Ter Neuzsnsche Courant Donderdag 1 Oct. 1909. No. 5362. T'WEIIElIDEl BLAD. van Axel. Gemeenteraad 7. Vaststellen premiSn jaarmarkt. 8. Benoemen keurmeesters veemarkt. 9. Gemeentebegrooting. VAN 5 October 1909. Driel, Smies, Be tegen de Vergadering van Dinsdag Voorzitter de heer J. Huizinga, burgemeester. Aanwezig de heeren Lamaitre, Kruijsse, Van Dregmans, F. Dekker, Bieleman, P. Dekker, Feijter en Koster. Afwezig de heer Oggel. Na opening der vergadering legt de heer I Dekker, lierkozen lid van den gemeenteraad, in handen van den Voorzitter de vereischte eeden af, en neemt, na diens gelukwensch, zitting. Daarna worden gelezen de notulen der voorgaande ver gadering, welke worden goedgekeurd. Alsnu stelt de Voorzitter aan de orde 1. Mededeeling van ingekomen stukken. a Beschikkingen van Gedep. Staten op reclames tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag, waarbij de reclames tegen hunnen aanslag van B. de filaaij, A. de Jong en A. W. van der Bilt ongegrond verklaard zijn. Aangenomen voor kennisgeving. I, Eene missive van Gedep. Staten van Zeeland, waar- nevens wordt toegezonden een afschrift van het Kon. besluit van 20 Aug. 1.1.. no. 30, waarbij aan de gemeente Axel ontheffing wordt verleend van het bepaalde bij het eerste lid van art. 18 der wet van 10 April 1869 (Stbl. no. 65), onder voorwaarde dat de bestaande afsluiting ron i begraafplaats in goeden staat zal worden gehouden. Aangenomen voor kennisgeving. c Een schrijven van Gedep. Staten van Zeeland, waarbij dit 'college bericht te berusten in het subsidie aan het Burgerlijk Armbestuur voor het jaar 1910 toegekend, tot een bedrag van 5373,09. Aangenomen voor kennisgeving. d. Een schrijven van Gedep. Staten van Zeeland, waarbij de goedkeuring wordt bericht van het raadsbesluit tot wijziging der gemeentebegrooting voor het par 1JOJ. Aangenomen voor kennisgeving. e. Een schrijven van Gedep. Staten van Zeeland, waarbij verschillende bezwaren worden geopperd een genomen besluit tot af- en overschrijving gemeentebegrooting voor 1909. Op voorstel van Burg, en Weth. wordt het genomen besluit ingetrokken en 2 nieuwe besluiten genomen, waardoor aan het bezwaar van het Gedep. college wordt tegemoet gekomen. t Een adres van C. F. Kesbeke en 17 anderen, be- woners van de Noord- en Weststraat, waarin wordt verzocht herstelling van de pomp, staande in de Noord- straat nabij de Weststraat, daar zij veel ongenei onder- vinden, door het niet in orde zijn dier pomp, aangezien zij nu naar andere pompen moeten gaan om water te bekomen, wat hun niet altijd gelukt, daar soms ver schillende straten voor bet verkrijgen van water mt eene pomp zijn aangewezen, en er onder hen personen zijn die voor hun bedrijf veel water noodig hebben, zoodat het zou kunnen voorkomen dat door gebrek aan water hinder in hun bedrijf zou kunnen worden ondervonden. Be Voorzitter stelt voor dit adres ter afdoening te ver- zenden naar Burg, en Weth. De pomp is reeds hersteld en zal zoo spoedig mogelijk gesteld worden op eene andere plaats daar waar die oorspronkelijk stond, nl. tegen den gevel van een daar staand huis. De heer F. Dekker acht het gevaarlijk de pomp tever plaatsennu geeft deze goed water, maar als men die op eene andere plaats zet, moet men dat afwachten. Be Voorzitter antwoordt dat daarvoor geen vrees behoeft gekoesterd te worden. Burg, en Weth. willen alleen de pomp op eene meer geschikte plaats zetten, maar de be staande put, waarop de pomp staat, blijft. Er is alleer eenige verlenging van de zuigbuis noodig. Z. h. s. wordt besloten het adres ter afdoening te ver- zenden naar Burg, en Weth. K. Een adres van de afdeeling Axel, der vereeniging Volksweerbaarheid, aan welke vereeniging voor bepaalde uren op Zaterdag de beschikking is verleepd over het gymnastieklokaal der openbare school, en welke thans verzoekt ook des Vrijdagsavonds daarvan voor hethouden van oefeningen gebruik te mogen maken. De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor dit verzoek in te willigen, waartoe z. h. s. wordt besloten. It. Een schrijven van den inspec eur der posterijen en telegrafie te Middelburg, waarbij deze verklaart door den Minister van Waterstaat gemachtigd te zijn van de gemeente over te nemen het aan haar behoorend gebouw, thans als post- en telegraafkantoor in gebruik, en zulks op verschillende voorwaarden, onder meer dat de koopsom zal bedragen f 5000 en de kosten van overdracht zullen komen ten laste van het Rijk, met uitzondering van de zegelkosten der akte en van een vierde pet. der koopsom wegens leges. Oorspronkelijk was, zoo herinnert de voorzitter, de koopprijs bepaald op f 5250, doch dan zouden de kosten van overdracht ten laste der gemeente komen. Daarom was de prijs dan ook met f 250 verhoogd. De rijks autoriteiten schijnen nu weer een ander standpunt te hebben ingenomen en willen de kosten van overdracht voor hunne rekening nemen behoudens de zegelkosten en de leges, wat te samen J 15 kosten kan. Namens Burg, en Weth. stelt de Voorzitter voor, met in trek king van het genomen besluit, het gebouw aan het Rijk te verkoopen op de thans namens den Minister medege- deelde voorwaarden. Dit voorstel wordt z. h. s. aangenomen. 2. De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen een verzoek van M. L. de Koyser te Graauw, tijdelijk directeur der rijksnormaallessen alhier, welke verzoekt om voor de voorbereidingsklassen der rijksnormaallessen des Zaterdags ook gebruik te mogen maken van een lokaal der openbare school van des namiddags 4-1 tot 61 ure. De Voorzitter herinnert dat reeds in eene vonge ver gadering een dergelijk verzoek is ingekomen, doch dat dit toen, als ongezegeld, terzijde is gelegd. Burg, en Weth. stellen thans willigen. Dit voorstel wordt z. h. s. aangenomen, De Voorzitter doet mededeeling van een ingekomen van F. van Cadsand, welke schrijft te adresseeren namens andere voerlieden te Axel, en die er op dat in de bestekken voof het uitvoeren vanwerken voor het verzoek in te 3. adres mede wijst, ten bate der gemeente Axel, Was bepaald dat de materialen door voerlieden van Axel moesten worden vervoerd en dat de aannemers meer bepaaldelijk de Ter Neuzensche, zich aan deze bepaling niet houden, doch hunne materialen door voerlieden van Ter Neuzen laten aanvoeren waarom wordt verzocht hen te wijzen op de bepalingen der voor den WaDaar" dit adres tweeledig was gencht, nl. aan Raad of aan Burg, en Weth., hebben Burg, en Weth. dit r6OniaistU^'dat^omtrent het vervoer iets in de bestekken vermeld staat van de verplichting, dit door voerlieden van Axel te laten doen, wel is den aannemers vanwege Rum en Weth. gewezen op de wenschelijkheid, om daar- v£r'voerlieden van Axel te gebruiken. Bij het verder onderzoek dezer zaak, naar aanleidmg van dit adres, is even wel gebleken dat de voerlieden van Axel een afspraak hadden gemaakt, om het vervoer alleen tegen een nogal hoog gestelden prijs te verrichten, wat oorzaak isgeweest dat de aannnemers, met het oog op hun voordeel, dat work door voerlieden van elders hebben laten uitvoeren. Het gevolg van de besprekingen die na het inkomen van dit adres zijn gehouden is geweest, dat nog enkele vrachten door voerlieden van Axel zijn gebeurd, doch, spreker vernam, waren deze dan ook aanmerkelijk op hun oorspronkelijken prijs teruggekomen. Daar dit adres dus eigenlijk reeds is afgehandeld, stelt. spreker voor het voor kennisgeving aan te nemen. Dit voorstel wordt aangenomen z. h. s. 4. Ingekomen is een verzoek van J. B. Noske te Middelburg, voor het aanleggen van een klinkerstraat. Daar deze zaak nog niet voldoende voorbereid is, wordt die van de agenda teruggenomen. 5. Mededeeling wordt gedaan van eon adres van A. Ysebaert en andere bewoners van de (hide Wijk, welke verzoeken verbetering van de straatverlichting in hunne buurt, zoo mogelijk voor den aanstaanden winter. Be Voorzitter deelt mede dat het in het voornemen ligt van Burg, en Weth. om eens met de onderteekenaren van het adres te onderhandelen, of het niet mogelijk is nan hun verlangen te voldoen door verplaatsing van een lantaarn. De heer F. DekkerZijn ze dan geholpen De Voorzitter meent dat dit op de aangegeven wijze wel mogelijk zal zijn. Er zijn bezwaren tegen het aan- schaflen van een nieuwe lantaarn. Het zou op zichzelt zoo bezwaarlijk niet zijn om voor die buurt eene nieuwe lantaarn aan te schalTen, maar als men dat doet voor deze buurt, dan zal men al spoedig een verzoek krijgen van de bewoners van den Ouden weg, den Nieuwen dijk en het Plaatje, en dan wordt het bezwarender, althans onder de tegenwoordige omstandigheden, nu er eeno ver- andering der wijze van verlichting wordt overwogen, is het niet raadzaam om nog groote kosten te maken voor aanschaffing van materiaal voor verlichting volgens het tegenwoordig systeem. De heer Smies verklaart den tQestaiid daar eens te hebben opgenomen en hij moet toegeven dat het er eene donkere buurt is; hij meent evenwel dat er veel verbetering zou komen door verplaatsing van de lantaarn bij Den Engelsman naar de wed. Dieleman. Er werd hem ook nog gevraagd of de gemeente geen gasolinelantaarn zou willen plaatsen daar er dan in die omgeving 2 andere zouden kunnen vervallen, maar hij had geantwoord, dat dit wel niet gaan zou. De Voorzitter geeft te kennen dat Burg, en eth. gaarne gebruik zullen maken van den gegeven wenk. De heer SmiesMen zou altijd eerst eens kunnen probeeren welk resultaat door verplaatsing is te ver krijgen, en als het niet helpt zou nog altijd een andere voorziening kunnen worden getrolfen. De heer Lamaitre meent dat het door verplaatsing van eene lantaarn wel zal kunnen verholpen worden. Z. h. s. wordt goedgevonden dat Burg, en Weth. bier- over eens met de adressanten zullen confereeren en trachten door verplaatsing van een lantaarn den toestand te ver- beteren. G. De Voorzitter doet mededeeling van een schrijven Gedep. Staten van Zeeland, waarbij dit college ver schillende bezwaren oppert tegen de vastgestelde instructie van den secretaris en de verordening regelende de werk- zaamheden van de ambtenaren ter secretarie. In laatstgenoemde verordening is bepaald dat de ambte naren worden benoemd door den Raad. Dit is in strijd met de gemeentewet, die bepaald dat de ambtenaren ter secretarie worden benoemd door Burg, en eth. Daarom wordt voorgesteld het betreirend artikel der verordening aldus te lezenBe ambtenaren ter secretarie worden be noemd door Burg, en Weth. Door Gedep. Staten wordt ook de aanmerking gemaakt, dat nergens in de instructie of de verordening wordt ge- sproken over den tijd waarop de secretarie is opengesteld. Burg, en Weth. zouden dit willen toelichten met de ver- klaring dat het de bedoeling is, nadat deze regelingen zullen zijn getroffen, bepalingen vast te stellen omtrent de uren van openstelling der secretarie. Burg, en Weth. zijn van meening dat niet in strijd is de instructie van den secretaris, waar aan hem verschil lende werkzaamheden zijn opgedragen, met verordening voor de ambtenaren, waar daarin den secretaris de machti- ging wordt gegeven den griffier te belasten met werk zaamheden die hem zijn opgedragen, daar de bedoeling der instructie is, dat de secretaris de verantwoordelijkheid voor den goeden gang dier werkzaamheden draagt, doch dat hem in de verordening de gelegenheid wordt geschonken t om, als hij overladen wordt niey werkzaamheden, een deel daarvan, b.v. het bijwonen van vergaderingen van coin- missien, om daarvan notulen op te maken, aan een ander op te dragen. Burg, en Weth. hebben geen bezwaar om. daar Gedep. Staten de redactie dat de secretaris den ambtenaren ter secretarie »van advies dient," minder gelukkig noemen dit'te veranderen in ndient van voorlichting ofschoon de Voorzitter opmerkt dat de meening omtrent de redactie van een of ander artikel afhangt van verschil van smaak. Ten slotte achten Burg, en Weth. niet in strijd met de wet de bepaling dat den secretaris bij ziekte gedurende een jaar zijne bezoldiging wordt toegekend, daar hem hierdoor meer verzekerd wordt dan de wet voorschrijft. Om aan het bezwaar van Gedep. Staten tegemoet te komen stellen Burg, en Weth. voor te bepalen dat het salaris bij ziekte gedurende een jaar wordt uitgekeerd en dat daarna eene nadere regeling kan worden voorgesteld door Burg, en Weth., behoudens het recht van Gedep. Staten om in te grijpen indien de toestand dit volgens hen noodig maakt. Gedep. Staten kunnen dan ten alien tijde tusschen beide treden. De verschillende nadere wijzigingen door Burg, en Weth. voorgesteld, worden z. h. s. aangenomen. De heer Dieleman vraagt of de jaarmarkt dit jaar nog op denzelfden voet zal worden gehouden. De Voorzitter antwoordt bevestigend de nieuwe regeling, die straks bij de begrooting zal ter sprake komen, treedt, als die wordt aangenomen, pas met het volgende jaar in werking. De heer De Feijter wil voorstellen de prernien te splitsen en een deel te bestemmen voor de veemarkt en een ander deel voor de paardenmarkt die in Januari gehouden wordt. De verschillende andere markten die nu ook nog gehouden worden en waarvan gebleken is dat zij weinig resultaat opleveren, zou hij willen afschalfen. Degewone jaarmarkt wordt overvoerd met hoornvee en de paarden staan dan maar in den weg, terwijl er dan ook minder notitie van genomen wordthij zou het dus het beste achten dat de paarden dan weg bleven en dan de prernien die thans voor de paarden worden uitgeloofd te bestemmen ter uitreiking bij gelegenheid der paardenmarkt in Januari. De heer Kruijsse Het lag ook in mijne bedoeling een dergelijk voorstel te doen, maar daar wij nu toch waar schijnlijk het volgend jaar eene geheel nieuwe regeling van de paarden- en veemarkten krijgen zou ik het voor dit jaar nog maar eens zoo willen laten doorloopen. De heer De Feijter: Ja, maar ik zou die andere nieuwe markten, die nevens de paardenmarkt en de gewonejaar markt zijn ingesteld, willen afschaffen. De wethouder Kruijsse heeft tegen mij toch zelf ook al de opmerking gemaakt, toen hij bij zoo'n gelegenheid op de markt kwam dat het de moeite niet waard was om betrekkelijk hooge kosten te maken voor 6 kalvers die ter markt waren aangevoerd. De heer Kruijsse: Dat was niet de wethouder die de opmerking maakte, maar eenvoudig een indruk die de zaak op den burger Kruijsse maakte. bij de wetenschap die ik bezat dat zoo'n markt een ik) aan de gemeente kost. De heer De FeijterWas het dan mijn vriend Kruijsse die tegen mij de opmerking maakte In elk geval viel hem toch het geringe bezoek op en is daaruit gebleken "ilaar zijn voorstel niet gesteund wordt, trekt in, zich voorbehoudende bij de begrooting zijn denkbeeld omtrent de markten terug te dat die meerdore markten geen levensvatbaarheid hebben on ze kosten aan de gemeente veel meer dan ze opbrengen. Be heer Kruijsse merkt nog op dat, als het voorstel van den heer De Feijter werd aangenomen, de gemeente nog prernien zou beschikbaar stellen voor de paardenmarkt terwijl het in de bedoeling ligt daarvoor subsidie te geven aan deafdeeling AxeTderZeeuwsche Landbouwmaatschappij. De heer De Feijter acht het gelijk, of men het alssub- sidie dan wel als premie geeft, maar hij acht het beter ter gelegenheid van de jaarmarkt, als er zeer veel vee wordt aangevoerd premies te geven voor het vee, en bij de paardenmarkt premies toe te kennen voor de paarden. Bij de veemarkt staan de paarden in den weg. I)e heer Dieleman kan wel met het denkbeeld instemmen dat in het vervolg zoo zou worden gehamleld, maar dan 1910. Het geld waar het nu over loopt is van het jaar 1909, en hij zou het daarom dit jaar nog maar eens zoo willen laten doorgaan. De heer De Feijter merkt op dat dit er toch niet op aankomt en dat de gemeente, al is dat geld voor dit jaar op de begrooting gezet, het toch ook wel in kas mag houden1 hij dit nader op komen. Z. h. s. worden hierna de premies voor de jaarmarkt vastgesteld overeenkomsfig de regeling van het vorig jaar. I)e Voorzitter stelt aan de orde het benoemen van keur meesters voor de veemarkt. De gehouden stemming heeft tot uitslag ilut worden benoemd de heeren M. W. Koster met 8 en J. J. Mechielsen en Fr. van Cadsand elk met 6 stemmen. Verder verkrijgen de heeren A. van Hoeve Pz. en Ed. de Maat en L. de Putter elk 3 stemmen. Z. h. s. wordt goedgevonden dat, wanneer een der be- noemden zou bedanken, Burg, en Weth. worden gemachtigd plaatsvervanger aan te wijzen, waarbij dan rekening zal worden gehouden met het resultaat der thans ge houden stemming. De Voorzitter stelt aan de orde de beliandeling der ge meentebegrooting voor 1910 en vraagt of een der leden algemeene beschouwingen wenscht te houden. Eene zaak die thans besproken kan worden is b.v. eene opmerking die bij het behandelen der gemeentebegrooting gemaakt is in de tweede afdeeling, om n.l. te breken met ile tot hiertoe gevolgde wijze voor het uitvoeren van onderhoudswerken voor de gemeente en deze aan te be- steden, in plaats van die, zooals nu geschiedt, aan de arhbachtslui, die daarvoor om de beurt in aanmerking komen, te gunnen. Men meende in die afdeeling dat aanbesteding voor de gemeente voordeeliger zou zijn. Er ook nog een andere manier om die werken te laten uitvoeren, n.l. door uitbreiding van het personeel der ge- meentewerklieden en het dan te doen in eigen beheer. De heer Wolfert meent dat er een raadsbesluit bestaat waarbij is bepaald dat alle werken ten behoeve der ge meente, boven een bepaald bedrag, publiek moeten worden aanbesteed. Hoe hoog is dat bedrag Is dat niet 150 De Voorzitter Wanneer gesproken wordt om alles aan te besteden, dan wordt daarmede natuurlijk bedoeld, alles wat daarvoor in aanmerking komt, b. v. het ondershouds- werk aan de school en van het stadhuis, waarvoor dan wordt ingeschreven. Dan vervalt natuurlijk de bepaling dat alleen publiek worden aanbesteed de werken of leve- ringen van 150 of daarboven. De heer Smies is er voor om het oude systeem te be- houden, doch het bedrag van 150 te verminderen tot f 50. Hij ziet er geen heil in om alles publiek aan te besteden, daar men toch niet een jaar vooruit weet, wat er zal moeten gebeuren, men zal verschillende werkjes aanbesteden, maar er zullen toch nog altijd karweitjes voor den dag komen waarop men niet gerekend had. De heer Lamaitre vindt het voorstel van den heer Smies, om het bedrag der aan te besteden werken of levoringen terug te brengen tot J 50, aan een kant wel goed, maar oppert het bezwaar, dat het zoo moeilijk zal zijn een grens te trekken. Er kan een schommoling zijn in den prijs. lets dat dan b. v. maar 30 of f 40 kost, moet eenvoudig worden gegund. Dan blijft het nog den zelfden toestand van nu. Hij zou dan willen bepalen dat het bedrag door den uitvoerder of leverancier gevorderd, het bedrag daarvoor door den bouwmeester geraamd, niet mag te boven gaan. Be Voorzitter stemt er mede in, dat het bezwaarlijk is ne liju te trekken. Er zal b.v. eene kacliel moeten Het ik zal geleverd worden van f 60 en eene tafel van J 49,50. Dan moet de eerste aanbesteed worden en de tweede niet. Gewenscht blijft het dan toch, om aan verschillende leverartciers prijs te vragen, opdat men verzekerd is niet te veel te betalen. Zoo is nu ook door Burg, en Weth. gehandeld bij het aanschaffen eener kar voor den reini gingsdienst. Be heer Lamaitre had ook op het oog, te kennen te geven dat men nu voor sommige karweitjes die zoo maar worden gegund, wel eens te veel betaalt, hij wil geen namen noemen, maar het is hem toch al voorgekomen dat sommige rekeningetjes ten laste der gemeente trelfende gegunde werken enz., met een te dikke pen geschreven waren. Dat zoo iets kan gebeuren, zou hij wenschen te voorkomen. De heer SmiesDe toestand is nu heel wat veranderd buiten vroeger. Men heeft nu een bouwmeester, die de prijzen kan controleeren. Be Voorzitter merkt op, Mat de toestand reeds veel veranderd is, daar niets meer mag gebeuren dan op order den bouwmeester, terwijl er vroeger, b.v. op bet inzetten van ruiten zoo goed als geen controle was, daar het dan maar geschiedde op een kennisgeving van den een of ander. Nu wordt alles meer dan vroeger nagegaan. De heer De Feijter Welk systeem er wordt aangenomen is vrijwel gelijkals het maar met verstand wordt uit gevoerd, zal het strekken tot voordeel der gemeente is mij bekend dat een ambtenaar der gemeente, die maar niet noemen, iets noodig had dat hij gewoon was in Axel te koopen. Hij ging verleden jaar weer naar den leverancier, maar deze had het toen niet voorhanden. Hij is daarop naar Ter Neuzen gegaan om het te koopen. en daar betaalde hij voor hetzelfde voorwerp precies 10 minder. Dat vind ik nogal een aanmerkelijk verschil. Welke wijze gevolgd wordt is mij gelijk, als er maar voorkomen wordt dat de gemeente teveel betaalt, en dat het bedrag dat voor het een of ander gevorderd wordt maar niet in strijd is met de werkelijke waarde. Als er een zeker bedrag wordt bepaald voor het aanbesteden van werken, kan men in vele gevallen als men wil daar toch beneden blijven, door het werk in vele kleine karweitjes te splitsen. Er moet dus in dit opzicht veel aan het beleid van het bestuur worden overgelaten. De heer Kruijsse ziet niet in waarom het onderhouds- werk aan de school en aan het raadhuis niet publiek zou kunnen worden aanbesteed. Hier, in de toelichting op de gemeentebegrooting, die ter tafel ligt, is specifiek opge- geven wat er aan die gebouwen gebeuren moet. Waarom zou dat niet kunnen worden aanbesteed Doen zich dan gedurende het jaar nog karweitjes voor, hij bedoelt zulke die b.v. een f 10 kosten, dan zou hij die aan den aan- nemer eenvoudig willen opdragen. Bovendien, werd de som waarboven moet aanbesteed worden overeenkomstig het voorstel van den heer Sniies op f 50 bepaald. dan moet dat toch worden aanbesteed, daar dat werk volgens de begrooting meer kost. De heer Dieleman Elke ambachtsman zijn deel er van geven, gaat ook niet. De heer Kruijsse Als ik spreek van het gunnen van kleine werkjes aan een eventueelen aannemer, bedoel ik natuurlijk zulke zaken die op de begrooting staan. Worden het werken van eenige beteekenis, dan zullen het er zijn die niet op de begrooting voorkomen en dan kunnen Burg, en Weth. die toch niet zonder machtiging van den Raad laten uitvoeren. De Voorzitter zal thans in stemming brengen wat ge- schiedeti moet. Alles aanbesteden, met gunnen van later voorkomende kleine werkjes aan de aannemers, of behoud van de tegenwoordige regeling, geamendeerd door den heer Smies, om aan te besteden werken enz. die de 50 te boven gaan. Als van de verste strekking komt het eerste voorstel in stemming. Voor stemmen de heeren Lamaitre, Kruijsse, Van Driel, Dieleman en P. Dekker. Tegen stemmen de heeren De Feijter, Wolfert, Smies, Dregmans en F. Dekker. Ilaar de stemmen staken moet hierover dus in de vol gende vergadering worden beslist. Alsnu wordt overgegaan tot de artikelsgewijze beliande ling der begrooting, beginnende bij de uitgaven. De heer Be Feijter geeft te kennen dat hem bij het behandelen der begrooting in de afdeeling nog enkele posten waren ontgaan, waarover hij thans wil spreken. In de eerste plaats wenscht hij de aandacht te vestigen op de jaarwedde van den burgemeester die /1200 be- draagt. Hij meent dat er zeer zeker redenen zijn om die hooger te stellen, met name het groote gezin van den burge meester en stelt daarom voor die jaarwedde uit te trek ken op f 1400. Dit voorstel wordt ondersteund door de heeren Dreg mans en Dieleman. De Burgemeester verlaat alsnu de vergadering, waarna de heer Lamaitre presideert. De heer KruijsseWij zijn niet bevoegd tot die ver- hooging, terwijl ik tevens de opmerking moet maken dat, volgens de in Zeeland bestaande regeling, dan ook het salaris van den secretaris naar boven gaat, daar dit overal gelijk is aan dat van den burgemeester. De heer De Feijter betoogt dat, als de Raad besluit de jaarwedde van den burgemeester te bepalen op 1400 hij dan nog niet in strijd is met het Prov. blad no. 9 van 1908, waarin is bepaald dat in gemeenten met 4500 tot 5500 inwoners de jaarwedde van den burgemeester en den secretaris 1500 mag bedragen. En wat betreft de secretaris, dat diens jaarwedde dan ook verhoogd moet worden, wanneer het voorstel van spreker wordt aange nomen zou er nog maar eerst gelijkheid zijn tusschen den burgemeester en den secretaris, daar de laatste ook nog f 200 geniet als ambtenaar van den burgerlijken stand. Of Gedep. Staten het niet zouden goedkeuren, dat alleen de burgemeester verhooging kreeg, daarvan wil hij thans niets zeggen, maar als dat niet het geval was, kon nog altijd verder gezien worden. Be heer Kruijsse blijft van meening dat de Raad niet bevoegd is, om tot verhooging der jaarwedde over te gaan en hij wil niet medewerken aan het nemen van een besluit, dat de Raad niet nemen kan. De regeling door Gedep. Staten van Zeeland vastgesteld in het door den heer De Feijter aangehaalde Prov. blad, is geschied omdat de salarissen van burgemeester en secretaris in verschillende genleenten zoo laag waren en zijn deze, in verband met de uitkomsten der laatste lOjaarlijksche volkstelling herzien. Welnu, we staan thans weer voor eene volkstelling en als Gedep. Staten meenen dat in verband met die uitkomst het salaris voor deze ge meente niet voldoende is, dan zullen ze uit eigen beweging daarin wel eene verandering brengen. De heer De Feijter: Mogelijk komt er na de volkstelling weer een andere toestand, maar al is dat niet het geval, dan komen we, met mijn voorstel, toch nog niet in strijd met de regeling van Gedep. Staten. Bovendien, als ze het niet goedkeurden, Gedep. Staten wonen in Middelburg, maar boven hen staat nog de hooge regeering in Den Haag. De heer KruijsseAls Gedep. Staten meenen dat ver hooging noodig is, zullen ze daarvoor zelf wel zorgen. Wij zijn er niet toe bevoegd, lioogstens kunnen wij de wensche lijkheid daarvoor uitspreken. De heer SmiesGedep. Staten houden zich aan den stand van de bevolking en als de uitkomsten der aanstaande volkstelling zoodanig zijn dat ze verandering noodig achten, zullen ze wel komen. De heer Kruijsse Gedep. Staten houden bij de bepaling der jaarwedde van den burgemeester wel rekening met het aantal ingezetenen der gemeepte, maar niet met de grootte van het gezin van den burgemeester. De heer De FeijterBat is een gezocht argument. De heer KruijsseIk zoek dat argument niet, maar u hebt het zelf aangevoerd als motief voor de verhooging. Ik heb het niet verzonnen, maar het is het eenige door u aangevoerde motief. En ik meen te mogen baseeren op hetgeen in het debat wordt gebracht. De heer De FeijterEr zijn natuurlijk ook nog wel andere motieven aan te voeren, wat ik niet gedaan heb, die zijn van persoonlijken aard. Dat de werkzaamheden zeer zijn toegenomen en de verantwoordelijkheid van den burgemeester, voor de uitvoering van verschillende rijks- wetten, mag toch ook in aanmerking genomen worden. Ik blijf bovendien van meening dat het aangehaalde Prov. blad ons de bevoegdheid schenkt, om ten deze een besluit te nemen. De heer Kruijsse blijft dat ontkennen. De heer De Feijter handhaaft zijn voorstel. Hij wil aan het aangevoerde nog toevoegen, dat deze verhooging der uitgaven zeer goed mogelijk is, zonder het eindcijfer der begrooting te verhoogen, wanneer enkele uitgaafposten met beleid worden vastgesteld. De heer Kruijsse: Dan zal bij stemming moeten worden uitgemaakt of het voorstel van den heer De Feijter in stemming zal worden gebracht. De heer De FeijterNeen, mijnheer de Voorzitter, dat zou zijn in strijd met het reglement van orde. Mijn voorstel wordt ondersteund, dus het moet in omvraag worden gebracht. De heer Dregmans verklaart het voorstel te steunen. Het voorstel wordt hierna in omvraag gebracht en verworpen met 7 tegen 3 stemmen. Voor stemmen de heerervDieleman, De Feijter en Dregmans tegen stemmen de heeren Lamaitre, F. Dekker, Wolfert, Kruijsse, Van Driel, Smies en P. Dekker. De burgemeester komt hierna ter vergadering en neemt de leiding der vergadering over. Onder hoofdstuk IV, politie enz. is thans 100 uitge- trokken voor vergoeding aan den gemeenteveldwachter wegens gemis aan vrije woning, doordat deze de kelder- woning van het stadhuis moet ontruimen. In verband met in de afdeelingen gehouden besprekingen over de politie wordt besloten aan den Minister van Justitie uitbreiding te verzoeken van de rijksveldwacht. Bij de jaarwedden van beambten voor de straatverlich ting is 50 meer uitgetrokken voor verhooging van de lantaamopstekers op de Sassing en het Spui. De heer De Feijter vraagt of de kosten der straatver lichting, geraamd op 550 niet kunnen verminderd worden. Naar hij meent heeft de aanbesteding van de levering der benzine een aanmerkelijk voordeel opge- leverd en zou dus deze post lager kunnen geraamd worden. De Voorzitter bevestigt, dat bij de gehouden aanbe steding der levering van benzine is ingeschreven voor slechts 13 cent, terwijl vroeger 19 cent is betaald. Dat geeft over 1200 liter dus een voordeel van f 72. De heer Lamaitre maakt bezwaar tegen vermindering van den post, want daar de lantaarns volgens raadsbesluit nu vroeger en ook langer moeten branden, is er meer voor noodig dan vroeger. De heer De Feijter vraagt of Burg, en Weth. bij het opmaken der begrooting dan geen rekening hebben ge houden met dien langeren brandtijd De Voorzitter antwoordt toestemmend. Dit blijkt ook uit de bestede hoeveelheid benzine, vroeger 1000 en nu 1200 liter. De heer De Feijter: Dan is de voordeelige aanbesteding ook wel degelijk een voordeel dat kan worden afgetrokken van den begrootingspost. De heer Smies steunt het denkbeeld van den heer De Feijter. De heer Kruijsse Ik kan eigenlijk de reden niet be- grijpen, waarom deze post behoeft te wordep verminderd,

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1909 | | pagina 5