A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Gemeente _Z AAMSLAG.
Openbare Aanteeflini
herhalingsWderwijs.
No. 5331.
Dinsdag 27 Juli 1909.
BBMSEHTS3AAD.
Het Kanaal van Cent naar Ter Neuzen.
49e Jaargang.
aan te besteden
ABONNEMENT:
Telet'oon No. 2 5.
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
I. Het leveren vau plus minus 1600 M.
cement en Engelsche gresbulzen.
II. Het leveren van 165000 waal-
klinkers.
III. Het reinigen en graven tier slooten.
IV. Het graafwerk van tie nieuw te
leggen rioleering.
V. Het leggen van plus minus 1600 M.
buizen met 2 duikers
en VI. Het aan leggen van nieuwe en het
herstellen van oude straten.
De aanbesteding zal plaats hebben op Hftaan-
dag 2 Augustus 1909, des voormiddags
elf uur, ten raadhuize.
Bestekken en teekeningen zijn voor ieder
peiceel afzonderlijk verkrijgbaar ter Secretarie
tegen betaling van zeefgg cent per* stel.
TER SKIZESSCHE (illRAIT.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen j 1,i. Franco per postVoor
Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f l,321/s en voor
het, overige Buitenland 1,65. Men abonneert zich bij alle Boekhande-
laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
ADVEKTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
UK blml verachijbt JIitanilaK-. WoeimdHK- en Vrijdnifavonal, nit^eznnderd op FeentdH|[eil. bij de Viroi a I". J. Ill BE le Ter Neuzen.
De Burgemeester der gemeente TEK NEUZEN
maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering
van den Gemeenteraad is belegd tegen Oonderdag
den 3!l .luli das voormiddags te 10 ure.
Ter Nenzen, den 26 Juli 1909.
De Burgemeester voornoemd,
M. VAN DEN HOEK, L°. Burgemeester.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
rnaken bekend dat zij, die aan den cursus voor het
herhalingsonderwijs voor meisjes, aanvangende 4 Sep
tember a. s., wenschen deel te nemen en de zes leerjaren
der lagere school hebben doorloopen, zich moeten aan-
melden in de eerste helft der maand Augustas a. s.
voor de kom der gemeente bij het Hoofd van school
A, en voor Sluiskil bij het Hoofd vau school D. Bij
genoemde Hoofden kunnen tevens nadere inlichtingen
voor het herhalingsonderwijs worden verkregen.
Ter Neuzen, den 26 Juli 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. VAN DEN HOEK, L° Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.
Herijk maten en gewichten voor buiten de
kom wonenden op Donderdag 29 Juli a.s.
van 15 uur
en voor binnen de kom wonenden op
Try dag 30 Juli a.s. van 8—12 en van
I3 uur.
Zaamslag, 24 Juli 1909.
De Burgemeester,
WORTMAN.
Burgemeester en Wethouders van AXEL,
hopen in het openbaar
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA.
Secretaris,
J. A. VAN VESSEM.
De afdeeling voor Bouw- en Waterbouwkunde
van het Kon. Inst, van Ingenieurs zal, zooals
wij reeds melden, 31 dezer een bezoek brengen
aan het Kanaal van Gent naar Ter Nenzen.
Ter inleiding van dat bezoek publiceeren de
heeren A. R. van Loon en N. O. Lambrechtsen
ingenieurs van 's Rijkswaterslaat alhier, in de
Ingenieur van Zaterdag een uitvoerig en rijk
geillustreerd opstel over dat Kanaal. De aan-
het van dat artikel een geschiedkundig over
sight luidt als volgt
Het kanaal van Gent naar Ter Neuzen is ann-
gelegd onder de regeering van Koning Willem I
ter voorziening in de behoette, die de Gentscbe
handel door alle tijden heett gevoeld aan een
rechtstreekschen scheepvaartweg naar de zee.
Reeds in 1251 verkreeg de stad Gent van
de Gravin van Vlaanderen vergunning rot het
graven van het kanaal van de Lieve, dat Gent
met het Zwin verbond, docb dit kon niet lang
in de behoefte voorzien. In 1329 was dit
kanaal door verzandiug zoodanig achteruitge-
gaan, dat een nieuwe weg naar den Brakman
werd gezocht, waartoe van de gravin van Vlaan
deren de bescbikking werd verkregen over een
gedeelte van een bestaand kanaal tusschen de
stad en Roodenbuize. De voortdurende achter-
uitgang van de armen van den Brakman, waar
toe dit kanaal toegang gaf en de nieuwe con-
currentie met Antwerpen, waaraan Gent het
boofd had te bieden, maakten dat in het mid
den der XVIe eeuw naar een beteren weg moest
worden uitgezieu.
Op 26 Mei 1547 verkreeg Gent van Keizer
Karel V vergunning tot het graven Vau een
kauaal van Roodenhuize naar den Brakman bij
Sas van Gent, welk kanaal op 4 Augustus 1561
voor de scheepvaart werd opengesteld. Gedurende
den 80jarigen oorlog was Gents handel geheel
verlamd en toen bij den vrede van Munster de
Schelde werd gesloten, geraakte het kanaal in
verval.
Hoewel het verdrag van //vriendschap en
alliantie" op 16 Mei 1795 gesloten tusschen
de Fransche Republiek en het Bataafsch Ge-
meenebest in art. XVIII bepaalde, dat //la navi
gation du Rhin, de la Meuse, de 1'Escaut, du
Hondt et de toutes leurs branches jusqu'a la
mer, sera libre aux deux nations Fran^aise et
Batave", bracht toch eerst de vereeniging met
Noord-Nederland bet vraagstuk van den zeeweg
voor Gent weder op het tapijt.
In 1817 werden door de ingenieurs Noel en
Van Diggelen plannen opgemaakt voor de ver
betering van het oude kanaal en de verlenging
daarvan tot de Schelde, welke in opdracht van
de regeering in 1822 nader werden uitgewerkt
en ten grondslag werden gelegd aan de con-
cessie, die in 1823 bij Eoninklijk Besluit werd
verleend en waaraan verbonden was het recht
van heffing vau afwaterings- en scheepvaart-
rechten. Op 1 Mei 1825 werden de werken
begonnen en zij werden zoo kracbtig voortgezet,
dat het kanaal 18 November 1827 voor de
scheepvaart kon worden opengesteld.
Het kanaal had een lengte van 21.360 M.
van de Tolhuissluis te Gent tot Sas van Gent,
van 12,756 M. van Sas van Gent tot Ter Neuzen
en stond daar door de twee thans nog bestaande
sluizen in verbiuding met de voorhaven.
Door de tegenwoordige Westsluis te Sas van
Gent, lang 90 M„ wijd 12 M., werd bet kanaal
in twee panden verdeeldhet bovenpand had
een bodemsbreedte van 8 M. bij een diepte van
4,40 M. het benedenpand had te Sas van Gent
een bodemsbreedte van 12 M. en'een dieptte
van 4,80 M., welke resp. tot 20 M. en 6 M.
toenamen bij de sluizen te Ter Neuzen. De
voeding geschiedde door de op het kanaal af-
waterende gronden en overigens uit de Boven-
Scbelde door de Tolhuissluis te Gent.
Tengevolge van de revolutie van 1830 kwam
het kanaal buiten gebruik en het werd eerst
door art. 10 van het bijvoegsel tot het tractaat
van Londen van 19 April tot 1839 weder
opengesteld.
De bezwaren, die zich gedurende den korten
lijd dat bet kanaal in gebruik was hadden voor-
gedaan en die voortvloeiden uit de noodzakelijke
peilsverlagingen op bet beuedeupand ten be-
hoeve van de afwatering der langs het kanaal
gelegen gronden, werden opgeheven door art. 20
vau het tractaat vau 5 Nov. 1842, waarin werd
bepaald, dat op het benedenpand geen uitwate-
ring meer zou plaats hebben en dat de Neder-
landsche regeering de daartoe noodige werken
zou uitvoeren. Bij ait. 22 verbond de Neder-
landsche regeering zich tot bet onderhoud vau
het kanaal en de uitwateringswerken. waarvoor
zij volgens art. 23 zou worden schadeloos ge-
steld door een jaarlijksche uitkeering van
50,000.
In de artt. 26 en 33 werd voorts nog bepaald,
dat de zeevaart van Gent vrij zou zijn van
scheepvaartrechten en douane-formaliteiten.
De voornoemde uitwateringswerken worden
gevormd door de oostelijke Rijkswaterleiding,
welke in verschillende takken het water van de
Belgische gronden en van de Nederlandsche
polders ten Oosten van het kanaal naar de
oostgeul der Oost-buitenhaven te Ter Neuzen
voert, en de westelijke Rijkswaterleiding, die
nabij Sas van Gent het water van de Belgische
gronden opneemt en nagenoeg evenwijdig aan
het kanaal doorloopt tot in de nieuwe West-
buitenhaven en op dien weg het water van de
doorsneden polders en de daardoor uitwaterende
polders ontvangt.
De kanaalpeilen werden vastgesteld, in art.
2 der overeenkomst van 20 Mei 1843, op 4,40
M. boven den bovenslagdorpel te Sas van Gent
voor het bovenpand en op 4,20 M, boven dien
dorpel voor het benedenpand. In afwijking van
deze overeenkomst werd het benedenpand steeds
gehouden op 3,80 M. boven den bovendorpel
of 4,20 M. boven den benedendorpel der sluis
te Sas van Gent.
Bij dit peil bedroeg de diepte op den boven
dorpel der Westsluis te Ter Neuzen 5,66 M.
De geringe diepte in de sluis te Sas van Gent
was een ernstige belemmering voor de ont-
wikkeling van de zeevaart en ora daaraan te ge-
moet te komen werd in 1871 een internationale
commissie benoemd voor het ontwerpen van een
overeenkomst tot verbetering van het kanaal.
Bij de onderhandelingen werd door de Neder
landsche regeering de eisch gesteld, dat de haven
van Ter Neuzen voor de tarieven op de Belgische
spoorwegen zou worden gelijkgesteld met de
Belgische havens, wat tot het afbreken der
onderhandelingen leidde, doch op aandrang van
Gent, dat de gelijkstelling van Ter Neuzen
verkoos boven de zekere belemmering van hare
ontwikkeling, werden zij weder opgevat en
werd de overeenkomst van 24 Juli 1874 ge
sloten. Antwerpen dat hierdoor met een slag
twee concurrenten kreeg en geen compensatie,
verzette zich heftig tegen deze overeenkomst met
met het gevolg, dat deze 24 Mei 1876 in de
Beigische Kamer werd verworpen.
De onderhandelingen werden opnieuw geopend
en nadat de vroeger voor Ter Neuzen ge-
vraagde compensatie was vervangen door de
voorwaarde van wederzijdsche naasting van den
spoorweg AntwerpenMoerdijk, kwam de over
eenkomst van 31 October 1879 tot stand.
Deze overeenkomst bepaalde den bouw van
een nieuwe sluis te Sas van Gent, lang 110 M.
breed 12 M. en met de beide slagdorpels op
2,35 M. onder den bovendorpel der oude sluis
het graven van een verbindingskanaal naar de
nieuwe sluis, waarover een draaibrug van 17 M.
wijdte en het verruimen van het kanaal tot
een bodemsbreedte van 17 M. op een diepte
van 2,10 M. onder den bovendorpel der oude
sluis te Sas vau Gent. Het kanaalpeil werd
daarbij vastgesteld op 4,40 M. boven dien
dorpel voor het bovenpand en op 3,95 M. boven
dien dorpel voor het benedenpand.
Voorts werd in die overeenkomst bepaald,
dat op Nederlandsch grondgebied op beide
kanaaloevers een jaagpad zou worden ingericht,
waartoe over het zij kanaal naar de Passluis
een draaibrug vau 7 M. wijdte zou worden
gebouwd, en dat de Nederlandsche regeering
de gemaakte werken zou onderhouden en be-
dienen.
De jaarlijks door de Belgische regeering
ingevolge art. 23 vau de overeenkomst van 5
Nov. 1842 te betaleu som werd in verband
hiermede verhoogd tot 58,300.
In deze overeenkomst werd nog vastgesteld
dat de Belgische regeering bij de verruimings-
werken op haar territoir de capaciteit van de
afvoermiddeleu van de Tolhuisstuw en de Tol
huissluis niet moeht vergrooten.
Door de kracbtens deze overeenkomst in
18821885 onder de leiding van de koofd-
ingeuieurs G. van Dieseu eu A. J. Brevet en
den arrondissements-ingenieur C. B. Schunr-
man uitgevoerde werken welke een uitgaaf
van f 1,479,000 vorderden, was Gent tbans
in de gelegenheid om alle schepen, die te Ter
Neuzen konden binnenkomen, te ontvangen in
hare dokken en dit had zulk een invloed op
het verkeer, dat het aantal te Sas van Gent
gescbutte zeeschepen, dat in 1884 bedroeg 1598
met een inhoud van 1,363,621 M3., in 1894
reeds was toegenomen tot 1874 schepen met
een inhoud van 3,946,707 M3.
De steeds toenemende almetingen der schepen
deden echter reeds spoedig gevoelen, dat Gent
met dit kanaal op den duur niet in staat zou
zijn om met andere havens te concnrreeren
daar de diepteligging van den buiten-slagdorpel
der Westsluis te Ter Neuzen bij doode tijden
het schutten van schepen met grooten diepgang
dikwijls belette, werd door Gent op afdoende
verbetering aangedrongen.
In 1891 werd weder een internationale com
missie benoemd, die de overeenkomst ontwierp,
die 29 Juni 1895 werd gesloten.
Deze overeenkomst omvatte
1°. den bouw van een nieuwe schutsluis te
Ter Neuzen, lang 140 M., wijd 15,75 M., met
den bovendorpel op 1,10 M. onder de dorpels
van de Oostsluis te Sas van Gentde beneden
dorpel zou nader door de Belgische regeering
worden bepaald tusschen 2,12 M. en 2,73 M.
onder dat peil
2°. het maken van een voorhaven van 7 H.A.
oppervlakte met een diepte van 5 M. onder
voornoemd peil
3°. het aanleggen van een nieuwen kanaal-
arm te Sas van Gent met twee sluishoofden,
wijd 21 M., op een onderlingen alstand van
140 M., de dorpels op dezelfde hoogte als de
binnen-slagdorpel van de te Ter Neuzen te
bouwen sluis
4". het maken van een nieuwen kanaalarm
te Ter Neuzen ter verbinding van het bestaande
kanaal met de nieuwe sluis
5°. het bouwen van een draaibrug over het
verbindingskanaal te Ter Neuzen, over het ver-
ruimde kauaal te Sluiskil en over den nieuwen
kanaalarm te Sas van Gent, alien met een
doorvaartwijdte van 21 M.
6o. het verruimen en verdiepen van het
kanaal tot 1,50 M. beneden de slagdorpels der
bestaande Oostsluis te Sas van Gent en tot een
doorsnede vau 350 M2. onder den waterspiegel
in de rechte vakken aan de bochten zou daarbij
in het algemeen eeu straal van tenminste
1000 M. worden gegeven, terwijl de bodem in
de bochten werd verbreed volgens een bepaalde
formule
7°. het verdedigen van de kanaalboorden
overal waar de doorsnede van net kanaal op
350 M2. en meer werd gebracht
8°. het verbeteren van de doorsnijding van
het kanaal met den spoorweg GentTer Neuzen
9°. het indijken van de Axelsche Ylakte.
In de overeenkomst werd voorts bepaald,
dat, beboudens bijzondere gevallen. de sluizen
te Sas van Gent zouden openstaan en het kanaal
van Gent tot Ter Neuzen dus in den regel
slechts een pand zou vormen.
Nadat deze overeenkomst bij de wet van
29 Januari 1897 was goedgekeurd, werd met
de uitwerking der plannen, onder leiding van
den hoofd-ingenieur A. A. Bekaar en den
arrondissements-ingenieur J. Nelemans, een
begin gemaakt en kon het eerste bestek voor
den bouw van de schutsluis te Ter Neuzen
in December 1900 worden aanbesteed.
Toen dit bestek eu ook bet inmiddels aan-
bestede voor de nieuwe sluis te Sas van Gent
reeds in uitvoering waren, was aan de Belgische
belanghebbenden duidelijk geworden, dat ook
met deze werken Gent nog niet in staat zou
zijn om de concurrence met de groote havens
vol te houden, en werden opnieuw onderhande
lingen aangeknoopt tot wijziging van de werken.
Deze voerdeu tot de overeenkomst van 8 Maart
1902, welke bij de wet van 14 Juli 1903
werd goedgekeurd.
Bij deze overeenkomst werden de volgende
wijzigingen in de overeenkomst van 1895
aangebracht
1°. de sluis te Ter Neuzen verkreeg een
wijdte van 18 M. met een bovenslagdorpel op
1,80 M. onder de dorpels van de bestaande
Oostsluis te Sas van Gent (de hoogte van den