boomen om en Tersperden den weg. In het Regentesseplantsoen viel een boom door de achutting van een tuin, en vernielde, daar be- halve de schuttiDg, een schuur en een gedeelte van den tuin. Ook op het kermisterrein heeft de storm danig huisgehouden. V an verschillende tenten werd het dekzeil aan harden gescheurd, terwijl van de tobogan het bovengedeelte, ter voorkoming van ougelukken, moest worden weggenomen. Voor de kermisreizigers, die door het slechte weer toch al weinig te doen hebben, dus een onaangenaam geval. Onder Utrecht is een 14jarige jongen, die met eenige andere knapen op den Zuilenschen weg aan het spelen was, onder een vallenden boom geraakt en gedood. Te Zeist heeft de politie van Zeist en de Bilt YV oensdag een klopjacht gehouden op twee bernchte inbrekers, die in de laatste dagen in en nabij Zeist op klaarlichten dag tal van inbraken hadden gepleegd. Woensdagmiddag nog brachten zij een bezoek aan de portiers- woning van het landgoed Vollenhoven, waar zij bijna al het huisraad totaal vernielden. Even later, toen de politie reeds gewaarschuwd was en door burgers bijgestaan een klopjacht hield op de dieven, die men meende, dat in de bosschen gevlucht zouden zijn, stalen zij bij een land- bouwer vijf kazen. De agent J. Kunst van Zeist kreeg hen in de gaten en wist een van beiden te grijpen en na een worsteling te overmeesteren. De andere vluchtte door de Biltsche vaart, doch werd ook weldra gegrepen. De onbezoldigde rijksveld wachter Koetsier, van de Bilt, wist hem in handen te krijgen. De dieven zijn herkomstig uit de provincie. De eene heeft in Duitschland pas twee jaar ge- vangenisstraf ondergaan wegens doodslag. Een heer te Vlaardingen die al een paar dagen tengevolge van bloedvergiftiging in zijn hoofd, ernstig ongesteld was, is Dinsdagavond met hevige koortsen in neglige en met mede- neming van een wollen deken uit zijn woning geloopen. Daar hij niet terug kwam, vreesde men het ergste en ging men in de haven aan het dreggen, met het hevolg, dat Woensdag middag de medegenomen wollen deken is opge- vischt. Vermoed wordt dat de ongelukkige in het water is geloopen en verdronken. In de Cornelis Evertsenstraat te Utrecht was een familie dezer dagen uit de stad gegaan een zoon, reserve-onderofficier, bleef evenwel daar ter stede achter, omdat hij zijndienstplichten bad te vervullen. Bij een familie naast de deur zou het jongemensch het middagmaal komen gebruiken, maar toen hij Dinsdagmiddag op het afgesproken uur niet verscheen sloeg men daar verder geen acht op, in de veronder- stelling, dat de dienst in de kazerne hem had verhinderd te komen. Toch hield men het eten nog tot laat in den avond voor hem warm. Woensdag vervoegde zich een onder-officier aan het huis van den jeugdigen reserve-militair, om te informeeren, waarom de jonge man van- daag van dienst was weggebleven. Op zijn herhaald schellen kwam echter geen gehoor, reden waarom hij zich in verbinding stelde met de buren, om nader te informeeren, maar ook deze waren met de afwezigheid van den zoon des huizes onbekend. Gezamenlijk stelde men thans een onderzoek in toen men door de franjes van het neer- hangende gordijn naar binnen keek, zag men den jongen voorover op tafel liggen. Politie werd gewaarschuwd, om het huis binnen te gaan eenige agenten forceerden het slot van de voordeur en vonden den jongen man als dood voor de tafel zitten. Het bleek dat de kamer geheel gevuld was met gashet ver- moeden ligt voor de hand, dat de jongen, thuis gekomen, de lamp heeft aangestoken om te gaan zitten werken. Tijdens z'n studie is hij in slaap gevallen bij het voorover bukken in zijn dommeling een gasslang van de lamp aftrekkende, die in verbinding stond met een klein lampje op tafel. Door dat losrukken van de slang is het gas vrijeljjk de kamer ingestroomd, tengevolge waarvan de jongen spoedig bewus- teloos werd, om kort daarna reeds te overlijden. In deze bukkende houding vond men hem gisteren, toen de politie binnentrad. Onmiddellijk werd geneeskundige hulp inge- roepen Dr. Van Zadelbofl kwam met een zuur- stotkoffer, maar kon niet anders dan den dood constateeren. De arme jongen was reeds langen tijd dood. (U. D.) Men meldt uit den Haag Donderdagvoormiddag had in de Keizerstraat te Scheveningen een ernstig ongeluk plaats. De pachter van het koffiehuis Volksbelang in de Keizerstraat, de heer B., reed met zijn rijwiel, doordat hij een oogenblik het stuur, waaraan een zwaar pak hing, niet meester was, juist tusschen den motor- en den aanhangwagen van een in beweging zijnde tram in, toen hij tus schen de tram en een vrachtwagen wilde pas- seeren. Hij kwam te vallen en werd door den aanhangwagen overreden. Zijn linkerarm en been en zijn rechtervoet werden vreeselijk ver- minkt en het duurde ruim een kwartier voor het been was uitgezaagd. De verwonde riep den omstanders herhaaldelijk toe, den voet maar af te hakken, opdat men hem zou kunnen vervoeren. Door de opdringende menschenmenigte werd het verleenen van hulp aan den ongelukkige zeer bemoeilijkt. Toen hij bevrijd was, werd hij naar de woning van den brigadier Blokpoel in dezelfde straat vervoerd, waar de doctoren A. de Niet, B. Roest en de politiearts Van Duyl, met zuster Lavender uit de Ziekenverpleging aan de Duinstraat de eerste hulp verleenden. Daar de auto van het Ziekenhuis niet beschik- baar was, werd de verwonde per tram daarheen vervoerd. Zijn toestand is zeer ernstig. De heer Dr. L. E. Eerkens, te Wilder- vank, is eenige dagen met zijn gezin op reis. Zijn koetsier laat dagelijks het huis luchten. Toen zag hij echter tot zijn groote verbazing en schrik een paar damesschoenen op de stoep voor de achterdeur en voetstappen in den tuin. Voetstappen van twee personen. Inbrekers dus Maar, zoo alleen in huis te gaan, dat waagde hij niet'n Paar buren gehaald en met hun drieen werd het heele huis doorzocht. Nergens vond men iets. Op den zolder was echter nog 'n kamer. En wat bleek Dat Geesje, de meid, die verteld had, dat ze ook op reis ging, de zolderkamer tot woning had gekozen en daar vertoefde met den vroegeren marechaussee, thans huzaar, Br. Vreeselijk ontstelde het paartje, toen 't daar de drie personen voor zich zag staan. En op eens was de lust tot vrijen gebluscht Ze haastten zich naar beneden te komen en verlieten door een achterdeur de woning. Het saamgestroomd publiek begroette ze met 'n hoera'tje. (Arnh. Ct.) In een en dertig wagons zal spoedig van Brussel naar Parijs een schat vervoerd worden die 126.000 K.G. weegt. Dit zware gewicht wordt gevormd doorpoezie. De Belgische graaf Spoelberch de Lovenjail was een aanbidder der Fransche dichtkunst en heeft met zijn millioenen duizenden handschriften, door Fransche dichterpennen beschreven, gekocht. Balzac, George Sand, Gautier en Musset waren zijn godheden. Deze kostbare verzameling heeft hij vermaakt aan de Fransche Republiek. De regeering laat dien kostbaren schat, welke eenige jaren in Belgie gebleven was, naar Frankrijk overbrengen en zal haar onderbrengen in een kasteel te Chantilly. De Lokal-Anzeiger bevat een telegram uit Riigenwalde, aan de Oostzee, volgens het- welk Woensdag bij Damkenort (ten Z. W. van Riigenwalde) twee Hollandsche zeilschepen in den storm op een zandbank zijn gegooid. De bemanning en vrouwen en kinderen, die aan boord waren, zijn met zwemgordels gered. Een bericht uit Neuwasser spreekt ook van de schipbreuk van een Hollandsch schip. Aan- gezien dit plaatsje echter tusschen Damkenort en Riigenwalde in ligt, geldt dit vermoedeljjk een van de bovengenoemde schepen. Een fatale misrekening. De heer J. B. N., die in April 1905 wegens frauduleuzen invoer van opium werd veroordeeld tot een boete van 54,000, subsidiair een jaar gevangenisstraf, en die toen de kolonie Suriname verliet, keerde daarin terug, in de meening dat het vonnis verjaard was. Op last van den procureur-generaal werd hij echter gearresteerd en in het fort //Zeelandia" in verzekerde bewaring gesteld. Gemeenteraad van Ter Neuzen. Vergadering van Donderdag 29 Juli 1909. Voorzitter de heer J. A. P. Geill, burgemeester. Aanwezig de heeren Van den Hoek, Dees, Moes, Wieland, Visser, Moggre, De Jager, Scheele, Lensen, De Feijter en Van de Ree. Afwezig de heer Drost. Een vacature. Na opening der vergadering worden gelezen de notulen der voorgaande, die worden goedgekeurd. De Voorzitter schorst de openbare vergadering, welke overgaat in eene met gesloten deuren. Na het weder openbaar worden der vergadering stelt de Voorzitter aan de orde Ingekonien stukken. Eene missive van Gedep. Staten van Zeeland, d.d. 18 Juni waarbij wordt toegezonden een uittreksel uit Hr. Ms. besluit van 8 Juni 1.1. no. 34, houdende goedkeuring der door den Raad bij besluit van 28 Juni 1909 vastgestelde verordening tot heffing van schoolgeld. Aangenomen voor kennisgeving. b. Procesverbaal van de op 22 Juni 1909 door Burg, en Weth. ten kantore van den gemeente-ontvanger ge houden kasopneming, waarbij bleek dat over de dienstjaren 1908 en 1909 is ontvangen eene som van f 125,532,15 en blijkens voorhanden zijnde bewijzen van uitgaaf uitgegeven eene som van f 121,744,66, zoodat meer ontvangen dan uitgegeven is een bedrag van 3,787,49, welk bedrag ook in kas bleek te zijn. Aangenomen voor kennisgeving. c. De Voorzitter deelt inede, dat vroeger door den Raad is besloten, naar aanleiding van een schrijven der Gezondheidscommissie, om te trachten eene voorziening te trefl'en in de behoefte aan drinkwater alhier, en dat daarvoor een verzoek is gericht aan het Departement van Oorlog, om te mogen beschikken over het water in de hakken van de voormalige inlirmerie en van het arsenaal. Daarover zijn sedert verschillende stukken gewisseld en thans is van wege den Minister van Oorlog een concept ontvangen der voorwaarden, waaronder deze geneigd is het verzoek in te willigen. Dit concept luidt als volgt De Minister van Oorlog, beschikkende op een verzoek van Burgemeester en Wethouders der gemeente Ter Neuzen, om water uit de regenbakken onder of bij militaire ge- bouwen aldaar te verkrijgen ten behoeve van de ingezetenen dier gemeente gezien de deskundige ambtsberichten bewilligt in het verzoek tot wederopzeggens toe en behoudens de rechten van derden, onder de navolgende voorwaarden lo. het water zal alleen verkregen worden uit de regen bakken, gelegen onder de Voormalige Inlirmerie" en onder het »Arsenaal" en slechts voor zoover de betrokken eerstaanwezend-Ingenieur of degene die hem vervangt, meent, met het oog op de militaire belangen, het water te kunnen afstaan; 2o. als erkenning van het te alien tijde opzegbaar zijn van deze vergunning, zal de gemeente jaarlijks voor den len Mei, voor het eerst in 1910, aan het bestuur der Domeinen betalen 50 cent. 3o. het gebruik van het water zal geschieden geheel onder verantwoordelijkheid van de gemeente; 4o. het water zal alleen mogen worden verkregen door middel van pompen, door en op kosten van de gemeente, overeenkomstig de aanwijzingen en ten genoegen van den betrokken eerstaanwezend-Ingenieur te stellen en te onder- houden tegen de buitenzijde van het gebouw, waartoe de regenbak behoort; 5o. nopens de tijdstippen van uitgifte van water en de daarbij te treffen maatregelen van orde enz. zal de gemeente in overleg moeten treden met den garnizoenscommandant 6o. alle schaden, die tengevolge van het gebruik maken van deze vergunning aan Rijkseigendommen ontstaan, zullen onverwijld op kosten van de gemeente, ten genoege van den betrokken eerstaanwezend-Ingenieur worden hersteld. Onder sub 7°, 8° en 9° wordt bepaald hoe gehandeld wordt bij geheele of tijdelijke opzegging van het gebruik, terwijl onder 10" wordt bepaald dat de gemeente zonder toestemming van den Minister van Oorlog de hierbij ver- leende vergunning niet mag afstaan, overdoen of verkoopen en onder 11°. dat van deze vergunning geen gebruik mag worden gemaakt alvorens door de gemeente aan den betrokken eerstaanwezend-Ingenieur zal zijn ter hand gesteld eene verklaring op gezegeld papier, waarbij zij zich tot nakoming van de vorenstaande letterlijk in die verklaring op te nemen voorwaarden verbindt. De Voorzitter merkt op, dat de heeren zullen weten, dat Burg, en Weth. reeds vroeger over het regelen dezer zaak zijn bezig geweest. De bedoeling was toen, om het verstrekken van het water over te laten aan den conducteur der artillerie, waarvoor het publiek dan als vergoeding een cent per emmer zou hebben te betalen. Deze Minister wenscht nu echter blijkens de gezonden voorwaarden weer eene andere regeling en de wijze van verstrekking aan de gemeente over te laten. In verband daarmede, zouden Burg, en Weth. dan ook het water om niet willen verstrekken. Namens Burg, en Weth. stelt hij voor de door den Minister gestelde voorwaarden aan te nemen en op elk der 2 genoemde bakken eene pomp te plaatsen. Die 2 pompen zullen, met plaatsen, ongeveer f 44 kosten, dit is echter niet precies op te geven, daar de plaats waar die pompen zullen geplaatst worden, nog niet bekend zijn en daarvan de mindere of meerdere lengte der noodige looden buizen kan afhangen. De heer Lensen merkt op, dat er wel rekening mede mag gehouden worden, dat de gebonwen waaraan die pompen moeten geplaatst worden, voorzien zijn van dikke buitenmuren, en dat, als daarin moet gekapt worden voor het plaatsen der pompen, dit aanleiding kan geven tot hoogere kosten. De kosten zouden dan wel eens kunnen tegen vallen. De Voorzitter gelooft niet dat daarvoor gevaar bestaat. Het is de bedoeling gewone pompen te plaatsen. De heer Lensen meent dat de toestand thans, nu er garnizoen komt, wel wat veranderd is. Vroeger werden de bakken niet gebruikt, maar thans moeten ze ook dienen voor het garnizoen. Bij aanneming der voorwaarden, mag de gemeente er slechts over beschikken zoolang de kapitein der genie meent dat dit zonder bezwaar voor de militaire belangen kan geschieden. In tijden van regen, zal hij het gebruik niet verbieden, dan hebben echter ook de inwoners voldoende water, doch de kans bestaat dat bij droogte, met het oog op de belangen en het gebruik voor het garnizoen reeds spoedig het verbod van gebruik komt, en dat komt dan juist op een tijdstip dat het gemeentebestuur ten be hoeve der ingezetenen, over de bakken zou moeten kunnen beschikken. Dan zouden er kosten gemaakt zijn en we zouden er niets aan hebben. Het mag dus zeker wel eens overwogen worden of men eenig nut van deze uitgaaf zal kunnen hebben. De Voorzitter betoogt dat de behoefte om wat te doen ter voorziening in gebrek aan water, zeer dringend is, meermalen komt het voor dat daaraan groot gebrek bestaat. De heer Lensen Van wanneer dateert het verzoek De Voorzitter Reeds van 4907. De heer LensenDe bouwverordening, die het maken van regenbakken ter grootte van 5 M:! voorschrijft bestond dus toen reeds. De VoorzitterZeker, doch die bepaling geldt alleen voor nieuwe gebouwen en bij tal van vroeger gebouwde woningen zijn de regenbakken veel kleiner. De behoefte aan drinkwater deed zich destijds weer erg gevoelen en bij Burg, en Weth. kwam een schrijven in van de Gezondheidscommissie, waarin werd aangedrongen op maatregelen om in den waternood te voorzien. De bakken van het arsenaal, waarvan vroeger gebruik kon worden gemaakt waren toen gesloten, waarop door Burg, en Weth. het volgende schrijven werd gericht aan den Minister van Oorlog »Wij hebben de eer Uwer Excellentie hierbij aan te bieden een afschrift van eene aan ons college gerichte missive van de Gezondheidscommissie wier zetel gevestigd is te Ter Neuzen. Ter toelichting daarvan het volgende Tot voor een paar jaar geleden werd uit de regenbakken behoorende bij de militaire gebouwen, in tijden van groote droogte, water aan de ingezetenen verstrekt. Nimmer werden klachten vernomen over dat water, integendeel ieder die het gebruikte roemde de kwaliteit. Voor t eerst, bij het opkomen der landweertroepen, die gekazerneerd werden in het bomvrije arsenaal en in de zoogenaamde infirmerie, werd het water als niet bruikbaar gequalificeerd en het gebruik verboden. Voor die troepen kwam toen drinkwater uit Vlissingen. Sedert dien liggen honderden kubieke Meters regenwater, grootendeels gefiltreerd door de bomvrije dekking van het arsenaal, ongebruikt in de enorme regenbakken onder de militaire gebouwen. Dit water wordt, doordat de voorraad het schoonmaken en herstellen dier bakken tegenhoudt, er natuurlijk niet beter op, terwijl honderden MA ML bij regenbuien door de overlaten wegvloeien, omdat die putten niet meer water kunnen bevatten. En dat terwijl de ingezetenen van de gemeente snakken naar regenwater en zich nu tevreden moeten stellen met water uit enkele welputten en uit het kanaal. Hiertegen zal misschien aangevoerd worden, waarom zorgen de inwoners of het gemeentebestuur zelf niet voor beter water. Daarop wordt geantwoord, in de le plaats omdat kiog nimmer de behoefte aan water zoo sterk gevoeld is als in den laatsten tijd. Dit moet voortspruiten uit de omstandig- heid dat vroeger bij gebrek aan water, steeds daarin voorzien werd uit de militaire gebouwen, en ook omdat de gelegenheid tot verkrijgen van water bestond uit de Clinge, hetwelk nu niet meer het geval is, daar de zoetwaterplassen waaruit toen het water betrokken werd. vervuild zijn geworden door het water uit slooten en leidingen, welke er sedert enkele jaren in uitmonden. In de 2" plaats, sedert een paar jaren voorziet de bouw verordening er in dat bij nieuwe woningen groote regen bakken van minstens 5 MA worden gemaakt, doch daar mede zijn de bestaande gebouwen niet gebaatdeze hebben op enkele uitzonderingen na of geen of heele kleine regenbakken.. In de 3plaats, eene waterleiding aan te leggen of eene andere wijze van watervoorziening in te voeren zoude de gemeente wier fmancieele toestand toch al niet erg gunstig in, in groote moeilijkheden brengen. Op grond van een en ander nemen wij eerbiedig de vrijlieid Uwer Excellentie te verzoeken dat de regen bakken behoorende bij de Militaire gebouwen weder als vroeger worden opengesteld, en dat het regenwater daaruit des noods tegen betaling door de ingezetenen kan worden verkregen om te gebruiken als door de gezondheidscom missie wordt voorgesteld". De Voorzitter voegt hieraan toe dat sedert het verzenden van dat schrijven herhaaldelijk is gecorrespondeerd en het resultaat daarvan is het thans door den Minister aan- geboden contract, waarop hij genegen is de noodige ver gunning te verleenen. Spreker is van meening dat het aanbeveling verdient de voorwaarden aan te nemen. Wat het plaatsen der 2 pompen betreft, laat dat f 425 kosten, dan nog is het olfer niet te groot voor hetgeen men verkrijgt. De lieer De Jager vindt de opmerking van den heer Lensen, dat men juist in tijden van droogte, van werkelijke behoefte, zou kunnen worden belet van de bakken gebruik te maken, zeer ad rem. Ook voor het garnizoen is geregeld water noodig. In natte jaargetijden, zooals thans, zal niemand daar om water gaan. De Voorzitter meent te mogen verwachten, dat de be- voegde autoriteit niet zonder noodzaak eeh verbod tot sluiting der bakken zou uitvaardigen. En wat het gebruik voor het garnizoen betreft, dit zou op den watervoorraad, die enorm is, niet van overwegenden invloed zijn. De oude Ter Neuzenaren weten zich zeker nog wel te herinneren dat ook vroeger, toen er garnizoen was, ruimsehoots door de ingezetenen gebruik kon gemaakt worden van de thans ter beschikking gestelde bakken. Dit wordt door eenige leden beaamt. De heer Lensen De vraag is is het te verkrijgen genot het maken der kosten waard enhoe hoog zullen die kosten loopen Ik heb er geen bezwaar tegen dat die pompen worden geplaatst, doch vraag een opgaaf der totale kosten, omdat het anders later weer zou kunnen tegen- vallen en dan zou de Raad weer zeggen»He, daarvan hebben we niets geweten I" Ik vraag het dus alleen ter voorkoming van latere teleurstelling. De VoorzitterIk heb de kosten genoemd voor zoover die te ramen zijn, maar wat het plaatsen verder zal kosten, is niet op te geven. De heer Moes Ik denk dat dit toch zoo verschrikkelijk hoog niet zal loopen. De heer Moggr AIs het een regenbak of zijn het er twee De VoorzitterHet zijn 2 bakken. De heer MoggreDan moeten er natuurlijk 2 pompen geplaatst worden, terwijl men anders, als de bakken ineen liepen, met 1 kon volstaan. Naar aanleiding van opmerkingen dat er nog andere bakken zijn, aan de militaire gebouwen op Java, en aan de kruitmagazijnen, wijst de Voorzitter er op dat die thans buiten bespreking kunnen blijven, aangezien de Minister alleen de 2 genoemde bakken ter beschikking stelt. De heer Wieland acht het ook zeer voldoende om eens met die 2 te beginnen en daarop pompen te plaatsen. De heer Van de Ree vraagt hoe men zich voorstelt het verschaffen van het water te regelen. De VoorzitterOm niet. Eerst was het, zooals reeds gezegd is, de bedoeling het door den conducteur der artillerie of den magazijnknecht te laten verstrekken en hem daarvoor van gemeentewege 90 cent per kubieke Meter uit te betalen, welke uitgaaf men zich dan voorstelde te verhalen op de gebruikers van het water, door hen als vroeger, 4 cent per emmer te laten betalen, maar nu de gemeente er niets voor moet betalen, zouden we het zoo maar willen laten halen. De heer Van de ReeMaar er zal toch toezicht bij moeten zijn. De VoorzitterDan zal er ook betaald moeten worden. De heer Van de Ree acht in elk geval toezicht noodig, daar men in tijden van droogte met groote vluchten zal komen en het gewenscht is dat er dan maatregelen van orde genomen worden, opdat iedereen om beurt kan worden geholpen, en men anders elkaar zou verdringen. Het beste zou zijn dat er iemand werd aangesteld om het water a 1 cent per emmer te leveren. Hij zou er bepaalde uren voor willen stellen en het door een der stadsarbeiders laten doen. De Voorzitter noemt dat lastig, want dan wordt deze weer gemist voor het werk. Een ander lid noemt de politie. De Voorzitter meent dat het bezwarend is, daarmede de politie te belasten. De heer Moes acht juist de politie daar op haar plaats. De VoorzitterJa, voor het bewaren der orde. De heer LensenAls er iets te doen mocht zijn, gaat de politie er toch heen. De Voorzitter merkt nog op, dat het gemeentebestuur zich omtrent maatregelen van orde zal hebben te verstaan met den garnizoens-commandant. Door den Inspecteur der genie is daaromtrent blijkens een van den kapitein eerstaanwezend-ingenieur der genie te Bergen op Zoom ontvangen bericht, het volgende geschreven»betrelfende het verstrekken van water uit de militaire regenbakken aan de gemeente Ter Neuzen, rijst bij mij de vraag of het daarbij noodig zal zijn die verstrekking te doen ge schieden onder controle van den conducteur en den magazijn knecht der artillerie en daarvoor een bedrag van J 0,90 per ML te doen betalen. Het is mij niet duidelijk, waarin de werkzaamheden van de bedoelde personen te dien opzichte zouden bestaan wanneer, zooals wordt voorgesteld, buiten de gebouwen pompen worden aangebracht die eigendom van de gemeente zijn en door haar worden onderhouden. Het wil mij voor- komen dat men aan de gemeente de vrije beschikking over die pompen kan laten, behoudens de beperking, dat het water halen eindigt als de eerstaanwezend-ingenieur dat noodig acht. Zijn daarbij met het oog op orde enz. van militaire zijde voorwaarden of beperkende bepalingen te stellen, dan is daarvoor, nu te Ter Neuzen garnizoen gevestigil wordt en het water verkregen wordt uit gebouwen bij dat garnizoen in gebruik, de garnizoenscommandant de aangewezen autoriteitmet deze zal het gemeentebestuur omtrent de regeling van deze aangelegenheid in overleg kunnen treden. Mocht het daarbij blijken dat de gemeente er prys op stelt dat door den een of anderen militair, hetzij de con ducteur der artillerie hetzij een ander, toezicht worde gehouden op de uitgifte van het water, omdat deze zich toch in de nabijheid bevindt en de gemeente daarvoor een persoon zou moeten aanstellen, dan zal er geen bezwaar tegen bestaan een voorstel, waarbij aan dien militair een bilhjke vergoeding van gemeentewege wordt toegekend, aan hoogerhand te onderwerpen, doch dat voorstel zal dan moeten zijn gegrond op een nader verzoek van de gemeente. De heer Moggre meent dat men voor het oogenblik volstaan kan met te besluiten tot het plaatsen der pompen, en dat men, als alles in orde is, nader kan zien hoe men de zaak wil regelen. De heer Wieland is het daarmede eens. Hij acht het een zeer nuttige zaak, die in een dringende behoefte zal voorzien. Het voorstel van Burg, en Weth., om hun college te machtigen tot het aanvaarden der voorwaarden, gesteld door den Minister van Oorlog, en het plaatsen van pomp op elk der 2 aangewezen regenbakken, wordt alsnu z. h. s. aangenomen. d- Een verzoek van F. S. Goedhart, om hem, daar hij op dit oogenblik door bijzondere omstandigheden buiten verdiensten is geraakt, uitstel te willen verleenen voor het betalen van het schoolgeld. Op voorstel van Burg, en Weth. wordt besloten dit ver zoek in te willigen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1909 | | pagina 6