.
De inschrijving geschiedt
1°. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 1°.
zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn
vader, moeder of voogd aldaar woonplaats heeft,
in de gemeente der woonplaats van vader, moeder
of voogd
zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn
vader, moeder of voogd elders dan binnen het
Rijk woonplaats heeft, in de gemeente, waar hij
verblijf houdt;
««MS2js2^^/*s<srwssrrKTOS'
zoo hij door zijn vader, moeder of voogd verlaten
is, ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of
moeder heeft en het niet bekend is dat hij een
voogd heeft, in de gemeente, waar hij verblijf
houdt
zoo hij in het Duitsche Rijk verblijf houdt, in de
gemeente Amsterdam
zoo hij in het Koninkrijk Belgie verblijf houdt,
in de gemeente Rotterdam
2°. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 2".
zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft
binneii bet Rijk, in de gemeente der woonplaats
van vader, moeder of voogd
is de woonplaats van vader, moeder of voogd in
het Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam;
is zij in het Koninkrijk Belgie, in de gemeente
Rotterdam.
3°. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 3°.:
zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in de
gemeente zijner woonplaats;
zoo hij woonplaats heeft in het Duitsche Rijk,
in de gemeente Amsterdam;
zoo hij woonplaats heeft in het Koninkrijk Belgie
in de gemeente Rotterdam
4°. A. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede
4°; indien hij minderjarig is.
zoo hij verkeert in het geval, in de tweede zin
snede van dat artikel onder A a omschreven, in
de gemeente, waar zijn vader, moeder of voogd
woonplaats heeft;
zoo hij verkeert in het geval, in die zinsnede
onder A b omschreven, in de gemeente, waar zijn
voogd woonplaats heeft; is de woonplaats van
dezen buiten's lands, dan geschiedt de inschrijving
in de gemeente waar de minderjarige verblijf
houdt
zoo hij verkeert in een der gevallen, in even-
bedoelde zinsnede onder A c omschreven, in de
gemeente waar hij verblijf houdt;
B. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede
4°., indien hij meerderjarig is.
in de gemeente, waar hij woonplaats heeft.
De in de vorige zinsnede als plaats van inschrijving
aangewezen gemeente is die, waar het verblijf of de
woonplaats gevestigd is of was op den lsten Januari
van het jaar, volgende op dat, waarin de in te schrijven
persoon het 18e levensjaar volbracht, tenzij het iemand
geldt, wiens inschrijving te Amsterdam of te Rotterdam
moet geschieden wegens verblijf of woonplaats onder-
scheidenlijk in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk
Belgie.
2".
Art. 15.
Voor de militie wordt niet ingeschreven
1°. de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te be-
hooren tot deti Staat, waar de Nederlanders niet
aan de verplichte krijgsdienst zijn onderworpen of
waar ten aanzien van den dienstplicht hetbegiusel
van wederkeerigheid is aangenomen;
2°. hij die bewijst in de kolonien of bezittingen des
Rijks in andere werelddeelen verblijf te houden of
woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder,
voogd of curator woonplaats binnen het Rijk.
Art. 16.
Hij, die volgens art. 13 behoort te worden ingeschreven,
is verplicht zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders
der gemeente, waar volgens art. 14 de inschrijving moet
geschieden, aan te geven tusschm den lsten en den
Slsten Januari van het jaar volgende op dat, waarin
hij het 18e levensjaar volbracht.
Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich ter
inschrijving moet aangeven, alsmede in een der gevallen,
hierna in de vierde zinsnede omschreven, rust de ver-
plichting tot het doen der aangifte
indien het een minderjarige betreft, op zijn vader,
moeder of voogd
indien het een meerderjarige betreft, die onder curateele
gesteld is, op zijn curator. De verplichting van vader
moeder of voogd geldt eveowel slechts zoo hij of zij
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Konink
rijk Belgie woonplaats heeft.
Behondens de uitzonderingen bij de volgende zinsnede
gemaakt, rust de zorg voor het doen der aangifte uit-
sluitend op den in te schrijven minderjarige:
indien zijn vader, moeder of voogd niet binnen het
Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie
woonplaats heeft;
indien zijn vader of moeder of beiden de ouderlijke
macht rnissen;
indien hij door zijn vader, moeder of voogd verlaten
is of
indien hij ouderloos is of in wettelijken zin geen vader
of moeder heeft en het niet bekend is dat hij een voogd
heeft.
Hij die door de bestuurders, in art. 22 vermeldt, tei
inschrijving moet worden opgegeven of die in dienstis
bij de zeemacht, de marine-reserve en het corps mariniers
hieronder begrepen, bij het leger hier te lande of bij de
koloniale troepen, is tot het doen van aangifte met
verplicht.
Voor hem of haar, die tot het doen der aangnte ver
plicht is, kan de aangifte geschieden door een a[m®G
daartoe schriftelijk gemachtigd. De volmacht blijft
onder Burgemeester en Wethouders berusten.
De wijze, waarop van de gedane aangifte moet blijken
wordt door ons bepaald.
Art. 18.
Voor de militie wordt ook ingeschreven of wordt
op nieuw ingeschreven
1". ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die na
den lsten Januari van het jaar, volgende op
dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht en
vodr het intreden van het 21ste levensjaar zijn ver
blijf binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk ot in
het Koninkrijk Belgie gevestigd heeft;
ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens
vader, moeder of voogd na den lsten Januari van
het jaar volgende op dat waarin de minderjarige
het 18de levensjaar volbracht en voor het intreden
van diens 21ste levensjaar zijne of hare woonplaats
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het
Koninkrijk Belgie gevestigd heeft
ieder mannelijk minderjarige, die na den lsten
Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij
het 18de levensjaar volbracht, en voor het intreden
van het 21ste levensjaar Nederlander of opnieuw
Nederlander is geworden, zoo hij in een der hier
boven onder 1°. omschreven gevallen verkeert, ot
wiens vader, moeder of voogd verkeert in een del
gevallen, hierboven onder 2". omschreven
4°. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander die na den
lsten Januari van het jaar, volgende op dat waarin
hij het 18de levensjaar volbracht, en voor het intreden
van het 21ste levensjaar zijne woonplaats binnen
het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk
Belgie gevestigd of er woonplaats verkregen heett
ieder mannelijk meerderjarige, die na den lsten
Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij
het 18de levensjaar volbracht en voor het intreden
van het 21ste levensjaar Nederlander of opnieuw
Nederlander is geworden, zoo hij in een der hier
boven onder 4°. omschreven gevallen verkeert;
ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den lsten
Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij
het 18de levensjaar volbracht en voor het intreden
van het 21ste levensjaar ingezetene of opnieuw
ingezetene is geworden in den zin der tweede zin
snede van art. 13. Hierbij gelden de laatste zinsnede
van dat art, en art. 15.
Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrijving
of de inschrijving opnieuw moet geschieden en van
de verplichting tot het doen van aangifte ter inschrij
ving of ter inschrijving opnieuw gelden de eerste
zinsnede van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van
art. 16.
De aangifte ter inschrijving of de inschrijving op-
hem. die volgens de eerste zinsnede van dit
6o.
nieuw van
artikel moet worden ingeschreven, geschiedt binnen
dertig dagen na het verkrijgen of, werd hij reeds
vroeger ingeschreven, doch van het register afgevoerd,
na het terug erlangen van het Nederlanderschap of van
het ingezetenschap, of na de vestiging van verblijf of
de vestiging of het verkrijgen van woonplaats binnen
het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie.
De inschrijving geschiedt in het register betreffende
de lichting van het jaar, waartoe de in de eerste zin
snede van dit artikel bedoelde persoon volgens zijnen
leeftijd behoort.
Art. 166.
Met boete van tenminste vijftig cents en ten hoogste
100 wordt gestraft de overtreding van de artt. 16, 18
en 22.
Ter Neuzen, 20 December 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.
Buigemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ingevolge artikel 37 in verband met artikel 12,
le lid der Drankwet ter openbare kennis dat bij hen
is ingekomen een verzoekschrift om verlof tot den
verkoop van alcoholhoudenden drank anderen dan
sterken drank van KRINA PIETERNELLA DIELEMAN,
zouder beroep, wonenae te Ter Neuzen, voor het linber-
voorlokaal van het perceel plaatselijk gemerkt 8 en
gelegen aan het Kazerneplein.
Binnen twee weken nadat deze bekendmaking is ge-
schied, kan ieder tegen het verleenen van het verlof
schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders bezwaren
in brengen.
Ter Neuzen, 22 December 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.