Tgt HGUzenschs Courant
Zaterdag 19 Juni 1909. No. 5310.
IDIEIRjIDIE BLAD.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
3. Bmoemen stembureaux.
4. Vaststelling kohier schoolgeld 2e kwartaal.
5. Omvraag.
6. Verzoekschriften ontheffing schoolgeld.
VAN
Vergadering van Donderdag 17 Juni 1909.
(VERVOLG)
I)e heer Drost merkt op, dat in dit voorstel wordt voor
gesteld om te vereffenen ruim f 1300 wegens uitgaven ge
daan voor aanschaffing van materieel voor den beerruimings-
en den reinigingsdienst. Hoe staat het echter met den ouden
post wegens het Koninklijk bezoek Spreker meent dat
die uitgaven allereerst uit de gewone inkomsten zouden
moeten worden gedekt en als het dan niet anders kan, dat
dan zou moeten worden geleend voor het dekken der kosten
van het materieel der beerruiining, dat is voor die zaak
gewettigd, niet door de kosten der feestviering, zooals door
hem reeds vroeger is betoogd.
I)e Voorzitter antwoordt, dat de uitgaven voor den
ruimingsdienst gedurende het jaar 1908 zijn geschied en
dus ook op dien dienst moeten worden verantwoord.
De heer DrostMaar hoe had het dan moeten gaan
met den post voor het Koninklijk bezoek Die had dan
toch al op den dienst van 1907 moeten zijn verantwoord
En er staat nu nog geen post voor op de begrooting.
U zegt dat de uitgaven moeten verantwoord worden in
het jaar waarin ze zijn gedaan, maar dat klopt dan met
die uitgaven in het geheel niet. Ik zou allereerst die
oude uitgaven wenschen verantwoord zien.
De VoorzitterDe Raad heeft ons in 1907 toegestaan
de uitgaven voor het Koninklijk bezoek te doen, maar
heeft verzuimd een post aan te wijzen waaruit die uitgaven
zouden kunnen worden gedekt. Dit had de Raad moeten
doen.
De heer DrostDat ben ik met u niet eens.
De Voorzitter Dat kan wel, maar ik zeg dat het zoo is
De heer DrostEr worden hier verschillende uitgaven
door den ltaad toegestaan, zonder dat de Raad aanwijst
uit welke posten die uitgaven kunnen worden bestreden,
daarvoor worden steeds voorstellen gedaan door Burg, en
Weth. U hebt gezegd, dat de uitgaven bij het opmaken
der rekening in 1908 nog niet bekend waren, maar wanneer
is het dan bekend geweest
De Voorzitter betoogt, dat de heer Drost de zaak in een
verkeerd daglicht stelt. De uitgaven hadden moeten
verantwoord zijn over het jaar 1907 en Burg, en Weth.
meenden ook. dat die kosten zonder bezwaar in de reke
ning zouden kunnen worden gebracht. Er was in dien
geest in den Raad over gesproken en deze had ook goed-
gevonden dat de loop van zaken zou worden afgewaeht.
Nu vielen de inkomsten van 1907 door omstandigheden
erg tegen en bleek dat er, in plaats van overschot, een
tekort was. Men moet wel in het oog houden dat de
gemeenterekening, hoewel loopende van Januari tot De
cember, eerst met Juni sluit, daar tot dien tijd gelegenheid
bestaat rekeningen in te zenden. Men was dus al een
heel eind in het jaar, eer men wist, dat die kosten op
1907 niet konden worden betaald.
De heer Van de ReeMaar dan had het toch op 1908
moeten worden gebracht I
De VoorzitterDat kon toen niet meer.
De heer Van de Ree Maar dan toch op 1909.
De heer Drost: Het had moeten gebracht worden op
1908, daar in het begin van het jaar de uitgaven toch
reeds bekend waren.
De Voorzitter Neen, gemoeten had het op de rekening
van 1907, maar, zooals reeds herhaaldelijk is gezegd, toen
bleek dat we tekort hadden. Het had moeten worden
verantwoord op de wijze zooals we nu voorstellen om
die uitgaven voor de beerreiniging te verantwoorden, doch
wat achterwege moest blijven omdat er geen geld over
was.
De heer Drost vraagt of die uitgaven voor aanschaffing
van het materieel ten bedrage van f 1303.631 zijn gedaan
boven de f 9000 die destijds daarvoor zijn geraamd. Is
dit zoo, dan had spreker het correct gevonden, wanneer
Burg, en Weth. aan den Raad hadden medegedeeld dat
ze met f 9000 niet toekwamendan had kunnen worden
beslist hoe die uitgaven zouden worden gedekt. Thans is
daaraan echter weer niets meer te doen, de uitgaaf is
geschied.
De heer Van de Ree is het eens met den heer Drost,
dat de oudste post eerst diende te worden verelfend. De
uitgaven voor het Koninklijk bezoek zijn geschied in 1907,
die voor de verhoogde kosten van het ruimingsmateriaal
eerst in 1908, die uitgaven van 1907 behooren dus eerst
te worden verantwoord.
De heer DrostIk zou die f 1300 willen gebruiken
voor de kosten van het Koninklijk bezoek, en als het dan
niet anders kan, leenen voor het materieel, dat is correcter.
Dat is eene uitgave die over verschillende jaren mag ver-
deeld worden wat niet het geval is met de uitgaven voor
een feest.
De Voorzitter zou heel graag met dat denkbeeld willen
meegaan maar zegt dat dit nu niet meer kan. De uit
gaven die thans aan de orde zijn gesteld, moeten in den
dienst van 1908 worden verantwoord.
De heer DrostIk zon meenen dat een schuld over
1907 nog eerder zou moeten worden verantwoord. Ik
vind het onverantwoordelijk om dat zoo lang te laten loopen.
De Voorzitter wijst er nogmaals op, dat door de om-
standigheid dat 1907 een ongunstig jaar was, de uitgaven
niet konden worden verantwoord en dat het daarop is
blijven loopen. Wat nu de kwestie betreft dat voor het
materieel wel en voor het Koninklijk bezoek niet zou
mogen worden geleend. daarover is hij het ook nog niet
eens. Spreker betoogt dat dit ook wel degelijk eene uitgaaf
geweest is. welke geschiedde in het belang der gemeente.
Er is ook wel gezegd dat heel die uitgaaf had kunnen
achterwege blijven, maar hij denkt daarover heel anders.
Het daarvoor uitgegeven geld was ook in het belang van
de plaats en er zou volstrekt geen bezwaar tegen zijn,
om dat over enkele jaren te verdeelen.
De heer DrostHet schijnt dat u mij niet wilt begrijpen
en dan is het misschien maar beter dat ik zwijg.
De VoorzitterJa, dat zou misschien het beste zijn.
De heer DrostO, als u er zoo over denkt kan ik mijn
tijd beter gebruiken.
De heer Drost verlaat de vergadering.
De heer Van de ReeMaar ik zwijg niet, mijnheer de
Voorzitter, tenzij u mij het zwijgen oplegt.
De VoorzitterIk leg niemand het zwijgen op.
De heer Wieland zou gaarne zondpr leening de kwestie
willen opgelost zien. Die 1300 die nu als uitgaaf worden
ter tafel gebracht, daarvan heeft hij ook niets geweten.
Het is voor den Raad zaak om waakzaam te zijn. Het is
nu bij het vaststellen van de belastingen weer gebleken
de burgerij zucht onder den druk. Als we echter eens een
paar jaren zuinig zijn en trachten groote uitgaven te voor-
komen, dan is er weer hoop op verbetering. Er moet voor
worden gezorgd dat we niet dieper zinken.
De Voorzitter merkt op dat de Raad niet waakzaam be-
hoeft te zijn daar Burg, eu Weth. zelf waakzaam zijn.
De heer De Jager meent dat zonder leening beide uit
gaven, die voor de beerruiming zoowel als die voor het
Koninklijk bezoek, kunnen geschieden. Als bij het thans
aan de orde zijnde voorstel de eene post wordt afgehandeld,
kan toch de andere wel op de begrooting voor 1909 worden
gebracht, daar deze een post voor onvoorziene uitgaven
aanwijst van f 1767,62. Zoo handelende, waren beide
posten van de baan.
De VoorzitterIn het door ons gedaan voorstel kan
geen wijziging meer gemaakt worden, de begrooting voor
1908 moet thans kloppend worden gemaakt, later kan dat
niet meer geschieden. Ik wil er ook nog op wijzen, dat
men op het onverwacht voor uitgaven kan komen te staan,
zonder dat men echter terstond kan aanwijzen uit welke
posten dat kan worden gevonden. Dat kan men gewoon-
lijk maar op het allerlaatst zeggen, als blijkt welke posten
niet ten voile zijn gebruikt, of welke meer hebben opge-
leverd dan geraamd was. Nu worden echter Burg, en
Weth., die steeds diligent zijn op dat gebied, daarover
aangevallen.
De heer Van de.Ree: Dat is de schuld van Burg, en
Weth. zelf. Waarom hebben die niet aan den Raad mede
gedeeld dat ze tekort kwamen met de som die voor aan
schaffing van materieel noodig was.
De heer Van den HoekDe thans voor overschrijving
voorgestelde som is niet geheel voor aanschaffing van mate
rieel noodig geweest, maar vloeit voornamelijk voort uit
meerdere kosten van personeel, ook voor den reinigingsdienst.
De heer De JagerMaar er is toch voor materieel nog
eene rekening van fr. 2000 achteraan gekomen.
De VoorzitterDoch van de toegestane f 9000 waren
toen naar ik meen nog maar f 8685 uitgegeven.
De heer MoesDe heele kwestie is het tekort op de
opbrengst van den beer.
De heer DeesEr was toegestaan f 9000 en er kwarn
nog achteraan eene rekening van fr. 2000dat zou zich
alles wel hebben geschikt, maar er was gerekend op een
opbrengst van f 3000 voor beer en dat is slechts f 1500
geweest, zoodat het niet te verwonderen is, dat we voor
een deficit staan.
De heer Van de Ree Maar men had toch kunnen weten
dat die rekening van fr. 2000 nog zou komen
De heer Van den Hoek: Die uitgaven zijn voornamelijk
veroorzaakt door de aanschaffing van verschillend klein
materieel, dat we later bleken noodig te hebben. Bij de
exploitatie bleek dat er dit nog noodig was, en dat men
van zulks tekort had, en dat moest toch gebeuren. Als
men naar die dingen gaat kijken dan ziet men die werken,
maar dan is men nog niet geheel op de hoogte. Het
wordt dan ook zoo mooi mogelijk voorgesteld, en men
wordt daarmede gewoonlijk ook een beetje in de luren
gelegd.
De heer Dees Wel ja, het is maar het best, het preeies
te erkennen zooals het is.
De heer Van de Ree wil geheel toegeven dat het bedoelde
materieel voor een goede exploitatie noodig was, maar
voor een regelmatige afwikkeling, ook wat de betaling
betreft, hadden Burg, en Weth. daarvan vroeger aan den
Raad moeten kennis geven.
De heer Van den Hoek We hebben nu pas in het
voorjaar het bedrag dier meerdere kosten maar gekend.
De heer Van de ReeZijn de voorwerpen dan nu pas
dit jaar gekocht f
De heer Van den HoekNeen, die zijn het vorig jaar
geleidelijk aangeschaft, maar we hebben in het voorjaar
pas de definitieve rekening gekend, omdat we daarover nogal
verschil hebben gehad met den leverancier, daar er van
de door hem ingediende rekening eerst moesten worden
afgetrokken voorwerpen die hij had gezonden, maar die
als onnoodig waren teruggestuurd en ook omdat er als
extra-levering een en ander opstond, dat naar ons oordeel
bij de levering behoorde. Die rekening is wel een keer of
vier teruggezonden en daardoor heeft het zoo lang geduurd
eer we de juiste uitgaven konden weten.
De heer Dees gelooft dat de Raad, die eenmaal eene
beerruiming wilde hebben, niet anders zou hebben gedaan.
Nu die er eenmaal was, moest die goed en zoo voordeelig
mogelijk kunnen werken. Dan moet men ook kunnen be-
schikken over hetgeen men niet missen kan. Eenmaal
voor het feit staande moet men handelen. Het is waar,
die laatste aanschaffing is niet door den Raad gesanctioneerd,
maar alles is zoo voordeelig mogelijk geschied.
De heer Lensen vraagt of Burg, en Weth. hun voorstel
tot af- en overschrijving niet kunnen terugnemen en later
met een nieuw voorstel komen, waarin dan in plaats de
kosten der beerruiming en reinigingsdienst worden ver-
rekend de kosten van het Koninklijk bezoek die ongeveer
een gelijk bedrag beloopen. Spreker doet dit voorstel
omdat dan die oude post uit de wereld is, maar omdat
het te voorzien is dat de beerruiming, dat was thans
ook weer aan enkele opmerkingen te hooren, later toch
nog wel eens opnieuw aan de orde zal komen. Dan ging
dat in een moeite door, als de financien er van geregeld
werden.
De heer Van de Ree Dan komen we tot het denkbeeld
van den heer Drost en daar ben ik sterk voor.
De Voorzitter Maar we kunnen dat voorstel niet meer
terugnemen Voor die uitgaven zijn mandaten uitgegeven
en die moeten nu worden verantwoord I
De heer Lensen Maar voor de kosten van het Koninginne-
bezoek zijn toch, naar u vroeger mededeelde, ook mandaten
uitgegeven
De VoorzitterMaar die zijn nog in portefeuille.
De heer LensenDe uitgaven voor het Koninklijk
bezoek waren door den Raad gesanctioneerd, niet die voor
meerdere aanschaffing van materieel en nu lijkt het toch
vreemd dat de mandaten betrelfende goedgekeurde uitgaven
niet goed en die betrelfende niet-gesanctioneerde uitgaven
w e 1 goed zouden zijn.
De Voorzitter betoogt, dat het niet doenlijk is, als men
eene rekening begint, reeds een jaar vooruit te zeggen
dat men met alles preeies zal uit komen.
De heer Lensen stemt dat volkomen toe, er is, aan het
eind van het jaar op de eene post al eens iets tekort en
op een andere wat over. I)e uitgaven voor het materieel
voor de reiniging is echter eene uitgaaf die gewettigd
over verschillende jaren kan worden verdeeld en daarom
stelt hij nogmaals aan Burg, en Weth. de vraag neemt
het voorstel terug en komt later met een ander. waarin
de kosten van het Koninklijk bezoek worden verantwoord.
Dan kan bij een volgende bespreking der beerruiming
misschien ook deze financieele zaak worden opgelost.
De VoorzitterMaar die 1300 is niet alleen voor
aanschaffing van materieel, daar is ook bij wegens uit
gaven voor personeel. Daar is veel geld bij voor huur
van paarden en voor betaling van werkliedendoordat
de vuilnis zoover moet vervoerd worden, kost dat ook nog
al wat meer.
De heer Moes meent dat dit laatste zooveel niet kan
uitmaken.
De heer Van den Hoek bevestigt, dat het nog al heel
wat scheelt.
De \oorzitter herhaalt, dat er veel uitgaven wegens
personeel in het voorgestelde bedrag begrepen zijn, of-
schoon het volgens de korte toelichting aanschaffing van
materieel geldt.
De heer Van de Ree is het eens met den heer Lensen,
hij stemt volledig toe, dat men beter voor dat materieel
kan leenen, dan voor de uitgaven wegens het Koninklijk
bezoek.
De heer De Jager herhaalt dat, als er een der besproken
posten op de begrooting voor 1909 wordt gebracht, men
dan niet behoeft te leenen.
De Voorzitter wijst er op, dat men het door den heer
De Jager beschikbaar genoemde bedrag niet als vaststaand
mag beschouwen. Dat kan ten slotte nog tegenloopen.
De heer Wieland dacht toch, dat de dit jaar zoo sterke
verhooging der lasten was toegestaan en ingevoerd, om de
tekorten die bestaan, te dekken, en dat, als die geleden
zijn, de lasten weer kunnen verminderen. Hij hoopt althans,
dat dit het geval zal kunnen zijn.
De VoorzitterMisschien dat er uit de verhoogde in
komsten wel een overschot zal zijn. Maar wanneer weten
we de uitkomst daarvan Dit is weer pas met Juni van
het volgend jaar het geval.
De heer Van de Ree zou wenschen dat Burg, en Weth.
wanneer een toegestane post overschreden wordt, daarvan
aan den Raad mededeeling doen. Nu krijgt men op het laatst
van het jaar alle tegelijk, het is dan zoo'n soort appelmoes,
een allegaartje, dat men moeilijk uiteen kan houden. en
dan ziet de begrooting er heel anders uit, dan die oor-
spronkelijk werd vastgesteld.
De Voorzitter stemt dat toe. Hij geeft ook toe, dat het
voor bedragen, zooals thans het geval is, van ruim 1300,
gewenscht is, dat daarvan vroeger wordt kennis gegeven.
Overigens is het aan het eind van het jaar steeds gewoonte
de regeling der begrooting te behandelen, zooals dat thans
geschiedt. Spreker wil echter nogmaals toegeven, dat het
niet dikwijls voorkomt, dat daarop zulke groote posten
voorkomen.
De heer De Jager wijst er nogmaals op dat, als aan de
begrooting voor 1909 de hand wordt gehouden, de gelden
die voor een der beide posten noodig zijn, kunnen gevonden
worden.
De meerdere opbrengst van de opcenten op het personeel
over 1908 waren een voordeeltje en nu hebben Burg, en
Weth. gedacht, daarmede kunnen we een tekort dekken.
Hy vindt dit goed, maar zou dan ook het andere tekort
op de begrooting voor 1909 willen vinden.
De Voorzitter betreurde, dat de gelden voor het Koninklijk
bezoek niet konden gevonden worden in de rekening over
1907, dat was een tegenvaller, ook voor den Raad, die een
wenk had gegeven aan Burg, en Weth. om af te wachten
of dat niet mogelijk zou zijn. En wat nu de kwestie
betreft, dat er gelden op de begrooting van 1909 be
schikbaar zijn, spreker wijst er op, dat van de rekening
van 1908 een prelevement is genomen van f 1600, hetwelk,
om de begrooting kloppend te maken, is opgenomen bij
den post voor onvoorziene uitgaven. Iiaarbij moet niet
uit het oog worden verloren, dat er thans bijvoorbeeld nog
een voorstel moet worden behandeld om voor ruim f 800
te beschikken over de onvoorziene uitgaven op de begrooting
voor 1908, dat kan het volgend jaar ook noodig zijn en
dan houden we dus al minder over, dan we van de rekening
over 1908 als prelevement hebben genomen.
De heer De Jager meent toch altijd, dat, volgens de
begrooting, of de post voor de beerruiming, of die van
het Koninginnebezoek. kan gedekt worden en dan noemt
hij den laatsten post ook urgenter, zoodat hij er mede
kan instemmen, dat die uitgaven reeds op de begrooting
voor 1908 worden gebracht.
De heer Van de Ree Kan het gevonden worden, zonder
leening des te beter, maar anders ben ik het er ook met den
.heer Lensen over eens dat de uitgaven voor het Koninklijk
bezoek urgenter zijn en dat in principe ook eerder voor de
reinigingsmaterialen dan voor het eerstgenoemde mag
geleend worden.
De Voorzitter is het met dat principe nog niet zoo
direct eens. Er is ook nog wel betoogd, dat het geheele
feest ter gelegenheid van het Koninklijk bezoek had kunnen
achterwege blijven. Hij is echter in lijnrechte tegenspraak
met degenen die zooiets willen beweren, en beschouwt de
toen gedane uitgaven ook wel degelijk als vruchtdragend
voor de gemeente terwijl er ook niets tegen is om die
uitgaven over eenige jaren te verdeelen.
De heer Van de Ree Die uitgaven zijn in elk geval
door den Raad goedgekeurd, niet die voor de reinigingsdienst.
De VoorzitterMaar de Raad vergat een post aan te
wijzen, waaruit de kosten moesten worden bestreden.
De heer Van de ReeDat wil de Raad nu doen
Daarom ben ik voor het voorstel van den heer Lensen,
om eerst het Koninklijk bezoek hierin af te handelen en
dan later over het materieel te spreken.
De heer Van den Hoek merkt op, dat de heer De Jager
wijst op den post voor onvoorziene uitgaven op de begrooting
voor 1909 ten bedrage van /1700, maar daarop kan van
nu af niet geheel gerekend worden. aangezien de heffing
op de beerruiming niet goedgekeurd is, en de ontvangpost
op dat tarief was berekend.
De VoorzitterMijnheer De Jager vergeet dat die som,
niet geheel beschikbaar blijft.
De heer Van de Ree Ik meen dat Burg, en Weth. den
heer De Jager wel dankbaar mochten zijn voor den raad
dien hij geeft. U hebt gezegd, dat de Raad wist, dat er
over 1907 een tekort zou zijn. Toen hadden Burg, en
Weth. een voorstel moeten doen opn het tekort te dekken
dit is nagelaten en nu doet de heer De Jager een voorstel
waardoor Burg, en Weth. uit de impasse kunnen geraken.
De Voorzitter weerspreekt dat Burg, en Weth. uit eenige
impasse moeten worden geholpen. Hij wijst er op, dat de
Wethouders rnannen zijn uit den Raad, die gratis hun
diensten besteden aan de belangen der gemeente, en die
naar hunne beste krachten behartigen.
De heer Van de Ree wijst er op, dat er is gehandeld in
strijd met de wet, daar niets mag worden gekocht, dan
met toestemming van den Raad.
De VoorzitterDie Joestemming van den Raad wordt
nu gevraagd. Er kon niet anders gehandeld worden, de
reinigingsdienst moest toch werken De Raad had niet
anders kunnen doen, of hij daarover nu, dan wel vroeger
had moeten beslissen, zou aan de zaak zelve niets ver-
anderd hebben.
De heer Van de ReeDat was in elk geval regelmatig
geweest, daarom steun ik het voorstel van den heer
Lensen.
De heer Wieland Als het maar eenigszins mogelijk is,
moeten wij het zonder leening doen. Zijn we dan enkele
jaren wat zuinig en mijden we ons van groote uitgaven
dan raken wij uit de impasse, wat aan de burgerij, die
nu zwaar gedrukt is, zeer ten goede zal komen, deze wordt
nu door al die zaken gevoelig getrolfen.
De heer De JagerDe uitgaven voor het Koninklijk
bezoek zijn zeker urgenter, maar beide uitgaven moeten
betaald worden. Of het eene wat vroeger dan het andere
wordt verrekend, blijft voor de kas der gemeente gelijk.
Het is dus mij ook gelijk wat er eerst betaald wordt, als
we het thans maar beide kunnen afrekenen.
De heer Moes Het zit hem alleen in het tekort op den
verkoop van beer, dat weten de heeren ook wel, maar
daar spreken ze niet over.
De heer Visser weerspreekt dat de Raad er niets van
zou geweten hebben dat de som voor den reinigings
dienst geraamd, is overschreden dat was hem wel degelijk
bekend. Het is ook niet -alleen voor de beerruiming
geweest maar ook voor de straatreiniging.
De heer Van de ReeAangenomen dat er den Raad
iets van bekend geweest is, dan had deze toch terstond in
de gelegenheid moeten gesteld zijn er ten voile over te
kunnen oordeelen. Dat is echter niet geschied. Het is
vroeger ook zoo geweest met een andere zaak, de klinker-
bestrating, ik was toen nog geen lid van den Raad, maar
daarover is toch genoeg in de bladen te lezen geweest.
De heer Van den Hoek Wat toen geschreven is, waren
groote leugens. Er was daarvoor door den Raad f 12,500
beschikbaar gesteld. Die som is niet ten voile gebruikt,
er was zelfs nog iets over, niet veel, dat wil ik erkennen,
maar uit die som zijn dan ook bestreden de voile kosten
der geldleening van 17,500. Wat ik hier beweer kan
nog steeds worden nagezien.
De heer Van de ReeWaar zijn dan die f 1600 voor
het terrein van school A
De heer Van den HoekDie staan op de begrooting.
De heer DeesMen kan nog lang over de zaak rede-
neeren, maar daarmede zal deze niet verder worden
gebracht. Ik meen dat nu vanwege het Dag. Best, reeds
voldoende schuld is erkend. Is het werkelijk noodig dat
de Voorzitter dat nog eens zegt? Als er geen andere
heffing gemaakt wordt, dan zal de begrooting voor 1909
wat de opbrengst der beerruiming betreft weer tegenvallen,
aangezien men dan niet zal komen tot het geraamde bedrag.
De heer Wieland Ik heb hoop dat de opbrengst wel
zal toenemen. Die 100 die er nog geen gebruik van hadden
gemaakt, maar die nu te voorschijn komen, geven mij
hoop op een hooger bedrag.
De heer DeesIk vind het treurig, dat nog zoo'n on-
verkwikkelijke discussie in verband met het Koninklijk
bezoek noodig is. Het is reeds een paar jaren achter den
rug: de bevolking heeft toen allerwege gejuicht, het bezoek
deed elk groot genoegen ook nog onlangs is een algemeen
gejuich opgegaan. bij eene nieuwe gebeurtenis in het
Vorstenhuis. Er ging toen hier ter plaatse een applaus op,
toen de Voorzitter die gebeurtenis herdaeht en nu hooren
we weer zoo'n onaangename naklank.
De heer Visser Kan het niet beide gevonden worden
De heer Van de ReeDat vraag ik ook 1
Nadat de heer Lensen nogmaals heeft gevraagd of Burg.
en Weth. bezwaar hebben tegen zijn voorstel, antwoordt
de Voorzitter dat het niet mogelijk is nogmaals een ander
voorstel in te dienen, daar dan de gemeenterekening niet
meer op den bepaalden tijd kan worden ingediend.
Naar aanleiding dezer mededeeling trekt de heer Lensen
zijn voorstel inhij zal zich dan voor ditmaal daarbij
neerleggen, en zal op den post voor het Koninklijk bezoek
nader terugkomen. Hij verzoekt evenwel voor het vervolg
dergelijke besluiten vroeger ter behandeling voor te dragen
opdat de Raad in vrijheid daarover kan beslissen en niet
genoodzaakt wordt tegen wil en dank een voorstel aan te
nemen.
De Voorzitter wil daaraan wel mede werken maar vraagt
hoe dit mogelijk is, daar de ontvanger pas in de laatste
dagen kan aangeven op welke posten tekort is en waar
geld van over is. Zoolang men die gegevens mist, kan
geen voorstel worden gedaan. Ware het dan ook niet
dat er zoo'n belangrijke post in voorkwam, dan zou dit
zooals hij reeds aanstipte, ook wel geen aanleiding tot
moeilijkheden hebben gegeven.
De heer Lensen heeft ook niet het oog op de kleinigheden,
maar van bedragen tot een f 1300 weet men toch al eerder
een en ander en deze zouden tijdig bij den Raad aanhangig
kunnen worden gemaakt. Burg, en Weth. moeten een
middel trachtan te bedenken, dat de raad over zulke zaken
kan meepraten.
De heer Moes Het zit hem alleen in het tekort op den
ruimingsdienst.
De heer Lensen: Juist omdat dit nu met het aanhangige
wordt verwacht had ik de reinigingdienst willen laten ver-
vallen, om daarover later in het geheel te kunnen spreken.
De VoorzitterAls de heeren geregeld op de hoogte
willen zijn van de ontvangsten en uitgaven gelieven ze te
vragen de 3maandelijksche staat die Burg, en Weth. van
den ontvanger krijgen en die eenigszins een beeld geeft
van den stand der ontvangsten en uitgaven.
De heer Van de Ree merkt op dat de Voorzitter hier
reeds een paar malen den ontvanger noemde, doch dat
deze buiten bespreking moet blijven, met dien ambtenaar
heeft de Raad niets te maken. De Raad moet zich wenden
tot Burg, en Weth.
Daar de heer Lensen zijn voorstel heeft ingetrokken
wordt thans het voorstel van Burg, en Weth. in omvraag
gebracht, en de voorgestelde af- en overschrijving in de
begrooting voor 1908 goedgekeurd met 10 tegen 1 stem,
die van den heer Wieland.
c. De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor in
de gemeentebegrooting voor 1908 af te schrijven van het
bedrag der onvoorziene uitgaven dat zonder nadere
machtiging van (led. Staten voor overschrijving kan worden
gebruikt, een totaal bedrag van f 864,261, en dit over te
schrijven op verschillende posten van uitgaaf, waarvoor
de geraamde bedragen niet toereikend zijn gebleken.
Dit voorstel wordt goedgekeurd met algemeene stemmen.
a. De Voorzitter stelt aan de orde het benoemen van
stembureaux voor de stemming voor een lid van den
gemeenteraad op 18 Juni.
Overeenkomstig het voorstel van Burg, en Weth. worden
deze met algemeene stemmen samengesteld als volgt
Stemdistrict I (Raadzaal)Voorzitter de Burgemeester,
pl.verv. voorzitter M. van den Hoek, leden A. C. Lensen en
G. Wieland, pl.verv. leden R. Drost en J. van de Ree.
Stemdistrict II (Sluiskil): Voorzitter D. J. Dees, pl.verv.
voorzitter J. Risseeuw, leden A. P. de Vos en Th. L. A.
van de Bilt, pl.verv. leden A. Kooman en J. Vermeulen.
Stemdistrict III (Java)Voorzitter P. Moes, pl.verv.
voorzitter J. de Feijter, leden S. van Rees en D. Tolhoek,
pl.verv. leden J. J. de Jager en A. J. Tazelaar.
b. Vervolgens wordt door Burg, en Weth. voorgesteld
de stembureaux voor de stemming voor leden van den
gemeenteraad, wegens periodieke aftreding, stemming op
9 en eventueele herstemming op 20 Juli, samen te stellen
als volgt
Stemdistrict I (Raadzaal)Voorzitter de Burgemeester,
pl.verv. voorzitter A. Visser. leden R. Scheele en A. C.
Lensen, pl.verv. leden H. W. R. Kramer en Jhr. J. W.
Pompe van Meerdervoort, 4e lid 11. J. Vooren, pl.verv.
4e lid P. van Es.
Stemdistrict II (Sluiskil) Voorzitter D. J. Dees, pl.verv.
voorzitter J. Risseeuw, leden A. P. de Vos en Th. L. A.
van de Bilt, pl.verv. leden A. Kooman en J. Vermeulen,
4e lid A. Scheifelaar Klots, pl.verv. 4e lid A. Coumou.
Stemdistrict III (Java)Voorzitter P. Moes, pl.verv.
voorzitter J. van de Ree, leden S. van Rees en D. Tolhoek,
pl.verv. leden A. J. Tazelaar en O. C. F. Hamerlinck,
4e lid I. de Groot, pl.verv. 4e lid F. van den Broeke.
De voorgestelde heeren worden met algemeene stemmen
benoemd.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor het
kohier der schoolgelden voor het lager onderwijs voor het
tweede kwartaal 1909 vast te stellen op een bedrag van
1044,12.
Dit wordt met algemeene stemmen goedgekeurd.
a. De heer Lensen stelt voor het bedrag, nog te betalen
in verband met het Koninklijk bezoek te brengen op den
post openbare feesten, op de begrooting voor 1909 voor
memorie uit te trekken, en het noodige bedrag f 1387,88J
te vinden uit den post onvoorziene uitgaven.
Dit voorstel wordt z. h. s. aangenomen.
b. De heer Lensen merkt op, dat er hier nogal eens
iets aan hapert om den officieelen tijd te weten.
De VoorzitterDe klok van het stadhuis wijst den
officieelen tijd aan 1
De heer LensenDan zal ik zeggen den juisten tijd.
Ik zou het zeer gewenscht achten dat, evenals dat bijvoorbeeld
in Appingedam het geval is, aan den gevel van het post-
kantoor een klok werd aangebracht, die den juisten tijd
aanwees. Dit zou ook ,zeer te stade komen aan de reizigers
voor de Prov. boot. Het zou daarvoor noodig zijn dat een
verzoek werd gericht aan den directeur-generaal der poste-
rijen en telegrafie, om aan het postkantoor een klok te
mogen aanbrengen en aan den directeur van het post
kantoor te vragen of hij voor de regeling van het uurwerk
zou willen zorgen, waartegen deze, naar ik meen, wel geen
bezwaar zal hebben.
De klok moet voor rekening van de gemeente worden
aangebracht. De kosten kunnen zooveel niet bedragen.
Voor een gulden of acht is misschien het uurwerk wel
te koop.
De Voorzitter deelt mede dat Burg, en Weth. dit voorstel
overnemen. Hij vraagt dus voor het college machtiging
de noodige verzoeken te doen en bij inwilliging voor de
plaatsing eener klok zorg te dragen. Hij vermoedt dat
een som van 8 wel niet voldoende zal zijn, ook in verband
met veranderingen en werken die aan den muur van het
kantoor zullen moeten worden aangebracht.
De heer Van den Hoek meent dat men beter doet met
op een f 25 te rekenen.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel aangenomen.
De Voorzitter schorst de openbare vergadering, welke
overgaat in eene met gesloten deuren.
Nadat de zitting weder openbaar is geworden, deelt de
Voorzitter mede, dat in de zitting met gesloten deuren is
besloten, afschrijving te verleenen wegens
Schoolgeld Wed. Ch. van Wijck 430 en f 6,30, A.
Bootsgezel /0,80 en /0,96, M. F. van Petegem /0,80,
wed. Ch. van Bouehaute 0,90, P. C. Verheijke /3,60,
A. de Hulster 0,16, P. W. Riemens 0,75, J. P. de Vos
0,60, G. Klouwers 0,90, P. A. van Buren f 1,80, A. J.
van Gelderen 0,45, W. M. Riemens 0,42, A. Dhaeze /3,
Afgewezen is een verzoek van ontheffing van schoolgeld
van G. Roelands.
lloofdelijken omslag J. Willems f 3,65.
Hierna is de vergadering door den Voorzitter gesloten.