A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 5340.
Dinsdaa; 17 Augustus 1909.
49° 4aargang.
Binnenland.
FETJILLETON.
ABONNEMENT:
Telefoon No. 25. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave
advertentie n
TER NEUZEN, 16 Augustus 1909.
in.
Na
CHE <01
Per drie maanden binnen Ter Neuzen j 1,Franco per postoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika l,321/l en voor
het overige Buitenland j 1,65. Men abonneert zich bij alle Boekhande-
laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 reeels f 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slecbts t w e e m a a 1 berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Hit bind verHCliijnt VInnnil»«-, WnenatiaK- en Vtljjagnvond,
O...- MJ O. T"
Bij de geboorte van prinses Juliana werd
de klok te Oude-Biltzijl (Fr.), welke was be-
vestigd in een torentje op de school, stuk ge-
luid. De Doopsgezinde gemeente in genoernd
dorp, die een toren laat bouwen is nu door H. M.
de Koningin vejrast met de schenking van een
torenklok, die gegoteft zal worden te Midwolda
(Oldambt).
De klok zal het volgende, door H. M. de
Koningin zelf gekozen opschrift dragen
De Juliana-Klok. Geschenk van H. M. de
Koningin ter herinnering aan de geboorte van
H. K. H. prinses Juliana 30 April 1909.
Hedenvoormiddag passeerde alhier het stoom-
schip ,/Bruxellesville", naar Antwerpen, aan
boord waarvan zich bevond Prms Albert van
Belgie, die van zijne reis naar den Congo terug-
keerde.
Voor de monding der nieuwe haven stopte
het stoomschip even, verschillende jachten waren
op de reede ter begroeting aanwezig en ook een
der mailbooten van den dienst Ostende, die met
het stoomschip verder opvoer naar Antwerpen,
waarheen ook enkele jachten volgden.
De vorige week is op het glacis bij de Grenu-
laan verrezen de tent der Nederlandsche tent-
zending. De groote, degelijke tent, trok veler
aandacht en belangstelling. Zij ziet er ook
inwendig net en gezellig uit en kan plaats
bieden aan eene kleine 2000 bezoekers. Ver
schillende vaandels, in de tent opgehangen,
bevatten spreuken of teksten op het werk der
Nederlandsche tentzending van toepassing.
Een groot aantal hoorders was gisterenavond
opgekomen naar de openingssamenkomst, al
was de ruime tent nog op verre na niet gevuld
en, in aanmerking genomen den warmen dag,
heerschte er een aangename temperatuur.
De voorzitter van het plaatselijk comite, de
heer H. J. van den Ouden, opende de bijeen
komst met het laten zingen van Psalm 68 10,
waarna hij een woord van welkom tot de aanwezi
gen richtte en uiting gat van de vreugde die
velen bezielde, nu men de tent, waarvan men
reeds zooveel gehoord had, in hun midden had.
Nadat hij voorts had gebeden gaf hij het
4)
Toen herstelde de predikant zich weer en
vervolgde
,/Dat was miju grootste zonde de zonde
jegens haar. Maar jegens u alien heb ik ook
gezondigd, want ik heb u bedrogen. Gij dacht
mij een braaf mensch, maar ik ben grooter
zondaar dan een van u. Gij dacht mij eerbaar
doch ik verliet mijne vrouw voor de rust mijner
ziel. Maar boven alles, gij dacht miju hanc.
rein, doch zij is met bloed bevlekt het bloec
van den man, dien ik haatte
Een diepe zucht ging uit de inenigte op. Het
was alsof zij alien in een adem hun opgekropte
aandoening wilden lucht geven.
Johan Tempest was op de knieen gezonken
bij het graf van de vrouw die hij door zijn
woorden gekroond had met de kroon van het
martelaarschap.
Niemand wist wie de eerste was, maar zi]
gingen met ontdekten hoofde heen,
zwijgend. Anderen volgden. Het was nu geen
tijd oin te spreken en bovendien zij waren
versuft, zij hadden niets te spreken. Zij gingeu
heen en lieten hem alleen achter.
Twee vrouweu gingen naast elkander. Een
van haar was lang en in een zwarten mantel
gehuld. Zij droeg een zwart lorgnet onder haar
sluier en heur haar was sneeuwwit. Telken
schokten hare schouders, doch het waren geen
woord aan den heer De Heer, uit Rotterdam,
om uiteen te zetten het doel van de Nederlandsche
tentzending.
De heer De Heer, die het gezang met orgel-
pel begeleidde, liet eerst zingen Psalm 89 7
en zeide vervolger.s dat het doel der vereeniging
eigenlijk is omschreven in de woorden van
Markus 16 15: ,/Gaat heen in de geheele wereld,
predikt het Evangelie aan alle volken." Deze
woorden van Jezus zijn het doel en het uit-
gangspunt der Nederlandsche Tentzending, om
overal de blijde boodschap te brengen.
Velen zijn er, die nimmer ter kerk komen
en om dezen te bereiken, meenden verschillende
broeders, moest men een buitengewoon middel
bedenken. Dat buitengewone middel heeft men
gevonden in de tentzending. Zij achtten zich
gelukkig deze gezellige ruime tent te bezitten.
Men heeft niet de bedoeling propaganda te
maken voor de eene of andere kerkelijke richting
of voigelingen van het een of ander kerkgenoot-
schap af te trekken. De vereeniging wordt dan
ook gevorrad door personen van onderscheidene
kerkelijke richtingen. En al is het dat deze
bijzaken met elkander verschillen, in de
hoofdzaak is men het eenS om de menschen te
brengen tot Jezus, om te zorgeu dat zij, die
in naam Christen zijn, het ook zullen worden.
Vier jaren is het geleden dat de tent werd
ingewijd en het comite verheugde zich zeer,
daarbij ook de belangstelling in haar werk te
mogen ondervinden van Hare Majesteit de Konin
gin, die deze plechtigheid met Hare tegenwoor-
digheid vereerde en ook later de tent nog eens
bezocht. Het was een heerlijke verrassing de
belangstelling der Koningin voor dit geestelijk
werk te mogen ondervinden.
Op verschillende plaatsen werd de tent met
vijandschap begroet, omdat men het streven van
het comite niet kende, omdat men daarin meende
te zien bevordering van eene eenzijdige richting,
maar in de meeste gevallen was men van die
dwaling genezen voordat de tent vertrok.
Spreker hoopt dat men hier de tent met ge-
noegen ontvangt. De reeds groote opkomst
wijst op belangstelling. Misschien is het mo-
gelijk dat in de wijze van ontvangst van Ter
Neuzen de victorie uitgaat
Spreker deelde verder mede dat zij, die het
zendingswerk bevorderen, die in de tent optreden,
dit doen zonder daarvoor salaris te ontvangen.
In de vrije uren wordt voor dat werk geyverd
en gearbeid. Mannen van verschillende richting
snikken, die haar lichaam in beweging brachten.
Zij lachte stilzwijgend.
Den dag na de begrafenis werd Johan Tempest
naar Londen beroepen. Hij nam het beroep
dadelijk aan, daar zijn gemeente zwijgend pijn-
lijk toestemde in zijn vertrek uit hun midden.
Het was wellicht het bitterste oogenblik zijns
levens, toen hij ondervinden moest, dat men
geen krachtige pogingen aanwendde om hem
te weerhoudeu.
Alles ging spoedig in zijn werk. Binnen een
week moest hij Rivercross verlaten. Twee dagen
waren reeds om en te midden der drukte van
de toebereidselen voor zijn vertrek overviel
hem een groote vrees Eleonora's toekomst.
De stervende opdracht zijner arme Marga-
retha laadde een verschrikkelijke verantwoor-
delijk op hem, vgoral in de wetenschap van
een vreeselijken vloek die over baar was uit-
gesproken die van krankzinnigheid.
Hoe anders kon hij de laatste woorden zijner
vrouw uitleggen Zij had gestreden om hem
te zeggen, welke de schaduw was het noodlot,
waartegen hij het meisje moest beschermen,
en in het oogenblik toen haar oogen met het
oude licht geschitterd hadden, was zij heenge-
gaan met den luiden kreet Krankzinnig
Krankzinnig
Bedoelde zij, dat het meisje reeds het slacht-
offer was, of dat het in haar bloed zat Het
doet er niet toe. Zij was een wezen. dat ge-
huisvest en beschermd moest worden. Het was
zijn plicht, voor haar te zorgen, een heilige
treden op, mannen, zooals hij reeds zeide, in
bijzaken verschillend maar in hoofdzaak het eens
zijndeprediking van het EvangelieD°k
in Ter Neuzen wilde men werkzaam zijn.
Zeker, er zijn hier genoegzaam kerken, maar,
het is reeds aangehaald, men wil ook trachten
hen te bereiken die, om verschillende redenen,
de kerken niet bezoeken, om dezen tot een
ander inzicht te brengen. ireflende voor-
beelden van vruchtbaar werk heeft de ver
eeniging reeds raeermalen mogen ondervinden.
De tent, prikkelt de nieuwsgierigheid, men
gaat er onwillekeurig eens heen en wat men
er hoort maakt dikwijls een dusdanigen
indruk, dat men meerdere behoefte voelt op-
komen naar het hooren verkondigen van
Gods woord.
Met den wensch dat ook alhier het werk
van het comite vruchtdragend zal zijn en
gezegend moge worden, eindigde spreker.
Vervolgens werd door Ds. Aan Dis, van
Zaamslag, eene rede gehouden naar aanleiding
van 2 Thessalonicensen 3:1: u Voorts, Broeders
bidt voor ons, opdat het woord des Heeren
zijnen loop hebbe en verheerlijkt worde, gelijk
ook bij u." Bij herhaling legde spreker in
zijne rede nadruk op het vbidt en werkt.
Hij deelde ten slotte mede, dat in de tent
dagelijks op werkdagen eene bijeenkomst zal
worden gehouden des namiddags te 3 ure, welke
meer is bedoeld alseeue bijeenkomst der geloovigen,
oai dezen verder in te leiden in het woord Dods.
Deze bijeenkomst kan echter ook door iedereen
worden bijgewoond. Des avonds 8 ure
vry
worden algemeene hijeenkomsten gehouden
het
langs
zingen van het lied //Er ruischt
de wolken" en dankzegging door Ds. Van
Dis7 eindigde de bijeenkomst.
Gistereu werd bij de gemeentepolitie alhier
aangifte gedaan dat men zich, terwijl de be-
woonster en de andere huisgenooten kerkwaarts
waren, toegang heeft verschaft tot het woon-
en winkelhuis van mej. J. M. indeGrenulaanalhier.
Wij vernamen daaromtrent dat Zaterdag werd
vermist de sleutel der buitenwinkeldeur, die
steeds aan de binnenzijde in het slot steekt
en dat gisterennamiddag bij het kerkwaarts gaan
ook vermist werd de sleutel der buitendeur,
die ook steeds binnen op de dear steekt. De
deuren werden toen gesloten met sleutels van
audere deuren, die er op pasten.
Uit de kerk thuis komende, werd aanstonds
bemerkt dat er iemand in huis was geweest,
uit enkele voorwerpen die in de achterkamer
waren verplaatst en ook aan het opgeschoven
raam. Bij verder onderzoek bleek dat een in
de alkoof' staande kast was opengebroken en
dat een ijzeren kistje, verschillende waarden be-
vattende, was verplaatst. Vermist werd echter
niets. Verwonderlijk genoeg is zelfs een doosje
met gouden sieraden, dat in de achterkamer op
tafel stond, onaangeroerd gelaten.
Uit eene verklaring van een buurmeisje valt
af te leiden dat de ongenoode gast of gasten
zich langs de achterzyde hebben verwijderd, daar
zij in een poort die aan het perceel uitweg
geeft, gerucht heeft gehoord. Men zou echter
'en dan met behulp van de vooraf ontvreemde
sleutels) zich langs den voorkant toegang moeten
hebben verschaft. Verschillende personen
lebben echter des namiddags in de Grenulaan
buiten vertoefd en niets opgemerkt van een
binnengaan der woning.
Naar men ons meedeelt is nader gebleken
dat uit de kast een bedrag van 7 wordt vermist.
Gisteren morgen vroeg waren eenige
matrozen van het Nederlandsch stoomschip
Helena", dat vertrekken moest, op verzoek
van den kapitein door de politie aan boord ge-
bracht. Na eenigen tijd verwijderde zich een drie-
tal, en ging aan wal, waarna de politie, op een ver-
nieuwd verzoek, op zoek ging. De agent \V itte
trof bet 3tal aan in de Kerkhoflaan en maande hen
aan om naar boord te gaan. Dit gaf een der
schepelingen, een Arabier, aanleiding om den
agent aan te vallen terwijl de anderen, toen de
agent den Arabier vastgreep, er tusscheu kwamen
en ook den agent aanvielen, die onder de voet
geraakte. In de worsteling wist hij echter
weer op te staan en den Arabier, nadat
een kameraad ter versterking was ge-
komen, naar het arrestantenlokaal over te bren
gen, waarheen ook de andere, hier woonachtige
schepelingen werden gebracht, nadat daarvoor
4 agenten beschikbaar waren. Voor het ver
trek0 van het stoomschip werden deze mannen
aan boord gebracht ter beschikking van den
kapitein.
De Stct. (no. 189) bevat de statuten der
Eerste Nederlandsche Cooperatieve Beetwortel-
suikerfabriek te Sas van Gent.
Met algemeene stemmen is tot secretaris
van Sint Kruis benoemd de heer J. A. van der
Hooft, notaris-klerk en ontvanger-griffier der
Doopsgezinde gemeente te Aardenburg.
plicht, hem door Margaretha zelf toegewezen
Hij zag geen spoor van krankzinnigheid in
haar blauwe, heldere oogen. Misschien had het
noodlot zich nog niet van haar meester ge-
maakt misschien zou dit nooit gebeuren,
maar slechts alleen als een zwaard boven haar
jonge leven hangen wreed en onverbiddelijk
voor eeuwig buitensluitende uatuurlijke genegen-
heid, de liefde van een echtgenoot, een thuis,
kinderen
Zij sprak weinig de eerste dagen. Zij ve
telde hem, dat Margaretha haar Eleonora Holden
genoernd had, dat zij niets van zich zelve wist
en zich niets herinnerde van voor haar leven
met Margaretha.
z/Soms," voegde zij er met een glimlacn aan
toe, //droom ik met open oogen van een prachti
huis en een mooi klein meisje. Maar het is
alles zoo vaag. Margaretha zeide, dat dit wel
licht iets met miju vroeger leven te maken had.'
Een onderzoek in Margaretha's papieren bracht
niets aan het licht, noch de manier waarop zij
het kind gevonden had, noch eenige aauwijzing
tot de mogelijke identiteit.
//Margaretha zeide, dat ik vier jaar geweest
moet zijn, toen zi] mij vond."
z/Dan zijt gij nu negentien," zeide hij haar,
z/Gij moet met mij naar Londen gaan. Gij weet
alles, kind, gij die altijd bij haar geweest zijt
haar kende en liefhad. Kunt gij mij ver-
Zij zag hem met haar groote, droeve oogen
aan.
wZij vergaf u. Hoe kan ik anders V Zij placht
mij altijd van u te vertelleu, niet alsof zij u
kende, maar alsof zij dikwijls van u gehoord
had als een goed mensch. Zij leerde mij inzien,
hoe edel en nuttig gij altijd waart, en"
voegde zij er verlegen aan toe, //het is zoo.
Mag ik u in Londen helpen Ik zou zoo gaarne
werken."
,/Ja, kind, gij zult mij helpen," zeide hij,
zich plotseling afwendende.
Het deed hem zeer, naar haar te zien zij
was zoo bleek, zoo liefelijk met baar diepen,
vastberaden blik, haar teeder mondje en den
overvloed van haar. Welk een wreedheid Haar
leven verduisterd door znlk een noodlot.
Hij was die dagen dankbaar, dat Frank
Jerningham, de zoon van den Squire, zijn beste
vriend, hem dikwijls kwam bezoeken. Hij had
het zoo volhandig met het afdoen van allerlei
aaugelegenheden, dat hij geen tijd voor Eleonora
overhield, en hij was blijde dat t1 rank haar
gezelschap hield nu en dan.
Den dag na de begrafenis was hij reeds ge-
komen om zijn vriend de verzekering te geven,
dat hij hem bewonderde om de openhartigheid,
waarmede hij zijne zonde beleden had.
De predikant had hem in den tuin gebracht,
waar hij Eleonora aan hem voorstelde en hen
vervolgens samen liet. De jonge man was eenigen
tijd gebleven, en was den volgenden dag weer-
gekomen en daarna weer telkens langer.
De predikant was blijde dat Eleonora een
vriend gekregen had, die haar sympathiek was
en die, zooals hij bij ondervinding wist baar
sympathie waardig was.
(Wordt vervolgd).