Gemengde berichten.
Landbouwberichten.
RECHTSZAKEN.
Arrondissemeuts-Rechtbank te Middelburg.
Kanfongerecht te Ter Neuzen.
Wat ik zag.
De mijnramp te Cherry.
Gemeenteraad van Philippine.
De rechtbank heeft in hare zitting van 19
Nov. de volgende vonnissen uitgesproken
J. d. H., oud 21 j., visscher te Groede, is
wegens mishandeling veroordeeld tot 7 dagen
gevang.
P. P., oud 30 j., werkman te Waterland-
Oudeman (B.) thans gedetineerd te Middelburg,
is wegens mishandeling veroordeeld tot9maanden
gevang., met vrijspraak voor de hem ten laste
gelegde zware mishandeling en met invrijheid-
stelling daarvoor.
E. H. d. G., oud 16 j., visschersknecht te
Philippine, is wegens diefstal veroordeeld tot
5 boete of 1 week tuchtschool.
Door bovengenoemde rechtbank werd
rechtsingang met bevel tot instructie en gevangen-
houding verleend tegen E. J. F. Z., gesch.
huisvr. van H. B., oud 50 j., zonder beroep,
wonende te Middelburg en aldaar gedetineerd,
beklaagd van het misdrijf genoemd in art. 297
Wetb. van Strafrechttevens werd door de
rechtbank in deze zaak bevolen een huiszoeking
in de woning van de beklaagde, hetgeen gisteren
plaats had.
Zitting van 18 November 1909.
Veroiirdeeld zijn J. R., zonder beroep te Zaamslag,
ter zake van overtreding der Bouwverordening van
Zaamslag, tot eene boete van J 5, subsidiair 3 dagen
hechtenis.
C. K., metselaar te Ter Neuzen, ter zake van over
treding der Woningwet, tot eene boete van 10, subs.
6 dagen hecht.
A. v. C.. jager te Axel, ter zake van overtreding der
Jachtwet, tot twee hechtenisstraffen, elk van zeven
dagen, met verbeurdverklaring van den in beslag
genomen haas en met bevel tot teruggave van het in
beslag genomen geweer met patronen.
P. E. C., landbonwersknecht te Ter Nenzen, ter zake
van bet rijden met een voertuig zonder licht, tot eene
boete van "2, subs. 2 dagen becht.
P d. M., scbipper te Philippine, ter zake van over
treding van bet 8cheldereglement, tot eene boete van
f 3subs. 3 dagen hecht.
C. L. F. S., laudbouwersknecht te Koewacht, ter zake
van in staat van dronkenschap de veiligheid bedreigen,
tot eene boete van 10, subs. 5 dagen becht.
M. K., laudbouwersknecht te Zaamslag en M. E. D.,
naaister te Ter Neuzen, ter zake van het fietsen zonder
licht, ieder tot eene boete van 1, subs, 1 dag hecht.
A. C., landbonwersknecht te Schoondijke, ter zake
als voren, tot eene boete van j 1, subs. 1 week tucht
school
J. S., werkman S. H., landbouwersknecht en A.
I)., knecht, alien te Axel, ter zake als voren, ieder tot
eene boete van f 2, subs. 2 dagen hecht.
M. V., W. Z., K. O., E. B., arbeiders, alien
te Axel, ter zake van Leerplichtwetovertreding, ieder
tot eene boete van f 1, subs. 1 dag hecht.
J. v. L., arbeider te Zaamslag, en J. v. E., arbeider
te Axel, ter zake als voren bij herhaling, ieder tot eene
boete van 5, subs 3 dagen hecht.
C. D., vrachtrijder en J. F., landbouwersknecht, beiden
te Zaamslag, ter zake van het berijden van een zijberm,
ieder tot eene boete van 1, subs. 1 dag hecht.
E. B., landbouwersknecht te Zaamslag, ter zake als
voren, tot eene boete van 0,50, subs. 1 week tuchtschool.
P. S., bootwerker te Ter Neuzen. ter zake van open-
bare dronkenschap, tot eene boete van f 1, subs. 1
<lag hecht.
1. K., bootwerker te Ter Nenzen, ter zike als voren,
tot eene boete van 15, subs. 3 dagen hecht
J. D., bootwerker te Ter Neuzen, ter zake als voren,
tot eene boete van 15, subs. 3 dagen hecht
J. B. d. S., poelier te Assenede, ter zake als voren,
tot eene boete van 10, subs. 3 dagen hecht.
J. 0. d. F., bootwerker te Ter Neuzen, ter zake als
voren, tot hechtenis van 3 dagen.
^ieligverlilnrin^ vnn tlagvnnrilintr >n zake:
v. H., varkenskoopman te Bouchaute.
VV. P. N., metselaar te Ter Neuzen, ter zake van
overtreding der Arbeidswet:
nntilugen van recht«verviil!(iiig voor het
eerste hem ten laste gelegde feil, en
vri|i;<>»|ir€tk**» voor het tweede hem ten laste
gelegde feit.
I.
Een mensch is nooit te oud om te leeren, en nu leert
men nooit beter dan door aanschouwen »Wat men
ziet, moet men wel gelooven,'' zegt het spreekwoord.
Hat is waar, mite men goed ziet, en goed zien moet
men ook leeren. Goed zien is een kunst, welke men
alleen door ervaring leert; eene jarenlange oefening
geeft een schat van ervaring, waardoor het gemakkelijk
wnrdt, steed6 nauwkeuriger waar te nemen.
Uit onderviuding weet ik hoe dit ook van toepassing
is op de bezichtiging van proefvelden jarenlang houd
ik mij reeds met het aanleggen van proefvelden bezig
en nu kan ik den lezer verzekeren, dat ik thans heel
wat nauwkeuriger zie dan vroeger. Wat ik op de proef
velden zag in den afgeloopen zomer, wil ik thans eens
mededeelen. Begin Juli kwam ik op de hofstede van
den heer P. Metis te Serooskerke, om een proefveld te
bezienhet gold een proefneming met patentkali op
erwten. Het gansche proefveld stond heel mooi, docii
de patentkali won het zeer verrenu, dat verwonderde
mij niet, want dat had ik reeds meer gezien. Maur wat
mij het meest frappeerde, was een stuk erwten, dat er
naast lag. Op twee plaatsen waren de erwten zoo geel
als boter, op twee andere plaatsen nog gehdel prachtig
groen. Daar dit grondstuk in 1907 een proefveld ge-
weest was, interesseerde dit verschijnsel mij zeer.
In genoemd jaar waren op dit veld aardappels ver-
bouwd een deel onbemest, een deel met Ammoniak
Superphosphaat, een derde stuk met patentkali en een
vierde met Ainmouiak Superphosphaat en patentkali.
En wat bleek nu P 1 >at de erwten, welke groen gebleven
waren, stonden op de gedeelten, welke in 1907 patent
kali genoten hadden terwijl de gele erwten stonden
op de perceelen welke in 1907 geen patentkali ontvangen
hadden. In 190S waren op het geheele proefveld witte
boonen gezet, de boven- en de ondergrond was op
het geheele stuk gelijk en ook de bewerking was
egaal, zoodat ik er zeer toeneig, om te gelooven, dat
het groen blijven van de erwten moet toegeschreven
worden aan de nawerking van de patentkali. Als
evangelie durf ik het niet verkondigen, want 6ene waar-
neming is te weinig om daarop uw conclusie te bouwen
Maar toch kan e6ne waarneming eene vingerwijzing
zijn, om verder in eene bepaalde richting te werken
en nu durf ik dan ook in gemoede alle landbouwers
xanr. den, om eens eene proef te nemen met de kali-
nemesting der erwten, hetzij door nu direct kainiet
onder te ploegen, of door in het a. s. voorjaar patent
kali aan te wenden of zoo men wil kainiet. Te meer
durf ik dat, omdat ik bij den heer Jan Coppoolse te
Oostkapelle eene zeer gnristige werking van het kainiet
op de erwten zag en dat wel niettegenstaande het
kainiet zeer laat in het voorjaar uitgestrooid werd. En
nu moet ik iets treurigs vermelden.
De uitslag beantwoordde niet aan hetgeen ik zag;
juist de moidste erwten werden de slechtste, maar dat
kwam niet door het kali, weet u, doch dit kwam door
bet zeer ongunstige weder, dat wij in en na Juli kregen.
Omstreeks Pinksteren was het schoone Walcheren een
paradijs en wat was het einde? Och vraag mij dat
liever niet. Het leven is rijk aan teleurstellingen en
men moet zijn leed niet aan de groote klok hangen.
Liever vertel ik u nog eens wat ik verder zag.
(Wordt vervolgd.)
Men schrijft uit Cothen (Utrecht) aan
den Geld.
Donderdag H dezer kwam Z. K. H. de
Prins der Nederlanden per automobiel door
de gemeente Cothen om op 't goed van baron
d'Aumale van Hardenbroek tot Hardenbroek
te jagen. Op den Utrechtscheu Provincialenweg
verzakte de auto, bij 'tuitwijken voor een paar
wagens, die latigs den weg stonden, zoodanig,
dat vrijkomen onmogelijk scheen. Haastig steeg
de Prins uit om te voet zijn weg naar't kasteel
Hardenbroek voort te zetten. N u zij n de wegen
in dit jaargetijde vaak ellendig slecht, zoo ook
de Provinciale.
Een wandeling van een groot kwartier door
dik en dun was voor Z. K. H. een allesbe-
halve prettig uitstapje.
Gelukkig bracht een kruidenierswagen, die
voor een nabijzijnd huisje stond, uitkomst.
Onmiddellijk stapte de Prins op den venter af
en vroeg den man of deze Hem niet even naar
't kasteel Hardenbroek kon brengen. De voer-
man werd bereidwillig gevonden en aanstonds
klom de hem onbekende heer in 't eenvoudige
voertuig en nam plaats op 't bankje ouder de
bruingele huif. Zonder verdere incidenten werd
nu de weg tot aan de kasteellaan afgelegd.
't Oprijden dezer laan ging ecliter met eenige
moeilijkheden gepaard.
De op post zijnde politie achtte het onge-
oorloofd met zoo'n koopmanswagen die allee
te berijden en dat te meer nu Z K. H. de
Prins der Nederlanden elk oogenblik kon ver-
wacht worden. Hij verbood dan ook den krui-
denier ten strengste verder te gaan en gelastte
onzen koopman onmiddellijk om te keeren. Toen
de politieman echter zag, dat een deftig heer
in jaehtcostuum van onder de huif de leidsels
uit de handen van den voerman nam en't paard
tot voortgaan noopte, week hij eerbiedig ter
zijde. En zoo kwam Z. K. H. de Prins der
Nederlanden in plaats van per auto met een
zwaren venterswagen, gedekt door een bruingele
huif en bespannen met een mager paard, in
sukkeldraf voor 't kasteel van Zijn gastheer
baron d'Aumale vaD Hardenbroek tot Harden
broek aari.
Voor de Prinselijke auto daagde spoedig
hulp op. Hulpvaardige mannen kwamen met
planken, balken, dommekrachten euz. aausnellen.
De paarden der bijstaande wagens werden er
voor gespannen en na een arbeid van ongeveer
een uur slaagde men er in 't rijtuig op den
wel niet harden, maar toch berijdbaren Utrecht
scheu Provincialenweg te brengen, zoodat de
chauffeur zijn tocht kon voortzetten.
Zaterdagmorgen 4 uur zijn in de Noordzee
verdronken de 36jarige W. Kramer, schipper
en eigenaar van de Pietronella, van Groningen,
en zjjn vrouw. Zij waren met de bemanuing
overgegaan in een boot, die toen is omgeslagen.
De bemauning (drie man) is gered door den
stoomtrawler Clyde, van Grimsby, die de Pietro
nella naar Grimsby heeft gesleept.
De Londensche correspondent van de Tel.
schrijft dato 17 Nov.
Volgens een bericht in sommige Engelsche
bladen van Dinsdag, kwam de stoomtrawler
//Clyde" van Grimsby aldaar gisteravond biunen-
loopen met het Hollandsche zeilschip Pietrouella"
op sleeptouw.
Naar gemeld wordt, werd de lading van
het schip door den storm verplaatst en het
want ernstig beschadigd. De schipper achtte
zijn vaartuig verloren, beval de boot uit te
zetten en nam daarin met zijn vrouw en drie
knechts plaats. Doch voor zij het schip los
konden laten, wierp een golfslag het schuitje
om. De drie knechts wisten terug op het schip
le komen, doch de schipper en zijne vrouw
kwamen in de golven om.
Nadat de drie knechts eenigen tijd in het
want hadden gezeten, kwam de //Clyde" hen te
hulp. Zij waren te bang het want te verlaten,
weshalve een paar Engelsche visschers en de
bootsmaat van hun trawler aan boord van de
z/Pietronella" wisten te komen kabeltouwen
vastinaakten, en zoo werd het schip, 200 mijlen
ver, naar Grimsby gesleept.
Bij een landbouwer te Berghuizen, bij
Oldenzaal, had een zeer ernstig ongeluk plaats.
Terwijl de man in een brandende lantaarn
petroleum wilde bijvoegen, sloeg eensklaps de
vlani naar binnen. Er ontstond een ontploffing
terwijl de kleeren van een 6javig jongetje, dat
bij zijn vader stond. in brand geraakten.
Met groote moeite wist men de brandende
kleertjes van het ventje te blusschen doch niet
dan nadat het vreeselijke brandwonden aan
gezicht, armen en bovenlichaam had bekomen.
Bij het blusschingswerk kreeg ook de vader
hevige brandwonden aan de handen.
Vader en zoontje moesten beiden onder ge-
neeskundige behandeling. Een begin van brand
aan het huis kon nog tijdig gebluscht worden.
Een bijzondere vermakelijkheid voor vreem-
delingen, die Rotterdam bezoeken. is het uit-
rukken van de spuiten als er brandlawaai wordt
gemaakt. Er is iets zoo komieks in het dorpsche
vertoon in groote stad, dat, naar men fluistert,
hotelhouders soms wel eens een valsch alarm
organiseeren, om aan hun logeergasten het
gezicht er van te bezorgen.
Ongeveer iedere Rotterdammer weet dan ook,
dat 't uitrukken van zijn brandspuiten zijn stad
belaehelijk maakt. Maar geen Rotter
dammer, die 't waagt, dit hardop te zeggen,
omdat de spuiten met de daaraau verbonden
Lrandmeesters enz. lot de overlevering der oude
Rotterdamsche families behooren.
Slechts zeer langzaam dan ook durft het
Gemeentebestuur verbeteriug aan te brengen.
En dan nog Het brandmeestersgilde, naijverig
op zijn privileges, speurt direct een aanslag,
als iets wordt ondernomen.
Nu zit er weer een botsing in de lucht.
Van gemeentewege werd onlangs een red-
dingsladder aangeschaft, die in het gebouw der
reddingsbrigade werd ondergebracht eu dus
bleek gerekend te worden tot het gemeentelijke
deel der brandweer, die de kiem des bederfs
voor de vrijwillige is. Nu werd dezer dagen
in een van Plaatselijke Werken uitgegane
circulaire er op gewezen dat die ladder door
de vrijwilligers niet mag worden gebezigd,
zoodat, indien zij noodig is voor blussching in
gevalien bv. dat het vuur in een pand zoo
hoog woedt, dat het van buiren slechts met
behulp van ladders te bereiken is, alleen
het gemeentelijke deel der brandweer zou nebben
te blusschen. De vrijwillige brandweer ziet
daarin weer een poging om haar in bepaalde
omstandigheden te taak der blussching te ont-
nemen, eu komt nu daartegen op.
Eergisteravond is een drukbezochte vergadering
van brandmeesters gehouden, waarin tegen de
circulaire en al wat daarvan het gevolg mocht
zijn protest is aangeteekend en aan de hoofden
nadrukkelijk de eisch is gesteld, voortaan ieder
op zijn eigen terrein te blijven. De vrijwillige
brandweer bluscht, de reddingsbrigade redt en
het gemeentelijke deel der bluschraiddelen blijff
ondergescbikt aan de bevelen der vrijwillige
brandweer! aldus luidt de eisch.
De Pruisische gezant bij den Heiligen
Stoel heeft Maandag op een audientie bij ge-
legenheid van het 25jarig bisschopsjubileum
van den Paus, dezen een eigenhandig schrijven
van keizer Wilhelm overhandigd, bevattende
een gelukweusch. De Keizer is het eenige
staatshoofd dat een gelukwensch zond.
Volgens het Berl. Tageblatt heeft deze be-
leefdheid, die tot nu toe door geen ander vorst
is bewezen, diepen indruk gemaakt op het
Vaticaan.
Op verlangen van den Paus heeft er geen
officieele ceremonie plaats gehad. De straten
in de omgeving van het Vaticaan waren echter
versierd, en in den tuiu werden door de pause-
lijke wacht eoncerten gegeven.
Een gemeentelijke broodfabriek. Te
Budapest is in Augustus j.l. een groote ge
meentelijke broodfabriek geopend, een model-
inrichting in alle opzichten, waarvan de bouw
niet minder dan drie en een halve ton van ons
geld gekost heeft. De onzindelijkheid van de
particuliere bakkerijen en de slechte hoedanig-
heid van het brood hadden tot dien maatregel
doen besluiten. Voor de bereiding en de be-
zorging zijn alle mogelijke hvgienische voor-
zorgen genomen. Winst wordt door de gemeente
niet beoogd, en de prijs van het brood is dus
zoo geregeld, dat alleen rente en aflossing van
bet geleende geld verzekerd is. De productie
is nu nog slechts 25,000 kilogram per dag,
maar indien de gewone bakkers niet spoedig
tot verbeteriug van hun bakkerijen overgaan
zal een groote uitbreiding worden ondernomen,
waardoor een dagelijksche productie van 200,000
kilogram mogelijk zal zijn. Nachtarbeid is er
niet, maar overigens verschillen de arbeidsvoor-
waarden afgezien van de veel gunstiger
omstandigheden, waaronder het werk verricht
wordt niet zooveel van die in private bak
kerijen.
Wat wel gevreesd werd, heeft zich helaas
bevestigd de opgeslotenen in de brandende
kolenmijn zijn niet gered kunnen worden.
Maandag werd naar reeds gemeld is de
afgesloten mijn geopend. Maar kort daarop
sloegen de vlammen uit de opening, en de mgn
moest weer worden afgesloten om het kolenvuur
te dooven. In elk geval is er geen sprake
meer van, dat nog slachtofifers van de ramp
levend uit de mijn zullen komen. Uit een
nauwkeurige telling is gebleken, dat het aantal
vermisten in de mijn 360 bedraagt, die nu wel
alien als verongelukt zijn aan te rnerken. Van
de meesten zullen zelfs de ltjken niet meer
kunnen worden geborgen. Er zijn ongeveer
200 weduwen en 1000 weezen.
Vergadering van Woensdag 17 November 1909.
De Voorzitter opent de vergadering. Aanwezig alle
leden. De notulen der vorige vergadering worden ge-
lezen en goedgekeurd.
Aan de orde
Een schrijven van den voerman J. F. Taelraan, met
het verzoek hem te ontheffen van het straatgeld voor
hot paard, dat hij ten dienste der posterijen en dus ook
voor de gemeente gebruikt van Philippine naar het
station.
De raad besluit dat verzoek toe staan.
Verder. Wijzigingen in den ligger van wegen en
voetpaden. Wordt besloten een gedeelte van het voet-
pad no. 12 van den ligger af te voeren. Wordt besloten
tot ruiling van grond tusschen E. Rammeloo en G. D.
A. Voerman.
Afwijzend wordt beschikt op het verzoek van den
heer G. D. A. Voerman om het voetpad no. 12 loopende
over den Westelijken dijk der haven over zijn eigen-
dom, te verleggen naar den westelijken teen van dien dijk.
De heer Wijne vraagt en verkrijgt het woord.
Mijnheer de Voorzitter I Het schijnt, dat deze hande-
ling, vanwege de Gemeenteraad door de verzoekers ver-
keerd is begrepen. Volstrekt is hier niets persoonlijks
in. Ik kan mijne goedkeuring niet hechten aan het
verzoek van den heer Voerman nl. bet voetpad te ver
leggen van den Westelijken havendijk. Zou het niet
beter zijn, daarmede te wachten, tot het tramplan voor
onze haven geheel in orde is
Er is geen sprake van, of het geheele bestaande plan
moet veranderd worden, aangezien er zonder die ver-
anderjng geen ruimte overblijft voor eene tramlijn.
Vooreerst moet er een uitweg blijven voor den Mossei-
polder op den Westelijken kant der haven en voor den
Kanaalpolder op den Uostelijken kant. Komt emu nog
eene tramlijn, dan blijft er geene ruimte op de haven
voor het vervoer, het lossen en laden van mossels,
welke naar het statton van Boekhoute moeten gezonden
worden. Zeg mij, waar zou nog plaats zijn, om de
balen mossels neer te zetten Aldus zou de tram aan
onzen handel eerder schade dan voordeel berokkenen.
Wenschen wij eene Iramlijn op de haven, en wij hopen
dat zij er komt, dan moet men de dijken aan den Zuid-
en VVestkant wegruimen en deze doen yervangen door
steile muren. Ook zal het wenschelijk zijn, dat de
afrid der tram veranderd worde.
De Raad kan zich volkomen met de woorden van den
heer Wijne vereenigen. Ook de Voorzitter dankt den
spreker voor zijne goede inlichtingen en hoopt bij eene
volgende vergadering op dat onderwerp terug te komen.
Na nog eenige discussies in verband met strookjes
grond, liggende op de haven, wordt besloten afwijzend
op het verzoek van den heer Voerman te beschikken.
De Raad spreekt de wenschelijkheid uit, dat een ge
deelte van het voetpad verlegd worde van de kruin
naar den teen van den Westelijken dijk, doch niet dat
gedeelte, het welk op den liavendiik ligt.
Verder wordt besloten een huis, waarin twee h1"3"
gezinnen wonen, toebehoorende aan P. Rammeloo Nz.
onbewoonbaar te verklaren.
Op voorstei van den heer Wijne wordt alsnog be
sloten een schrijven tot den Minister van aterstaat
te richten en daarin te verzoeken om een bijzonder
reglement te makeu voor de Boekhoutsche haven, opdat
aan het lossen aldaar een einde komen.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter de
vergadering.
1 N 0 E Z 0 N 1) E N 8 T UKKE N.
Mijnheer de Redacteur
Mag ik s. v. p. nog een klein plaatsje in uw
veel gelezen blad.
lit uw nummer van j.l. Dinsdag komt nog-
maals een ingezonden stukje voor van den heer
A. de Feijter Jz. Om dit punt voor punt te
behandelen vergt te veel tyd eu plaats, maar
ik gevoel mij tuch genoopt om op eenige punten
terug te komen.
inzake het in de hand werken van fraude,
door alle hengsten op onze jongste jaarmarkt
te laten mededingen naar de premie, ben ik
het niet eens, aangezien er toch altijd nog
hengsten zijn die bij de laatste keuring den
ouderdotn van 21/2 jaar niet bereikc hebben en
daar ook volgens de wet niet beboefden te
komen. Die uitgestelde en later ingevoerde,
zouden die dan alien niet mogen mede dingen
En wtiarom ook met de afgekeurde De wet
laat toch immers vrijheid hoe men in dezen
een premie wil uitloveu
Dat de heer De Feijter het opneemt voor de
wet van 1901 begrijp ik niet best, daar hij zelf
zegt, met zijn gebreken. Waar U, De Feijter
zegt, dat de paardenfokkerij sedert 1901 met
groote stappen is vooruitgegaan, wat bedoelde
U daarmee In deugd, of aantal zeker wel
het laatste
En dat de vertegenwoordigers in het bestuur
der afdeeling Axel der Zeeu wsche Landbou wmaat-
schuppij wat achterlijk zijn en vooruamelijk die uit
den Ter Neuzenschen kring. het is best mogelijk,
maar wilt u mij s. v. p. betere aanwijzen
Hopende op deze zaak niet meer te moeten
terugkomen, dank ik U, M. d. R. voor de plaats-
ruimte.
K. KOEIJER Lz.
Ter Neuzen, 19 November '09.
Koewacht, 18 Nov. 1909.
Mijnheer de Redacteur
Nogmaals verzoek ik UEd. een plaatsje in
uw blad voor het volgende:
in uw nummer van Dinsdag 16 Nov. schreef
ik een artikeltje aangaande in deze gemeente
bestaande plannen in zake het bouwen eener
nieuwe of het verbouwen der bestaande kerk.
Ik deed dit omdat ik met alle ingezetenen
der gemeente Koewacht, op enkelen na misschien,
overtuiod ben, dat verbouwen der oude kerk